Van menschen, zooals er zfja FEUILLETON Voor ieder onmisbaar. Offiiiësle Btrlihten. Hoewel hfl nooit in den kerkeraad heeft ge zeten, toch verliest de Geref kerk van Ter- neuzen in hem een trouw lid, die met groote warmte steeds voor haar belangen is opgekomen. m was een man, die de Gereformeerde belij denis van harte liefhad en om haar nog dui delijker tot zyn bewustzijn te doen doordringen, heeft hij studie gemaakt van Bavinck's Dog matiek. Dit was wel iets voor hem, want zijn aanleg droDg hem steeds uaar dien kant. Mede door zijn verstandig beleid is er aldoor geweest een goede samenwerking tusschen school en kerk. Bg zijn heengaan spreken we onze erkente lijkheid uit voor den zegen, welke God in hem aan het land van Axel gegeven heef' en wij bidden hem en de zijnen eeu kalmen en hel deren levensavond toe. Bouma. Onlangs werd in de N II Ctdie er altoos als de kippen bij is om op ons gereformeerd kerkelijk leven critiek te oefenen, de opmerking gemaakt, dat onder ons Gereformeerde volk de stichtelijke lectuur lar gzamerhand in ongenade is geraakt, met de pikante bijvoeging „zij deed te veel denken aan langgerekte preeken, stoven- lucht en gefemel". Nu laten we die eigenaardige kwalificatie voor den vrijzinnigen schrijver, maar toch willen we de vraag eens opzettelijk onder de oogen zieD, of het hier opgemerkte feit niat de werkelijkheid is? En dan valt voor zeker in onze huidige kringen te constateeren minder belangstelling voor stichtelijke lectuur dan 25 a 30 jaar geledeD. Wanneer er destijds bijvoorbeeld een bundel meditatiëa verscheen van dr. A. Koyper kocht iedereen schier dien bundel en werden de stukjes gelezen, hetzij door ieder persoonlijk, hetzjj in den huiselijken kriüg. Voor niet weinige Gereformeerden boden die boeken dagelijksche lectuur naast den bijbel. Ze werden gebruikt bij de huisgodsdienst oefeningen, en oud en jong ontving daaruit dagelijks geestelijk voedsel. Zij, die in zulke kringen en gezinnen werden opgevoed, behooren heden ten dage nog tot de degelijkste broeders en zusters in onze Gereformeerde Kerken. We'nu, in dat opzicht is er metterdaad in onzen tijd, dus na ongeveer een kwait eeuw, groote verandering, ik zou zeggen achteruit gang, waar te nemen. En laat nu niemand be weren, dat hij het veel te druk heeft om stich telijke boeken te lezen. Onze menschen hebben heusch tegenwoordig veel moer tijd om eens een goed boek te lezen dan in die dagen maar de vrije tijd wordt thans met heel wat anders gevuld en voor minder degelijke zaken gebruikt. Ten eerste is er over 't algemeen een geest, om vermaak en ontspanning te zoeken. Wie een avond vrij heeft, gaat er met de fiets op uit als het mooi weer is, bezoekt een of andere vermakelijkheid, als 't weer minder gunstig is. Zij, die van lectuur houden, lezen allereerst dagbladeü, voorts vakbladen, en voor een groot deel vrijzinnige maandschriften of weekbladen. Ook in onze kringen vindt men helaas onder de geregelde lezers en lezeressen van periodieken nog meer vrijzinnige dan christelijke tijdschrif ten. 't Is voor sommigen, alsof die laatste niet eens bestaan. De Ster, de Spiegel, Christelijk Vrouwenleven, Stemmen des Tijds, die keurt men nauwelijks het aandacht schenken waardig, maar met graagte leest men de Groene Am sterdammer, de Prins, De Nieuwe Gids en der gelijke weekbladen van Tijdschriften. En wan neer nu onze Christelijke periodieken niet op de hoogte van den tijd wareü, 'dan zou men zoo iets nog eenigermate kunnen verklareD, maar ook al zijn ze nog zoo goed „bij", het is alsof juist het pikante en niet-christelijke de geesten aantrekt en boeit. Heascb, vre zouden aan onze tegenwoordige jonge menschen niet weer in handen willen geven allerlei oude folianten van schrijvers uit de zestiende eeuw. 't Is niet waar, wat sommige vrijzinnige bladen telkens hun lezers voorhouden, dat onze predi kanten, als ze hun zin maar konden krijgen, de gemeente altoos met die oude schrijvers willen opschepen. Die tijden zijn voorbij Maar wel is het gewenscht de leden onzer kerkeD, en met name die van het jeugdig geslacht, er eens met nadruk op te wijzen, dat zij vooral niet verzuimen, behalve allerlei andere ook DOOE Hl)€10 KIXGflANS. .2) Hy zou, dit stond by Berend Jansen vast, zijn vader in de zaak opvolgen. Maar dan moest hy veranderen en veel ook. Hö moest een eerlyke werkmier wordeD, niet met een gluiperigen aard, neen, maar iemand, die z'n medemenschen, z'n klanten open, vry en frank in de oogen dorst zien. En hö nam zich voor, het karakter van zijn zoon te veranderen, het koste wat het wilde. Dat hö iedere keer in botsiEg kwam met z'n vrouw, die de harde behandeling tegenover haar kind niet kon verdrageD, was wel zielig, maar het was toch byzaak voor hem. Als hö zÖn zoon de baas was kwam dat wel in orde. Z'n vrouw moest zich maar met Mieke be moeien, voor wie do opvosdiDg al heel gemak- kelyk wae, want zachter kind, als het zwakke meisje bestond er Diet. En bovendien voor de ouders was het feitelijk een raadsel in het kiöd school heel iets anders dan in hen. Was het by den vader en helaas I ook by de moeder een godsdienst van bidden en danken met vormelyke woor den een lezen uit den Bijbel aan tafel, by het eten, omdat het by de Jansens altyd was ge- i stichtelijke lectuur te lezen in onze dagen, tot opbouwing en versterking van hun geloofsleven. Want het komt my voor, dat inderdaad op dit gebied menigeen aan de ziel schade lydt. Men leest wat over beschaving, cultuur, sociale vraagstukken, vakbeweging, en dergelijke zaken meer, maar in ernst gevraagd Ontvangt nu door dit alles uw hart gfestelyk voedsel? Leert gy er uzelven beter uit kennen Brengt die lectuur u iets nader tot God? Wordt gij er iu letterlyken zin door gestichtgeestelyk door gesterkt en gestaald? Wanneer wordt gy door die lectuur nu eens gebracht tot ernstig nadenken over uzelven, tot een zoeken van de onvergankelyke goederen des heils? En weet ge waarom we hierop met nadruk wijzen Omdat ons meermalen blykt, dat zy, die aan al die andere lectuur da voorkeur geven, wanneer nog eens bladen als Heraut, Bazuin, Timotheus, of een Kerkbode onder hun oogen komen, aanstonds zonder aarzelen de meditaties overslaan, alsof dat minderwaardige lectuur ware. En diezelfde personen zyn ook al spoedig geneigd minder trouw op te komen onder de bediening des Woords. Voor hen geldt ook het woord van onzen Heiland: „Wat baat het den mensch, zoo by de geheelo wereld gewint, en lydt schade aan zyne ziel?" Schade aan zyne ziel lydt niet uitsluitend degene die door ongehoorzaamheid aan Christus' Evangelie voor eeuwig verloren gaat, maar ook hy of zy, die in dit leven niet gedurig zorgt voor gezond zielevoedsel, opdat zyn of haar geloof worde bevestigd, en de go8stelyke schatten door hem of haar zich toegeeigend worden opdat de waarheid door hen ook worde ervaren in eigen hart en leven. En nu willen we geenszins allerlei tydschrif- ten en boeken tot vermeerdering van onze kennis, uit onze gezinnen wegbannen Integen deel, laten ze er blyven. Vooral laten de Chris telijke tydschriften daar waar ze nog niet zyn, als welkome gasten binnen gebaald worden. Maar ieder heeft gedurig voor zichzelven een oogenblik van afzondering noodig, een poosje van inkeer in zichzelven, een wylo van met zyn God in de eenzaamheid toeveD, van met een boekske in een hoekske te zitten. Dat is een zielsbehoefte. Meditaties kunnen daarby goede handleiding bieden, uwe gedachten in bepaalde richting leiden. En dan zyn er ook in ODze dagen wel goede stichtelijke boekeD, die in de taal van onzen tyd kostelijk zielevoedsel bieden. Eq daarmee zal ieder lezer en lezeres zichzelven heel wat meer nut en geestelyk voordeel doen, dan met het verslinden van zoogenaamde ehris- fcelyke romannetjes of lectuur, die in onze huis kamers niet thuis hoort omdat ze contrabande is by ieder, die in het onderhouden van Gods heilige wet zyn zielsvermaak leerde vinden. Gd weet er zyn christelyke Bibliotheken, die tegen vasten prys per jaar zeker aantal boeken leveren (b.v. die van Kok, Callenbach, Daamen). Daarin komen naast romanneljes cok stichte- lyke boeken. Ea wat blykt nu meermalen Dat de inteekenaars de romannetjes in enkele uren tyds verslinden, en dat de boeken met medidaties na jaar en dag nog onopengesneden in de ka9t of op 't boekenrek staaD. Men neust er even iD, om ze dan als vulling van de plaDk te deponeeren. En dat gebeurt door personen en in gezinneD, waarvan men iets anders zou verwfichten. Inderdaad, hier is achteruitgang te boeken. En op dit niet te betreuren feit vestigen we eens met klem uwe aandacht op dat ieder voor zichzelf zyn tekort en verzuim niet alleen zou erkennen, maar beteren Wie zou schade aan de ziel willen lyden met opzet, met voorbedachte rade of na ernstig ge waarschuwd te zyn We vertrouwen van niemand. Wie dan opwassen wil in de genade en zich zelven bouwen op het allerheiligst geloof, die verzuime niet ook gedurig door het ter hand nemen van stichtelyke boeken eigen gemoeds leven te versterken en te verryken. Meer dan ooit hebben we in ODzen tyd vol afwisselende prikkels dat noodig, een ieder in 't bizonder, hetzy jong of oud. Kebkhof. beurd en een kerkgaan, omdat het „niet fat soenlijk* was, als je tenminste Diet één keer per Zondag naar de kerk giüg, by het kind was het iets anders. Iets, wat vader niet goed begreep en waar over moeder zich niet erg bekommerde. net zou er met den tyd wel uitgaan, dat „ziekelyke", dat altyd spreken van zonde en ongerechtigheid en van Jezus, Die gestorven was voor zondaren. Zeker, er viel niets op te zeggeD. 't Was waar. Maar zoo, in de beslommeringen van het dagelyksch leven moest je daar niet mee aan komen. Dat was goed voor doraicé! 'fc Was de man z'n vak Maar, och, de ouders maakten zich over dat kind niet druk. Vader heelemaal niet. Die had genoeg met z'n zoon te stelleD. Want al de planneD, die by uitvoerde, om van z'n joDgen te maken, wat by van hem wilde hebbeD, vielen in duigen. Die natuur was niet te veranderen. Bovendien trachtte hy het in eigen krocht te doen en schier tandenknersend moest by toezien, dat zyn opvoeden doelloos was, dat by vocht tegen de bierkaai, dat hy paarlen voor de zwynen wierp. Toen was er iets in hun leven gekomen, dat groote verandering bracht. Terwyl buiten de najaarsstormen gierden en de regen kletterde tegen de ruiten, zaten man en vrouw in het goed-verwarmde vertrek. Hy las de courant, zy stopte de kousen. Geen woord was eenigen tyd gewisseld. en fteheelnienw*. TWEETAL TE Nieuw-Dordrecht.E. v. d. Laan, te Ulrurn, J. H. Lammertsma, te Appingadam Nyemirdum J. Wymenga, te Dronryp, F. Wiersma, te Oosterbierum Apeldoorn: M. Gravendyk, te Hiogeveeü, IJ. van der Zee, te Nieuw-Veonep GamerenA. Jansens, te Lmgerak, G. Menken, te Scherpenzeel. BEROEPEN TE Giessen Oud- en NieuwkerkJ. R. Goris, te Sehoondyke Oostburg G. J. Pontier, te Heerlen Emmercompascuum en ZoutkampB. J. Lam- bers, te Rouveen AANGENOMEN NAAR Amsterdam B. A Knoppers, te Almelo Wildervank G. Kerssies, te Smilde KielwindeweerJ. H Binnema, te Arum. BEDANKT VOOR Hengelo: J. Wymenga, te Dronryp; Voorschoten J. Hoek, te N. Scharwoude Andel R. de Jager, te Ooltgensplaat. AFSCHEID VAN Giessen-NieuwkerkW. H. den Houting, met Coloss. 2 6, 7 Putten: G. Veenendaal, met Hand. 20 32; HellevoetsluisG. Verry, met Hand. 20 32. BEVESTIGD TE Amsterdam D. Sikkel, door ds. N. A. de Gaay FortmaD, met Ezechiel 3 17. De heer B. Simons, hoofd der Chr. Hol!. Chin, school te Magelang is weer in MagelaDg teruggekeerd, terwyl de heer P Lok, eerste onderwyzer aan die school, 20 Juni op de Goentoer scheep zou gaau om met verlof naar 't vaderland te komen. De Kerkeraad van Zwolle zal zich opnieuw wenden tot den Kerkeraad van Zandvoort er op aandringende, dat hy de redenen zal meedeelen. die tot zyn besluit hebben geleid. En voorts zal by de zaak aanhangig maken by de Classis Haarlem. Prof. Gosheide schryft in N. Holl. Kerk blad over „preekverzoeken per advertentie" en keurt die handRwyze niet goed. Hy ziet er een streven in om wat men in het zakenleven doet ook op het kerkelijk leven toe te passen, en meent: wat iu den handel op zyn plaats is, is daarom nog niet overeenkomstig den aard van het kerkelyk leven. Ik geloof niet, dat die vergslykiDg hier by past. Het geldt gewoonlijk alleen beurten in de zomermaanden. Een kerkeraad weet niet of er dan predikanten ia de buurt logeeren, die gaarne willen helpen. Hoe zal de kerkeraad dat te weten komen Gratis opnemen doen de kranten zoo'n vraag niet, duseen adver tentie. Ik zelf heb op die manier een kerk wel eens een Zondag geholpen en een aangenamen Zondag ia de vacantie gehad, terwyl de be trokken kerk er zeer mee in haar schik was. Ik had geschreven op een advertentie van den kerkeraad van Heemstee in de Standaard, dat ik vlak in de buuit, in IJmuiden logeerde en wel wilde helpen. Is daar nu iets op tegen Was dat zaken doen in slechten zin Heele maal niet. En wanneer zoo iets zich tot den vacantietyd beperkt, zou ik het eer willen be vorderen. 't Is voor dominees niet prettig in de vacantie op Zaterdagavond nog een lange reis te maken. Eq dikwerf wordt vlak in hun buurt naar een dominee gesnakt. Is dan de pers niet het middel om olkaar te vinden Dat is nog eens een godvruchtig gebruik maken van de pers, vind ik. Zoo iets met een huwelyks- aanvraag te vergelyken, is nonsens. Als kerkeraden advertenties plaatsen, waarop domi nees naar een beroep konden solliciteeren dat ware wellicht met 'n huwelyksaanvrage te vergelyken. Maar een hulpdienst in den vacantie tyd per advertentie te vragen, vind ik zeer praktisch en zeer verstandig, en zoowel voor kerkeraden als voor dominees zeer aanbevelens waardig. Te Ryswyk zal voortaan 6 maal per jaar het H. Avondmaal bediend worden. Het eerste deel van het Formulier zal worden gelezen by Plots sproDg Berend Jansen op, tot groote verwondering van z'n vrouw. „Wat is er vroeg zy verschrikt. „Ik heb een angstkreet gehoord. Het leek wel van een vrouw", zei hy, zyn pat, die op een spyker aan de deur hing, opzettend. „Je zult je wel vergist hebben", antwoordde zy. „'tls de wind in den schoorsteon, denk ik". „Nee, ik heb me niet vergist. Ik heb het stellig gehoord". Eq hy ging naar den winkel, die matig was verlicht, omdat er in dit weer toch wel geen volk zou komen. Zjjn vrouw volgde hem, nieuwsgierig, toch hoewel zy vermoedde, byna zeker wist, dat haar man zich vergiste. Hy stiet de voordeur open. De hevige wind blies de lamp uit en het duurde eenigen tyd vóór hy, in de zwarte duisternis starend, iets onderscheidde. Toen zag hy, tegen de deurpost geleund, een vrouw, die dreigde te vallen. Op den arm droeg zy een voorwerp. „Ik dacht het wel. Ik heb me niet vergist", zei hy. Hy nam de vrouw by den arm. Willoos liet zy zich binnenleiden. By het licht der in alleryl opgestoken lamp zag hy een armelyk gekleede vrouw, moe, af- getobt met wilde haren en ingevallen waDgen. Smeekend zogen haar oogen hem aan. Die oogen, ze maakten hem week.^ Ze spraken hem van een onnoemelyk lyden. Want, ondanks alles, voelde hy als by intuïtie, dat hier vóór hem stond geen zwerve- de Voorbereiding en het verdere gedeelte by de bediening van 't Avondmaal zelf. We be- twyfelen of zulk een onderbreking van het geheel wel gewenscht zal blyken. Wegens de hooge kosten voor oprichting, inrichting en instandhouding van een Rusthuis heeft do kerkeraad te Schiedam van zyn plan nen afgezier. Een bouwfonds voor een 3e kerk is in 't leven geroepen. Dr. H. W. van der Vaart Smit, te 's Gra- veland, gaat een rondreis doen in Opper-Oos- tenryk om daar op verschillende plaatsen te preeken. In Hongarije zal hy een leziDg houden op de Geref pred. Conf. 23, 24 Augustus. By den kerkeraad te Willemstad kwam een gift in van een broeder der gemeente voor den kerkedienst, groot f2000. Wylen mej. Boersema te Appingadam heeft aan de Geref. Kerk A te Groningen ge legateerd f 2000. De beroepen pred. te Zuilen (Utrecht- Noord), cand. E. D. Kraan hoopt D.V. midden October zich aan die gemeente te verbinden. Ds. Tazelaar van Haarlemmermeer zal 7 Aug. afscheid preeken en 4 Sept. in Rotterdam intree doen. - De kerkeraad van Hilversum besloot in beginsel over te gaan tot het beroepen van een derden Dienaar des Woords en het bouwen eener nieuwe kerk, zal daartoe voorbereidend werken, maar pas tot uitvoering overgaan als genoegzame fiaantiea daartoe vrymoedigheid verleenen. In de Ger. Kerk te Oud-Vossemeer had Woensdag 13 Juli onder groote belangstelling plaats de ingebruikname van het nieuwe orgel. Door ds. C. Staal werd de byeenkomst geopend met gebed en het zingen (zonder orgel) van Ps. 84 1. Daarna werd door de presidente der orgelcommissie, mej. Ruytenburg, een resumé gegeven van de werkzaamheden der commissie en de groote offervaardigheid der gemeente, waarna zy het orgel, namens al de gevers, ten geschenke aanbood aan de Ger. kerk en na de overdragiüg verzocht te zingen, nu met bege leiding van het Bieuwe orgel, Ps. 98 4 Vervolgens werd door ds. Staal een toepas- selyke rede gehouden naar aanleiding van Ps. 150 4b waarby Z Eerw. duidelyk liet uitkomen de gave Gods in zang en muziek, doch ook sprak een woord ter waarschuwing tegen het bolwerk der Sirenenzangen, waarvan de wereld gebruik maakt om, zoo mogelyk, deze schoone kunst voor den dieDst des Heeren krachteloos te maken. Na het uitspreken dezer rede werd aan den heer Lokerse uit Tholen, die bereids op zich had genomen het orgel voor dezen avond te bespeleD, gelegenheid gegeven het orgel te doen hooren in zyn prachtige intonatie in verband met afwisseling en combinatie der verschillende registers. Met sterk fortissimo kon worden aangeheven„Dat 's Heeren huis van vreugde druische", met dit effect dat over de groote schare zangers het orgel „den baas" bleef, doch ook met liefelyke doch volle toon der Roerfluit werd de schare als 't ware ge bracht in Bethlehems Kerstnacht op de grazige Evangelie-weide. Het orgel werd gekocht van de firma Dekker uit Goes en doet de fabrikante alle eer aaD, daar deze aan een orgel van betrekkelyk een voudige constructie toch zoo'n combinatie kon geven der liefelykste geluiden met sterke grond akkoorden. KORTE NOTULEN van de Classis Mid delburg 19 Juli 1921. 1. Br. de Voogd opent namens de roepende kerk (Oostkapelle) de vergadering, laat zingen Ps. 66 2, leest Phil. 2 126 en gaat voor in gebed. 2. De brs ds. Wolf en P. de Visser (Se- rooskerke) worden uitgenoodigd de credentie- brieven na te zien. 3. Zitting neemt 't Moderamends. Kerhof (praeses), ds. Hey (scriba), ds. Telkamp (2e scriba), ds. de Jager (assessor). 4 Rapport credentiebrieven wordt uitgc- linge, geen vogebonde, maar in ieder geval, wat ze ook mocht zyn, een fatsoenlyke vrouw. Maar ze was ziekdoodziek Dat kon iedereen opmerken. En dat was, wat er verder ook met deze vrouw mocht gebeurd zyn of nog mocht ge beuren, voor het goedige, méélydende hart van Berend Jansen voldoende. Nog steeds zeide de vreemde vronw geen woord. Het kind, want dat bleek het voorwerp in haar arm te zyn, styf tegen zich aandrukkend, staarde zy man en vrouw in stille wanhoop aan. „Hier moet raad verschaft worden, vrouw", zei Jansen op de hem eigen, bondige manier van spreken. „Dit mensch is doodziek. Ge moet haar te bed leggen. Dan zal ik onmiddellyk den dokter halen". „Ja, maar..." weerstreefde z'n echtgenoote, „Niets te ja-maren. Zie-ie dan niet, dat het mensch niet in staat is te spreken Ze is dood op, doodziek. Kom, niet geaarzeld 1 Nog nooit heeft een hulpbehoevende tevergeefs by de Jansens aangeklopt". De vreemde vrouw vatte z'n hand, met tranen in de oogen en stamelde iets in een vreemde taal. Berend Jansen had op de lagere school alleen z'n Hollandsch geleerd en dat is inderdaad niet te veel! Maar toch begreep hy, dat de vrouw een Duiteche was. En zelfs meende hy te begrypen, dat zy hem dankte voor zyn bemoeiïogen. Alsof zy bad begrepen uit de haar-vreemde woordenwisseling tusschen man en vrouw, dat

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1921 | | pagina 2