Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
35e Jaargang.
Vrijdag 24 Juni 192 L.
No. 25
UIT HET WOORD.
Rédacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vuti liimrkirt: D.D. R. J. v. L VEER, l 0. «IELERM, F. J. v. iEI0E, B. IEIJER, u F. I. i. IILF.
UITGAYI VAM DE
PERSVEREEN1GWG ZBEUWSCHB KERKBODE.
Air** Til Adminlitriti*
PAULUS INDRUK VAN ATHENE.
Naar Athene heeft menigeen zijn schreden
gericht, want die stad stond hoog aange
schreven bij de volken. Velen hebben ook
een beschrijving van haar gegeven, om
aan anderen te laten zien, welk een mach
tigen indruk zij op hen gemaakt had.
Haar lof is verbreid, en haar deugden zijn
bezongen, zooals bijna van geen andere
stad. Wij zijn daarom te meer verlangend,
om te weten, wat de Apostel Paulus in
haar gezien heeft. Welnu, Lucas deelt
ons mede, dat zijn geest ontstoken werd,
ziende, dat de slad zoozeer afgodisch was.
Stelt het u te leur Zegt ge misschien
hoe is 't mogelijk, dat dit het eenige is,
wat ons bericht wordt Had de Apostel
dan geen oog voor de schoonheid der ge
bouwen, welke zijn oog aanschouwde?
Trof het zijn oor niet die zuiverheid der
taal, welke daar door allen gesproken
werd? Gevoelde zijn hart niets van de
waarde der kunst, waaraan deze bevolking
haar vele gaven gewijd bad? Heeft hij
in 't geheel niet de beteekenis verstaan,
welke deze stad der steden gehad heeft
voor de ontwikkeling en de beschaving
van het menschelijk geslacht? Merkt hij
niets van het groote onderscheid, dat er
bestond tusschen de tempels en altaren,
welke hier ter eere der goden gebouwd
waren en de ruwe en lompe op andere
plaatsen Is het voor hem precies het
zelfde een beeld der godheid, dat aan alle
eischen der kunst beantwoordt en de ge
drochtelijke, welke hij bij andere volken
gezien had?
Ziedaar vragen, welke bij u oprijzen
kunnen, die althans bij velen opgekomen
zijn. Wat doet die man in deze stad,
als hij nergens anders vatbaar voor is dan
voor ergernis. Wij zullen niet beginnen
met een poging om den Apostel te recht
vaardigen en de bedenkingen, tegen zijn
handelwijze gerezen te weerleggen. Om
hem geheel te verstaan, moeten wij niet
alleen denken aan wat hier staat, maar
ook aan wat er vervolgens nog medegedeeld
is. Bovendien getuigt het niet voor hen,
die den moed hebben tegen hem allerlei
bsschuldigingen in te brengen, zonder zich
behoorlijk rekenschap gegeven te hebben
van zijn geheele gedrag, en daarom kun
nen wij ditmaal wel volstaan met een
antwoord te zoeken op de vraag, of er
oorzaak was voor deze stemming bij Paulus.
Was zijn geest billijk in hem ontstoken?
Zeer afgodisch was de stad. Zoo staat
er en zoo was het naar aller getuigenis.
De afgoderij bad in die dagen overal bijna
haar heerschappij gevestigd. In alle landen
schier knielden de volken voor de goden.
Alleen Israël kende den waarachtigen,
levenden God, en bracht den Schepper
des hemels en der aarde lof en dank.
Overigens wandelden allen op den weg,
die van den Sprinkader des levens af
voerde en er toe leidde, dat zij de onver-
derfelijkheid Gods veranderd hadden in
de verderfelijkheid van het schepsel. In
dit opzicht was er geen verschil. Het was
in alle steden en dorpen hetzelfde. Maar
Athene genoot de treurige eer, dat zij
afgodisch was in hooge mate, dat zij verder
dan eenige andere stad op dien heilloozen
weg gevorderd was, dat zij het meest ver
vreemd was van den Vader der lichten,
bij wien geen verandering en geen om
keering is. Paulus had dit dadelijk gezien
in elke straat, waarlangs hq ging, op elk
plein, dat zijn voet had betreden, ja er
was geen plek in de gansche stad of het
was voor hem uitgekomen. Gelijk Athene's
poorten openstonden voor alle vreemde
lingen, zoo was er ook plaats binnen hare
muren voor alle goden en godinnen.
Pheniciërs, Egyptenaren, Babyloniers en
anderen hadden aldoor het aantal goden
er vermenigvuldigd en nog altijd was er
plaats voor andere. Het was, alsof de
Atheners dachten, dat in de groote menigte
der goden de heerlijkheid hunner stad lag.
Nu daarover was zijn geest ontstoken
en mij dunkt het behoeft ons weinig
moeite te kosten om dit te verstaan. Wie
den Apostel eenigermate kent, behoeft
zich daarover niet te verwonderen. Hij
toch is de man, wiens oogen open waren
voor de heerlijkheid en de majesteit van
den eenigen Godhij hoorde dagelijks de
hemelen Gods eer vertellen en het uit
spansel Zijner handenwerkhij verstond,
dat de dag aan den dag overvloedig sprake
uitstortte en de nacht aan den nacht
wetenschap toondehij wist, dat er geen
spraak en geen woorden zijn, waar hun
stem niet wordt gehoord. Die openbaring
Gods in de natuur, in al de werken Zijner
handen was zoo duidelijk, zij sprak zoo
krachtig tot den mensch naar het beeld
Gods geschapen, zij drong zich aan hem
op en zij noopte hem om te luisteren naar
haar stem, zoodat er wel een ontzettende
macht der duisternis noodig was om haar
licht te dooven en haar glans te verdon
keren. En hier in dit oude beroemde
Athene leefde een bevolking, die wijzen
als Socrates en Plato tot haar leermeesters
had gehad, aan wie rijke gaven van ver
stand en hart waren geschonken, die een
school van ontwikkeling en beschaving
doorgekomen was als gepn andere en
niettemin was zij tot zoo'n lagen trap ge
zonken en had zij zich aan allerlei afgo
derij overgegeven. Dat een onontwikkeld,
onbeschaafd volk er toe komt om de zon,
de maan en de sterren te aanbidden, om
te meenen, dat de Godheid goud en zilver
is en woont in tempelen door 's menschen
hand gemaakt, het is erg, het is door en
door bedroevend, maar dat een volk hoog
staande in ontwikkeling zoo ontzachlijk
ver vervoerd wordt, zou dat een Paulus
ongevoelig laten Neen, dat zou onmo
gelijk zijn. De uitwerking, welke de aar
schouwing op zijn geest heeft, is dan ook
niet onverklaarbaar en onbegrijpelijk, eer
moet men zeggenzij is natuurlijk, het
km niet anders. Er was derhalve wel
oorzaak, dat zijn geest ontstoken werd.
Hoe komt ook hier weer uit, welk e< n
man deze Paulus is geweest. Wq zouden
ons misschien hebben laten verleiden om
alleen de schoone vormen te bewonderen,
om het genie te verhellen, dat hier schit
terde in de werken der kunst, maar hij
ziet de afgoderij, welke uit heel die om
geving sprak en hq bedroeft zich er over.
Nog sterker. Zijn geest wordt in hem
ontstoken. Het vuur der heilige veront
waardiging ontbrandt in zijn borst en hij
ijvert tegen de onteering van den Mach
tige Jacobs. Hij is niet de Jood, die uit
de hoogte neerziet op den heiden en zich
laat voorstaan op zijn wetten, het is niet
de Semiet, die de kinderen van Japhet
veracht en waant, dat hij beter en waar
diger is dan allen, maar het is de trouwe
dienaar van Jehovah, die niet dulden kan,
dat de schoonheid van lijnen en vormen,
dat de menechelijke gaven en krachten
onttrokken worden aan den wettigen Eige
naar en in dienst gesteld van de goden,
die ijdeler dan de ijdelheid zelve zijn.
Paulus is hier voor velen, die zich Chris
tenen noemen een beschamend voorbeeld.
Wat gevoelen zij er van, dat de Naam
des Haeren onteerd, dat Zijn heerlijkheid
verdonkerd en Zijn deugden gelasterd
worden 1 Voor hun eigen eer en naam
strijden zij, dcch of een volk God of de
goden vereert en dient is hun hetzelfde.
Hoe is het met u Weegt de heerlijkheid
Gods u op de ziel? Wordt uw geest
ontstoken als gij merkt, dat uwe mede-
menschen God onteeren Ontbrandt het
vuur des ij vers in uwe borst, als gij ziet,
dat uwe naasten God verlaten en zich
zelf uithouwen bakken, gebroken bakken,
die geen water houden Doet het u
pijnlijk aan, wanneer gij ontwaart, dat de
mensch er toe neigt om voor ieder een
altaar te bouwen, waarop hij de wierook
des lofs brandt, behalve voor Hem, die
eenmaal alle dingen in 't aanzijn heeft
geroepen en nog alle dingen draagt door
het woord zijner kracht Instede van den
apostel Paulus te beschuldigen van onge
voeligheid tegenover de schoone voort
brengselen van den menschelijken geest,
past het u veeleer om u zelf te veroot
moedigen over den weinigen ijver voorde
eere des Heeren, die er in u woont.
Bouma.
KERKELIJK LEVEN.
Jachins gouden-feest.
Aboiltmtltsprtysper kwartaal bf vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 cent.
llTtrttltitprtia t 15 cent per regelbp jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrjke redactie
Firm» LITTOOIJ ÜLTHOFF, Hi4«*»«rg.
Berichten, Opgaven Pre iikbeurten en Advertentifoi tot
u i t e r 1 f k Vr|da|mor|en te zenden aan de Drukker*
LITTOOIJ OLTHOFP, Middelbare.
En terwijl Paulus liem te Athene ver
wachtte, werd zijn geest in hem ontstoken,
ziende, dat de stad zoo zeer afgodisch
was. Hand. XVII 16
Het ia uitnemend, dat Jachin* een jubileum
uitgave heeft gezonden, want daardoor vestigt
deze vereeniging nog eens de aandacht op haar
verleden en op haar arbeid. Verwonderen doet
het niet, dat het hoekske in een opgewekten
toon is gesteld, want deze vereeniging heeft
oorzaak om haar gouden feest met dankbaarheid
te vieren. De Zondagschool is een plant, uit
een ander land op onzen vaderlandschen bodem
overgebracht, maar zq kan goed tegen de lucht
en leidt hier een gezond leven.
We herinneren ons nog, dat de Zondagschool
op onze geboorteplaats werd opgericht en wq
gingen er met genot heen. Mannen uit het volk
leidden haar en wisten debqbelsche geschiede
nis zoo te vertellen, dat de kinderen luisterden,
welke nog nimmer de schoone verhalen uit de
H. Schrift hadden gehoord. Welk een hoogte
punt bereikte de Zondagschool, als zq feestelijk
samenkwam op het kerstfeest. Twee onderwijzers
van een Christelqke school uit Sneek waren
overgekomen om het feest te leiden, en dit was
voor ons al zeer buitengewoon. Velen hadden
destjjds nog niet geweten, dat er ook Christelqke
scholen waren en nu zagen en hoorden ze jonge
mannen, die hun gaven en krachten gegeven
hadden aan een school, waarin de kinderen
od der wezen werden naar den eisch van hun weg.
Hoewel de vijandschap tegen „de Fqnen" toen
nog hevig was op ons dorp, toch waren velen
gekomen om eens te zien en te hooren, hoe het
er op zulk een feest toeging en waarlik het
vond bqval. Inzonderheid het zingen van de
kinderen Waarheen, Pelgrim, waarheen gaat
gq, 't oog omhoog en hand in handWq gaan
op des Konings roepstem naar ons hnis en
vaderland, trof menigeen en het gevolg was, dat
er steeds meerdere kinderen kwamen, ook uit
gezinnen, welke zich anders om kerk en gods
dienst weinig bekommerden.
Gelqk het daar ging, zoo ging het op vele
plaatsen, en Jachin zorgde, dat er roosters waren,
dat het onderwijzend personeel een goede toe
lichting ontviog. Ik herinner me nog de dagen,
waarin ds. Sieders deze toelichting schreef, welke
inderdaad het gemakkelik maakte om in ge
regelde orde de geschiedenis te vertellen. Boven
dien werkte Jachin om overal belangstelling te
wekken en haar te versterken. Het is onmogelijk
te zeggen, tot welken rqken zegen deze ver
eeniging voor kinderen maar ook voor ouderen
haar taak heeft verricht. Ik heb jongelingen
gekend, die uit geheel wereldsohe kringen
kwamen, maar die getrokken oit de macht der
duisternis uit liefde tot de waarheid zich er met
de borst op toelegden om in kringen, waar
onkunde heersohte het evangelie te brengen aan
de kinderen en door de kinderen aanraking
zochten met volwassenen om ook deze bekend
te maken den eenigen Naam, die onder den
hemel gegeven is, door welken wjj alleen zalig
moeten worden. Wq klagen v^ak over wat we
zien en hooren, en terecht, maar als ik vergelijk,
hoe het vóór vqftig jaar was in die oorden,
waar ik opgegroeid ben en thans dan is er ten
groot verschil ten goede en de Zondagschool i*
voor velen het middel geweest om hen tot
waardeering van de waarheid te brengen. De
Zondagschool heeft op menige plaats het ver
langen naar een Christelqke school gewekt en
heeft er den weg voor gebaand.
Jachin heeft ook moeilijke jaren gekend. Ik
gedenk een vergadering in Goes, waarin een
spreker van elders begon met een woord uit de
Prediker: „Alles heeft een bestemden tjjd en
alle voornemen onder den hemel heeft zqnen
tqd. Er is een tqd om geboren te worden en
een tqd om te sterven, een tqd om te planten
en een tqd om het geplante uit te roeien, een
tqd om te dooden en een t$d om te genezen
een tqd om af te breken en een tjjd om te
bouwen, en nader bleek, dat de spreker heter
op gezet had om de Zondogschool tedoenver-
dwqnen, en zooals h$ oordeelde, oordeelden
velen. De gevolgen bleven dan ook niet uit.
Menige Zondagschool verdween. Gelukkig waren
er ook in die dagen mannen als wjjlen ds.
Littootf, die waarschuwde„verderf het niet.
want daar is een zegen in*. De wind eohter
woei nu eenmaal uit een hoek, welke niet gnnstig
was voor de Zondagschool en de üver verflauwde.
Jachin echter hield voet bq stuk, ging met sjjn
arbeid door en kwam deze periode goed door.
Moest het schip een tqdlang worstelen met het
geweld van den storm, langzamerhand bedaarde
het en zelfs begon de wind geheel te draaien.
Weldra ontwaakte het besef in Gereformeerde
kringen, dat men zich niet tevreden mocht
stellen met alleen eigen akker te bebouwen,
maar dat er ook iets gedaan moest worden voor
hen, die van lieverlede geheel vervreemde van
het Christendom. De evangelisatie moest be
hartigd worden en men zag in, dat de ^ondeg-
schooleen voortreffelijk middel was tot behar
tiging van deze roeping. Zoo is het te verklaren,
dat alle onze bladen met ingenomenheid gewag
maken van den noodigen arbeid, welke de
Zondagschool-vereeniging verricht en alle hun
beste wenfchen meegeven aan Jachin, nu zq
haar gouden feest mag vieren. Ook in dit op
zicht heeft Jachin reden tot dankbaarheid en
mag het met blqden moed de toekomst tegengaan.
Wanneer ik veronderstellen moest, dat de
jubileum-uitgave slechts onder 't oog van enkelen
kwam, zou ik veel belangrijks daaruit over
nemen, doch dit is niet het geval, en daarom
kan ik volstaan met de aandacht er op te
vestigen in het vertrouwen, dat velen h«t lezen
zullen. Ik kan er nog wel aan toevoegen, dat
het boekje er aantrekkelijk uitziet en een helder
overzicht geeft aangaande den arbeid, welke
verricht is. Onderscheiden portretten van man
nen, die voor Jachin gearbeid hebben of nog
arbeiden treft men er in aan.