Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 35e Jaargang. Vrijdag 4 November 1921. No. 44 UIT HET WOORD» RedacteurenDs. L. BOÏÏMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg, luti Hiimrkiri0,0. R. J. I. i. KEI, l D. IIELEIGt, F. J. i. t EIDE, 8. MEIJER, u F. J. WLF. UIÏ0AYK VAN DE PBRSVBRBBNIGlBiQ ZBBUWSCHB KBRKBODB. Adres Tti ds Administratis Firma LITTOOIJ OLTHOFF, HiiAtlfeirg. DE KEUZE VAN RUTH. De keuze van Ruth kunt ge niet uit natuurlijke motieven verklaren. Zeker, daar staat haar teeder beminden Naömi, die in haar hart al dieper en ruimer plaats was gaan innemen, maar in Moab achter haar is vader, en moeder, haar volk, haar land. Vaarwel te zeggen de plek waar zij als kind had gewoond, waar zij als bruid had gestraald, als weduwe geweend, weg van het graf van haar man hoe moet voor Ruth de scheiding van het vaderland hard vallen. Naar een ander volk I hoe zou de ontvangst zijn bij Israels voornaamsten stam, waar Israel zelf in het oog der hei denen zich op zijn hoogheid zoo verhief? Of was mogelijk Naomi een zoo gezegende Elke heiden hecht aan voorteekenen't waren niet alleen de Barbaren op Paulus' reis, die in tegenspoed de wraak der goden zagen, en was God ook Naomi niet in een vijand verkeerd? Moest Ruth doen hetgeen, waarvoor van baar God Naomi juist de straf ontving land en volk verlaten. Haar godenMen verandert niet licht wat men in prille jeugd heeft bemind en innig aan gebeden. Godsdienstzaken zijn geen dingen van zien en van tastenmaar van geloof, waarbij twijfel oprijstwaarbij wij niet met plotselinge invallen, maar met een welbewust, beraden, ook door ons verstand geleid kiezen vóór of tegen te maken hebben. Voor de Moabietische kwam daar nog iets bij, wat op onze Zendingsterreinen tegen over heidenen zwijgt. Ruth moet geweten hebben van de eeuwige scheiding, die er bestond tusschen haar volk en het volk des Heeren. Deut. 23 was duidelijk ge noeg 1 Een Moabiet zal in de vergadering des Heeren niet komen. Orpa's teruggaan is natuurlijker; wat kan op de grens van eigen en vreemd voor een jonge vrouw de keuze anders zijn dan eigen huis en rust bij haren man, de gunst van eigen goden, het lieflijke van het vaderland? Karakters als Naomi kunnen ons soms ver buiten de poorten onzer oude genegen heden voeren, bezielende persoonlijkheden als Paulus ons met luide stem doen roepen »Gij beweegt mij bijnak maar op de grens tusschen Moab en Juda blijven wij staan; juist dien éénen stap voorbij de scheiding kunnen wij niet zettenzoolang de Naomi's er nog toeven, toeven wij, wikken er de heerlijkheid van het onbe kende tegen de genoegens van het bekende totdat de Naomi's weggaan en de Pau- lussen zwijgen en wij, ofschoon schreiend soms, keeren. God moet ons den stap laten doen, moet door genade ons oog sluiten voor hetgeen achter is om ons bekwaam te maken ploe gers te worden op zijne velden. Wij zien in Ruths medegaan naar Bethlehem de goede hand Gods over haar, Die ondanks alle voor den mensch onoverkomenlijke bezwaren, haar hier de geloofsbelijdenis doet uiten: »Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God«. Ruths keuze is een besliste. Er zijn im pulsieve naturen, menschen die zoo plot seling als zij den drang er toe ondervinden even oogenblikkelijk ook handelen, en er zijn bedachtzamen, die van te voren alles goed overwegen, maar dan ook een te vaster besluit nemen. Uit het welomschre ven antwoord van Ruth gelooven wij dat zij zulk een overweging beeft laten gelden. Want wel is hier Oostersche weelderigheid van taal en uitbeelding, maar de nadruk kelijkheid is er niet minder. Het is niet een verbintenis, die zij maakt voor korter of wat langer tijd; voor heel haar leven verpandt zij aan Naomi haar trouw. Haar voordeel zocht zij er niet in straks leest zij aran als de allerarmste. Naomi is arm, met haar liefde zal zij trachten te vergoe den wat haar ontbreekthaar huis is ledig, maar in Ruth zal zij tot haar laten levens avond een gezellin, een verzorgster, een dochter hebben. Dit is alles nog zoo bloot natuurlijk, zegt ge? Och leg er de verhouding eens naast tusschen zich noemende christelijke schoon moeders en schoondochters die veel meer licht en veel meer onderwijs hebben die Jezus' woorden kunnen lezen zij kunnen soms elkaar niet uitstaan, omdat, zeggen zij, alle schoondochters geen Ruth, alle schoonmoeders geen Naomi zijnomdat, meenen wij, zoo weinig van de liefde in het »uw volk en uw Godot aanwezig is, dat men zelfs maar beproeven zou een Naomi of Ruth voor elkaar te zijn. In het arme huis van Bethlehem bloeit die liefde, ook hier als vrucht van het ge loof. »Uw God is mijn God«. Door Mach- lons en Naomi's omgang was Ruth met Israels God bekend gewordenhad zij be peinsd, hoe Zijn dienst verheven en lieflijk, zoo geheel anders was dan de eere van Molech en Chamos. Bij Molech een wreed heid, die het beste nambij Jehovah, Is raels God, een liefde die het beste gaf bij Moabs goden een vreezen en sidderen gepaard met een zedenverruwing en ver wildering, die alle fijnheid van gemoed wonden moestin Israel een eeredienst met blij gezang, met plechtige en toch dankbare offerseen trouwe verbonds-God, die wel sloeg maar ook heelde, die als een Vader zorgde voor zijn kinderen, die gelijk Boaz het uitdrukte, toevlucht verleende onder de schaduw Zijner vleugelen wiens stille vereering zij in het zoo geslagen leven van Naomi iederen dag opgemerkt had een God, die uithielp in nood, steunde in zwakheid, troostte in smart. Dien God had zij lief, zoo innig lief, dat zij voor Hem alles over gaf, haar ouders en vrienden, haar volk en haar land. Hem wijdt zij voortaan haar leven en krachten. Haar toekomst stelt zij vroom in Zijne hand: »Naomi, ik ben des Heeren, gelijk ik ook de uwe ben«. Zij geeft zich aan God, voor zij weet, of zij wel in genade, zij Moabiete, zal worden aangenomengelijk het de ervaring is van zooveled nog: in de ziel groote gewilligheid om hun Heiland te dienen, te beminnen, een gewillige over gave, in het biddend worstelen, aan God, waarbij de volle gewisheid wel ontbreekt, dat wij ook in genade aangenomen zijn. Wat ech »r buiten het Woord omgaat, nog ongeloof is. Want als in uw hart het sterk verlangen naar het volk van God, en bovenal naar hun God zelf leeft, dan is er nu na de scheuring des voorhangsels vrijmoedige toegang ook voor den Moabiet tot het heiligdom des Allerhoogsten. Gelijk er in oud-Israel trouwens ook plaats was onder de schaduw der vleugelen van Israels God voor de Rababs uit Ka nsan, de Ruths uit Moab, de Nsamans uit Syrië. Dat toevlucht nemen begint dikwijls met »uw huis, Naomi, zal voortaan het mijne zijn<ï. Want persoonlijke invloed van een godzalige op een wereldliDg is vaak niet geringhet aantrekkelijke van een Naomi ondanks haar leed, het minzame van een Boaz ondanks zijn rijkdom, kon ook onder onze Christenen en Christinnen, ware het er meer, door een weldadige warmte lok ken, die van de koude baatzucht in de wereld, ook al zijn ze nog van de wereld, huiveren. Als het vriendelijk en open huis van den geloovige toevlucht begint te worden, is de weg tot sympathie voor het volk Gods dikwijls reeds geopend en als 's Heeren Geest die persoonlijke aanraking dan zegenen wil, blijft in de ure van levens beslissing de Goddelijke aanraking niet uit, wordt de band aan het kind van God, een bewuste band aan God zelf, de verbintenis voor het leven eene voor de eeuwigheid. Ruths geschiedenis bewijst, dat zij ook daarom van Naomi niet scheiden kon, om dat dit zou zijn een weggaan van dien God, dien zij ook zelve reeds in haar be lofte met den Verbondsnaam noemt. Orpa had Naomi lief, maar Naomi's ge loof was het hare nietzij beminde haar ondanks haar vroomheidRuth had Naomi lief het meest van wege haar vroomheid. Het is waar, dat elk geloovige door zijn wandel moet lokken tot den dienst des Heeren, maar voor wie het voorrecht sma ken mag zulk een vrome bij zich te hebben voor wien hij liefde, hoogachting koestert, komt toch eenmaal de persoonlijke vraag Wilt gij »van de hand vans dien vrome ook aanvaarden het land, het volk, den God. Wij bedoelen dit: Daar zijn velen uwer, die het voorrecht hebben een vrome, lieve moeder te bezitten, een godvreezend vader, van wien gij veel houdtin hare jeugd wordt gij meegevoerd al verder den weg naar Bethlehem opeen vrome, bij- belsche opvoeding geniet gijeindelijk wordt ge in een levensmoment voor de gewichtige keuze gesteld. Dat wordt ge eens, wordt ge soms meerdere malen. Hoe gaat het dan bij de Orpa's? O ja, dan trekt daar het land vóór u, dan kunt ge niet dan met smart vader of moeder bruid of bruidegom verlaten toeft ge lang, maar de wereld trekt ook, de vlakke veldwegen van Moab lijken u lieflijker dan de steile bergpaden van JudaNaomi lokt, maar Na omi's volk stoot af, Naomi bemint ge, maar Naomi's God is u niet lief, en ondanks uw maagschap, uw liefde, uw gemeenschap, uw doop keert gij om, ge toeft nog wat, totdat ge in Moab verdwijnt, waar uw eerste liefde reeds lang begraven ligt. Want al heeft Orpa 10 jaren ongeveer in de tent van een Israëliet vertoefd, ze woonde in Moab. Tijdelijk bij Israels huisgezin gere kend, tijdelijk gevoegd bij de kerk rk de keuze voor altijd in de wereld, uit het boek der vromen verdwenen. Dat is Orpa, overigens óók beminnelijk, óók teeder, die echter Juda den rug toekeert. Wilt gij ook niet weggaan? Maar door Gods Geest gewonnen klinkt het antwoord van wie de goede keuze deden»Wijk wereld, wijkt schatten«door de kracht des geloofs konden zij verlaten huns vaders huis, hun volk en wat voorheen hun dier baar was. In hope zich gevoegd hebbende bij het volk Gods blijft het welkom van dit volk voor hem niet uit, krijgen zij een naam binnen Sions muren en straks worden uit hun lendenen geboren zy, die in de kracht van den God der vaderen aan Sion helpen bouwen, op Sions tronen zitten. Lezer, hoe staat gij ten opzichte van die keuze? KEBKELIJK LBTB3ET. De Reformatie. i boasePUBtsprösper kwartaal bf vooruitbetalinf f 1, Afzonderlijke nummers 8 eent. AdTerteitleprtJl t 15 cent per regelbg jaarabonnement van minstens 500 roffels belangr|ke reductie Berichten, Opffaven Predikbeurten en Adyertentiën tot uiterlfk Vrjjdafmorfen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God. 'Ruth 1 16. H. v. D. Door de Reformatie verstaan we noff altijd het werk Gods in de zestiende eeuw, waartoe Luther op den een en dertigsten October van 't jaar 1517 het sein heeft mogen geven. De protestanten in alle landen houden het in ge dachtenis en waardeeren met dankbaarheid den moed, door Luther aan den dag gelegd door het aanslaan van de vjjf-en-negentig stellingen tegen den aflaat aan de slotkapel te Wittenberg. Wat beoogde deze Reformatie Yan Room- sche zjjde wordt zelfs nog in den laatsten tjjd beweerd, dat zjj de volkeren gebracht heeft op den weg der revolutie, doordien zij de hoogheid van 't gezag heeft neergehaald. Het verbaast u, dat iemand zulk een beschuldiging haar naar 't hoofd durft te slingeren wjjl gij van kindsbeen af in haar hebt leeren waardeeren een weldaad door God aan Zjjn Kerk bewezen. Zeker, het zou een revolutionaire daad zjjn geweest, indien de reformatie zich vergrepen had aan een door God over ons gestelde macht. Maar de historie weet daarvan niets en daarom behoeven we ons van zulk een aanklacht niets aan te trekken. Het leert ons alleen, dat Rome in al die eeuwen in dit opzicht nog niets ge leerd en niets vergeten heeft. Doch wat nog veel droever is, vele zonen en dochteren dier gezegende verlossing zien in dit werk niets anders dan de vrijmaking van alle banden, ook van goddelijke. Zjj roemen nog altjjd Luther als de baanbreker voor allen, die enkel acht geven op wat menscheljjke wijsheid ods voorhoudt. De Roomsche Kerk zeggen zij eischt slaafsche onderworpenheid aan hare uitspraken en nu heeft Luther ons den weg gewezen, waarlangs wjj komen kunnen tot een volledige vrijheid, opdat we voortaan alleen luisteren zouden naar wat de rede ons zegt. Dit vinden we droevig want daarin ligt een miskenning van 't werk des Heeren en kan niet anders dan de schadelijkste gevolgen hebben. De Reformatie heeft allereerst de grond waarheid van 't evangelie in 't helderst licht geplaatst en aan de heele Christenheid met na druk toegeroepenuit genade zjjt gij zalig ge worden, door het geloof en dat niet uit u, het is Gods gave, niet uit de werken, opdat niemand roeme. Van achter de omhulling van 't bijgeloof en de eigengerechtigheid was zjj te voorschijn gehaald en zjj straalde weer in haar onvergan- keljjken luister voor allen, die naar de ge rechtigheid hongerden en dorsten. Hoe herademden zjj, die vermoeid en belast waren, want zij vonden vóór dien tjjd nergens rust, voortgejaagd werden zg door de aanklachten der wet en der consciëntie en vruchteloos had den zjj het gezocht in allerlei boete-doeningen. Daar kwam weer glans in 't oog en moed in 't hart, toen deze bljjmare doordrong in de donkerheid van 't ontruste gemoed. Wjj kunnen het ons niet voorstellen, welk een verkwikking het onvervalschte evangelie destijds gebracht heeft aan vele harten, en welk een lafenis er gebracht is, toen zjj zagen, dat de toegang tot de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1921 | | pagina 1