Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 36e Jaargang. Vrijdag 17 Maart 1922. -'No. 11 UIT HET WOORD» Redactearen Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Taste medewerkers: D.D. P. VAN DIJK, F. J. t, d. ENDE, A. C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., R. J. v. d. TEEN en F. W. J. WOLF. UITGA.YI TAX DE pbrsv8rbem1g1mq zbbuwschb kbrkbodb. GETHSEMANÉ. Gethsemané Die naam, dien we niet dan met heiligen eerbied kunnen uitspreken, roept ons voor den geest den „Man van smarten" in de ure Zijner verbrijzeling. Gethsemané, dat is de plaats waar het Hem bang werd, zéér baDg, zóó baüg dat Hij van Zijn bangheid niet langer zwijgen kon, maar er van moest spreken tot Zijn jongeren: „Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe". Gethsematé, dat is de plaats, waar Hij steun zoekt bij Zijn j'odgeren; niet maar ééns maar bij herhaling. „Blijft hier" zoo vraagt Hij Petrus en Johannes en Ja cobus blijft hier en waakt met mij", en waar Hij zoo smartelijk wordt teleur gesteld, als Hij dien steuD, dien zoo vurig begeerden steun, moet ontberen. Gethsematé, dat is de plaats, waarZijn angst zóó groot wordt, dat Zijn angstzweet wordt als bloed, en droppel na droppel van Zijn aangezicht afdrupt op de aarde, en een Engel komt om Hem te versterken. Gethsemané, dat is de plaats, waar Hij bidt, smeekt, worstelt, zooals hier op aarde nooit gebeden, gesmeekt, geworsteld is. Gethsemané ziet een bidder, wiens hou ding zelve een gebed is, een smeekend, een aangrijpend gebed. Een bidder, die knielt, dan op de aarde valt, dan op de aarde zich uitstrekt en kromt als een worm. Gethsemané hoort een bidder, die bidt met aangrijpenden ernst :„Mijn Vader! indien het mogelijk is laat dezen drink beker van mij voorbijgaan, doch niet gelijk Ik wil, maar gelij k Gij wilt". „M ij n V a d e r, indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede". En wederom ten derden male ,,M ij n Vader indien deze drink beker van mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede". En dat bange Gethsemaré-lijden had een mysterieuse oorzaak. Geen mensch was daar, die Jezus hin derde. Wel geen steun vond Jezus daar bij Zijn drie vertrouwelingen, maar positief leed deden zij den Heere niet aan. De bende, die straks komen zou om Hem ge vangen te nemen, was er nog niet. Stelt ge het u zóó voor gelijk som migen willen dat in dien nacht de natuur óók in angst was, toen Jezus daar verbaasd was en ontroerd, dat het stormde en de stormvlagen de boomen in den hof deden buigen en kraken, dan maakte toch niet die storm Jezus beangst. Ia den storm op zee sliep Hij rustig op het slingerend schip. Die hooggaande aogst van Jezus is te verstaan uit Zijn voorwetenschap van wat geschieden zou. Hij wist wat Hem straks wachttedat de ure der duisternis was aangebroken. En niet alleen door die voorwetenschap stond \óór Hem het beeld van Zijn smarte- lijken uitgang te Jeruzalem, maar ook door de verzoeking, waarmee Hij hier verzocht werd door den Satan. Ook door de verzoeking van Satan. Na de verzoeking in de woestijn week hij van Jezus voor een tijd. Hij kwam dus terug. En hij kwam terug hier in Gethsemané. Ea als de Satan dan hier terug komt, dan treedt hij hier anders op dan in de woestijn. In de woestijn kwam hij met zijn verlokking. Maar hier komt hij dan met zijn bedreiging. Dan heeft hij het hier er op gezet door voorspiegeling van het lijden Jezus af te trekken van het volgen van Zijn roeping. Dan heeft hij hier Jezus daartoe voorge houden al het vreeselijke van den angst en smart en nood en dood, die over Jezus zouden komen als Hij doorging. Dan heeft hij Jezus hier geen pijl gespaard. Dan is hier reeds de beker des lijdens Jezus in de hand gegeven, opdat Hij dien zou drinken en proeven. Dan heeft Jezus hier reeds gekregen de volle voorproef van wat straks voor Hem zijn zou het lijden van Golgoth8. Een mysterie, een geheimenis blijft ook zóó voor ons het lijden van Gethsematé; een verborgenheid, waarvan de diepte door ons niet kan gepeild worden. Een mysterie, dat de ééae vraag vóór de andere na bij ons doet oprijzen. Dan vragen wehoe kon Jezus bidden, dat de drinkbeker van Hem mocht voor bijgaan, terwijl Hij toch wist, dat het niet kon Hoe kon Jezus naar het bericht bij Marcus aan Zijn bede nog doen voorafgaan de betuigingAbba Vader, alle dingen zijn U mogelijk"? Hoe kon de Zone Gods zóó betuigen, terwijl Hij zelf in den eeuwigen vrederaad Gods zich be reid verklaard had Borg te zijn voor de uitverkorenen Gods R*ad toch is onver anderlijk Maar ook van dat mysterie is ons zóó veel geopenbaard als noodig is tot onze leering en vertroosting, in de wetenschap, dat Jezus ook was een waarachtig mensch. Ongetwijfeld was Jezus Gods Zoon en wist Hg als God alles; wist Hij ook dat het plan der verlossing niet kon volvoerd dan door Zijn dood. Maar Jezus was ook waarachtig mensch. En als mensch wist Hjj niet alles. Als mensch wilde Jezus ook niet weten wat Hij als mensch nog niet weten mocht. Niet uit Gods Verborgen Raad kon Jezus denken en bidden in Gethsemané. De ge openbaarde dingen, die waren voor Hem en Hij hield zich aan wat geopenbaard was. En uit wat geopenbaard was wist Jezus, dat het lijden Hem wachtte. Daarom sprak Hij daarover met Zijn jongeren. Maar die voorwetenschap was dan niet een vrucht van Zijn kennis naar Zijn Godheid, maar een vrucht van Zijn geloof, waarin HJj zich liet leiden door het Woord. In het Woord Gods had Jezus gelezen Zijn roeping als Messiashad Hg geteekend gezien den lijdensweg, dien de Messias gaan moest. En omdat al die kennis Hem vrucht was van het geloof, bleef er ruimte voor Jezus' betuiging: „Abba Vader, alle dingen zijn U mogelijk" en bleef er ruimte óók voor Zijn bede„Mijn Vader, indien het moga- lijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan". In die betuiging en in die bede sprak Jezus' waarachtig-menschelijke ziel. Uit Zijn ziel werd in Zgn aDgst en nood dat Woord geperst. Uit de ziel van Hem, die ons uitgenomen de zonde waarlijk in alles gelijk werd. Geen verontschuldiging behoeft dan ook die zwakheid, waarmee Jezus hier zwak was, als betaamde die Hem niet. Jezus was hier zwakHij vreesdeHij vreesde met groote vreeze. Maar daar was reden voor. Meer wachtte Hem dan de tijdelijke dood. Hem wachtte de eeuwige dood. Al de toorn Gods tegen de zonde van het gansche menschelijke geslacht zou zich tegen Hem in één punt des tgds saamtrekken. En Hij was mensch van gelijke beweging als wij. Ons gelijk werd Jezus, uitgenomen de zonde. Zwak is Hij daar in Gethsemané, maar niet met zondige zwakheid. Hoe zag Hij op tegen het lijden, dat Hem wachtte 1 Hoe begeerde Hij, dat die drinkbeker Hem mocht voorbijgaan Maar daar was bij Hem geen strijd met Gods wilgeen opstand tegen Gods wil. Het was niet zóó, dat Hij eerst tegen Gods wil verdeeld lag en dat Hij daarna, na hangen strijd, zich met dien wil vereenigd verklaarde. Hij vraagt niet, dat Zijn eigen welzijn meer zou gelden dan Gods belang. Hij wilde niet ook dan ge holpen zijn, als dat met Gods wil zou strijden. In hetzelfde oogenblikdatJezus vroeg om mogelijke wegneming van den beker des lijdens verklaarde Hij zich ook bereid om dien te drinken, wanneer het zou noodig zgn. En daarom is Gethsemané met al zijn geheimenissen zoo heerlijk. Gethsemané is het Amen van den Midde laar op het besluit van den eeuwigen vrederaad. In den eeuwigen vrederaad is het de Zone Gods, die zich bereid verklaart onze schuld te betalen. Die Zone Gods wordt mensch. Ea dan wordt die vraag óók voor gelegd aan het vleescbgeworden Woord; de vraag, of Hij bereid was dat werk des lijdens te verrichten En om de benau wende beteekenis van die vraag Hem dan te doen verstaan, moet zelfs Satan dienst doen. En zie, als die vraag wordt voorgelegd aan het vleescbgeworden Woord, zóó dat Hij de beteekenis daarvan kon peilen^ dan verklaart Hij zich bereid om te volbrengen den wil des Vadersom den -/bangen smarteweg te gaan ten einde tee, opdat Hij zou verlossen al degenen, die met vreeze des doods door al hun leven der dienst baarheid onderworpen waren. Gethsemané. Het openbaart u het schrikkelijke van het recht Gods voor den zondaar. Als Jezus zóó beangst was in Gethsemané, dan was het in angst voor het rechtvaardig oordeel Gods over de zonde. Zie er dan in wat u wacht, zoo gij van uw zonden niet verlost wordt. Het openbaart ook dat de Borg bereid was de schuld der zijnen te betalen en te verzoenen en dat er nu door Hem verlos sing is van de zonde, verlossing van den vloek, verlossing van den angst en de vreeze voor allen, die Hem toebehooren en aan nemen met een waar geloof. Ga dan dien weg des geloofs. Dat ia: redeneer niet uit het verborgen raadsbe sluit Gods. Dat deed Jezus ook niet.' riep uit Zijn benauwdheid. Roep gij uit uw nood en bid tot God en gij zult verhooring vinden. Jezus' begeerte, dat die drinkbeker van Hem zou voorbijgaan, zoo het Gods wil ware, is niet in vervulling gegaan omdat de Vader het niet wilde en Jezus heteok niet wilde, opdat uw bede zou verhooring vinden, wanneer gij bidt om uit uw ellende verlost te worden. Maar wanneer gij dan bidt moet ook bij u Gods eere zwaarder wegen dan uw wel zijn. Dan moet ge niet begeeren, dat gij zoudt geholpen worden, ook al was het met Gods wil en Gods eere in strijd. Zoo te bidden vraagt strgd. Hoe vaak ligt onze wil gedeeld tegen Gods wii. Maar gelukkig, die zóó leert bidden. Wij meenen wel vaak, dat Gods wil strijdig is met onze belangen, maar zoo is het toch niet. Gods wil zoekt juist ons hoogste welzijn. In Gethsemané bad Jezus het wel bang, maar door Gethsemané liep voor Hem de weg naar de hoogste heerlijkheid, ia de gehoorzaamheid des geloofs aan den wil des Vaders. In uw Gethsemané hebt ge het wei bang, maar in uw Gethsemané wii de Heere met u waken en wil Hg u steunen, opdat ge ook daar zoudt wandelen in de gehoor zaamheid des geloofs aan den wil van uw hemelschen Vader, en langs dien weg zoudt ingaan in Jezus' heerlijkheid. Hxij. kbbkSlijk lbyhi. Het Gezag der Schrift. IV. AkOBltmsitsprtysper kwartaal bf vooruitbetaling f 1,— Afzonderlik© nammers 8 eent. ilftrUntifprQl t 15 cent per refelbp jaarabonnement ran minstens 500 rebels belangrijke reductie Aires Y«i ie Administratie Firma L1TTOÜ1J k OLTHOFF, Niddslhnrg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en AdvertentiSn tot uiterlfk Vrfdagmorgen te eenden aan de Drukkers LITTOOIJ ft OLTHOFF, Middelburg TELEFOON 238. GIRONUMMER 42100. Toen ging Jezus met hen in een plaats genaamd Gethsemané, en zeide tot de disci pelen Zit hier neder totdat Ik henenga en aldaar zal gebeden hebben. En met zich nemende Petrus en de twee zonen van Zebedeüs, begon Hij droevig en zeer beangst te worden. Toen zeide Hij tot hen Mijne ziel is geheel bedroefd tot den dood toeblijft hier en waakt met mij. En een weinig voortgegaan zijnde viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien liet mogelijk is, laat dezen drinkbeker van mij voorbijgaandoch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. En Hij kwam tot de discipelen en vond ze slapende, en zeide tot Petrus kondet gijlieden dan niet één uur met mij waken Waakt en bidt opdat Gij niet in verzoeking komtde geest is wel gewillig maar het vleesch is zwak. Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij, zeggende Mijn Vader, indien deze drinkbeker van mij niet voorbij kan gaan tenzij dat Ik hem drinke. Uw wil geschiede. En komende bij hen vond Hij ze wederom slapendewant hunne oogen waren bezwaard. En hen latende, ging Hij wederom henen en bad ten derden male, zeggende dezelide woorden. Math. 26 36—44. Om het Goddelijk gezag der Schrift aan ft» toonen hebben we uitgaande van de var- onderstelling, dat de Evangeliën van het Nienwe Testament ons betrouwbare historische mee- deelingen bieden omtrent Jezus'leer en wandel op aarde allereerst door voorbeelden bewezen, dat Christus de historische geloofwaardigheid aanvaardde van de Boeken des O. Testaments en dat die meedeeliogen zoowel uit de Konin-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 1