Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 36e Jaargang Vrijdag 10 Februari 1922 No. 6 Redactearen Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Taste medewerkersD.D. P. VAN DIJK, F. J. r, d. EN DE, A C. HELJ, B. MEIJER, F. STAAL PznR. J. v. d. TEEN en F. W. J. WOLF. Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ ÖLTHOFF, Middelbar; UIT HET WOORD, Zeeuvscbe Kerkbode. Abonnementsprijsper kwartaal b§ vooruitbetaling f 1, Afzonderlpke summer? 8 eeot. Advertentieprijs i 15 cent per regelbp jaarabonnement van minstens 500 rebels belangrijke reductie UITGAVI VAN DE PBRSVBRBENIGfMG ZBBUWSCHB KERKBODB. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterl|k Vr|dafmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middolbunr. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280. NAAR OMHOOG. Gelijk een arend zijne jongen neemt en ze draagt op zijne vlerken Deut 31 11. En als bij bet gevonden heeft, legt bij bet op zijne schouderen Lukas 15 5. Weinig beelden, die zooveel ons zeggen van Jezus en zijn Gemeente als dat van herder en kudde. Zelfs het klagelijk blaten van het ver doolde dier, dat roepen-tusschen-de-rotsen zegt ons zooveel van het roepen van het verarmde christenhart. Maar ook, als de herder het scbaap ge vonden heeft, zegt dat leggen-op-zijne- schouders en dat torsen-van-het-dier-den- laDgen-weg - terug-naar- de-groenende - wei ons zooveel. Want dat is geen overdreven bsrmhar- tigheidsgevocl in dien herder. Het dier kan niet evengoed achter hem aankomen; neen, het kan niet volgen, bet is geheel uitgeput van vermoeienis en angst, het moet rusten. En als de herder het niet rusten laat, zou het toch nog moeten achterblijven en omkomen. Veel schooner nog heeft God dit uit gebeeld in het liefdeleven van den arend en zijne jongen. Als zoo'n jong beest, over den rand van het nestgestooten, wel vliegen moet, komt er 'n oogenblik, dat het zich cp de hoogte van het arendsnest niet meer bandhaven kan en steeds dichter de donkere diepten der rotsen Dadert. Het is nog te weinig geoefend. Maar als dan de gapende klove zijn graf dreigt te worden, breidt de arend de vleugels uit, dringt in de diepte tot onder het jong en laat het dan rusten op zijn vlerken, het opvoerend weer naar omhoog. En dat joDge dier: het zou niet baten, als de arend alleen maar bleef in zijn omgeving, al ware het ook nog zoo dicht bij hem. Het kan niet meer vliegen, bet moet rusten. Rusten het schaap op den schouder, het j >ng op de vlerken. En dat rusten weinige zu'l ui hebben aanschouwd dit schoone tafereel in het land der diepe ravijnen, het aangrijpend beeld van het rusten op Jezus van het vermoeide hart. Want zoo gaat het ook ons, zwakke christenen. Gelooven moeten wij en breed ont plooien de geloofskracht tot eere van God. Met krachtigen vleugelslag zweven zonder angst boven de diepte van het eeuwig verderf. Maar, gelijk de zwaartekracht het arends jong, zoo trekt de zonde ons naar omlaag. De zonde, die vermoeit, de ongerechtig heid zoo afmattend voor ieder, wiens streven is Daar omhoog. Dan zinken we. En j*, dan kan men ons wel zeggen: breidt uit de vleugelen 1 Maar we kunnen niet meer. Wij moeien dan rusten, rusten alleen. L°ggen, niet de hand alleen op het Lam dat geslacht is, maar rusten met ons hart, geheel en al, op Hem, die onze Redder is. Maar laat ons dan bij dit schoone beeld niet ontgaat?, dat we die ru3te bekomen, omdat Cnristus haar geeft. H ij vliegt onder zijn j mg, en terwijl dat j)ng meent te zinken in de diepte, zinkt het neer op de vlerken van den arend. Jezus, onze Heiland doet ons rusten op zich'.elf. Ozelfs dat gaan-rusten is nog niet eens het werk van het afgetobde bart. Maar gevoelt het de luste aan, dan ruischt het door de ziele zacht „Hier wordt de rust geschonken". En terwijl het jong op de vlerken ru9t, wordt het meteen gedragen de diepte uit. weer naar omhoog. Want, naarmate Jezus voor ons weer wordt »het rustpunt van ons hart", van ons zondig hart, neemt vreugde de plaats in van aDgst, wijkt de zwakheid des geloofs voor kracht. Al rustend, wijkt de vermoeienis weer en wordt de kracht vernieuwd, van kracht tot kracht. Omhoog. Eq zoo nog het meest en het diepst voelen we het aan, dat Jezus onze Redder is, die telkens weer en altoos met ade laarsblik ons besp:edt, om te zien of onze krachten wijken. Het schaap dat verdwaald is geweest maar terug is gebracht, weet het best, dat zijn herder herder is. De zonde, zij is voor het strijdend kind van God wel de oorzaak van vermoeienis en smart, msar dat we die vermoeienis weer te boven komen door ons rusten op Jezu3, dat is het bswij?, dat die Heere mij rusten laat, mijn Herder, da Ade laar is. Dat hetft Hij bawezen Dat zal Hij bewijzen totdat Hij ons henendraagt raar het Vaderbu's. Middelburg, Telkamp. K fQÜM KXiX JF Si LEVEN. Ter gedachteais. Hoewel slechts enkele onzer lezers ds. W. T. Ngenhuis gekend hebben wil ik toch nu hg heengegaan is, een woord aan zgn gedachtenis wgden. Nog herinner ik mg goed, den tgd, waarin ik hem voor 't eerst ontmoette. Na het gymnasium te Zetten afgeloopen te hebben kwam hg naar Kampen om er zgn studie voort fce zetten. Het was ons bekeEd, dat hg een helder verstand had en gemakkelijk studeeren kon. Nu dien naam heeft hg behouden. We leerden hem verder kennen in zgn eenvoud en stillen wandel. Hg trad niet op den voorgrond, maar allen waardeerden hem en zg, die dagelgks met hem omgingen hielden van hem. Hg was nog jong, toen hg beroepbaar was en weldra ging hg naar Oldeboom als zgn eerste stand plaats. Zgn vader stond te Mildam, waar hg lange jaren heeft gearbeid. Welk een verschil tusschen den vader en den zoon. De eerste, ook een man met een rgk verstandsleveD, kon niet zwggen. Hg praatte overal waar hg kwam en de zoon sprak zeer weinig. Hem viel het licht om stil te zitten luisteren naar anderen. De gemeente echter hield veel van den jongendomicé, want hg verrichtte met groote toewgding al zgn werk en won de sympathie door zgn kalmen ernst. Hg leefde destijds met een bejaarde huishoud ster, die da pastorie gezellig wist te maken, zoodat oud en jong er gaarne kwam. Hg bleef er niet lang, wgl hg na dria jaar meende naar BrPsum te moeten gaan. Daar was een kleine gemeente ontstaan uit de evan gelisatie, welke eerst eer.igen tgd gestaan had orider de leidiDg van den vooral door zgn kinder versjes in breeden kring bekenden heer Maatjes. Dit was een eigenaardig man. Hg begreep, dat een groep geloovigen toch niet mocht leven zonder de sacrementen. Maar hoe er in te voorzien De dominé van 't dorp was niet ge reformeerd. Tot hem kon men niet gaan, wgl wg vijandig tegenover hen stond. Maatjes plaatst een advertentie in de Christelijke Bladen, waarin hg vraagt, of er niet ergens een geloovig pre dikant is, die hen helpen wilde. Da eerste brief, welke inkwam was van dominé Jane, destgds Christelijk Geieformeerd predikant te Leeu warden. Maatjes zag daarin een verhooring van zgn gebed, begaf zich naar Leeuwarden en spoedig ontstond er een warme vriendschap tusschen de beide mannen, die het heil van Sion op 't oog haddeD. Dit was de aanleiding, dat de broeders en zusters na eenigen tgd zich tot een gemeente vormden en aansluiting zochten bij de Christelijke Geref Kerk, terwijl de heer Maatjes na examen volgens artikel VIII D,K. haar eerste predikant werd. Britsum is een klein dorp en ligt als't ware afgezonderd. Invloeden van buiten doen zich weinig gelden, maar er woonden mannen en vrouwen met een kröchtig geloofsleven eB van zeer kloeke belijdenis. In deze gemeente werd ds. Ngenhuis predikant en heeft er bgna veertig jaar gearbeid. Hier was hg geheel op zgn plants en in zgn kracht, hier heeft hij al zgn gaven van hoofd en hart kunnen besteden en God gaf er zgnen zegen op zijn arbeid. Bg zgn begra fenis kwam nog treffend aan 't licht, hoe innig de band was welke die gemeente aan haar vroegeren leeraar gevoelde. Orer zgn heengaan schrijft ds. Laman in de Asser Kerkbode „De dood komt als op wollen voeten. Wie had dat nu toch durven denken, dat onze broeder ds. Ngenhuis zoo dicht nabij zgn einde was. Zondag 8 Januari j.l. was hg in het ouderlingenambt onder ons bevestigd. Zondag 15 Januari was hg voor het eerst (en voor het laatst) onder mgu gehoor, en zeide hg zoo dankbaar en verblijd de Heere heeft ons niet beschaamd, broeder Vrgdag 27 Januari bezocht ik hem, omdat ik gehoord had, dat een onge mak aan het been hem tehuis moest doen blijven, maar hoewel wg er over spraken, dat het wel goed zou zgn den dokter eens te raad plegen, dacht ik toch niet, dat hnt einde na derde. We hebbpn toen nog aangenaam gespre ken, samen gebedeD, waarbij de patient getuigde, dat hg van harte amen kon zeggen op h.-t gebed. Zondagavond kreeg ik een wenk, dat het ni-t zoo goed leek; dien eigen avond heb ik den kranke nog bezocht, en had toen geen gunstigen indruk, hoewel wg nog samen konden spreken over Gods wil en weg. Maandagmorgen was de toestand bard achteruitgegaan het bewust zijn wel niet geheel weg, maar toch slechts oppervlakkig aanwezig en met den middag was de zilveren koorde ontketend, de gulden schaal in stukken gestooteD, de kruik aan den sprink- ader gebroken en het rad aan den bornput in stukken gestooten. Herinner ik mg wel, dau zijn deze woorden de laatste preek geweest, welke bij gehoord heeft. Ds. Ngenhuis maakte den indruk van een zacht en vriendelijk man ook van een ernstig en vroom man, die voor veel placht te bidden van een bescheiden man met een helder ver stand, maar met geen luiden klank. Mijn ken nismaking met hem is van zeer jongen datum, maar ik vond h^m een sympathiek menscb, *-n ik heb zoo den indruk, dat hg in Britsum banden heeft gemaakt ia die 38 i iren van zgn dienst aldaar. In de eerste maand dezes jaars zgn nu reeds zes dienaren des Woords in onze kerken over leden En het tekort is al zoo groot. Onze broeder evenwel is in den hemel. Die hem het meest zal missen is zgn gade. De Heere geve haar genade dit kruis gewillig te drageD, droevig zjjnde en nochtans bigde vanwege de hepe des zaligen wederziens, welke het leed der scheiding zeer verzacht. Die troost der hoop geve Hg aan allen, die lieve panden moeten missen in hun kring, doch die door Gods goedheid weten mogen, waar zg zgn heengegaan, naar de plaats waar het goed en zalig is''. L. Ook over ds S. T. Goslinga een enkel woord. Hg was in Zeeland meer bekend. Hg stond trouwens in nader betrekking tot ons gewest. Zgn gade is een dochter van ds. Steketee, die jarenlang de gemeente van Nieuwdorp gediend heeft, en zg was met haar broeder A. Steketee naar Zaamslags pastorie getrokken om er de huishouding te doen. Later ging zg met hem, toen hg het professoraat van de Theol. School aanvaardde, naar Kamper, waar ds. Goslinga, die student was haar leerde kennen, en haar later trouwde. Het lag dus voor de hand, dat hg telkens in de vacantie naar Zeeland kwam, en er in menige gemeente heeft gepreekt. In September wordt het zeven-en-veertig jaar, dat ik hem voor 't eerst zag. Hg was toen jong, lang en fliok gebouwd en zgn optreden in de aula gaf mfj deu indruk van zijn kalme beslist heid. Hg had het beroep naar Sassenheim aan genomen, waar hg met jeugdigen ijver z|jn arbeid begon. Ofschoon hg daar op zgn plaats was, toeh vertrok hg spoedig naar het kleine en vriendelijke stedeke Bolsward, waar hg ver scheidene jaren bleef. Hg paste uitnemend bg deze gemeente en zg bg hem. Hoe goed was er de verhouding en zgn vrouw wist de pastorie aantrekkelijk te maken. Welk een genoegelgken avond heb ik daar eens gesleten en welk eea aangename gastvrijheid werd er genoten. Het bleek me bovendien, toen ik zelf in Fiiesland woonde, dat ds. Goslinga ook buiten zgn ge meente groote achting genoot. Nog zie ik hem met ds. van Andel, ds. Bramer, ds. Douma, ds. Kropveld en anderen op de Synodale vergade ring in Leeuwarden en daarna in gezelligtn kring en ik herinner me nog altijd, welk een helder inzicht hg had in de kerkelgke toestanden van die dagen. Een hoogtepunt in het kerke lgke leven was de Zendingsdag in Leeuwarden, waarheen zg uit alle oorden van Friesland op gingen en het ruime kerkgebouw vulden. Hos keurig gaf hg daarna een verslag in de Bazuin van al wat er verhandeld was. Helaas, hij verliet ons en ging naar Schiedam. Daar had hy gepreekt over het mirten-boscbje uit Zacharias één en de gemeente was er vol van en begeerde hem als haar predikant en kreeg hem ook. Welk een verschil tusschen Bolsward ea Schiedam, in menig opzicht. Maar ds. Goslinga overhaastte zich niet. Hg ging zijn arbeidsveld nauwkeurig na en begreep al spoedig heel de situatie. Zoodra hg goed op de hoogte was, gaf hg vaste leiding en de ge meente genoot intusschen van zijn vele en rijke gaven. Hg kwam er in de volle mannelijke kracht en hg heeft er zich gegeven met zgn geheele hart. Het werk was er veel en hg heeft er niet over geklaagd. Met een helder oordeel en een stevige wilskracht heeft hg uit liefde tot Christus het heil van Sion gezocht. De vereeniging in 1892 tusschen de beide bakende kerkengroepen had zgn sympathie en daarom heeft hg ook mede willen arbeiden om de beide kerken tot ineensmeltiDg te brengen. Dit was geen kleinigheid. Beide gemeenten waren talrijk en stonden nog al ver van elkander af. Daar het echter eenmaal voor hem vaststond, dat een gedeeld kerkelijk leven in één plaats ongeoorloofd was, heeft hg er met bedachtzime v gsheid op aangestuurd en zgn eigen gemeente er op voorbereid. Hoewel er vele moeilijkheden waren, toch heeft: hij dit doel weten te be reiken ea verder de vereenigde kerk gediend met dezelfde to8wgdiDg als te voren. Op den dag der bevestiging van ds. Jonker mocht ik te Schiedam nog eens preeken en ben toen getuige geweest van de goede harmonie, welke er heergchte. Ik trof het bizonder, want des avonds io den huiselgken kring ontmoette ik al de kinderen, die op dien dag alleD, wat zelden m1-r gebeurde, thuis waren en aan stof tot oiderhoud heeft het ons niet ontbroken. Ds. Goslioga was een beslist gereformeerd man, die een open oog had voor de noodzake lijkheid van goed Christelijk onderwijs op de lagere, middelbare en hoogere scholen en daar voor heeft bij dan ook steeds geijverd en door dezen arbeid ia er ook veel tot stand gekomen en met erkentelijkheid gedenken zg dan ook in de kringen van 't onderwgs bg name te Schie dam al wat hg heeft willen doen. Met warme bezieling had hg partg gekozen voor onze beginselen op politiek gebied en hoe goed deed het hem, als hg zag, dat de br- langstelliog onder ods volk voor een Christe lijke staatkunde groeide. Uit volle overtuiging steunde hg de manneD, die in democratische richting stuurden, want hg zag zeer duidelijk,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 1