Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland, 35e Jaargang. Vrijdag 23 December 1921. No. 51 ÜIT HET WOORD. Redactearen Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg Visfi liiivirkirt0.0. I. I i. I. VEEI, J. D. VIELEOM, F. J. I. EODE, B. MEIJER, n F. BI. J. WOLF. UIT6AYI YAH DE PBRSVBRBBMIGiNG ZBBUWSCHB KBRKBODB. Alm tbb Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Hiddelbarg. telefoon 238. gironummer 42280. KERSTMIS. Ia Bathlehem werd eea held geboren in het gezin van Isaï, de achtste zo>n. En door God, die 's menschea geest Jarmeert in zijn binnenste, werd dat kind ingeschapen een heldennatuur. Niemand wist er iets van. Toch was het zoo naar Gods raad en wijs bestel. Spoedig begon het in zijn jeugd uit te komen. Toen hij als knaap de schapen hoedde voor zijn vader in het dal Efratha, vocht David, hoe klein ook, tegen leeuwen en beren om zijne kudde te beveiligen. De i* teere jongen kon meer dan dichten en harpspelen. Straks als aankomend jongeling dorst David den strijd aan met den Fjlistijaschea reus Goliath en velde hem neer. Eenmaal volwassen, gaf hij slag op slag blijken van Qnverschroken heldenmoed. Vooral in de bange dagen van vervol ging door Sauls hand. Een held was David, en helden hadden boven anderen zijn voorliefde. Is niet de heldhaft'ge Jo nathan zijn boezemvriend geworden Om ringde David zich niet met een staf van heldenwe kennen de namen der drie, en de namen der dertig helden Davids, die niet kwamen tot aan die eerste drie. Hoe diepgevoelden klaagzaDg zoog Isaï's zoon toen helden gevallen waren op Gil boa's hoogte 1 Naar zoo'n held had God de Heere omgezien om Israël rust te geven van zijne vijanden rondom. Het wordt voorgesteld, alsof de Heere den schijn aannam om te zoeken naar een held toen Samuël naar Bethlehem gezon den werd om een nieuwen Koning over Israël te zalven. Toen niemand nog aan een anderen Koning dan Saul dacht doch die van God verworpen was had de Heere reeds de heilige zalfolie laten uitstorten op 't hoofd van David, Zijn knecht dien Hij had gevonden. G e v o n d e n, ja I maar meer dan dat God had hem verwekt, toegerust geroepeD, bekwaamd, met heldenmoed vervuld. Die held was 't formeersel van Gods eigen vingeren. Die held David was ge- praedestineerd tot een hulpe voor Israël. David heeft zich niet opgeworpen tot een redder des volks. Israël heeft hem ook niet gezocht en gekozen. Jehova zelf heeft hem verwekt, geroepen, gezalfd. Dat was de held, bij wien de Heere hulpe besteld had. Die moest Israël rust geven van zijne vijanden. En heeft hg zich niet een krachtigheid betoond, van wien reeds bij zij a eerste publiek optreden Israëls maagdenreien zongen: «David heeft zija tienduizenden verslagen 1» Geen van Israëls Koningen heeft ooit zóó uitgeblonken in moed en onversaagd als David in zijne oorlogen met de Filistijnen, Moabieten, Syriërs, Edomieten en Ammonieten, ook al gaf hij altoos aan Jehovah de eere voor be haalde overwinningen. Dapper, meer dan andere menschen- kinderen, was hij de geschikte persoon, dien de Heere bestelde om Israël te be vrijden van de overheersching der vijanden. Met Gods hulpe heeft dan ook een held haftig man als David alleen aan dat volk Israël binnen zijne rijksgrenzen rust kunnen bezorgen. Als held is David een type, een voor beeld geweest Desgenen, die komen zoude van Messias. In den Christus als strijdenden Koning vond de man naar Gods harte zijn tegen beeld. De toezegging omtrent David, waarvan Ethan gewaagt in bovenstaande psalm verzen, en die slaat op het door Nathan aan den Koning meegedeelde nachtgezicht (2 Samuël 7), dat de stoel van Davids Huis vast zou zijn in eeuwigheid, die toe zegging is in David schaduwachtig vervuld, maar vond pas hare volle werkelijke ver vulling in Davids Tegenbeeld, in Davids Zoon en Davids Heer, in den waren van God bestelden Held der hulpe voor 't Israël Gods, in den Christus Sions wiens heerschappij bevestigd zou worden tot in eeuwigheid. David als held, was naar Gods wijze beschikking gesteld tot een type van Christus als Held. En gelijk Davids koningschap eene af schaduwing is geweest van Christus' koning schap in den staat zijner vernedering, zoo is Salomo's heerschappij een afschaduwing geweest van Christus heerschappij in den staat zijner verhooging en heerlijkheid. David in zijne menigte van gevechten en oorlogen teekent ons voor oogen een silhouet van Christus als onzen strijdenden Koning, die ons rust aanbracht van alle vijanden onzer zaligheid. Christus was de Held, bij Wien Jehovah voor Zijn verkoren volk hulpe besteld had. In Bethlehem werd een kindeke geboren, in doeken gewikkeld en neergelegd in een voederbak voor het vee. Het was de eerst geborene zoon van Maria, eene Maagd uit Davids Huis en geslacht. En ofschoon niemand er iets van wist, was dat hulp behoevende wicht de Held der hulpe. Het was Immanuël, de Zone Gods, die de men- scbelijke natuur had aangenomen om in haar de werken des duivels, d.i. van onzen aartsvijand, te komen verbreken. Was dat niet het aanvaarden van een heldentaak? Wie dorst den Overste dezer wereld aan Wie kon Hem aan? Tegen de machten des doods en der duisternis, waarover bij beschikte, was geen menschenkind bestand. Elk Adams kind bleek machteloos, viel verslagen neer. Tegen den dood was geen verweer. Satan bleef overwinnaar en handhaafde eeuw na eeuw zijne positie als overste dezer wereld. Totdat geboren werd de beloofde Zone Davids. Uit Maria's Kindeke groeide een Held, die alle vijandige machten voor Gods volk overwon en velde. Dat Kindeke uit Bethlehems kribbe ging meer volbrengen, dan iemand ooit van hem verwacht zou hebben. Hoe klein en zwak schijnbaar, 't was de Held der hulpe van God besteld tot ver lossing Zijns volks. Het was Gods Heilige, de van eeuwigheid verordineerde Rustaanbrenger. ToenJesaja in profetisch vergezicht dat geboren Kindeke met geloofsoog aan schouwde, riep hij vol bewondering aan biddend«Sterke God!" of gelijk ook vertaald kan worden »G o d, de Held!" Wat menschen niet begrepen, doorzagen Gods Engelen. Eu vandaar, dat zij jubel den bij de geboorte van Maria's Zoon, dien zij kenden als een Held, als den Vorst van 't heir des hemels «Vrede op aarde!» want vrede, vrede alom zou dat Kindeke aanbrengen. Bij 't opgroeien bleek dit Kindeke Held te zijn. Verslagen heeft Hij den Satan met het zwaard des Woords bij de verzoekingen in de woestijn. Verslagen heeft hij den Verleider, zoo vaak die door mond of sprake van vriend of vijand op Hem aan kwam, om Hem te verleiden. Verslagen heeft Hij de vader der leugenen, door alle leugen, welke hij onder 't volk geïmpor teerd had, te ontmaskeren. Verslagen heeft Hij den Vorst der duisternis, door hem aan te grijpen in zijn eigen rijk dat van duisternis en dood en die vaten, die Satan zich toegeëigend had, hem weder te ontrooven. Verslagen heeft Bethlehems- Kindeke den helschen Goliath door Zijn kruisdood op Golgotha en triomfeerende kwam Hij ten derde dage uit de groeve weer. Zóó heeft die Held Gods den strijd gestreden en overwonnen. Toen men Hem waande in 't helsche Gaza besloten te hebben, heeft Hij als de meerdere dan Simson met Goddelijke kracht die poorten ontsloten en weggedragen. Ja, Hij heeft met zichzelven ook heel Gods volk uit de kaken des eeuwigen verderfs gered. Ontwapend voor altoos heeft Hij den overste dezer wereld. En al wat ons van de eeuwige rust en zaligheid zou kunnen afhouden, heeft deze Held weggenomen den vloek van Gods wet, de straf der Goddelijke gerechtigheid, 't is al tot zwijgen gebracht en geknecht. In Bathlehem is die Held geboren. Hij was meer dan mensch. Hij was Immanuël, want Die alleen kon door Zijne eeuwige kracht verlossing teweeg brengen. Niet alleen versloeg Hij den vijand rondom ons, maar ook bedwingt Hij den vijand binnen in ons. Want wijzelven zitten door de zonde vol van vijandschap tegen onze eigene zaligheid. De Held uit Davids Huis heeft ook macht over ons tegen God gekante hart. Daarom is Hij zulk een volkomen Verlosser. Van Helden viert men de geboortedagen. Maar geen g< boortedag is voor Gods volk dierbaarder dan die van hun Held en Verlosser. Het Kerstfeest doet ons jubelen van Hem, die als de Sterke Held, verlossing en vrede aanbracht. En stemt uw hart in met die lofliederen Hebt gij hulpe van Christus begeerd? Weet ge, dat gij zonder Zijne hulpe, eeuwig besloten blijft onder Satans geweld? De zondaar is van nature blind voor zijn ver loren staat. En dat is zoo diep treurig. Als er eerst is kennis van onze ellende, dan komt er ook behoefte aan verlossing. Dat zoovelen buiten Christus denken te kunnen leven, is omdat zij hun jammer- staat niet kenneo, waarin zij verkeeren. Wanneer een krankzinnige eindelijk zoo ver komt, dat hij klaagt«o ik ben zoo verward van geest", dan is er een gunstige keer gekomen dan trad normale werkiDg der hersenen in, dan begon de beterschap. Maar zoolaüg hij nog niet erkent, dat hij geesteskrank is, is zijn toestand diep treurig. Alleen wie hun nood recht kennen, kun nen op het Kerstfeest lofzingen den Held der hulpe. Van onzen kant kon nooit verlossing komen. Niemand kende den nood van't verloren menschelijk geslacht. Niemand wist raad. Niemand kon bedenken, wat macht tot hulpe noodig was. Indien God zelf niet in ontferming naar ons hadde omgezien, wij waren voor eeuwig reddeloos in de ellende verzonken. Eeuwig dank en eere daarom aan Gods vrijmachtige genade, aan Zijn Raad des vredes, waardoor die Held der hulpe is ver ordineerd en besteld en gezalfd. Dank en eere aan Immanuël, Gods Zone en den Zone Davids, die den strijd tegen de vijanden onzer zaligheid aanbond en door Zijne eeuwige kracht ze neerwierp en overwon, en alzoo eeuwige verlossing en behoudenis voor ons aanbracht. Zijt gij u nog onbewust van den nood, waarin gij van nature verkeerdet? Of vindt de psalm weerklank in uw hart: „Uit diepten van ellenden Roep ik, met mond en hart, Tot U, die heil kunt zenden o Heer, aanschouw mijn smart". Dan naar Bethlehem heen! Naar den Sterken Held, die als Maria's Kindeke ter wereld kwam, om ook voor u hulpe en verlossing aan te brengen. Die kwam om de werken des duivels voor u en in u te verbreken. Omhels dat Kindeke geloovig, ook als uw Heiland. Kniel aan biddend neer om als Maria te zingen „Mij a ziel verheft Gods eer, Mijn geest mag blij den Heer Mijn Zaligmaker noemen." Kerkhof. KIRKILlifK LEYEN. Rustig. AboniementsprtJsper kwartaal b| vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 eenfc. AflTtrttltleprQi t 15 cent per regelbij jaarabonnement ran minstens 500 regels belangrfke reductie Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentien tot u i t e r 1 k Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LÏTTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Toen liebt gij in een gezicht gesproken van Uwe heilige, en gezegdIk heb hulp besteld bij eenen heldIk heb eenen verkorene uit het volk verhoogd. Ik heb David Mijnen knecht gevonden met Mijne heilige olie heb Ik hem gezalfd. Psalm 89 20, 21. Befrjjpt iemand niet, dat ik hierboven plaats rnstif, dan kan ik dit verstaan, want het is nof zeer onrustig in de wereld. Maar laat h£ dan even geduld hebben om te luisteren naar wat ik er mee bedoel en ik twijfel niet, ofhjj zal zeggeno bedoelt ge dat, dan heb ik daar niets tegen. De korste dag van dit jaar is voorb£ en het Kerstfeest is nab®. Wanneer we dan eens let ten op het kerkelijk leven in onze eigen krin- gen, dan moeten we wel zeggen, dat het rnstig is. Er z£n nog groote zaken aan de orde, maar we verkeeren in afwachting, wat daarover later zal gezegd worden. Daarbij denk ik allereerst aan den uitbouw onzer belijdenis en de Depu- taten, die opdrasht hebben de volgende Gene-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1921 | | pagina 1