Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland No. 8 36e Jaargang. Vrijdag 24 Februari 1922 DIT HET WOORD, Redacteuren Da. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Taste medewerkers: D.D. P. TAN DIJK, F. J. r, d. ENDE, A. C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL PzaR. J. v. d. TEEN en F. W. J. WOLF. Middelburg. Telkamp Verdwijnende Kerken. Het Gezag der Schrift. AboiltmtBtsprQsper kwartaal bjj vooruitbetaling f 1,— Afzonderlijke nummer* 8 cent. A4?«rteitieprt)s t 15 cent per regelbjj jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie UIY0ATI VAU DE PIRSYIREBNIGIMG ZBBUWSCHI KERKBODE, Aires tu de Admlmiatratie flrmt LITTOOIJ Sl OLTHOFF, Mtiielkfg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot u i t e r 1 jf k Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280. HET STAAT AAN ONS. Indien wij onze zonden belijden Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid. 1 Joh. 1 9. Dat „Hij" (onze God) getrouw is, is feitelijk reeds uitgekomen van stonde aan, dat wij ontrouw werden aan Hem. Alleen reeds het openen van 'n weg tot verzoening toont de majesteit van God3 liefde in haar volle schittering. En de belofte, om de macht der zonde te breken, „datzelve zal u den kop vermorzelenin het houden dier belofte heeft God Zijn liefde bepaal delijk in den vorm van trouw be wezen. Heel de wereldgeschiedenis en bij zonderlijk de geschiedenis van Israel heeft God doen worden en beheerscht, om Zijn belofte gestand te doen. De oprichting van het kruis van Christus als feit is er het tastbare bewijs voor. Welnu, als God op Golgotha trouwe houdt, Zijn belofte vervult, ten spijt van de zonde (ook onder Israel) zou Hij dan die belofte breken n a de oprichting van het kruis? Nu, nu onze Middelaar er i s en Zijn voldoeningswerk heeft volbracht En dat „Hij" (onze God) rechtvaardig is, is feitelijk ook reeds uitgekomen van stonde aan dat wij weigerden aan het recht Gods te voldoen. De Heere, Die recht op ons heeft, handhaafde toen reeds Zijn recht door te gewagen van het offer van Christus „gij zult het de verzenen vermorzelen Geen trouw zonder rechtvaardigheid. Geen genade zonder recht. Het kost Zijn eigenen Zoon het leven en het levensgeluk. Om ons, juister nog: om het recht Gods moet Hij van God verlaten worden. En van die toezegging af aan, heeft God zich in Zijn recht gehandhaafd. Nooit spreekt Hij, ook in het O. Verbond niet, van genade, dan met heenwijzing naar het toekomstig kruis. Welnu als we dan gelooven, dat God zich door dat kruis in Zijn-recht hand haaft zou God dan niet n a het kruis rechtvaardig blijven. Zou God dan onrechtvaardig worden en tweemaal 9traffen, straffen Christus toen en ons nu om onze zonden Neen, driewerf neen I Zooals de beide balken samenkomen en 't kruis vormen, zoo is het kruis van Christus het opge richte teeken onder de menschen, dat God zich jegens ons zal doen kennen door ge trouwheid en rechtvaardigheid. Daarom Wij kunnen niet verloren gaan, omdat wij zondaars zijn, want in Christus is aan het recht Gods volkomen voldaan. Wij kunnen ook niet verloren gaan, om dat wij (helaas I) tot den dood toe zondaars blijven, want in Christus blijft God trouw. Alleen kunnen we verloren gaan, als we de trouw en de rechtvaardigheid Gods in Christus ontkennen en zeggen, dat wij geen zonde hebben 8). Voor alles heeft God de eeuwen door gezorgd; dat is Gods zaak. En Hij heeft daarvoor gezorgd in Christus, wiens naam hier zelfs niet wordt genoemd. Maar onze zaak is het, die zorge Gods voor-eigen-recht en voor-ons-behoud te erkennen. Dat staat aan ons. Wij moeten onze zonden belijden. Nu is dit belijden-van-onze-zonden na tuurlijk niet rekenkundig te verstaan. Niet: lo. wij zijn zondaren, 2o. Jezus is gekomen als Middelaaren nu valt lo. en 2o. tegen elkander weg en dus ook de zonde. Neen, om de zonden te belijden, moeten we haar kennen. En de zonden kennen, niet peilen in haar volle diepte, maar toch kennen als zonde voor God, brengt srhart. Ea smart over de zonde brengt ons op de knieën. En 'n zondaar met zonde-smart op de knieën voor God, dat brengtvrede. Een vrede, die gewekt wordt door de rijke overtuiging: „de Heere vergeeft mij de zonden en reinigt mij van alle onge rechtigheid". Vergeving zij is de ontheffing van alle schuld en strafhet is de rechtvaar- digmaking. Gerechtvaardigd uit het geloof, hebben wij vrede bij God. Reiniging zij is het uitbranden van het verderfelijke van ons hart door het vuur van den H. Geest, totdat we eenmaal zullen gesteld worden onbevlekt voor het aangezicht Gods. VergeviDg en reiniging. Rechtvaardigmaking en heiligmaking. Alles krijgen wij van God, indien wij onze zonden belijden. En: naarmate wij ze belijden, beleven we het genot van den vrede-met-God in het hart. Wat is het toch rijk, die zonde-belijdenis voor God. Zij is de eenige weg, om te kunnen ge- loovenGod zal zorgen. Zorgen, ook dat ik van schuld en zonde verlost word. En dat belijden van onze zonden is ook nog 'n gave Gods. Een vrucht van het kruis. Een gave van Jezus. Hoe nauwer het leven met onzen Heiland, des te dieper gaat ook die belijdenis. En hoe dieper die belijdenis, te rijker de vrede. D3 vrede: „ik geloof in de vergeving der zonde". Ja, waarlijk Het staat aan ons. KERKELIJK LKVEN. Onder dit opschrift schreef de heer de K. een stub, waarvan hjj opname verzocht in de Z. Kerkbode. We willen daaraan gaarne vol doen, want hoewel het twee kerken geldt, welke in Middelbuïg voorkomen, toch is het verschijnsel merkwaardig genoeg om er de aandacht op te vestigen. De historische bi- zonderheden maken duidelijk, hoe een eertijds zoo'n bloeiende kerk tot verval is gekomen. Als de schrijver zegt, dat ds. de Labadie tot hart en gemoed sprak, dan kunnen we dit ondersohrpven, maar het wil ons voorkomen, dat hg moeilijk zou kunnen bewijzen, wat hij er bijvoegt„zonder exegese of dogmatiek". Doch zjjn bedoeling is duidelijk, want hij wil zeggen, dat hg niet dogmatisch preekte. We zouden echter aan genoemden vurigen prediker onrecht doen wanneer we beweerdeD, dat hg niet een duidelijke beschouwing had over de grondwaarheden der H. Schrift en bg name over de kerk en de Sacramenten en het is ook duidelijk gebleken, dat hjj daarin afweek van de belijdenis der Geref. Kerken. Na deze opmerking laten we het hier in zgn geheel volgen De Middelburgsche Courant van 17 Februari bracht ons een advertentie onder de oogen die wel zeldzaam zgn zal. |t Was, voor zoover mg bekend is, een unicum. Men las: Het Kerkbestuur der Waalscbe Gemeente biedt te huur aan haar Kerkgebouw voor Godsdienstoefeningen en haar groote Consistorie voor vergaderingen. Alzoo zal de oudste Waalsche Gemeente in Nederland, haar plaats, die zij nagenoeg 3lA eeuw innam gaan verlaten, slechts eene her innering nalatende van een deel der wereld geschiedenis. Het thans levend geslacht heeft die Fransche Kerk niet gekend anders dan verlaten en ver geten, als een monument, uitwendig leeljjk, maar innerlijk schoon. Onze vaderen uit de zestiende en zeventiende eeuw hebben die ruime kruiskerk gekend als een der talrijkste bezochte kerken in de Zeeuw- sche hoofdstad, en als een Centrum van opge wekt geestelijk leven. Frankrijk was haar Vaderland. En Frankrijk meende, in de eeuw der Lodewjjken geroepen te zgn om de ketters te vuur en te zwaard te verdelgen. De Reformatie moest in bloed gesmoord worden. Met ijzeren griffie staan in de rots waarin men de geschiedenis der volken schrgfc de woorden Bartholemeus-nacht en Herroeping van het Edict van Nantes ge schreven. En niet alleen Parijs of Nantes maar heel Frankrijk van Normandie tot de Vendee of de Pyrentëa was het tooneel der wreedste vervolging tegen allen die Hugenooten genaamd werden of verdacht waren als aan hangers der nieuwe leer. Was het wonder dat velen, om ljjf en leven te redden vluchtten, en als refugees Zuid-Nederiand, ook Zeeland opzoch ten Was het wonder dat zoovelen, door hetzelfde geloof en hetzelfde lijden verbonden een ver- eenigingsplaats zochten. Ook ia Middelburg met zgn tdrjjke vluch telingen. Da Costa heeft eens gezegd er is maar ééae groote Vereeniging op aarde, duurzaam en in ternationaal en dat is de kerk van Christus. Die maakt eigenlijk het lidmaatschap van alle vereenigingen die zich de behartiging van geestelijke belangen ten doel stellen overbodig. Dat begrepen ook de Fransche vluchtelingen, eu daarom zochten ze dertig jaren lang een plaats voor godsdienstige samenkomst. Ea toen na de overgave van Middelburg ia 1572 de Magistraat de ontruimde kerkgebouwen in handen kreeg werd hun het kerkgebouw vau het Klooster der BeggardeD, staande op de plaats van de Afspanning „De vjjf Ringen" afgestaan. Eu in de laatste helft der zestiende en de geheele zeventiende eeuw ontstond daar, door een telkens wisselend meer toe- dan af nemend aantal refuféés een centrum van op gewekt kerkelgk en geestelijk leven, Honderd drie en vijftig pasteurs hebben de gemeente gediend, waaronder meer dan een bekend in de Vaderlandsche Kerkgeschiedenis. Ik behoef slechts de namen van Huet, Valeton of van Hamel te noemen. Maar de meest be kende was wel Jean Labadie, die van 1665 1669 hier predikant was Deze, van Gecève overgekomen, bracht het kerkelijk Middelburg, zelfs het kerkelijk Nederland, in rep en roer. Hg predikte met zeldzame welsprekendheid, omringd door meerderen dan zijn ruim kerk gebouw bevatten kon. Hjj sprak tot hart en gemoed, zonder exegese of dogmatiek, aan grijpend en ontroerend, en werd met dwepende liefde door velen gevolgd. Maar hjj verkondigde, naar Synodale meening afwijkende leerstellingen, en in 1669 werd door de Synode een einde gemaakt aan zgn pasto ralen arbeid te Middelburg. Zjjn vonnis luidde „Suspendes pour her em et divers faits scanda- leus Veranderde omstandigheden maakten in de achttiende en negentiende eeuw de Fransche Kerk tot een Standen-kerk. Hooggeplaatsten en intellectueelen, die niet wenschten te breken met religie of traditie gingen tot haar en ein delijk werd het een exercitie-plaats van stu deerenden, die zich in consistorie of kerk voor de Fransche taal wenschten te bekwamen. En alzoo naderde het einde. Eakele maanden geleden berichtte de courant ons, dat de Eogelsche Gemeente te Middelburg was opgeheven. Kort te voren was het bekend geworden dat ook haar kerkgebouw verhuurd was. De Eogelsche kerk dankte haar ontstaan aan een klein aantal kooplieden die zich hier ves tigden. De geschiedenis is daar om te bewjjzen dat negotie en regelie voor den Brit meestal samengaan. Hjj houdt in zgn cosmopolitisch leven de Eogelsche kerk en de Engelsche vloot gaarne in 't oog. Zoo ging het ook. Toen de krijtrotsen van Albion verwisseld waren met de duinen van Walcheren verzochten zjj de Edel-Achtbare Regeering dezer stad verlof om den godsdienst in hunne taal te mogen oefenen volgens de leerbegrippen en gebruiken der Protestantsche Non-Conformisten. Na velerlei betoog werd hun de Kapel van het Cellebroers Klooster aangewezen dat in 1623 door hun in gebruik werd genomen. De kleine gemeente leefde daar, als onder deel van de Ned. Herv. Gemeente in isolement. Haar actie was onbekend, haar gemeente onhoudbaar, haar kerkgebouw onvindbaar, en wjj, zonen der negentiende of twintigste eeuw, zien met verschuldigden eerbied de koude Kolossen aan, die onze vaderen tot hunne sa menkomsten bouwden maar wjj begeeren ze niet. Middelburg. P. J. di Kkvijtib. II. Ia ons eerste artikel hebben we gezieD, dat God eene bizondere openbaring aan de zon daarswereld wilde geven, haar tot kennis der zaligheid. En omdat God is de Waarachtige kan niet anders van Hem verwacht worden, dan dat Hjj er voor zorg drage, dat wjj eene Openbaring ontvangen, waarop we aan kunnen, eene onfeilbare openbaring. God is het alleen, die over ons te zeggen heeft. En daarom ook heeft die openbaring Gods over ons te zeggen. Die openbaring komt tot ons met gezag, met souverein, met God delijk gezag, zegt ons, wat wjj hebben te ge- looven en wat wjj hebben te doen. Twee dingen nu moeten van elkander onder scheiden wordenle. de openbaring, die God in den loop der tjjden gegeven heeft aan ver schillende personen ten bate van de kerk aller eeuwen, en 2de de teboekstelling dier open baring om haar te bewaren voor de navolgende geslachten. Wanneer aan de Heilige Schrift het Godde lijk gezag van verschillende kanten betwist wordt, dan gaat het niet over het eerste punt. Dat God aan verschillende personen iets bi- zonders openbaarde iets, waaruit God gekend kou worden als de barmhartige en genadige Vader in de hemelen dat wordt niet zoozeer betwist; dat wil men dan nog wel aanvaarden. Maar men komt op tegen het tweede punt dat, wat God geopenbaard heeft, op onfeilbare wjjze in de Schrift is te boek gesteld. Zeker, zoo zegt men, in de Schrift ligt die Godsopenbaring vervat. In den Bjjbel zit het Woord Gods tot de zondaarswereld, zooals een parel in de schelp zit. Maar heel de Schrift aanvaarden als de teboekstelling van de bizon dere Openbaring Gods, dat wil men niet. Zelf wil men met zjjn zoogenaamd „geloovig" of „geheiligd" bewustzijn uitmaken, wat in die Schrift tot het Woord Gods behoort, en wat niet. Dat noemt men dan geloovigecritiek, en beweert, dat die geoorloofd is, ter wjj 1 „onge- loovige* critiek wordt terzjjde gesteld. Doch zjj, die zoo spreken (en misschien te goeder trouw zoo spreken), vergeten toch m i. twee diugenle. dat zjj zich op rationalistisch

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 1