Van menschen, zooals er zjjfi FEUILLETON. ZENDING. Zendingsdag Classis Middelburg. Voor zoover het Bahaiïsme nog als een soort pseudo-religie beschouwd kan wordeD, is het in te deelen bij het pantheïsme. Het pantheïsme kent geen persoonlijken God, maar gaat uit van de gedachte dat er is een wordende God, ook een zich allanger zoo meer worden de God, die in de wereld en met name in de menschenwereld allanger zoo meer tot volkomenheid geraakteen wereldziel, die zelve ook aan de wet der evolutie (ontwikke ling) onderhevig is. Voorzoover het Bahaiïsme spreekt van een alles doordringenden geest, een onbekende mysterieuse macht, die ordeningen stelt en instandhoudt, moeten wg daarbij even wel niet denken aan een Souverein Persoon, die Wetgever is Zijner creatureD, zooals de Heilige Schrift ons God leert kennen, maar veeleer aan een pantheÏ9tischen wereldgeest. Iu den denkenden en religieus voelenden mensch wordt de waarheid geboren en tot bewustzijn gebracht en zoo komt de mensch tot eene godskennis, die gevoel en verstand heet te be vredigen. Die gedachte van het Bahaiï-me is zuiver pantheïstische mystiek. Ea 't is juijt door die mystiek, dat het Bahaiïsme in onze tegenwoordige cultuurwereld zoovele geesten bekoort, welke door de hedendaagsche weten schap voorgelicht, meenen overal en in alles evolutie te mo9ten vinden enwaarcemeD. Gaat dat nu ook op religieus gebied door, dan meenen z§ in het Bahaiïsme als levens- en wereldbeschouwing de hoogste evolutie van de religie te moeten begroeten. Het menschenhart is nu eenmaal bij de schepping, op religie aangelegdhet roept om religie, het schreit om vervulling van den zielsnood. Ea waar nu uit het Oosten de mystieke stroomiogen over onze tegenwoordige wereld komen, daar waant men gedurig in zulke Oostersche mystiek be vrediging te zullen vinden voor het naar religie dorstend menschenhart. Biedt het Bahaiïsme nu, wat die arme wereld verlangt Neen, evenmin als iedere andere pantheïs tische godsdient. Door de warme mystiek biedt het een schijn, maar niet het wezen der religie. Als ge een gebed leest van een Bahaiïst, dan lijkt dat ontroerend schoon en teeder, en toch zgn 't per slot van rekening niets meer dan klankennabootsingenvan het ware gebed tot den levenden God. Terecht schrijft Da. Severgn daarvaD, na zulk een gebed te hebben aangehaald: „Doch gezien in den achtergrond van den Oosterschen geest, is het een warmte van het vuur, dat ontstoken wordt tegen de winterkoude, 't Is geen lentezon, die licht- en levenbrengend de ziel verkwikt." Heel de beschouwing van de natuur, waar mee de Bahaiïst zich druk bezighoudt, doet hem niet opklimmen tot de grootheid en ver hevenheid van Hem, die dat al heeft geschapen, maar leidt hem alleen tot een mystieke natuur aanbidding, die met gewijde devotie gelijk staat, maar zuiver pantheïsme is. Ook voor den christen is de schepping een schoon boek, waarin alle schepselen zijn als groote en kleine letteren, maar de christen leest daaruit af de eeuwige kracht en heerlijk heid Gods, des Scheppers De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. Maar tot aanbidding van den Souvereinen Schepper leidt de natuurbeschouwing den Ba haiïst geenszins. Het is voor ons dan ook best verklaarbaar, dat idealistische geesten als Frederik van Esden dweepen met de beschouwingen van het Bahai- ïsme, terwijl diezelfde menschen vierkant staan tegenovsr de openbaring Gods ons in de Heilige Schrift geboden. De gedachte eene eenheidsreligie te geven aan de wereld, die alle andere religies zou moeten vervangen, omdat zij de kern van die religies saamvat, is al evenzeer een verzinsel van den geest uit den afgrond. Daar is maar één ware religie, en dat is welke begint met den mensch te spreken over 't feit van den zondeval, over de werkelijkheid van de zondeschuld, en het deze ellendige wereld duidelijk voor oogen stelt, dat de zonde des menschen de bron is van alle ellende, en dat" zg uit die ellende niet anders kan verlost worden dan door den genadigen God, die in Christus een volkomen Verlosser en Zaligmaker heeft gegeven. Dat is de eene ware religie, waar- door IllGÜ KIYGMANS. 7). „Den boomgaard verkoopen en op ons huis een hypotheek nemeD," antwoordde hij kort, als had hij dat reeds dagenlang besloten „Maar dat is vreeselijkDat kan nietDat „Dat moét. Zoo'n schande mag de Jansens niet overkomen, 't Is toch onze zoon Het klonk als een smartkreet „Onze zoonl" Dan plots Vertel het niet aan Mieke en ook niet aan Harm. Hg wordt overmorgen één-en- twintig. Laten we z'n vreugde niet vergallen". „Wat kan een mensch toch overkomen," zuchtte z'n vrouw. „We leggen niemand een stroobreed in den weg. We zijn altjjd even eerlijk en werkzaam. En nu moeten we ter- wille van onzen zoon, den boomgaard verkoopen en een hypotheek op ons huis nemen De tranen sprongen haar in de oogen. Maar dat was ook alles. Zichzelf onderzoeken 1 schuldbelijdend tot God gaan en vergeving vragenbij Hem oprecht troost en leniging zoeken voor de geslagen wonde, het kwam niet bij haar op. aan alle menschen van allerlei kleur en natie en taal behoefte hebben. De leer van zondeschuld en genade welke het eenige medicijn biedt voor onze doodelijk kranke wereld, kent 't Bahaiïsme niet. Had 't die kern der waarheid maar ge grepen en overgenomenDan zou de wereld met die religie niet dweepen. Want zondig en schuldig voor God worden, dat wil de hoog moedige cultuurmensch nietDaarom keert ook de beschaafde wereld aan het Evangelie deskruises den rug toe. Dat is haar dwaasheid. En tochde ware eenheidnaar welk ideaal 't Bahaiïsme zegt te grijpende ware eenheid is alleen in Christus Jezus, den Zaligmaker der wereld, ia wien God de Heere alles dat door de zonde is uite9ngescheurd en verstrooid wederom tot één vergaderen wil (Ef. 110) om dan een onverbrekelijke eeuwige schoone eenheid in den nieuwen hemel en op de nieuwe aarde te vormen. Voorzoover het Bahaiïsme eenheidsidealen nastreeft, zal 't die in zijn pogingen nooit be reiken, maar de verwerkelijking van die idealen, voorzoover zij inderdaad te verwezenlijken zgn, is alleen te vinden in de wederherstelling aller dingen gelijk ze eenmaal door Christus tot stand zal komen, als gerechtigheid wonen zal op de nieuwe aarde. Maar die eenheid wordt niet door menschen- handen gemaakt, maar alleen door Hem, die de zondeschuld der wereld heeft weggedragen. Moge de wereld daarom Christus' Evangelie aanvaarden, ook om haar idealen verwerkelijkt te zien, want metterdaad geldt voor heel de wereld het Schriftwoord omtrent den Christus, dat er genezing zal zijn alleen onder zijne vleugelen. Het is dan ook een valsche profetie, als het Bahaiïsme beweert, dat het straks aan deze aarde den verwachten Wereldverlosser zal bieden. Baha' o' llah predikte, dat de verwachting der christenen, dat Christus Jezus zal weder komen om te oordeelen de levenden en de doodeD, heel anders in vervulling zal gaan dan de christenen verwachten. Christus komt niet persoonlijk weder, maar in zijn geest, die onder de menschen doorwerkt. En dat zou dan wezen de komst van het Godsrijk naar Bahaiïstische opvatting. Maar ten slotte moet er nog komen een groote wereldverlosser, en die is te wachten uit het Oosten, die zal opkomen uit de kringen van de Bahai- beweging. Dat is ook zoo'n lievelingsdenkbaeld van de tegenwoordige wereld, waarmee ook alle Theo sofen dweepen. Gq hebt misschien wel gehoord of gelezen van de „Orde van de Ster in het Oosten", die hare organisaties (ook jeugdor ganisatie) over heel de wereld heeft, welke menschen gelooven dat er spoedig een groot Leeraar in de wereld zal verschijnen, die alle wanbegrippen wegvegen komt en de klare waar heid zal daarstellen, en nu wenschen de aan hangers van die Ster in het Oosten zóó te leven, dat zij waardig zullen zijn dien Leeraar te kennen als hij komt. Zjj trachten daarom hem steeds in gedachten te houden en al het werk, dat gedurende hunne dagelijksche bezig heden tot hen komt, te doen in Zgn naam en daarom naar hun grootste bekwaamheid. Voor zoover hun gewone plichten zulks toelaten, willen zij iederen dag een gedeelte van hun tijd wijden aan een bepaald werk, dat helpen kan om de komst van dien grooten Leeraar en Wereldverlosser voor te bereiden. Toewijding, standvastigheid en zachtheid be loven die volgelingen van de Ster in het Oosten tot de voornaamste kenmerken van hun dage lijksche leven te maken. En dat meenen die Theosofen ernstig Evenzeer meenen het de Baha ïsten met hun toekomstigen Wereldverlosser, die eene groote, alles omvattende eenheid zal aanbrengen en een einde maken aan al die jammerlijke ver deeldheid, die er nu nog onder de menschen gevonden wordt. Een sooit Messiasverwachting dus. Eene nabootsing van de parousieverwachting der Christenen. Ook hier geldt, dat Satan de aap is van Christus de vorst der duisternis paait de wereld met eene valsche verwachting van een wereld verlosser en trekt meteen die zielen af van den waren en eenigen Verlosser Christus aan het kruis. Intusschen streed haar man opeens met heel iets anders 1 „Overmorgen wordt hij ééa-en-twintig," had hij zooeven gezegd. Morgen zou hg naar de stad gaan, naar de bank om het kapitaaltje dat op zgn (Berend Jansens) naam stond over te laten boeken op Harms naam. Was dat een lichtpunt? Niemand wist, hoe de vork aan den steel zat, zelfs z'n eigen vrouw niet. Trouwens het geld was voor de opvoeding van Harm Hg had het wel niet gebruiktmaar nu had hg het noodig Misschien kon hij op deze manier van een hypotheek afkomen. Het was toch geen oneerlijke manier Het geld was zijn wettig eigendom? Nu ja, hij had het feitelijk voor Harm be stemd, maar nu had hg het noodig Wat ter wereld Het verdere gedeelte van den avond en van den bijna slapeloozen nacht vormden uren van ontzettenden tweestrijd dien Berend Jansen nooit iemand heeft verteld, maar dien ieder, die kennis heeft gemaakt met 's levens zorgen en die weet wat zielestrgd is zich kan voorstellen Maar de eerlijkheid, de rechtschapenheid, de trouwe inborst, de goedheid wonnen 't pleidooi. Barend Jansen giog naar de bank in de nabije stad, liet het geld op naam van Harm zetten en keerde, op dat punt, welgemoed huiswaarts. In verband met de lievelingsideëen van het tegenwoordige geslacht, is het niet te verwon deren, dat 't Bahaiïsme heel de wereld door aanhangers heeft. Maar 't leert ons, die bg het licht der Heilige Schrift leven, opnieuw, hoe ontzettend groot- de macht der dwaling is, waarmee de vorst der duisternis ook de kinderen dezer eeuw ver blind heeft. Welk een ernstige roeping heeft Christus' gemeente om aan heel de wereld, ook aan die dolende en dwalende cultuurmenschen van onze 68uw, te prediken de dwaasheid van Golgotha's Kruis, opdat het dien armen zondaren nog zou worden eene kracht Gods tot zaligheid. Kerkhof Op Walcheren, en ook daarbuiten, zal, naar we hopen, met blijdschap vernomen zijn, dat de Classis Middelburg ook dit jaar een Zendingsd3g organiseerde. De bede: „Uw koninkrijk kome" wordt daar allerwege nog dagelijks beluisterd. Ea die bede sluit ook in een begeerte naar de komst van Gods Koninkrijk onder Heidenen en Mohame- danen. Die bede vraagt alzoo pok om den Zsn- dingsarbeid. Die Zendingsarbeid heeft noodig gekend te worden, zal de liefde daarvoor niet vermin deren. Onbekend maakt ook hier onbemind En tot bevordering van die kennis kan zulk een ZendiDgsdag uitnemend meewerken. Laat dan die bede een prikkel zgn om Don derdag 1 September a.s. trouw op te komen naar den tuin van het Schuttershof. Eu meer nog dan de liefde tot den Zendings arbeid kan ons nu bezielen daarhesn te gaan immers ook de liefde voor den Z8nding3arbeider. Ds. Morkelga wiens vertrek naar ons Zen dingsterrein bepaald is op 1 October a.s hoopt op onzen Zendingsdag tegenwoordig te zgn en daar nog het woord te voèren. Laat de Zandingsdag hem een verkwikking en bemoediging zgn om zgn moeilijken arbeid ginds weer met opgewektheid te aanvaarden, daarin dat hg van hier meeneme een indruk van warme belangstelling en meeleven met zgn werk in een groote opkomst. Daarom, bg leven en welzijn, allen 1 Sep tember naar den Zendingsdag. Heij. TWEETAL TE NunspeetA. Scheele te Kapelle-Biezelinge li. J. Schoemaker te Den Ham Renkum N. G. Kerssies te Weesp J. v. d Meulen te Schoonoord BuitenpostP. Hekman te Gorredgk li. van Reenen te Wons Nieuw-WeerdingeU. Buwalda te O. en N. [Bildtzijl W. van Gelder te Langeslag Nieuwe-Pekela S. van Leeuwen te Houwerzgl J. Lugtigheid te Uithuizermeeden Kornhorn: Cand. G. v. Duinen te Groningen; D. B. J. v. d Meulen te Oostermeer. BEROEPEN TE Wierden: J. Tonkens te Lutjesgast Winschoten: J. A. Berghuis te N. Buinen Witmarsum J. Viescher te Hjjlaard; MeliskerkeP. van Hoven te Z. Begerland Zaamslag F. W. Geerds te Scharnegoutum Krabbendgke en te NunspeetA. Scheele te [Kapelle-Biezelinge ZuidwoldaCand. J. H. Staal te Tinallinge HaarlemmermeerP. Hekman te Gorredgk Zoutkamp Cand. G. v. Duinen te Groningen N. PekelaS. van Leeuwen, te Houwerzgl. BEDANKT VOOR Doornspijk: P. van Dgk te Heinkenszand EmlichheimR. J. Schoemaker te Den Ham Driebergen D. B. Hagenbeek te VlaardiDgen Voorschoten: J. R. Goris te Schoondgke; Hollandscheveld D. Prins te Donkerbroek FijnaartJ. H. Koers te Oosterbeek. XI. Met schrik wordt Mieke wakker, Z8 mag zich wel haasten, wil ze de eerste zgn I Harm is vandaag jarig! Hg is altgd het eerst op. Maar nu moet ze hem vóór zgn Eén en twintig wordt hij nu. En zö is al vgf en twintig Hoe oud voelt zg zich al Niet denken, niet peinzen, Mieke. Opschieten, Jg moet het eerst beneden wezen en voor den jongen een lekker kopje thee zetten. En dan het andere, je weet wel Ja, 't is een duur ding geweest. Maar voor Harm is niets te duur Zoo'n goeie jongen! Was hg niet vaders rechterhand Of liever en beter gezegd: dreef de zaak, sinds vader een dagje ouder werd, ook al door Jan's toedoen, niet op hem alleen Ea heeft hij ooit ge klaagd 't Was alles dankbaarheid van hemHg was zoo'n cadeau wel waard 't Was toch zoo'n goeie jongenEn en en Vooruit, Mieke, niet bloozen Als God het anders wil, moet ge berusten, meisje, aljalt dat zwaar, al kost dat strijdEa als Hg het wil, dan komt het in orde ookVooruit, meisje. Je wilt immers van morgen de eerste zijn Ea ze was de eerste. Fluks zette zij thee en wachtte met klop pend hart, zg wist zelf niet waarom, op Harm. Daar kwam hg naar beneden ging regel recht naar de bakkerij. AANGENOMEN NAAR 's HertogenboschJ. v. d. Meulen te Schoonoord. Te Scheveningen wordt begonnen met den bouw van een nieuw Kerkgebouw, in verband met het verhuizen van vele leden naar de nieuwe woonwijken. De classis Batavia der Geref. Kerken hoeft besloten op advies der deputaten aan ds. Tie- mersma het gevraagde emeritaat te verleenen op grond van zgn langdurigen dienst in de tropen met dankbstuigiog voor den trouwen arbeid. De Raad der Geref. Kerk van 's Graven- hage besloot te voldoen aan het verzoek van den kerkeraad der Geref. Kerk te Scheveniügen, om op het agendum der d. d. 6 Sept. a.s. te houden classicale vergadering te breDgen een verzoek aan de Tweede Kamer om het voorstel tot Grondwetsherziening waardoor het mogelijk zal worden dat de R. Kath. Kerk in alle plaatsen processies langs den openbaren weg zal kunnen houden, niet aan te nemen. Voor den bouw van een vijfde Geref. Kerk te 's Gravenhage zijn weder belangrijke giften ingekomen, waardoor het totaal aan giften steeg tot f16 000. Met de vaste bijdragen is men voor dit doel tot over de f 50,000 gekomen. Door de Geref. Kerk van Katendrecht is Vrijdagavond het tweede bedehuis in gebruik genomen. Da dienst werd geopend door den oudsten predikant ds. C. B. Schoenmakersde jongste predikant ds W. van 't Sant bepaalde zijn gehoor bij het laatste vers van Efeze 2 „Op welken (heiligen tempel) ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den geest 8 Na deze predicatie sprak ds. Schoenmakers nog een kort woord. Ds. G. Wielenga, van Rotterdam, bracht de gelukwenschen over van de Kerken der classis. Ds. -J. D. Wielenga hoopt van Anna-Jacoba- Polder 9 October afscheid te preeken en intrede te doen te Hoofddorp 16 October. De kerkeraad der Geref. Kerk te 's-Gra- venhoge heeft besloten, te beginnen October as, het instituut van voorlezer af te schaffen. De kerkeraad der Geref. Kerk teNjjkerk besloot de catechismusprediking in de morgen godsdienstoefening te houden. Ia de classis Groningen is thans niet ééne vacature. Alle 18 kerken hebben een Dienaar des Woords. Uit het Kerkblad van de Gereformeerde Kerken in Ned. O. Iadië nemen we het volgende bevicht over Zondag 8 Juli werd te Djokja de heilige doop bediend door Ds. Bakker aan Khoe Tjoei Hoat en Tee Swie Giok. 't Was een bigde dag voor de Gemeente van Djokja. 't Waren de eersten van vreemde nationaliteit, die belgdenis aflegden en zich voegden bg 't Hollandsch sprekende deel der Gemeente. Ds. Bakker sprak de wensch uit, dat het den Heere mocht behagen, dat dit tweetal door velen mocht gevolgd worden. Moge het Gode behagen dien wensch te vervullen. God sterke de jeugdige broeders in den strgd, die hen ongetwgfeld wacht. In hetzelfde blad komt voor een verslag van de eerste vergadering der Classis Batavia,, gehouden te Solo op 29 en 80 Juni j 1. en daarin lezen we o.a. „Verzoek van den Kriüg te Magelang om te mogen komen tot kerkinstituëering. Toege staan. De bezwaren van Magelang tegen de bezettiDg der ambten worden niet gedeeld.8 Gaat de Classis Batavia daarin niet te ver Mg dunkt, dat de Zendende Kerk van Middel burg, door wier arbeid de kring te Magelang ontstond, in deze zaak toch ook wat te zeggen heeftDat is ook daaruit gebleken, dat de kring van broeders te Magelang zich met hun verzoek reeds een jaar geleden tot Middelburgs Kerk gewend hebben. Die zaak is ook op de vergadering van de Zendenke Kerk met De putaten van Zeeland en Brabant besproken. Ds. Merkelgn zal dat wel in orde brengen, Noen, zoo ging het niet. Onder haar boezelaar hield zg het cadeautje verborgen, toen zg eveneens naar de dagelgk- sche werkplaats ging. Op het gerucht, dat zg maakte, keek Harm op, verwonderd haar te zien. „Ben jg al op?" „Ja, vóór jou, luilak. Maar je verjaart immers vandaag? Ik wilde de eerste zgn8. En dan plots ernstiger: „Harm, wel gefelici teerd, hoor. Schenke God je nog veel jaren en veel zegen, voor tgd en eeuwigheid.8 „Dank-je, Mieke, dank-je, meid.8 Getroffen keek hg haar aan. t Hoe was het mogelgk, dat hg nu eerst zag, dat zg knap was, dat zg er sterk uitzag, nu ja, niet zoo breed en zoo fleurig als de andere meisjes van het land, maar toch niet meer, zoo- als vroeger, zoo bleek en zoo mager „Dacht-je, dat dit alles was?8 wekte haar vroolgke stem hsm uit z'n overpeinzing. „Neen, jong, dat zou te koel zgn. Ik heb iets voor je jaardag gekocht, tenminste als ja het hebben wilt.8 Ea ze reikte hem het cadeautje over, wat tot zgn verbazing een uitstekend zilveren horloge was. „Maarmaar ,8 stamelde hg, „dat is te veeldat is8 „Dat is niet te veeljg bent altgd zoo goed voor vader en voor moeder envoor mg8 Zou hg Nou ja, maar het geven van dat cadeautje beteekende immers niets In niets en niemand

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1921 | | pagina 2