Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
35e Jaargang.
Vrijdag 22 Juli 1921.
No. 29
UIT HET WÖOMX
Redactearen Ds. L. QOÏÏMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Issfi fisdivirkirs0.0. R. I v. I. VEER. I D. SIELEIM, F. I i. EIDE, B. HEIJER, as F. 0. I KIF.
PBRSVBRBEN1G1HG ZBBUWSCHB KERKBODE.
Firma LITTOOIJ ÖLTHOFF, Miidclbarr.
VERTROOSTINGEN IN DE WOESTIJN.
Voor de derde maal is er in Hozea 2
sprake van sdaarom". In vers 5 luidde
het: x> Daarom zal Ik uw weg met doornen
betuinen" Israël was als het ware van den
Heere weggeloopen, en had andere goden
nagevolgd; daarom werd zijn weg met
doornen betuind, en het volk door den
Heere ernstig gekastijd. In vs. 8 zegt God
Daarom zal Ik wederkomen en mijn
koren wegnemen op zijn tijd"deze plaag
kwam over Israël, omdat het in eigen
kracht zich had willen bekeeren, en natuur
lijk gefaald hadbij zijn vroegere zonden
had het toen nieuwe toegevoegd. Zoo volgt
nu in vs. 13 vanzelf: »Daarom, ziet Ik zal
haar lokken"waar eigen kracht faalde
komt de Heere met zijn vrije genade
omdat de zondaar het zelf niet vermag,
daarom zullen de lokkingen des ontfer-
mens hem brengen, waar hij wezen moet.
De lieflijke lokkingen zijn er niet in de
dagen van weelde en wellust, maar als
Gods toorn u verschrikt, en de wet u ver
vloekt en de duisternis u beklemt. Immers,
met die vertwijfeling en verbrijzeling heeft
de Heere zijn bedoeling bereiktals het
hoogmoedige hart is gebroken, en gij ner
gens uilkomst meer ziet, komt de lok
kende stem der vertroosting u genezen en
redden.
Zoo handelde de Heere met David na
zijn zonde met Bath-séba. Zie, daar ligt de
koning in het stol terneergebogenzijn
schuld is zwaar, hij heeft Gods wet zoo
schrikkelijk geschonden»gena, o God,
Gena", kermt hij in groote zieleaogsten
toen kwam de profeet met het lokkend
woord»uw zonde is u vergeven". Het
zelfde wedervoer Sauius van Tarsen op
den weg naar Damaskus werd hij met blind
heid geslagen, en drie dagen bracht hij
door in de diepste ellende maar toen kwam
Ananias»Saul, broeder, Jezus Christus
maakt u gezond".
En zoo nu is het ook met den zondaar
welk een bangen tijd hebt gij doorgemaakt
gij laagt gekneld in banden van den dood,
daar de angst der hel u allen troost deed
missengij kroopt als een worm in het
stof; maar ziet, toen werd aan u het
woord der belofte waar gemaaktdaarom
zal Ik haar lokken."
Lokken geeft vooral de begeerte naar
vereeniging te kennen. Het is het beeld
van den jongeling, die door de liefde tot
de maagd ontvonkt op alle mogelijke wijze
zich van haar liefde tracht te verzekeren.
Hy zoekt den weg tot haar hart. Hij stelt
zijn liefde als iets begeerlijks voor. En door
woorden en beloften, door voorspiegelingen
en verzekeringen overreedt hij haar hem
hart en hand te geven.
Met hetzelfde geduld en denzelfden
drang lokt de Heere om u te redden. Hij
doet het, alsof Hij belang heeft bij de
redding van den zondaarHij zoekt zich
zelf en zijn dienst en gemeenschap be
geerlijk voor te stellenHij tracht te
winnen door beloften van genade Hij houdt
u de vergeving der zonden voor, en het
eeuwige leven. Zoo lokt Hy door de predi-
diking van het Evangelie en de werkingen
des Heiligen Geestes in het hart.
Hij lokt. Hij komt in dit geval niet met
verwijten, maar overreedt met een liefde,
sterker dan de dood. Ea dan ziet gij de
dingen, zooals zij zijn het licht gaat u
opgij vindt uzelf aan den rand van den
afgrond, maar moogt ook tevens Christus
zien in al zijn dierbaarheid, en gij komt
tot de onberouwelijke keuze, tot de over
gave aan den Heiland van zondaren.
Bij het beeld van den liefhebbenden,
lokkenden jongeman, voegt de profeet een
tweede beeld, ontleent aan Israëls ge
schiedenis: »Ik zal ze voeren in de woes
tijn en naar het hart spreken". Door het
woord van Mozes en de wonderen zijner
almacht had de Heere Israël uit Egypte
gelokt. En dat was voor het volk het einde
geweest van de smadelijke slavernij aan
de tichelovens. Maar dit uitgeleid wor
den uit Epypte was tevens het begin van
de vrijheid, want de weg ging door de
woestijn naar Kantaa.
De woestijn is voor ons een beeld van
louter verschrikking er gaat niet de minste
bekoring van uithet is de samenvatting
van verlatenheid, jammer en dood; in de
woestijn huilt de wildernis, woont het wild
gedierte en dreigt van alle kant gevaar.
Maar hier heeft woestijn een andere be-
teekenis, want wij worden hier herinnerd
san Israëls doortocht door de woestijn, en
zoo wordt het 't beeld van bevrijding. Op
zichzelf kan de woestijn dit niet zijn, maar
de Heere zegt»I k zal ze voeren door
de woestijn", en Hij maakt de wildernis
door zijn .tegenwoordigheid tot een para
dijs; omdat Hij zijn volk begeleidde, werd
de woestijn tot een schouwtooneel van
wondere uitreddingen en overvloedige
zegeningen manna daalde uit den hemel
neer, water ontsprong uit de steenrots,
wolk- en vuurkolom diende tot bescher
ming en geleiding, de vijand Amelek werd
geslagen. De voetstappen des Heeren drc-
pen van vettigheid.
Maar de woestijn was ook een plaats
van beproeving en verzoekingdaar werd
het openbaar, hoe verdorven Israël was,
een wederspannig en murmureerend volk,
terwijl het zijn reddiüg en heil slechts
dankte aan vrije genade.
En dit nu mogen wij overbrengen op
hetgeen al Gods volk wedervaart. Heeft
Hij u verbrijzeld, dan lokt Hij u tot zich,
en voert u in de woestijnvan de zonde
wordt gij bevrijd, en gebracht op den weg
naar den hemel. Wel zal het uitnemendste
van uw leven dan nog moeite en verdriet
zijnook vertoont gij onophoudelijk de
gestalte van het murmureerend Israël
maar Hij, de Heere, draagt u door zijn
almacht, reinigt u door zijn Geest, om
ringt u met zijn weldaden, en bereidt u
door alle beproevingen en teleurstellingen
heen voor den hemelhet leven is een
leerschool. Zie, dat is het geheim van uw
kracht, dat de Heere zelf u door de woes
tijn voert, gelijk Hij het ook was, die er
u inbrachten zoo moogt gij er ook van
verzekerd wezen, dat Hij u er doorheen
geleiden zal, tot het zalige einde, gelijk
Asaf beleed: »Gij zult mij lijden door uw
raad, en daarna in heerlijkheid opnemen".
Een bijzondere openbaring van zijn liefde
is, dat de Heere naar uw hart zal spreken.
Dit moet ge goed verstaandeze uitdruk
king wordt in het dagelijksche leven in
den regel gebruikt van den mindere tegen
over zijn meerdere, en dan is naar iemands
hart spreken zooveel als naar iemands
mond praten, iemand in het gevlei komen.
Maar hier zegt de Heere het van zichzelf
Hij als de meerdere, de oneindig hooge
God, zal naar uw hart spreken, terwijl gij
de mindere zijt, oneindig laag. Daarom
heeft deze uitdrukking in de Schrift de
beteekenis van spreken overeenkomstig de
behoeften van het nooddruftige en ver
slagen hart. Als de Heere naar uw hart
spreekt troost Hij u in uw droefheid, sterkt
Hij u in uw zwakheid, wijst Hij u in uw
schuldbewustzijn op het verzoenende bloed
van Christus.
Daarbij, zijn spreken is met mogend
heden zijn woord is met macht. God
spreekt en het is erals Hij naar uw
zielsbehoeften spreekt, voorziet Hij tegelijk
in die behoeftenwant Hij is een God,
die wonderen doet.
Op zijn genade zet de Heere de kroon,
als Hij de wijngaarden teruggeeft, en alzoo
zijn volk in dit leven een voorsmaak van
den hemel laat genieten. Zelfs het dal
Achor maakt Hij tot een deur der hope.
Zie, in dat dal lag Ai, waar Israël een
nederlaag tegen leed, wegens de overtre
ding van Achanmaar toen de dief werd
ontdekt, en er verzoening geschiedde voor
zijn zonde, trok de Heere weer mee op
de ban was uit het leger weggenomen
Ai werd ingenomen, en zoo werd het dal
Achor tot een deur der hoopde droef
heid werd in vreugde verkeerd, en straks
werd heel het land aan Israël tot een buit
gegeven. Legt gij het af in den geestelij
ken strijd, onderzoek u dan, of er een ban
is, en belijd uw zonde, opdat de Heere u
genadig zijen dan wordt het dal der
smart een deur der hope, waar het getuigt
van de genade uws Gods en zijn sterke
vertroostingen.
Dan zult gij ook zingen, gelijk Israël
in de dagen, toen het optoog uit Egypte
land. Des Heeren volk is een zingend volk
zijn lied zal bij hen zijn zelfs in den
nacht zullen de psalmen niet ontbreken.
De goedertierenheden des Heeren zijn toch
oneindigHem wilt gij uw dank betalen,
Hem uw leven wijden, en zijn lof ver
tellen.
Deze belofte geldt u, maar alleen dan,
wanneer gij verslagen zijt van hart en
hebt leeren weenen om uw zonden slechts
als gij arm, doodarm zijt geworden, wordt
de rijke Christus u dierbaarnooddruf-
tigen, maar ook slechts hen, wil de Heere
verechoonen, aan armen uit gena zijn hulpe
ter verlossing toonen. Het is echter niet
recht, indien gij bij het treuren blijft staan
weet, dat de treurenden zalig gesproken
worden niet [omdat zij treuren, maar omdat
zij vertroost zullen worden. Eigent u dan
in uw zielenood deze belofte in het geloof
toede Heere lokt u de macht uwer zonde
verbreekt Hijhoort naar het Evangelie
der verzoening, en zie op Christus. Laat u
gewillig leiden in de woestijn, waar de
Heere ook u zijn wonderen wil openbaren
en zijn gemeenschap schenken, en naar de
behoeften van uw hart spreken hoort naar
zijn liefdestem. Maar strijd dan ook tegen
de zondedoe den ban uit uw hart en
huis weg, en wijd Hem uw leven, Hem
daardoor dankende voor het heil, dat in
Christus is. J. D. Wielenga.
KJEKMEMJIK M3YEJÏ.
Bij het heengaan van den heer
Koelmans.
AbOflBem«nt«prQs per kwartaal by vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Alvtrttltltprfll f 15 cent per regelby jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie
UIT6AYI TAN SE
Airti vaa d« Admlaistratie
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlfk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFP, Middelburg.
Daarom, ziet, Ik zal baar lokken
en zal baar voeren in de woestijn,
en Ik zal naar baar bart spreken. En
Ik zal baar geven baar wijngaarden
vandaar af, en bet dal Acbor tot een
deur der bope. En aldaar zal zij
zingen als in de dagen barer jeugd,
en als ten dage, toen zij optoog uit
Egypteland. Hozea 2 18—14.
Nu de heer Koelmans ons gewest verlaat,
willen we een enkel woord over hem en zijn
arbeid zeggen. Hjj is geboren en opgegroeid
op het Bild, een gemeente, welke by Friesland
behoort, maar waarvan de bewoners meest zyn
van N.-Hollandsche afkomst. Zyn opleiding als
onderwijzer heeft hij ontvangen te Harlingen en
aan een der christelijke scholen te Sneek heeft
hij 't eerst gearbeid. Dat was in den tyd, toen
ds. van der Sluis er predikant was. Ik zeg dit
om duidelijk te maken, hoe lang het reeds ge
leden is. Van Sneek vertrok hy naar den Nieu-
wendyk (N.-Brabant) en werkte er aan de kost
school „mepjeu" de Boer, vanwaar hij naar
Antwerpen giDg om aldaar onderwas te geven
aan kinderen, wier ouders prys stelden op het
Christendom. Deze jongeman uit het Noorden
daalde steeds dieper naar het zuiden af tot
over de grenzen van ons land, te meer opmer
kelijk, omdat hjj zoo alles had van het stoere
land, waar zyn wieg had gestaan.
De christelijke school te Terneuzen moest
een nieuw Hoofd hebben, want de heer Mulder
was bejaard en moest rust nemen. Die school
had een goeden naam en het was wenschelyk,
dat zy een man vonden, die het onderwijs op
peil kon houden en die de lust en de kracht
had om haar verder te breDgen. Het gebouw
waarin de kinderen onderwezen werden, bestond
uit twee groote lokalen, en hoewel ruim, toch
droegen zjj het cachet van dien tijd. De heer
Koelmans werd benoemd en zou daar verder
zyn levenswerk vinden. Hij is er ongeveer een
veertig jaar geweest.
Wat is er in dien tyd een verandering ge
komen. De ééae school is uitgegroeid tot twee,
een gewoon lagere en een voor meer uitgebreid
lager onderwijs, waarvan de heer Koelmans
alleen het Hoofd was. Eu aan den arbeid voor
die school heeft hij zich al dien tyd met zyn
volle energie gegeven. Altijd had hy ideaal
voor oogen en hoe moeilijk het ook was hy
heeft het benaderd. Wie hem van naby kende,
heeft zyn werkkracht en taaie volharding moe
ten bewonderen.
Jareülang is hij daarby directeur van de Chr.
Normaalschool in het land van Axel geweest
en al wat in hem was heeft hij gebruikt om
de jongelui te vormen en steeds om te zien
naar mannen, die hem steunen konden.
Daarby gaf hij vele privaatlessen en ik heb
meermalen gedacht, hoe is 't mogelijk, dat hy
altijd kan volhouden Van Maandagochtend al
vroeg, giDg het door tot Zaterdagavond toe en
intusschen moest hy op de hoogte blijven van
zyn tyd.
Jarenlang heeft hy mede gezeten in de
examencommissie voor de gewone acte en die
dagen waren voor hem aangenaam.
Na zoolang intens gewerkt te hebben, komt
voor hem de rust, welke ieder hem gaarne
gunt en wij hopen dan ook, dat hy te Boskoop,
waar hy zich metterwoon vestigt, nog eenigen
tyd met zyn vrouw een genotvollen levensavond
moge hebben.
By al dezen arbeid wist hy ook nog tfjd te
vinden om leiding te geven aan de politieke
actie in dat land en zelfs is hy nog geruimen
tyd redacteur van een blad geweest, waarin hy
met zyn scherpe pen voor onze beginselen
kloek en krachtig steeds opkwam.