Een verwoest Leven
FEUILLETON.
Kebkhof.
Bouma.
v.
stemmen zich van de andere laten onderscheiden.
Helaas moet een predikant in sommige kerken
op den kansel wel eens zoeken naar kinderen
en lijkt 't wel alsof de gemeente onvruchtbaar is.
Al vroeg worde den kinderen ingeprent, dat
het een voorrecht is, als ze mee naar de kerk
mogen gaan. 'k Heb 't wel eens anders gehoord
Namelijk, dat een moeder zei„Als ja nu weer
zoo onverbiedelgk bent, dan moet je met vader
mee naar de kerk". Dan wordt 't ter kerk gaan
voorgesteld als een straf voor kinderen, en het
meegenomen worden als een dwangmiddel aan
gewend. Wat wordt er menigwerf in de eerste
jaren kwaad zaad gestrooid in de kinderharten,
zoodat zfj een valsche voorstelling krijgen van
geestelijke zakenDoch genoeg hierover.
Er zijn ouders, die denken als ze hnn kinderen
mee ter kerk genomen hebben, dat daarmee
nu hun Sabbatswerk ten opzichte van die kin
deren is afgeloopen.
Volstrekt niet.
Dat verstonden onze Vaderen in de 16e en
17e eeuw beter.
Hebt ge nooit gehoord of gelezen van de
huiscatechisatie Dat is een Sabbatswerk bij uit
nemendheid.
Ouders moeten inzonderheid een gedeelte
van den Zondag wijden aan de onderwijzing
hunner kinderen in geestelijke zaken. Liefst op
een vast uur. En dat behoeft geen uur te duren.
Maar 't mag geen Sabbath verzuimd worden.
Als er 's namiddags kerk gehouden wordt, kan
't des avonds gebeurenen is er avonddienst,
dan gebeure 't op den middag in 't gezin. Dat
Zondagsuurlje, speciaal voor de kinderen afge
zonderd, moet hun een aangenaam uurtje ge
maakt worden, waarnaar ze al verlangen, niet
een uurtje, waaraan ze een hekel krijgen.
In dat uurtje wordt wat verteld, of gelezen,
geleerd of opgezegd, al naar de leeftijd der
kinderen 't meebrengt. De ouders kunnen zich
dan ook vergewissen, of genoegzame vlijt betoond
wordt door de kinderen, die reeds ter catechi
satie gaan.
Bekende gedeelten van den Bijbel kunnen
worden geleerd. Versjes opgezegd en saam
gezongen. Uit Kort Begrip of de Catechismus
heel eenvoedig een gedeelte besproken. Dat is
een deel van hetgeen de ouders op zich genomen
hebben bij den Heiligen Dooptoen zjj hun
jawoord uitspraken, op de vraag, of zij deze ge-
doepte kinderen, als zg tot hun verstand zou
den gekomen zijn, in de leer des verbonds naar
hun vermogen zouden onderwijzenof ook doen
en helpen onderwijzen.
Dat moeten ouders niet maar aan anderen over
laten aan onderwijzers en predikanten
want dat onderwijzen van een kind is zoo'n
heerlijke arbeid, dat gij dien niet gaarne uit
handen moet willen geven, en aan anderen
overlaten. Niemand kan 't eigenlijk ook beter
doen dan vader en moeder zelf, als zij er zich
maar toe zetten.
Is er mooier Sabbatswerk denkbaar
Het zaad des verbonds opleiden in de leer,
die naar de godzaligheid is.
Ouders, verzuimt toch dit kostelijke Zondags-
werk nooitDat is een noodzakelijk, een on
misbaar deel van uw Sabbatsheiliging. Het moet
voor ouders geen Zondag geweest zijn, als ze
dat uur niet waarnamen. En kinderen moeten
wat missen voor hun gevoel, als door buiten
gewone omstandigheden 's Zondags dat uurtje
van huiscatechisatie eens moest worden nage
laten. Zoo behoort H te zijn in onze Gereformeerde
gezinnen. En dat is allerminst een onbereikbaar
ideaal. Er zijn vele ouders, die aldus den Sab
bath met hun kinderen heiligen. Ze vinden er
altoos tijd voor. Noch de ouders noch de kin
deren willen ooit dat uur van huiscatechisatie
ontberen. En in de toekomst groeien uit zulke
gezinnen de godvreezendste mannen en vrouwen,
de beste en sierlijkste leden der gemeente.
Ouders, die deze hun heerlijke roeping niet
betrachten, verzuimen een kostelijk Sabbatswerk.
Mtrk- en Staheelnlenw*,
TWEETAL TE
Hardenberg: G. Verrij, te Hellevoetsluijs
J. D. Speelman, te Sellingen.
BEROEPEN TE
Lopik: J. E. Westerhuis, te Oud-Loosdreeht
Hasselt: Chr. Bruins, te Winschoten;
Ridderkerk: G. Verrü, te Hellevoetsluis
Fgnaart: dr. D. K. Wielenga, cand. te Rot-
n ,n terdam
t Zand (Gron.)H. Lanning, te Nieuw-
Weerdinge
Broek onder AkkerwoudeG. H. Dijkstra, te
1^100890118
Driebergen W. Breukelaar, te Zaandam
JBollandecheveld A. J. de Boer, te Garrelsweer
Zuidwolde (Dr.), Drachster-Compagnie H. R.
Pel, te Schraard
raesens c. a.A. J. Fanoy, te Oosterzee
Schipluiden dr. D. K. Wielenga, cand. te
Rotterdam-
AANGENOMEN NAAR
Wolvega Tj. Petersen, te Aüjum
Scharendijke G. Laarman, cand. te Den Haag
Koudekerk a. d. Rijn: H. Haspers te Roden.
BEDANKT VOOR
RenkumTj. Petersen, te Anjum;
IJ 1stW. S. Pontier, te Maasdijk;
Echten, Oostburg, Schipluiden, Zegwaart,
Ouderkerk a. d. IJsel, Molenaarsgraaf
G. Laarman, cand. te Den Haag
Berkel en RodenrijsW. H. den Houting, te
Giessen-Nieuwkerk
Murmurwoude: H. Lanning, te Nieuw-
Weerdinge
LeksmondJ. Runia, te Arnemuiden
Witmarsum: H. H. Binnema, te Munnekezjjl.
Ds. W. H. Oosten van Scheveningen is
door ziekte eenigen tijd verhinderd zijn amb
telijk werk te verrichten.
Ds. C. W. E. Ploos van Amstel van
Steenwijk mocht uit krankheid hersteld, Zon
dag weer zijne gemeente voorgaan in de ba-
diening des Woords.
Ds. G. van Reenen van Werkendam is
door ongesteldheid verhinderd te preeken.
De Hervormde dominee van Staphorst,
ds. P. Kruijt, is lichamelijk gezond, want hij
preekte Zondag en waarschuwde zijn gemeente
tegen het verzetten van de klokken in verband
met het invoeren van den zomertijd, daar hij
dit in strijd acht met de ordinantiëa Gods.
Lastig als een dominee zoo vroeg uit de veeren
moetEr zijn wel ernstiger dingen om tegen
te waarschuwen.
Te Rijswijk zijn met het oog op de uit
breiding der kerk twee villa's naast het kerk
gebouw aangekocht voor f 23000.
Het nieuwe kerkgebouw te Kraliogsche
veer zal 27 April a.s. in gebruik worden ge
nomen.
Na de ineensmelting van Bedum A en B
zal de A-kerk worden vergroot met ongeveer
125 zitplaatsen, terwijl een nieuw orgel boven
de preekstoel zal worden aangebracht.
Goed voorbeeldDe gemeente te Heer-
jansdam bestaat uit 90 gezinnen, voor Us be-
hoorende tot den werkenden stand; verder een
paar boeren en burgers. In 1920 werd voorde
Diaconie gecollecteerd f 1762,37, dus gemiddeld
f 34 per Zondag. Uitgegeven werd f 1723,90,
d. i. f 143 per maand. Diezelfde gemeente
bracht op f 3200 voor den kerkedienst. Voor
vele minder zwakke kerken een beschamend
voorbeeld van offervaardigheid.
Op de wetenschappelijke saamkomst, voor
afgaande aan den Vrije Universiteitsdag, zullen
referaten gehouden worden door prof. dr. F.
W. Grosheide over: De beteekenis van de uit
drukking de Zoon des menschen, en door dr.
A. Sizoo van Arnhem overDe beteekenis der
Cynisch-Stoïcische propaganda voor de verbrei
ding van het Evangelie. Zooals men weet, krijgt
men tegen opzending van 50 cents, aan het
Bureel van de V. U. de referaten tijdig thuis-
gezonden, zoodat men ze tevoren kan bestu-
deeren.
veel gemakkelijker is iets op touw te zetten
dan om het tot een goed einde te brengen. Er zijn
veel meer menschen, die over een ontworpen
plan hun oordeel zeggen dan mannen, die het
met behoorlijk energie ten uitvoer willen bren
gen. Het is alzoo niet vreemd, dat een eerste
poging dikwerf een pover n?uur mrakt. Zoo
is het hier ook gegaan m^-t vele samenkomsten.
Als ik terugdenk aan de eerste vergaderingen,
gehouden om voor eigen zending te pleiten,
en aan die welke thans gehouden worden om
de liefde tot de zending te versterken, dan is
het verschil inderdaad groot. Daarom verwacht
ik, dat deze Conferentie beter zal slagen en dat
we nog eens zoover komen, dat er een levendige
belangstelling voor zijn zal
Reeds om de zaak op zichzelve hoop ik het,
want ik acht het een voorrecht, wanneer ouder
lingen uit onderscheiden oorden van Zeeland
elkander eens op zulken dag ontmoeten en met
elkander spreken kunnen over hun arbeid,
welke uit hun ambt voortvloeit. Dit leidt licht
tot bemoediging om met ijver dit gewichtig en
heerlijk werk voort te zetten, ondanks alle be
zwaren welke er aan verbonden zijn. Zg, die
den voorbereidenden arbeid voor deze Conferen
tie hebben verrichtj zjjn gelukkig geweest in
het vinden van een paar mannen, die de ver
gadering willen voorlichten. De stelliugen,
welke dr. Brinkman van Vlissingen aan de orde
zal stellen, zgn bekend uit het vorig nummer
van de Zeeuwsche Kerkbode, zoo dat ieder in de
gelegenheid is om ze van te voren, op zijn gemak
te lezen en na te gaan. Dit is een goede met
hode, want nu kunnen allen in hoofdzaak weten,
waarover het gaat en zij kunnen overwegen,
op welk punt ze nadere toelichting verlangen.
Daarbij loopt het over het huisbezoek, dat alle
ouderlingen steeds doen en waardoor vaak
vragen oprijzen, waarop zij niet steeds dadelijk
het antwoord kunnen geven. Er bestaat niet
alleen gelegenheid om te hooren, wat de spreker
over.'deze stellingen zegt, maar ook hem daarna
vragen te doen, wat iemand gaarne duidelijker
zou willen weten. Het kan derhalve een ure
zijD, waarin men zijn gezichtsveld kan verwijden
en zijn kennis vermeerderen. Er is reeds
veel over het huisbezoek gesproken en geschrt-
veD, maar het laatste woord is er nog niet
over gezegd. En als één ding noodig is voor
oes kerkelijk leven, dan is dit het geval met
het huisbezoek. Gezegend is de gemeente welke
trouwe opzieners heeft die met tact kunnen
optreden. Zorgvuldige bearbeiding in het gezin
is een van de middelen, waardoor veel kwaad
wordt voorkomen en veel goeds gewerkt.
In de tweede samenkomst na de pauze zal
ds. Telkamp van Middelburg een schotel aan
bieden, welke een begeerte opwekt er van te
genieten. Juist, omdat hij niet van te voren
heeft gepubliceerd, wat hij vooral geven zal,
zal het verlangen des te grooter zijn om het
gewaar te worden Laten dan ook de ouderlingen,
die gelegenheid hebben naar de Conferentie
gaan, om te toonen, dat de Zeeuwsche Kerken
waardeeren wat Axel beoogt. Goes is een ge
schikte plaats, waarheen allen gemakkelijk
komen kunnen.
Als ik het goed begrepen heb, komt er nog
een punt ter sprake, dat voor de predikanten
inzonderheid van belang kan zijn. Het is en
het moet ook zijn een ouderlingen-Conferentie.
Maar de predikanten, gelijk anderen die lid
der Geref. Kerk zijn mogen er ook komen. Doch
welke rechten zullen zij hebben Mogen zij
deelnemen aan de bespreking Met het aan te
duiden moet ik me tevreden stellen, wijl ik
niet op de discussie mag vooruitloopen en omdat
heteenigszins teeder van aard is. Recht benieuwd
ben ik, wat de Conferentie hierop zal zeggen.
Het zou voor haar gemakkelijker zijn, indien
zij voor 't vervolg besloot, dat ook aan een
ouderling een spreekbeurt werd afgestaan. Ik
geloof zelfs, dat dit ook goed zou zijn om de
belangstelling in zulk een vergadering te ver
meerderen. Ontegenzeggelijk is het toch waar,
dat de ouderlingen een anderen kijk hebben
op vele ambtelijke werkzaamheden dan de pre
dikanten en het is noodig, dat zij zelfs eens
zeggen, hoe zij over de dingen denken. Er zijn
bovendien wel ouderlingen, die zeer goed bij
machte zgn om een dergelijke taak te volvoeren.
Op deze wijze kwam de naam ouderlingen
conferentie ook beter tot zijn recht.
doob
HUGO KINGNANS.
16.) (Nadruk verboden.)
Maar er was een diep-geworteld verschil.
De moeder had medelijden met het kind, wor
stelde met God om haar behoud, smachtte naar
haar terugkomst. De zoon kon het de zuster
niet vergeven, dat zij heengegaan was en haar
moeder met de schapen van kinderen had laten
zitten op het oogenblik, dat aan haar hulp zoo
dringend behoefte was
HÜ leed wel met de moeder, die hij zoo
ziels-liefhad, maar niet om de zuster, die hem
h® voelde wel, dat het verkeerd was, maar
hij kon er zich niet aan ontworstelen on
verschillig was.
Hij redeneerde, al was het dan niet met
woorden, dan toch in z'n binnenste, dat de
liefde niet van één kant kon komen.
Als Marie in trotschen overmoed het ouder
lijke huis verliet, dan had zij er geen recht
op meende hp dat men daar in liefde
aan haar dacht.
Al bekende hij dat niet ronduit tegen zijn
moeder, zij wist, zjj voelde het en het was voor
de weduwe Lokkerse een druppel te meer in
da beker der beproeving, die steeds voller werd,
Wij wenschen van harte, dat het een rijk
gezegend samenzijn moge zijn en dat we voor
taan geregeld zulk een conferentie krjjgen zullen»
Sabbathswerk.
Dr. Kugper wees er in zijn keurig Tractaat
van den Sabbathop, dat wij als geloovigen
op dien dag niet alleen zeiven geestelijk ons
verlustigen mogen, maar dat wij ook hebben
eene roeping jegens anderen.
Hij schrijft daar op blz. 136
„De menschen in hun saamleving zijn niet
als korrelen zand op een hoop geworpen, maar
zijn door allerlei banden en betrekkingen tot
één geheel saamgestrengeld. Elk onzer oefent
op anderen invloed, staat voor anderen verant
woordelijk, heeft over anderen macht en gezag.
En ook, zelfs waar dit alles ontbreekt, zijt ge
nog uws broeders hoeder. Omdat nu de Sabbath
een zedelijke ordinantie Gods is voor al wat
mensch heet, geldt het vierde gebod dus niet
alleen voor u, maar ook voor die anderen, en
zijt gij gehouden ook aan die anderen, zoovesl
in u staat, het leven naar dit gebod mogelijk
en gemakkelijk te maken. Hieruit vloeit dus
voort, dat ge alle personen, die ge in uw gezin,
op uw fabriek, in uw werkplaats of op uw
akker in dienst hebt, op den Zondag van allen
dienst ontslaat, die niet rechtstreeks uit de
noodzakelijkheid der natuur of de behoefte van
den eeredienst volgt. Evenzoo, dat ge hun de
gelegenheid vergemakkelijkt, om op den Dag
des Heeren de vergadering der geloovigen te
bezoeken en zich in stille afzondering terug te
trekken. En niet minder, dat ge hun, zoowel
als de leden van uw gezin, poogt te geven wat
de Sabbath hun brengen moetgeestelijke
stichting en verademing, die ontspanten dit
wel met die geestelijke onderscheiding, die bij
het kind een kind weet te zijn, een iegelijk naar
zgne geestelijke gesteldheid vat en ook daarin
het schoone der liefde betoont, dat ze niet neer
drukt uit hoogheid, maar zich in heilig erbarmen
nederbuigt om op te heffen".
Ouders hebben dan ook Sabbatswerk te ver
richten ten opzichte van hunne kinderen, die
zij moeten opvoeden. Ten eerste door die kin
deren getrouw mee te nemen naar het bedehuis.
Langzaam aan moeten de kinderen gewend
worden. Zij behooren als het zaad der geloovigen
ook in de saamvergadering der geloovigen. De
huisgezinnen moeten op den Sabbath opgaan,
niet één der ouders met één of twee kinderen,
maar het heele geziü. De kinderen behooren ook
in de kerk. En de predikanten moeten in hun
prediking er ook nu en dan rekening mee
houden, dat de kinderen onder hun gehoor zijn.
Er doen zich wel eens gelegenheden voor, dat
de kinderen apart mogen toegesproken worden.
En men moet niet te spoedig beweren, dat de
kinderen van een preek toch niets begrijpen.
Dat valt wat mee, als de ouders ze leeren te
luisteren en hun aandacht te doen omtrent
hetgeen gepredikt werd. Daar is de Zondag
juist zoo geschikt voor.
Wjj, Gereformeerden, zijn geen voorstanders
voor het houden van kinderkerk. De gezinnen
moeten niet in tweeën God dienen Volwassenen
in 't eene gebouw, kinderen in 't andere gebouw.
Waar het volk Gods vergadert, daar hooren de
kinderen erbij. Dat is onze Gereformeerde be
schouwing naar de Schrift, die rekent met het
verbond. Bg den profeet Joël vinden we zelfs
het meest krasse en consekwente voorbeeld
als hg een verbodsdag onder Israël laat uit
roepen, heet het ook „verzamelt de kinderkens
en die de borsten zuigen". De zuigelingen
moesten meegebracht naar de saamkomst der
gemeente. Die toepassing zouden we nu om
verschillende oorzaken niet voor onze kerkelijke
saamkomsten willen maken. Maar het beginsel
daarin uitgesproken, heeft wel wat te zeggen,
tot die ouders in onze dagen, die zoo gemakkelijk
hun kinderen thuislaten insteê van ze mee ter
kerk te brengen. Ook uit den mond der kinderen
heeft de Heere zich lof bereid. Ik mag het wel
hooren op Zondag, dat in 't p3almlied de jeugd-
want in weken had Marie niet geschreven, niet
tegenstaande moeder drie, vier brieven achter
een haar had gezonden.
De beker der beproeving was echter nog lang
niet geledigd.
Het ergste moest nog komen
Moeder Lokkerse meent, dat het nu is ge
komen.
Daaraan denkt zij in haar radeloosheid terwijl
zij de hand onder het hoofd stut.
Vanmiddag waren drie brieven teruggekomen,
die zg de laatste wekan naar Marie's nieuwe
adres had gezonden. Ze kwamen ongeopend
terug met de bemerking „Geadresseerde ver
trokken".
Marie woonde daar niet meer
Zij was vertrokken zonder adres achter te
laten
Maar waarheen is zg dan gegaan, zonder haar
moeder te schrijven
Het wordt de wedawe Lokkerse bang om het
hart.
Zg voelt, dat zg wat moet doen.
Zes weken geleden schreef zg den oudsten
brief. Toen was Marie dus reeds vertrokken
Met niemand heeft zij al die maanden over
Marie gesproken, behalve dan met Jan Folmer,
die in een vertrouwelijk oogenblik de moeder
heeft verteld, hoe lief hij haar dochter had.
Maar anders ontweek zij een gesprek over
Marie, als kennissen en buren onbescheiden
willen indringen in haar geheimen. Zij kon
niet verdragen, dat Marie werd bekritiseerd.
Zg was ondanks alles toch haar moeder
Maar nu moet zg er met iemand over praten.
Zg moet raad hebben. Haar geslotenheid moet
zij laten varen. Er moet wat gebeuren.
Maar wat?
Zélf naar de stad gaan
Maar wat zou het baten Aan Marie's oud
adres zou men haar met enkele woorden meer
dan vermeld stonden op de teruggezonden
brieven meedeeleD, dat zg vertrokken was, zonder
achterlating van adres. En dan stond zg daar
alleen, in die groote, vreemde stad
Maar met wien zal zij er dan over praten
Wien dan om raad gevraagd?
Plots flitst het haar door het hoofd baas
Sinke natuurlijk 1
Dat zg aan hem niet eerder had gedacht
Hg was toch zoo goed voor haar, altijd.
Ja, naar baas Sinke.
En het dan ook Jan Folmer vertellen. Het
zou hem verdriet doen. Maar hg moest het ook
weten. Hij was huisvriend.
Zij heeft geen rust meer.
Het moet onmiddellijk maar gebeuren.
Zij staat op en kleedt zich haastig.
„Zal je goed op broertje en zusje passer,
Anna? Moeder moet even weg. Zeg Jan, dat
zijn brood in de kast staat."
En dan spoedt zij zich heen, angstig voort
gejaagd, terwijl zg halfluid bidt: „God, geef
baas Sinke licht, hoe te handelen."
Vlug loopt zij de dorpsstraat door, aan het
eind waarvan de oude Sinke toen hg ging rente
nieren, een huisje heeft laten bouwen.
In zg'n tuintje (want de werkzame man kan
niet stilzitten) spit hg juist een bed om, als
vrouw Lokkerse nadert.
Hg kgkt op, op het geknars van het ijzeren
hekje en komt onmiddellijk op haar toe, ziende
haar ontsteld gezicht.
„Wat is er", vraagt hg. „Toch geen ongeluk
„Ik weet het niet", stamelt zg. En dan opeens
met 'n onderdrukte snik,'t Is om Marie
„Arm vrouwtje', denkt hg. Den een of anderen
dag moest het komen. Hoe kan dat kind haar
moeder toch zoo'n verdriet aandoen
Hij vraagt niet nader, momenteel.
„Kom binnen. Dan kunnen we in de voor
kamer rustig praten."
Hg gaat haar voor, biedt haar een stoel en
als zg wil beginnen „Neen stil, je bent nog
te veel overspannen. Ik zal bg mjjn vrouw een
kop thee halen."
En de daad bg het woord voegend, gaat hij
heen, om spoedig terug te keeren met de drank.
„Drink maar kalm op. Dan kom je wat tot
jezelf. Misschien is het niet zoo erg en komt
het nog wel in orde."
En dan met een licht verwgtWaarom
heb-je er mg niet eerder over gesproken?"
„Wat moest ik zeggen barst zij los. „Maar
nu weet ik het niet meer. Nu is ze weggeloopen
„Weggeloopen verbaast baas Sinke zich.
„Weggeloopen Uit haar dienst?"
„Zij was niet meer in een dienst. Tenminste
niet meer als dienstbode".
Dan vertelt zij alles wat zij weet. En dat is
bedroefd weinig.
Ontzet, even, staart baas Sinke haar aan.
Bange voorgevoelens krijgt hg, maar hg kan
die niet peilen. Hg weet niet wat het leveii in
een groote stad beteekent, hg, de eenvoudige