Een verwoest Leven
FEUILLETON.
Bouma.
Zeeuwsche Ooderliogeo Conferentie.
HUGO KINGMANS.
HOOFDSTUK XV.
-
Sabbathswerk.
IV.
Keekhoï
Kart- en Seheelnleawa.
groote veranderingen gekomen, welke we kun
nen waarnemen, doch het is duidelgk, dat er
nog groptere komen zulleD, waarvan niemand
een belande voorstelliog heeft. Gelijk het
steeds gegaan is, zoo is het ook nu. De een
verwacht, dat we op weg zgn nar een heil
staat, zooals de wereld nog nimmer heeft aan-
echouwd en de ander denkt, dat de grondslagen
waarop de menschelgke samenleving gebouwd
ie, nog meer orngewcild zullen worden en
meenen, dat de eersten straks met Job zoggen
moeteD, toen ik het goede verwachtte, is het
kwade gekomen. Wij kunnen alleen zeggen,
dat er veel verdwenen is, wat we niet gaarne
terug zouden hebben, maar dat er ook veel is
gekomen, dat met vreeze vervullen kan. Dui
delijk is echter, dat de oogst der wereld begint
te rijpen en dat we naderen aan don tijd,
waarop de teekeneD, door de B. Schrift gege
ven, ons wijzen.
Ondertusschen is het PaaschevaDgelie weer
allerwege verkondigd. Ofschoon er velen zijn,
dis zeggen we hooren de boodschap wel, doch
het geloof ontbreekt ons, toch is het een wel
daad, welke we niet vergeten mogen. Het eerste
is wel treurig. Breed is de kring in alle landen,
welke vervreemd is van het evangelie. Wij, die
dagelijks in aanraking komen met menschen,
die de H. Schrift als Gods woord beschouwen,
kunnen ons haast niet vooretellen, hoe het er
eigenlijk wel uitziet. Ver, zeer ver staat een
groote menigte af van God en Zjjn Woord.
Daar blijkt het ten volle, dat de mensch uit
de aarde aardsch is en alleen bedenkt, wat
beneden is. Dit wil niet zeggen, dat er onder
hen niet zijn, die nog voelen voor idealen en
ideeele goedereD, maar met dat al bewegen zij
zich toch enkel binnen den kriüg van het tij
delijke. Verder dan de grenzen van den tijd
komen zij niet en hun gaat het als de wijzen
van Athene weleer, als zij hooren van de op
standing dan is dit dwaasheid in hun oogen.
De bevrijdiDg van den druk, welken zij zoeken,
is een verlossing, welke niet boven den tijd en
boven de grenzen van de sardsche schepping
uitgaat. Dit behoeft ons echter niet te verhin
deren om te gelooveD, dat de gebeurtenis op
den derden morgen in den hof van Jozef nog
altijd krachtig blijft werken. Daarom heeft de
gemeente ook nu in d«ze wereld vol leed en
smart, vol onrust en strijd, vol nood en dood
gejubeld De Heere is waarlijk opgestaan en
Hij is van Simon gezien.
Als groote mannen heengegaan zgn, kan hun
woord en voorbeeld nog nawerken. Dit is hel
der voor allen. Dr. Kuyper werd ons ontnomen.
Doch de door hem gesproken woorden zijn ge
bleven. Velen lezen zijn werken, denken na
over wat hg geschreven heeft-, nemen zijn ge
dachten op en verwerken ze. Groot is daarvan
de invloed op het leven van ons volk. Ook de
volharding, waarmede hij gestreden heeft voor
de hem dierbare beginselen, vuurt ons aan om
den strijd daarover voort te zetten. Maar hg
zelf kan niets meer voor ons land doen. De
band tusschen hem en ons volk is verbroken.
Doch dit is met den Christus niet het geval.
Hg leeft en Hij is dood geweest, maar Hg leeft
tot in der eeuwigheid en Hg werkt van uit
den hemel op Zjjn door Zgn kracht uit de
macht der duisternis verloste gemeente in,
stort voortdurend Zgn leven in haar uit, om
dat Hg met haar in gemeenschap blijft. Zgn
stem driDgt nog door tot in het hart van zon
daren en tengevolge daarvan leven zij met Hem.
Het is nog de ure, waarin dooden hooren de
stem van den Zone Gods en die ze gehoord
hebben zullen leven. En dit uit Hem gevloeide
leven doet zijn werking gelden in allen, in wie
Hg woont, zoodat zg in nieuwigheid des levens
voor Hem wandelen en het zijn deze levend-
gemaakten, die allerwege voor Zijn zaak op
komen en die alle volken opwekken, om het
heil te zoeken bg de BroD, waarin het alleen
te vinden is. Welk een heerlijke roeping
Kwijt gij er u ook van
Da Gereformeerde Kerk te Goes is zoo wel
willend aan de Zeeuwsche Ouderlingen Confe
rentie haar kerkgebouw open te stellen. De
Goesche gastvrijheid is onzen Zeeuwschen broe-
DOOE
14.) (Nadruk verboden.)
Stil, Mieke, zie-je dan niet, dat moeder
hoofdpijn heeft?"
Neen, dat had de kleine, bewegelijke Mieke
niet opgemerkt.
Zg liet haar poppen, die zg zooeven moeder
lijke raadgevingen had toegevoegd in den steek
en ging op de weduwe Lokkerse toe, die
de hand onder het hoofd aan de tafel zat
Het verstelwerk, waaraan zg bezig was ge
weest, lag roerloos vóór haar
Haar oogen stonden strak, staarden als in
wazige verte en verrieden, d-.t haar gedachten
niet vertoefden in het kleine kamertje, maar ver
weg, ver weg
,ls moeder ziek?" vroeg het kind met haar
lieftallig stemmetje. „Dan moet oome dokter"
komen, evenals laatst. Die zal moeder wel gauw
genezen. En dan mag ik weer in de auto zitten,
net als toen."
Het meisje klapte in de handen.
De moeder glimlachte, een flaawdroevige
glimlach.
ders bekend. Op zichzelf reeds een reden om
deze Conferentie to bezoeken. De medewerking
en steun door kerkeraden toegezegd wa3 ons
reeds waarborg dat de Conferentie stellig bezocht
zou worden. Nu wg echter 't voorrecht hebben,
dat door ds. J. Brinkman en ds. J. H. Telkamp
onderwerpen behandeld worden die ons aller
belangstelling vragen, vertrouwen wy dat dit
te meer een -n ausporing zal zgn om ter Conferentie
te komen. Het agendum is aan alle kerken
verzonden. Do stellingen van ds. J. Brinkman
staau er op afgedrukt Ze worden opgenomen
in dit nummer van de Z. Kerkbode. Onderwerp
en stellingen van ds. J. H. Telkamp zullen
D.V. in 't volgend nummer een plaats vinden.
Ter vergadering te Goes hopen wg deze, gedrukt
aan alle bezoekers uit te deelen.
Laten nu alle kerkeraden der Geref. Kerken
in Zeeland meewerken tot het welslagen van
deze Conferentie.
Oeze Ouderlingen missen nog hun Conferentie.
Inzonderheid in onzen tgd mst zooveel nieuwe
vragen, toestanden, eischan, gevaren, is't stellig
noodig, dat ook onze Ouderlingen hun Confe
rentie hebben om licht bg alle nieuwe levens
vragen te ontvangen en wel te weten hoe zg,
met lust bevangen om den Heere te dienen in
't ambt, in 't huis Gods hebben te verkeeren.
Met een bede voor het welslagen en om den
zegen des Heeren, die ruste op deze Conferentie,
beveelt daarom gaarne deze Conferentie bg u
allen aao,
namens het Comité der Classis Axel,
Ds. S. Geoeneveld.
Wanneer gg sommige leden der gemeente
er op wyst, dat zg verkeerd doen, door niet
naarstiglyjktot de gemeente Gods te komen,
dan meenen zg goed te doen door heel oprecht
u toe te voegen: „Ik voel er geen lust toe om
tweemaal naar de kerk te gaan. Ik ga één k^er
uit gehoorzaamheid, maar als ik een tweede
keer ga, dan zit ik me te vervelen. Met mgn
lichaam moge ik dan tegenwoordig zgn, maar
met ingn geest ben ik er heelemaal niet bg".
En dan meenen zulke kerkleden waarlgk,
dat zg met hun oprecht uitgesproken motief
zichzelf hebben vrggepleit of verontschuldigd.
Vooreerst moet opgemerkt worden, dat die
dusgenaamde gehoorzaamheid maar ern inge
beelde en halve gehoorzaamheid is, want een
groot deel van den rustdag wordt dan toch naar
eigen willekeur besteed. Het behoort tot ons
Sabbatswerk, naar luid van onzen Catechismus,
dat wg in 't bizonder op dien dag den Heere
doorZgnen geest in ons laten werken. En dat
werken van den Geest in ons geschiedt onder
de bediening des Woords, niet wanneer wg
buiten de saamkomst der gemeente toeven. Gods
Geest i3 het ook die op dien dag in 't bizonder
de leden van Christus' lichaam op aarde saam-
bindt en dat doet Hg door ze de gemeenschap
der heiligen te lateD oefenen. De leden der
gemeente hebben daarom de roeping .zichte
stellen onder die bearbeiding des Geestes, door
saam te komen met alle brosders en zusters
wier belijdenis ons uit het hart geboekt is en
wier kerkelgk leven naar onze overtuiging het
me est strekken kan tot eere van God Daarom
behooren wg ook alleen en uitsluitend in die
saamvergadeiing van geloovigen, waar naar
onze overtuiging Christus' lichaam zich op 't
zuiverst openbaart. Daar zal cok 's Heeren Geest
het krachtigst in ods kunnen werken. Daar
hooren we naarstiglyjk te komen: „Laat ons
onze onderlinge bgeenkomsten niet nalaten, ge
lijk sommigen de gewoonte hebben", zegt de
Schrijver van den Hebreeërbrief in hoofdstuk
1025. Gedurig moeten de gemeenteladen el
kander daartoe opwekken „Kom, ga met ons
en doe als wij". Broeders of zusters, die tot
verslapping in het kerkgaan geneigd zgn, moeten
door hun mede-kerkleden daarover eens vrien
delijk en broederlijk aangesproken worden. Men
late hun voelen, dat ook de broederband trekt,
en dat het voor herp die wel ter kerkgaan,
smartelijk is als zij de plaatsen van anderen
ledig zien. Want dat hoort niet zoo. Stel gij
hebt een familiefeest. Dan verhoogt het uwe
vreugde als alle bloedverwanten aanwezig zgn,
maar uwe vreugde is gedempt, als sommige
Het was haar jongste lieveling, dit meisje
met dat golvend-blond haar en die in-blauwe
kgkers, die nadat de vreugde-uitbarsting
over het aaDstaand genot wser over was
haar moeder meewarig aanzagen.
„Neen zoo ziek is moeder gelukkig niet hoor.
De dokter behoeft niet tekomen. 't Zal morgen
wel W8er over zijn."
„O, gelukkig."
„En dan kun-je niet in de auto rgden,"
plaagde de grootere zus.
„Dat geeft niet. Als moeder maar niet ziek is."
Wat wist dat kleine ding er van, dat moeder
altijd ziek was. Maar het wa9 een ziekte, waar
van geen dokter haar kon genezen. Zg was ziek
van verlangen naar haar oudste, die maanden
geleden vertrokken was en sinds dien maar
eenmaal thuis was geweest, toen zg een week
vacantie h id. En toen niet meer. Marie was
haar ontgroeid, hechtte niet meer aan hoar,
niet meer aan huis, niet meer aan het dorp.
Niemand dan Eén wist, ho8 daar 's avonds,
als alle kinderen naar bed waren, in dat kleine
kamertje de weduwe Lokkerse over haar Bgbel
zat gebogen, waarnit zij troost putte.
Niemand dan Eén wist, hoe vaak er oogen-
blikken waren, dat zg alle geloof sch<en te
verliezen.
Maar het was altijd God, aan Wien zg zich
had gegeven in volle overgave op het tijdstip,
dat Hij haar sloeg met zware onbegrijpelijke
slagen, toen Hg haar heur man ontnam ia de
kracht van zgn leventoen zij zelf worstelde
met den dood, het was altijd God, die haar
kracht gaf in stil geloovig vertrouwen in den
plaatsen onbezet blijven (om wat oorzaak dan
ookHeel de gemeente hoort saam in het
Bedehuis, liefst allen zooveel mogelgk twee
malen. En als er geen plaatsen opengelaten
worden, dan verhoogt dat de vreugde en het
geestelijk peil van het geheel. Da wegblijvers
verminderen (zonder dat ?g dit zeiven nog zoo
bedoelen) de Sabbatsvreugde der trouwe kerk
gangers. Opgewekt kerkelgk leven is alleen
daar te wachten, waar men getrouw opgaat.
Keer die zaak nu niet om, als 't u blieft.
Want sommigen zijn er op uit te beweren
Als er opgewekt leven is, dan komen allen ter
kerk. En die zoo spreken, nemen nog een schgn
van vroomheid aan door te bewerenAl dat
kerken uit sleur of gewoonte, dat heeft toch
ook niets te beteekenen. Alleen wanneer iemand
uit geestelijk behoefte kerkwaarts zich begeeft,
is zgn kerkgang van eenige waarde.
Het menschelijke hart is arglistig meer dan
eenig ding en weet ten allen tijde vonden te
zoeken om eigen kwaad te trachten goed te
praten.
Hoe zal iemand naar het lichaam gevoed
worden als hg niet eiken dag zich aan zgn tafel
neerzet om spijze en drank te gebruiken
Gelijk 't op natuurlijk gebied is, zoo is het
ook op geestelijk gebied.
Hoe zal iemand naar de ziel gevoed en ge
sterkt worden, als hg zich ook niet op gezette
tgden daarvoor stelt onder de beademing van
Gods Woord en onder de inwerking van Zgn
Heiligen Geeet
Wacht iemand eerst tot hij grooten hoDger
heeft, eer hg aan tafel gaat zitten?
Weineen, zich voegende naar de ordinantiën
des Heeren voor 't natuurlijke leven, gaat hg
op gezelte tijden daags zgn maaltijd gebruiken.
En wie dat geregeld doet, die gedijt lichamelijk
het best.
Worde dat nu ook toegepast op het geestelijk
leven. De welvaart van ons geestelijk leven
hangt ten d8ele ook daarvan af, dat wg ons
geregeld stellen onder de bediening des Woords
en der Sacramenten en onder de werkiüg des
Heiligen Geestes, welke de Heere met die van
Hem verordineerde middelen paren wil. En
zooals het voor een gezond mensch geen last
is en er dus ook geen dwaDg behoeft geoefend
te worden om zich op etenstijd aan den disch
te scharen, zoo moet het ook voor gezonde
kerkleden een genot wezen om zich tweemaal
per Zondag onder het geklank van Gods Woord
neer te zetten. Geen dwang moet er op hen
geoefend behoeven te worden. Ook al wordt
de behoefte naar het brood des levens in hunne
zielen niet zoo levendig door hen gevoeld,
bg 't kerkelgk leven komt ook de waarheid
aan den dag van den regel, dien de Franschen
voor 't natuurlijke leven aldus uitdrukken
Uappétit vient en mangeant, d.w.z. de eet
lust komt, al etende Immers, hoe getrouwer
men opgaat onder de bediening des Woords,
hoe meer smaak men krggt in de geestelijke
spijzen.
Men moet beginnen met den onlust van z'n
natuurlijke hart eens terdege te bestrijden en
te overwinnen. Want die onlust is zonde voor
God, weet gij dat wel Als gg geen lust voelt
om naar de kerk te gaan, geen behoefte voelt
om uw plaats in te nemen temidden der met
u één-zgnde huisgenooten des geloofs,
hebt gij dan wel eens bedacht, dat gij daardoor
den Heiligen Geest, die in u woont, bedroeft
Dat gg,instee van Hem in te laten
werken, Hem belet goeden invloed op uw hart
en consciëntie te oefenen. Ea als dat telkens
weer voorkomt, hebt gg dan wel eens over
wogen, dat gij eigenlijk den Heiligen Geest
wederstaat? Uw niet trouw opgaan naar de
saamkomst der gemeente is en blijft een on
verantwoordelijke zonde, waarbij gg zoo God
't niet genadiglijk verhoedevervalt van
kwaad tot erger.
Ja, van kwaad tot erger!
Hebt ge nooit ontdekt, ontrouwekerkganger,
dat uw hart stillekens aan al langer zoo meer
onvatbaar werd voor de geestelijke .diDgen
En dat gg schade aan uw zieleleven begint
te lijden
Luistert, zoo lief als u uwer ziele., zaligheid
is, naar het Woord der Goddelijke Wet, dat
gij nooit straffeloos kunt overtreden „Gedenkt
den Sabbathdag, dat gij dien heiligt".
Uw God, Wiens merk- en veldteeken op uw
zwaren moeilijken, niet-te-begrgpen weg, dien
Hij met haar ging
Want zg had het laDg voelen aankomen:
Het ging met Marie den verkeerden kant op.
Zg kreeg wel opgewekte brieven uit de groote
stad, maar bet scherpe moederoog, het warm
voelend moederhart, las tusschen de regels door
en voelde nog meer, iets anders.
Het was best mogelgk, dat Marie een prettig
leven had, maar zg wist het, dat het niet een
God-gewijd leven was, dat het was een behagen
scheppen in het schijnschoon, in het klatergoud
der wereld.
In haar antwoord-brieven wees zg daar op,
steeds maar weer, maar Marie reageerde er niet
op, zweeg die vermaningen, die waarschuwingen
dood.
Zg had zoo'n leuke vriendin gevonden, die
haar mee naar huis nam had haar dochter
geschreven maar op haar moeders vraag om
nadere bijzonderheden desbetreffende dat meisje,
was zij het antwoord schuldig gebleven.
Marie's brieven werden op den duur
schaarscher.
Eerst was het iedere week, toen om de veer
tien dagen, dat een brief het kleine huisje be
reikte. Daarna werd het drie weken. Zjj had
heusch geen nieuws, wist niet wat zij schrijven
moest. Moeder moest maar denken„Geen
tijding, goeie tijding".
Toen was die brief gekomen, waarin zjj
zinspelingen maakte op haar verhouding met
iemand van stand. Zg kon nog geen naam
noemen, maar als moeder het wist, zou zij te_
vreden zgn. En zij hadden elkaar zoo lief j
voorhoofd staat, Wien gij door uw belijdenis
des geloofs bovendien trouw gezworen hebt,
roept u des Zondags op tot Zijn dienst; niet
half, maar geheelniet slapjes, maar naarstig
lijk; en gij weet 't wel: Op trouwen gehoor
zaamheid aan dit gebod, volgt een gedurige
Sabbathszegen en als gevolg daarvan een ge
zond bloeiend welvarend geestelijk leven.
Verhardt u niet, maar laat u leiden.
(Deze rubriek zal voorloopig verzorgd worden
door den Redacteur ds. G. F. Kerkhof).
DRIETAL TE
't ZandtG. H. Dijkstra, te Lioessens
H. Lanning, te Nieuw-Weerdinge
S. van Leeuwen, te Houwerzgl.
TWEETAL TE
Driebergen J. J. Berends, te Maasland
W. Breukelaar, te Zaandam.
BEROEPEN TE:
Berkel en Rodenrijs: W. H. den Hooting, te
Giessen-N ieu wkerk.
DelftJ. L. de Wolf, te Haastrecht.
Rozenburg: H. Z. de Mildt, te Spgkenisse.
Soerabaja: G. R. Kuyper, te Haarlem,
's Gravemoer, Zalk, Genemniden Dr. D. K.
Wielenga Gzn., Cand. te Rotterdam.
Zeg waart, Oostburg: G. Laarman, cand. te
's Gravenhage.
Siddeburen H. Lanning, te Nieuw-Weerdinge.
AndelH. R. Pel, cand. te Schraard.
Apeldoorn D. B. Hagenbeek, te Vlaardingen
AANGENOMEN NAAR:
Wolvega: Tj. Petersen, te Anjum.
BEDANKT VOOR:
Breukelen W. H. Oosten, te Scheveningen.
Vroomshoop: G. H. Dijkstra, te Lioessens.
Oosterend op TexelJ. G. Feenstra,teDirkshorn.
FranekerJ. A. Tazelaar te Haarlemmermeer
(O.Z.)
BlokzijlR. J. Aalbe ts, te Wormerveer.
AFSCHEID VAN:
Leimuiden Ds. D. Drenth, met Psalm 4815.
Gramsbergen Ds. J. W. Siertsema, met Exodus
1415.
INTREE TE:
ZwgndrecbtDs. A. Rolloos (van Delfshaven),
met Marcus 4 26—29.
VarsseveldDs. J. Ubels (van Witmarsum),
met Gal. 6 14
StadskanaalP Bos (van Winsum Gr
met Openb. 6 2.
In ons vorig nummer werd nog niet
opgenomen de meedeeling dat ds. L. Bonma
van Middelburg op Paasch-Zondag 's morgens
zgn zoon ds. A. J. Bouma in het ambt mocht
bevestigen te St. Jacobi-Parochie, met tekst
Openb. 1 1720, terwijl des namiddags de zoon
intree deed, sprekende over 1 Cor. 151, 2.
Hoewel het weder dien dag zeer ODgunstig was,
waren de belangstellende gemeenteleden zeer
trouw opgekomen.
25 Mei zal in de provincie Groningen
een predikanten conferentie gehouden worden,
waar de miss. pred. ds. D. K. Wielenga van
Pajeh zal spreken en ds. Douma van Biernm
een referaat zal houden over „Calvgns opvatting
en inrichting van den Eeredienst, en de be-
teekenis daarvan voor onze dagen".
De Universiteitsdag wordt gehouden
23 Juni te 's Gravenhage. Daags tevoren de
wetenschappelijke bijeenkomst.
De Part. Synode van Noord-Brabant en
Limburg zal D.V, gehouden worden 15 Juni
te Almkerk.
De Kerkeraad van Utrecht kocht aan het
wjjkgebouw der Hervormden „Maranatha" met
een aantal aangrenzende panden. Voorloopig
worden in Maranatha godsdienstoefeningen ge
houden. Later wordt dan ter plaatse een nieuwe
kerk gebouwd voor het zuidelijk deel der stad.
Ook werd grond aangekocht aan den Amster-
damschen straatweg, om daar een 5de kerk te
Die brief heeft moeder Lokkerse tienmaal,
twintigmaal gelezen, niet omdat zij er zoo mee
ingenomen was, maar omdat die brief tusschen
haar en haar dochter een scheiding, een wreede
scheiding maakte
Zg wist niets dan die onnoodige zinspeling,
in enkele regels neergepend.
En toch wist zg, dat zij het begin zou zgn
van iets, ja, zg kon er geen naam aan geveD,
maar dan toch van iets, dat niet in den haak
was, dat niet kon bestaan in Gods heilig oog.
Die brief is de oorzaak geweest van bittere
tranen, van veel verzuchtingen, van intenser
wordende gebeden voor de afgedwaalde, die
dienstbode uit werd, want in een der volgende
brieven deelde Marie mede, dat zg winkel
juffrouw was geworden en nu op een eigen
kamer woonde. „Hg" had dit zoo gewild. Dat
paste beter dan dienstbode.
Niemand vertelde de weduwe Lokkerse van
haar verdriet, dan aan haar oudsten jongen
Jan, die flink uit de kluiten gewassen
werkte bg den jongen baas Sinke. De oude
Sinke had op het dorp een huis betrokken en
zgn geheele boerderij aan den zoon overgegeven,
al liet hg over alles nog een wakend oog gaan.
JaD, die oogenschgnlgk-ruwe klant (het was
echter een warm-kloppend hart in een ruwe
bolster voelde mee met zgn moeder, leed met
haar.
(Wordt vervolgd.)