EDOM
FEUILLETON
Verantwoording van Liefdegaven.
BOEKAANKONDIGING
wateren des heils open was. Alleen zjj kannen
er iets van verstaan, die zonder den Zaligmaker
te kennen, het gezocht hebben op plaatseD,
waar zjj telkens vernamen bjj mjj is het niet.
Het is waar, dat de Reformatie het gezag
van den paus en van de priesters heeft ver
worpen, die zich hebben gesteld tussehen God
en de ziel des menscben, maar dit was niet
verkeerd, het was zelfs beslist noodig. Hun
gezag was aangematigd en bracht een geeste
lijke slavernij, welker juk zwaar was om te
dragen. Eb om dit te kunnen, moest zij terug-
keeren tot de wet en het getuigenis, dat' is tot
God, aan Wien alleen zeggenschap over den
mensch toekomt. In plaats van het gezag der
meDschelijke inzettingen, welke het gebod Gods
krachteloos hadden gemaakt, kwam weer de
autoriteit der H. Schrift. De Bijbel onder het
stof der kloosterbibliotheken begraven, werd
weer de plaats gegeven in 't leven der christen
volken en Reformatie eischte, dat koningen en
onderdanen hem zouden eerbiedigen als den
eenigen regel van geloof en leven. Het werd
Diet aan de willekeur van den mensch over
gelaten, hoe hij zijn weg wilde regeleD, maar er
werd verlangd, dat heel de kerk zich onder
werpen zou aan het woord dier profeten en
apostelen. De Reformatie heeft nooit inbreuk
gemaakt op eenig wettig gezag, maar heeft den
band aan het Woord Gods aangelegd, dat alleen
een lamp voor den voet en een licht op het
pad is.
Waarlijk zij, die er zich in beroemen dat zij
zich niet houden aan het eeuwigbljjvend Woord
van God, mogen niet zeggen, dat zij op de
padeD, door de Reformatie gewezen, wandelen.
Hoe zou Luther, indien hij nu nog leefde, hen
in heilige verontwaardiging toeroepen Gij moet
van 't Woord des Heeren afblijven.
Ofschoon we het betreuren, dat de afval van
God en Zjjn Woord zoo groot is, toch mogen
we niet voorbijzien de weldaad ons door de
Reformatie geschonken en het voorrecht, dat er
in ons land nog velen zijn, die onder de banier
door Luther omhoog geheven nog strijden
willen en wij mogen gelooveD, dat hun belijde
nis nog in breeden kring een invloed ten goede
oefent. Wel valt het op de toon niet zoo vol
en zoo zeker is en daarom is het te hopen, dat
de belijders van 't evangelie zich meer benaar
stigen om den inhoud van hun belijdenis voor
hun eigen besef meer volledig te maken en dit
zal gebeuren, als zij dieper overtuigd worden
om hoe langer hoe inniger vertrouwd te raken
met de H. Schrift. Misschien wordt er te veel
geluisterd naar de meening van dezen en genen
en te weinig biddende aandacht geschonken
aan wat God tot ons spreekt door den mond
van zijn Apostelen en Profeten. Zich terug
trekken bij oogenblikken uit het woelige leveD,
teneinde alleen te zijn met God en Zijn Woord
is noodig, vooral nu er zooveel stemmen in de
wereld gehoord worden. In stilte overdenken
wat Gods Woord zegt, is onmisbaar voor een
frisch geloofsleven en het gebed om te mogen
aanschouwen de wonderen, welke zich in Gods
wet openbaren is het voedsel om toe te nemen
in de genade en de kennis van Christus. Er is
zooveel dat ons daarvan afleidt en daartegen
moeten we op onze hoede zijn. Maak in dat
spoor mijn gang en schreden vast, ziedaar wat
we begeeren moeten om waardig in het evan
gelie te wandelen. Bouma.
Kirk* mn ttohgglnlfmw.
TWEETAL TE
Delfshaven H. S. Bouma, te Leeuwarden
P. Nomes, te Schildwolde;
StedumN. G. Kerssies, te Wezep
D. Prins, te Donkerbroek
Glanerbrug G. H. de Jonge, te Naarden
W. van Gelder, te Langeslag
Krabbendjjke J. Bosch, te Alkeveer
M. M. Horjus, te Hendrik Ido
Ambacht.
doos
4) HUGO KINGMANS
Dat kan ik natuurlijk niet. Dat kan niemand.
Want wij zijn allen even egoïstisch. Maar als
we er God om bidden met een oprecht hart,
dan geeft Hij ons genade, om het te doeD. Dat
ondervind ik dagelijks, al geschiedt mijn be
wijzen van barmhartigheid met vallen en op
staan en tallooze struikelingen. En nu kom ik
tot de rechtstreeksche beantwoording van uw
vraag. Toen ik alleen op de wereldstonden ik
mijn hart in volle overgave aan God, aan dien
God van liefde had gegeven, had ik het beroep
van verpleegster gekozeD, omdat ik daarin het
allermeeste liefde en barmhartigheid kon be
wijzen aan mijn medemenschen. Dat is de éénige
reden geweest. Natuurlijk kan men dat in het
gewone leven ook. Ik weet er zelfs heerlijke
voorbeelden van. Maar daarin het allermeeste.
Dankbaarheid (het spijt mij, dat ik daarover
niet verder kan uitweiden) heeft mij gebracht
in een diaconessenhuis. Dat is alles. Yoor mij
is het heel eenvoudig. Voor u misschien niet 1"
Mevrouw van der Mandere wist nog heel
goed, hoe zij met verbazing had toegeluisterd
npar dat gesprek, eerst verlegen, dat de zuster
zoo kalm en zakelijk maar toch met gevoel
over haar innerljjk-zjjn sprak, om haar spoedig
daarover bewonderend aan te staren.
„Das hebt u, als ik goed heb begrepen, niet
altijd die idieeën gehuldigd had mijnheer
van der Mandere gevraagd.
„Ik ben niets geweest, zooals de menschen
dat uitdrukken, wat natuurlijk onzin is. Een
mensch is altijd wat. Als hij niets is, is hij onge-
loovig. Maar door diepe ellende heb ik geleerd
I BEROEPEN TE
Klundert H. Brouwer, te Heemstede
HasseltF. W. Geerds, te Scharnegoutum
Njjverdal (voor den missionairen dienst op
Soemba)W. van Dijk, te Campen
(O. Friesland; 2e maal);
Zaamslag: P. van Dijk, van Heiakenszand
Smilde: E. van der Laan, te Ulrum
Haarlemmermeer (Oostzijde)W. E. van Duiü,
te Bleiswijk
NunspeetR. de Jager, te Ooltgensplaat
WestbroekP. A. Zeilstra te Nieuwveen
Middelburg S. P. Dee, te Dwingelo.
AANGENOMEN NAAR
Witmarsum: M. P. Pel te Kommerzijl
Broek onder Akkerwoude: K. Oussoren te
Huizen.
BEDANKT VOOR
Leeuwarden G. R. Kuyper te Haarlem
Voorschoten J Visscher te Hjjlaard
Nijemirdum T. L. Kroes te Workum
MolenaarsgraafBrandwijk J. Meijer te
[Beetgum
Ylst: F. H. van Loon te Bergum
Delft: J. Waterink te Zutfen
PaesensM O. Pel te Kommerzijl;
Herwijnen en ZuiliehemR. Brouwer te
[Baarland
Gaast en FerwoudeG. D. Scheepsma te
[Westergeest
St. LaurensR. de Jager te Ooltgensplaat
BerkelJ. A. Verhoog te Willemstad.
INTREE TE
MeliskerkeP. van Hoven, met Joh. 3 29
(bevestigd door G. de Jager met
1 Cor. 4 1-2)
Roden G. Diemer, met Jes. 406—8 (beves
tigd door W, Oosterheert met Gen. 39).
Winschoten: J. A. Berghuis, met 2 Cor. 318
(bevestigd door J. D Heersink,
met 1 Petr. 524)
SoestJ. Hoek, met Psalm 45 45a (bevestigd
door J. G. Meijnen met Joh. 136).
De kerkeraad van Vlissingen wees een
viertal ouderlingen uit zijn midden aan als
jeugdcommissie, niet alleen om toezicht te
houden op de bestaande jeugdorganisaties in de
gemeente, maar ook om in 't algemeen met de
jeugd contact te houden, die te bearbeiden en
te leiden.
Voor de stichting van een kerkgebouw
in de Groote Lindt (Zwjjndrecht) is te Zwjjn-
drecht een bedrag van plm. f 2000 ingezameld.
Ds- A. Pos te Solo, zal nu ds. van Andel
is weergekeerd, zal voorloopig den arbeid te
Djokja, waar geen enkele missionaire Dienaar
des Woords is, verrichten.
Ds. Brussaard van Bloemendaal en Ds.
Hasper van Oldenboorn hebben beiden van de
Kerken, die zjj dienen, studieverlof verkregen
om hunne universitaire studiën te kunnen
voortzetten. Er moeten voor zulk een gunst
wel zeer gewichtige redenen aangegeven kunnen
worden, 't Is niet te hopeD, dat dit voorbeeld
veel navolging vinde.
Te Broek onder Akkerwoude wordt een
pastorie gebouwd. De Classis Dokkum zegt
f 500.toe en verleende vrjjheid om binnen
haar ressort voor die zaak te collecteeren.
In den Haag is wederom een gift van
f 1000.ontvangen voor den bouw der 5de
Kerk. Er is daar eene voorbeeldige offer
vaardigheid.
Omtrent de regeling met Ds. Vonken-
berg getroffen, merkt Ds. Rolloos, pred. te
Zwijndrecht op, dat art. 14 K O. wel eenige
aanvulling behoeft, omdat nu een Kerk zonder
approbatie der classis haar Dienaar jarenlang
verlof kan geven, een anderen leeraar beroepen,
terwijl de vorige overal Zondag aan Zondag
predikt.
tot Hem te gaan, Die in Zjjn overgroote liefde
tot mij kwam."
„En toen hebt ge u bij een kerk aange
sloten? Bg welke?"
„Ik heb mij toen uit volle overtuiging aan
gesloten bij de Gereformeerde kerk."
„De Gereformeerden Zij worden ook wel
afgescheidenen genoemd, niet? Ik heb enkele
jaren in Groningen gewoond. Daar sprak men
van Coxianen. Dat zijn immers de menschen
met de dogma's?"
Mevrouw van der Mandere herinnerde zich,
hoe een korte, heldere lach even geklonken
had door het ziekenvertrek.
„Neem me niet kwalijk (de verpleegster was
weer aan het woord) dat ik even moest lachen,
maar daar worden die menschen altijd mee
gedoodverfd Ik bemerk, dat u wel op de hoogte
is. Maar in allen ernsteen godsdienst zonder
dogma's kan ik mij niet indenken. Natuurlijk
hebben de Gereformeerden dogma's maarzij leven
niet bij dogma's. Zij hebben hun dogma's en
trechten in de praetjjk daarnaar te leven. Dat
is alles. En dat is heusch niets bizondörs. Om
op politiek terrein te komen, even, ik heb wel
weinig verstand van politiek, maar dat weet ik
welde sociaal-democraten, die met alle gods
dienst hebben gebroken, al zeggen zij wel, dat
ieder, van welke godsdienstige overtuiging ook,
lid hunEer partij kan worden, hebben ook
dogma's, waarnaar zij hun beginselen uitwerken
in hun politiek leven. Dat is ook niets bizon-
ders."
Van die zijde had Mevrouw van der Mandere
het nog nooit beschouwd en zij had afgewacht,
wat haar man zou zeggen op dit antwoord.
Deze had met bewondering de verpleegster
aangestaard, die zóó wel op de hoogte was.
„U hebt, naar het schijnt, een goede ont
wikkeling genoten had hij alleen opgemerkt.
„Ik heb te Middelburg (vroeger had zij reeds
meegedeeld, dat zjj oorspronkelijk uit Zeeland
afkomstig was) de Hoogere Burgerschool afge-
loopen en daarna heb ik zooveel mogelijk mijzelf
De Kerken van Stellendam en Melissant
zfln tot overseentemming gekomen saam een
Dienaar des Woords te beroepen.
De heer A. D. R. Polman, te Hoogkerk
in Groningen, cand aan de V. U. deed met
gunstig gevolg praeparatoir examen. Hg
wenscht de studie nog voort te zetten, verzoekt
nog geen roeping op hem uit te brengen, maar
is bereid de Kerken met een stichtelijk woord
te dienen. (Niet, zooals in sommige bladen
staat; „voor te gaan in den Dienst des Woords",
want daartoe is hjj niet gemachtigd. Laat onze
pers toch de goede terminologie gebruiken
De kerk te Sprang ontving van een
onbekenden gever een prachtig zilyeren doop
vont.
In de vergadering der Classis Woerden
kwam door het rapport van Kerkvisitatie ter
sprake de algemeene gedruktheid van het
geestelijk leven in de kerken dier Classis. Men
besloot nog eens bizonder te handelen over den
geestelijken toestand der kerken en een diietal
deputaten werd aangewezen om voorbereidende
werkzaamheden te verrichten.
De eerste Zendingssynode van de Kerken
in Utrecht en Gelderland zal gehouden worden
te Utrecht op 24 November a s.
De Classis Tiel heeft inzake eene vraag van
de Kerk van Zuiliehem of het vrouwenkiesrecht
jn de kerken geoorloofd is, uitgesproken
a. dat z$j de zaak, waarop in de vraag ge
doeld wordt, een punt acht, dat de Kerken
„in 't gemeen" aangaat
b. dat zjj daarom de vraag onbeantwoord
meent te moeten laten, msar haar overneemt
als haar vraag, met de bedoeling om haar te
brengen op de e. k. Particuliere Synode
c. dat zij aan die Particuliere Synode zal
vragen om die vraag weer als haar vraag over
te nemen en ze aan de Generale Synode van
1923 voor te stelleD, opdat die er, zoo mogelijk
over beslisse.
Otfidëslg Bgriditgn.
Beroepen te Zaamslag Ds. P. van Djjk van
Heinkenszand. Neige de Heere het hart, van
dezen Dienaar, om met volle vrijmoedigheid
dsze roeping op te volgen.
Namens den Kerkeraad,
Jan DeesVan Liere. Scriba.
Zaamslag 31 Oct 1921.
Baarland. Zondag j.l. werd door onzen ge-
achten Herder en Leeraar den WelEerw. heer
Ds. R. Brouwer aan de gemeente bekend ge
maakt, dat hij voor het beroep van de Geref.
Kerk te Zuiliehem, en voor dat van de Geref.
Kerkte Herwjjnen, vrijmoedigheid had gevonden
te bedanken. Zulks tot blijdschap van Kerke
raad en gemeente. Zegene de Heere dit besluit
en schenke Hij weldra den man zijns raads
aan de teleurgestelde Kerken.
Namens den Kerkeraad,
H. Schout, Scriba.
Vlissingen. Met hartelijken dank ontvangen
van br. H. de som van een gulden voor het
lezen van het Zendingsblad. Voor verdere der
gelijke en andere gaven houden wjj ons
ten zeerste aanbevolen.
Namens de Commissie voor de Zending,
W. Karreman, Penningmeester.
Vlissingen, Kasteelstraat 62.
Meliskerke. Zondag 30 Oct. was voor de ge
meente alhier een heugelijke dag. Haar beroe
pen Herder en Leeraar ds. P. van Hoven werd
des morgens tot zijn dienstwerk ingeleid door
ODzen consulent ds. G. de Jager.
Naar aanleiding van 1 Cor. 4 1 en 2 be
paalde de bevestiger zjjn talrijk gehoor bg de
verhouding tussehen de gemeente en den Die
naar des Woords.
trachten te ontwikkelen," was het antwoord van
Edom Jansen geweest.
Maar na dit antwoord was op haar lief gelaat
een trek van beslistheid gekomen, (die Mevrouw
van der Mandere zich nog zeer goed herinnerde,
te meer, omdat die na dien tijd wel meer ver
scheen) een trek van beslistheid, die zei„Vraag
nu geen verdere bizonderheden uit mjjn fami
lieleven, want die zeg ik toch niet
Boven, in haar slaapkamer stommelde Meta
de gezelschapsjuffrouw had, na enkele woorden
gezegd te hebben over het prachtige uitzicht
en de kalme zee. een courant gegrepen
Mevrouw van der Mandere peinsde voort
IV.
Na dit eerste, ietwat uitvoerige gesprek met
zijn verpleegster, had mijnheer van der Mandere
meerdere gesprekken gevoerd, die langzamer
hand korter werden, omdat de patient meer en
meer verzwakte.
Edom Jansen mocht de gesprekken wel, want
zij gaven haar gelegenheid vertrouwelijk te
spreken en hem te wijzen op haar Heer en
Heiland.
Hg kon immers pas dan dit leven vaarwel
zeggen, als hjj wist geborgen te zjjn als hjj
inging de stad met paarlen poorten, waar de
Engelen juichen vóór den troon van het Lam
Mevrouw van der Mandere was bjjna bjj alle
gesprekken tegenwoordig geweest. Met aan
dacht had zjj de verpleegster gevolgd.
„U beschouwt mjj wel als een groot zondaar,
geloof ik," had mijnheer van der Mandere
halfvragend gezegd. Maar zjjn vrouw voelde,
dat dit gezegde een diepen ondergrond had en
dat hg brandend nieuwsgierig was het antwoord
te vernemeD, dat oprecht zou worden gegeven.
Daaraan twijfelden geen van beiden.
„We zgn allen zondaars en als we Jezus niet
hebbeD, als onzen Borg en Zaligmaker gaan
we allen, zonder onderscheid, verloren. Iu het
diaconessenhuis heb ik bjj verschillende sterf.,
bedden gezeten. Eu, onverschillig wie ik vóór
Beantwoord werd 1. de vraag waarvoor de
gemeente den D. des W. te houden heeft, en
2. welke hooge eisch van 's Heeren wege aan
den D. des W. gesteld wordt.
Na de bevestiging werd ds. v. Hoven Ps.
134 3 staande toegezongen.
Des namiddags verbond ds. van Hoven zich
aan de gemeente. Joh. 3 29 was het uitgangs
punt zjjner eerste prediking onder ons.
Z.Eerw. bepaalde ons bjj de reeping van
Johannes den Dooper om als vriend des Brui
degoms deze te leiden tot zjjne Bruid.
Wjj zagen 1. welke de verhouding is tus
sehen den Dienaar en den Christus en 2. de
verhouding van de gemeente tot haar Hoofd
in den hemel.
Na deze ernstige prediking, die door een
zeer groote schare met aandacht was gevolgd,
werden door Z.Eerw. verschillende toespraken
gehouden n.l. tot ds. de Jager, den kerkeraad
enz.
Hierop nam Ouderling Wisse het woord om
ds. van Hoven namens kerkeraad en gemeente
een harteljjk welkom toe te roepen. Spreker
verzocht de gemeente haar nieuwen Leeraar
Ps. 119 9 (gewjjzigd) toe te zingen.
Ds. de Jager sprak nog als consulent en als
afgevaardigde van de classis.
Ds. van Hoven zeide de sprekers dank,
waarna in dankbare stemming het kerkgebouw
verlaten werd.
Namens den Kerkeraad,
C. Polderman.
St. Laurens, 2 Nov. 1921. Van onzen bsroepen
Herder en Leeraar den WelEerw. heer ds. R.
de Jager ontvingen wjj het teleurstellend be
richt, dat hjj voor de roepiüg naar onze ge
meente heeft moeten bedanken. Dat de Koning
der kerk ons spoedig schenke den man Zjjns
raads voor onze gemeente.
Namens den kerkeraad,
K. Houterman, Scriba.
De afgevaardigden der Gereformeerde Kerken
in de Classis Middelburg worden beleefd ver
zocht op de a.s. vergadering (9 N07. 1921)
onderstaande bjjdrogen als 2de halfjaarljjksche
quotum af te dragen n.l. Arnemuiden f 13,50
Domburg f 6,75Gapinge f 6,75 Grjjpskerke
f 27,Koudekerke f 33,75 St. Laurens f 13,50
Meliskerke f24,75; Middelburg f 128,25; Oost
Kapelle f 20,25 Serooskerke f 47,25 Souburg
(O. en W.) f 33,75Veere f 20,25; Vlissingen
f 58,50; Vrouwepolder f 11,25; West Kapelle
f 4,50.
A. Punt, Quaestor.
Middelburg 3 November 1921.
ZENDING.
Met vriendeljjken dank ontvangen van de
kinderen der Chr. school Serooskerke een pak
zilverpapier en capsules, van Cor en Jan Hujjs-
eoon Serooskerke 200 h. c., van A. Janse Seroos
kerke 50 h. c. en van Johanna Geertse Bigge-
kerke 50 h. c. Mej. C. Littooij,
Molstr. M.'burg.
Ontvangen voor de Zendingsauto van ds.
Merkeljjngift f3.50 gevonden in de collecte
der kerk te Ierseke en f2.50 van J. O. te
Bruinisse. C. J. Hondius.
Stemmen des Tijds. Tiende
Jaargang. Afl. 12, October 1921.
Utrecht, G. J. A. Ruys.
Het verhaal van Mej. L E. over Friesche
Jayke wordt voortgezet. Dr. G. van Antal geeft
een tweede artikel over het Protestantisme in
mjj had, of het menschen waren, die de waar
heid kennen, of menschen, die er niet in opge
voed waren, ik heb ze allen op Jezus gewezen.
En ik voel het als mjjn plicht, het u ook te
doen. Uw vraag van zooeven geeft me aanlei
ding te denken, dat u vindt, die vermaning
niet noodig te hebben".
„Een Christen, zoóals u dat wil hebbeD, ben
ik nooit geweest, dat weet ik wel, maar ik
geloof toch niet, dat ik zoo'n groote zondaar
ben geweest."
„De rjjke jongeling, die tot Jezus kwam,
dacht ook, dat hjj alles had gedaan wat noodig
was. Maar Jezus leerde het hem wel anders.
Kent u die geschiedenis niet Mag ik ze u
even voorlezen
Op het toestemmend knikken van den heer
van der Mandere had Edom Jansen haar
Nieuw-Testament gegrepen en de heer en
mevrouw van der Mandere, luisterend naar haar
welluidende stem hoorden„Goede Meester,
wat doende zal ik het eeuwige leven beërven
„En Jezus zeide tot hem: Wat nosmt gjj mjj
goed? Niemand is goed dan Eéo,nameljjk God.
„Gjj weet de gebodenGjj zult geen over
spel doen gjj zult niet dooden gjj zult geen
valsche getuigenis geveneer uwe vader en
uwe moeder.
„En hjj zeide: Alle deze dingen heb ik
onderhonden van mjjn jonkheid aan.
„Doch Jezus, dit hoorende, zeide tot hem:
Nog één ding ontbreekt u, verkoop alles, wat
gjj hebt en deel het onder de armen en gjj zult
een schat hebben in den hemel, en kom her
waarts en volg Mg."
„Maar als hjj dit hoorde, werd hjj geheel
droevig, want hjj was zeer rjjk."
De melodieuse stem had gezwegen.
Het was laDgen tjjd stil in het zieken
vertrek.
Edom Jansen had na het lezen van dit veel
zeggende Schriftwoord niets gesproken, met
opzet niet.
Wordt vervolgd.