Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
Vrijdag 3 Juni 1921.
No. 22
UIT HET WOOED.
Redacteuren Ds. L. BOTJMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg,
tuti fliimrkiri01 8. J. v. i VEES, J. D. «IELE86A, F. I v. iEIDE, B. MEIJER, 11 F. I. J. I0LF.
UIT0AY1 TAS DE
PERSVERBBN1GING ZEBUWSCHB KERKBODE.
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ A OLTHOFF, flfiddelbnrf
VERDRAGEN EN VERGEVEN, i)
«Verdragen» en «vergeven» ia de twee
ledige Christenplicht, waarvoor ons Gods
Woord gedurig weer plaatst.
Een dubbele plicht, tot welker ver
vulling ons noodig zijn de Christelijke
deugden van «barmhartigheid, goeder
tierenheid,ootmoedigheid, zachtmoedigheid,
lankmoedigheid»' Daarom worden deze
deugden dan ook door den Apostel in
Colossensen 3 in het 12e vers voorop ge
steld, eer hij in vers 43 ons die beide
plichten voorhoudt.
Nu zijn deze deugden aan onze verdorven
natuur niet eigen. Daarom dringt de Apostel
de vermaning om die deugden «aan te doen»
hiermede aan, dat hij de geloovigen noemt
«uitverkorenen Gods, heiligen, en bemin
den». Alleen omdat zij dit zijn, kunnen zij
deze deugden aandoen. Christenen, die dit
niet doen, d e u ge n als Christenen nietzij
hebben wel den naam van geloovigen, maar
betoonen hun geloof niet in een Godzaligen
wandelen zijn daardoor onnut voor de
eere Gods en de stichting des naasten.
Daarom zijn het ook Christel ij ke
deugden en Christelijke plichten,
waarvan hier sprake is, wijl alleen Gods
genade in Christus er toe bekwaamt.
Dit wordt duidelijk, wanneer wij ons
maar indenken, wat dit «verdragen» en
«vergeven» beteekent.
Het schijnt wel eens, alsof ongevoelige
en lauwe naturen er tegenover dit gebod
het gemakkelijst afkomen. Menschen, die
over zich laten loopen, zooals de volksmond
het uitdrukt, die niet van zich af durven
spreken, en daarom altijd weer het kind
van de rekening worden.
En zeker, als «verdragen» hetzelfde was
alsniets voelen, als «vergeven» hetzelfde
beteekende als geen rechtsbesef hebben,
dan brachten zij heel ver.
Maar dat beteekenen die woorden juist
niet. Wie door geen beleediging of onrecht
gedrukt wordt, die heeft ook niets te
verdragen. Wie zich niet in zijn recht
weet aangetast en het kwaad niet voelt,
die heeft niets te vergeven.
O v e rgevoeligheid is zeker een leelijk
gebrek, maar is toch nog eerder te ver
helpen dan o ngevoeligheid.
Verdragen duidt op een last, die
drukt.
Zulk een last kan ons door God worden
opgelegd in allerlei kwaad dat ons drukt.
Maar daarvan spreken we nu niet.
Hier is sprake van den last, dien men
schen ons aandoen. Menschen kunnen
door hun karaktergebreken, door hun on
aangenaamheden u den omgang met hen
tot een last maken. Bad de Psalmist niet
zelfs: «Verlos mij van des menschen over-
last, en ik zal uwe bevelen onderhouden»
(Psalm 119 134)?
Welnu, dien last moet gij leeren dragen
van anderen. En anderen ook van u.
Nu neigt ons van nature zelfzuchtige
hart tot het laatste even sterk, als het
van het eerste een afkeer heeft. Niet, dat
wij juist altijd wetens en willens een ander
tot last zijn. Neen, meestal bemerken wij
het niet eens. En als ons dat dan onder het
oog wordt gebracht, vinden wij zoo iemand
onverdraagzaam.
En het tegenovergestelde vraagt God van
u. Het is z ij n b e s t e 1, en het is tege
lijk onze schuld, dat wij in een zondige
wereld leven. Zoo zondig, dat zelfs in de
gemeenschap der heiligen, waar Hij dan
toch met zijn genade werkt, de zonde nog
overbleef ook in de allerheiligsten.
Als ge dat verstaat, dan leert ge ook in
den broeder verdragen, wat de overblijven
de zonde en zwakheid u voor onaangenaams
moge berokkenen.
De Heere wil daarin uw geloof en uw
liefde beproeven.
Maar dit verdragen is niet genoeg met
dat verdragen moet ook het vergeven
gepaard gaan.
Uw hart is zoo arglistig: het misleidt
zichzelf, o zoo licht. Gij wilt dan verdragen.
Ge zult u dan niet boos maken, u zelf be
dwingen, al is u het hart tot berstens toe vo).
Geen verwijt zal over uw lippen komen.
Gij moogt geen kwaad met kwaad vergelden.
Gij verdraagt, met inspanning van al uw
zielskracht.
Maar onderwijl wrokt het in uw hart.
Uw gemoed wordt verbitterd. Uw vrede
wijkt van u.
Het is waar, dat het temperament hier
eenig onderscheid maakt. Maar de grond
trek van ons hart blijft toch bij allen
dezelfde.
En nu is dit de groote zelfmisleiding, dat
wij onze zelfbeheersching aanzien voor het
verdragen van elkander, waartoe de Heere
ons in zijn Woord vermaant. Terwijl wij
ons dan niet wreken en ons inbinden schier
boven onze macht, gaan wij voort met bij
onszelven al dat kwaad onzen naaste toe
te rekenen. Totdat eindelijk de kerfstok
vol is, en het uur der vergelding aanbreekt,
waarin wij door woord of daad onzen
naasten zijn kwaad betaald zetten.
Omdat het verdragen niet met vergeven
gepaard ging 1
En juist tot dit vergeven, dit niet
toerekenen aan uwen naaste van den
last, dien hij u, hetzij dan willens of on
willens, heeft aangedaan, kunt gij niet
komen uit uw natuur.
Daartoe is maar ééa mogelijkheid: zoo
gij doet, gelijk Christus u vergeven heeft.
U, maar immers ook hem, die u kwaad
deed «Gelijkerwijs Christus u vergeven
heeft, doet ook gij alzoo». Het geloof in de
vergeving van uw zonden moet ook hier
getoond uit de werken. Als gij dat eenmaal
hebt verstaan, welk een Goddelijk goed de
vergeving der zonden is, dan vindt ge dat
zoo heerlijk, dat ge het uit dankbaarheid
ook zelf gaat doen.
Eq zoo dikwijls dan in het zonden-
register van uwen broeder, dat in uw ge
heugen bewaard wordt, door zijn zonden
jegens u weer een schuld wordt geboekt,
dan zet het geloof door de liefde daar de
kwijtschelding tegenover.
En ja, dan kan de maat wel overloopen.
Doch dan is het niet uw persoonlijk gevoel
van gekrenktheid, dat in dezen beslist,
maar het oordeel der liefde, die weet den
broeder van voortzondigen te moeten weer
houden.
En dan komt het rekenboek wel open,
doch niet om te wreken, maar om de ver
geving mede te deelen, zoodra de schuld
maar erkend wordt.
«Gelijkerwijs Christus u vergeven heeft,
doet ook gij alzoo». Hij heeft vergeven,
door z e 1 f te lijden door zondaren voor
zondaren. En op deze wijze moet ook gij
het lijden door zondaren dragen, en moet
in dit lijden u toch nog de liefde bezielen
om de schuld, die uw naaste daardoor
tegenover u op zich laadt, van hem af te
wenden, zooveel u aangaat.
Gelijkerwijs Christus u vergeven heeft,
niet na eerst strengelijk een belijdenis
van elke zonde van u gevergd te hebben.
Zoo moet ook gij niet strengelijk de schuld
van uwen naaste uitmeten. Want ook de
oprechtheid der schulderkentenis blijkt
veelmeer uit de zich openbarende gezind
heid des harten dan uit een angstvallig
opsommen van alle verkeerde daden.
Eo juist daarom kan er geen ware ver
geving zijn, indien niet het verdragen
voorafging.
Slechts een beding moet hier gemaakt,
n.l. dat uw vergeven zich nooit verder
uitstrekke, dan voor zooverre tegen uw
persoon gezondigd werd. Wat tegen Gods
wet werd gezondigd, daarvan staat het
vergeven aan Hem alleen.
Eu dit hebt gij voor dien zondaar, zoo
mogelijk ook met hem, van God af te
smeeken.
Ook Christus heeft immers eens «voor
de overtreders gebeden
Pastorale Conferentie.
Heeft de Catechismusprediking schuld 1
Abonnementsprijs^: per kwartaal bg vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Advertentieprijs t 15 cent per regelbg jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie
Berichten, Opgaven Pre likbeurten en Advertentiën tot
uiterl|k Vrfdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Verdragende malkanderen, en ver
gevende de een den ander, zoo iemand
tegen iemand eenige klachte heeft
gel ijker wijs als Christus u vergeven
heeft, doet ook gij alzoo.
Colossensen 3 13.
Zoowel deze meditatie als de vorige werd
ontleend aan de Antirev. Rotterdammer.
KERKELIJK LETEJV.
Hoe vaak de Zeeuwsche Pastorale Confe
rentie reeds gehouden is, zou ik niet durven
zeggen, maar het is jaren geleden, dat zij voor 'fc
eerst samen kwam. Ér waren altijd predikanten,
die gewillig waren om een referaat over een
of ander onderwerp te leveren, er was altjjd
een leerzame en aangename gedachtenwisseling.
De keuze der onderwerpen hield ook altjjd ver
band met den tgd, waarin we leefden en de
Notulen spreken van de goede slotsommen,
waartoe de vergaderingen geleid hebben.
De Conferentie, welke Dinsdag a.s. gehouden
wordt in de Gasthuiskerk te Middelburg gaat
in 't goede spoor voort en belooft zeer inter-
ressant te zjjn. Ds. van den Ende, bekend door
zjjn canonische studie, zal b.v. bandelen over
Gen. 2425 en ieder, die op de hoogte is
van wat daarover te doen is, verstaat, van welk
belang dit Referaat kan zjjn. Mg dunkt elk
predikant zal tot zichzelf zeggen daar moet
ik bjj zjjn.
Na de pauze komt ds. Heg aan de beurt en
wil ons wgzer), welke beteekenis Montessori
heeft voor de catechesatie, inderdaad een onder
werp, dat ons nu reeds verlangend doet uitzien
naar wat hg ons daarover te zeggen heeft. Wjj
weten reeds, d&t we iets goeds zullen ontvangen,
want de behandeling is ia vertrouwde handen.
We mogen er zeker op rekenen, dat alle
predikanten, die eenigszins kunnen, komen
zullen. Te meer dring ik er op aan, wjjl het
aantal predikanten in Zeeland op ditoogenblik
niet al te groot is.
Enkele ouderlingen toonen ook steeds hunne
belangstelling, maar er zouden naar het mg
voorkomt veel meer behooren te zgn. Doch dit
heb ik reeds meermalen gezegd en het heeft
tot dusver niet geholpen. Zouden zjj soms
komen als ik er niet op aandring.
Met de diakenen is het eveneens het geval.
Eq de beljjdende leden, vrouwelijke zoowel als
mannelijke, die vrjjen toegang hebben komen
er altijd eenige. Hoe goed zou het zgn, als zg
eens in grooten getale verschenen. Vooral het
laatste onderwerp is voor niet-theologen wel
genietbaar.
Misschien is het overbodig, maar ik kan niet
nalaten even de aandacht van de lezers er op
te vestigen.
De Heere zegene dit samenzjjn en geve aan
alle aanwezigen een goeden en aangenamendag
Bouma.
Naar aanleiding van de artikelen over ,Sab-
bathswerk" ontving ik een waardeerendschrij
ven, waarin evenwel een vraag werd gesteld
met de bedoeling, dat ik die in onze Kerkbode
zou beantwoorden.
Die vraag komt m. a. w. hierop neer, of het
in onzen tjjd wel bevorderlijk is voor getrouw
kerkbezoek, dat jaar op jaar in de 2de beurt
(avond of middag) de Catechismus wordt ge
predikt. Hebben we niet nog wat anders noodig,
ook al is de Catechismus op zichzelve een troost
rijk leerboek? Zoovele gedeelten der Schrift,
met name uit het O. T., blgven voor de ge
meente duister, onve klaard. Was het niet
wenscheljjk, nu en dan bijbellezingen over die
Schriftgedeelten te houden Er zit toch in die
onbegrepen Schriftgedeelten ook veel heerlgks.
En het bezwaar tegen de manier, waarop de
Catechismus behandeld wordt, is Haast altoos
wordt precies hetzelfde weer gepreekt. Iemand
met wat goed geheugen weet onder het aan-
hooren al, wat er volgen zal. Zulk een wjjze
van Catechismusprediking doet de gemeente
leden al gauw besluiten maar rustig thuis te
blgven.
En daaraan vastgeknoopt wordt de vraag, of
de predikanten niet op eigen houtje de ver
deeling der stof wat zouden kunnen wjjzigen,
b.v. niet vier Zondagen preeken over het Heilig
Avondmaal, wat in de 16e eeuw noodig was,
maar nu niet meer. Waarom wordt de Cate
chismus niet herzien Zgn onze kerkeljjke ver
gaderingen dan werkelijk zoo conservatief, dat
ze niet rekenen met onzen tgd, noch met de
kerkgangers, die niet gaarne telkens hetzelfde
te hooren krjjgen?
In 't kort gaf ik den inhoud van een brief
van vjjf zgdjes weer, en hoop ook in mgn
beantwoording de kortheid te betrachten.
Ie. Er zgn in onze dagen velen, die dat
geluid laten hooren. Mgn ervaring ten opzichte
van zulke broeders of zusters is deze, dat ze
gemeenlgk nog heel weinig van de Gerefor
meerde waarheid op de hoogte zgn. Al meenen
zg op de Catechesatie genoegzaam onderwezen
te zgn, bg nader onderzoek bljjkt, dat zg nog
niet diep in de waarheid doorgedrongen zgn,
en dat Catechismusprediking voor zulke men
schen zeer nuttig kan zgn. Wanneer zg die
prediking verzuimen komt dat dan ook nogal
eens voort uit den waan, dat men 't wel weet,
en uit de voorliefde voor vrge stoffen, omdat
men dan nog eens nieuwtjes hoort, die men
niet wist. De getrouwe kerkgangers, die de
Catechismusprediking ook trouw volgen, zgn
niet de minst, maar juist de best-onderlegden
in de waarheid. Als de Catechismusprediking
werd nagelaten, zou de gemeente er geestelijk
op achteruitgaan. Die stelselmatige prediking
van de geloofswaarheden en van de zedeleer
(Tien Geboden) bouwt de gemeente geesteljjk
op in de waarheid die naar de godzaligheid is,
misschien nog meer dan de behandeling der
vrge stoffen, die men liever hoort, maar waarin
dikwjjls minder vaste leiding schuilt» Niet ieder
predikant gaat bg het kiezen der vrge stoffen
oordeelkundig te werk. Doch daarover niet meer.
2e. De Catechismusprediking moet zoo aan
trekkelijk mogelijk gemaakt worden. Al bljjft
de inhoud gedurig dezelfde, de vorm waarin
die prediking geschiedt, zjj afwisselend. Een
goed Dienaar des Woords zorgt ook zooveel
mogeljjk bij elke Zondagsafdeeliog nu eens dit,
dan dat onderdeel breedvoeriger te behandelen.