Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 35e Jaargang. Vrijdag 7 Januari 192L No- 1 UIT HET WOORD. RedacteurenDs. L. BOTJMA te Middelburg en Ds. Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg, luti Mivirkirè: HO. I. I 1 1EEI, J. 0. ViELEIBk, F. J. I. t EIBE, I. IEIJER, H. P. I. 0. DE iALLE ib F. I. J. IflLF. PIRSYBRBENIGING ZBEIWSCHB KBRKBODB. HET BROOD DES LEVENS. In Kapornauins synagoge sprak de Heere Jezus deze woorden, nadat bij daags te voren vijfduizend man op wonderbare wijze gespijzigd had met vijf gerstebrooden en twee viscbjes. Dat wonder bad grooten indruk gemaakt. Het bracht der schare in herinnering den door Mozes voorzegden Profeet uit het midden des volks. Zij zijn in enthousiasme geraakt voor dien Won derdoener, en willen hem tot Koning ver- heften. Doch Jezus wilde aan hun vlee- schelijke overwegingen en plannen zich onttrekken. Hij zocht geen aardsche kroon, maar moest langs den uitgang te Jeruzalem, de kroon des hemels verwerven voor zijn volk, opdat hg voor dat volk zpu kunnen worden wat het zoo hoog noodig had levensbrood. Daarom ontnam hij de schare de gelegenheid hem tot Koning te kronen, door te ontwijken op den berg. De nacht daaraanvolgende waa wederom getuige vau een wonder des Heerenon verwacht verschijnt Hij wandelende op de zee om de zij oen te redden uit storm en duisternis, uit nood en dood en behouden aan wal te zetten. Een treffend aanschou welijk onderwijs voorwaar voor de Kerk des Heeren, hoe Christus zijne gemeente beschermt te midden van het woeden der hel, en haar binnenbrengt in de veilige haven. De schare volgt in den vroegen morgen Jezus naar de overzijde van het meer, ver baasd dat hij daar gekomen isen vraagt Hoe is het mogelijk, dat gij reeds hier zijt 7 Die nieuwsgierigheid schijnt de Heere Je zus onbevredigd gelaten te hebben. De Schrift deelt onB tenminste geen antwoord mee. Jezus laat bun echter hooren, dat het hem niet onbekend is, waarom zg hem achteraan gekomen waren. Niet om de teekehen, maar om de brood en. Datzelfde zou ook het socialisme van onze dagen wel doen. Men zou er niet op tegen zijn den Nazerener te volgen, als daardoor de honger van de maag gestild Werd. Want het is nog altijd zoo, ondanks het onderwijs van den Heiland, dat de groote schare allereerst zoekt de spijze, die vergaat. Doch Jezus wijst op de spijze die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des menschen den menschen gegeven heeft en nog steeds geeft. (vs. 27). Jezus noemde zichzelven den Gever van die spijze, die blijft tof in het eeuwige leven. Doch de schare vat dit niet. Ze hebben uit het wonder van gisteren wei bemerkt, dat hij het tgdelgke leven wel kon onder houden, maar zijn wonder achten ze toch nog niet z o o g r o o t als het wonder van Mozes, waardoor d a g e 1 ij k s manna gevonden wordt rondom hunne legertenten. Zegt hij hun een eeuwig-voedende spijze toe, welnu, dan moet hij ook Moze's won der weten te overtreffen! Zoo redeneerde bet blinde ongeloof. Daarop verklaarde Jezus, dat het manna slechts eene schaduw was van het ware brood uit den hemel, dat de Vader geeft. Het Brood Gods is Hij, die uit den hemel nederdaalt, en die der wereld het leven geeft. En in hun vleeschelijke blindheid mee- nende, dat Jezus nog steeds over stoffelijke dingen spreekt, vragen ze altoos dit brood te mogen ontvangen van Hem. Dan toch willen zjj den Nazarener wel volgen dag uit dag in. Ontnuchterend is opeens Jezus' uitspraak voor al die vleescheljjk gezioden Ik ben het brood des levens! Hij is niet slechts de Gever der gaveHij is de gave zelve. Zijne gaven van den vorigen dag waren slechts teekenen van wat Hijzelf is. De aardsche gaven, die Hij bun schonk, beteekenden dat Hijzelf niet slechts de Voeder van het menschdom, maar het ware voedsel is, dat de mensch doet leven tot in eeuwigheid. Uit het feit, dat Jezus de schare brood liet eten, was nog niet op te maken, dat Hijzjsli het Brood des levens was. Want profeten hadden soortgelijke wonderen gedaan, maar nimmer hadden hun won- derteekenen iets te zeggen gehad van bun eigen persoon. De wonderteekenen der profeten spraken nimmer van hen, maar altoos van hun God en Zender. Bij het wonder kwam dan ook het woord om dat wonderteken te verkla ren: Ik ben het brood des levens. Dat woord wierp een lichtstraal op het wonder van den vorigen dag, en deed den Wonderdoener te voorschijn treden in heerljjjken glans. Die gedachte, dat Jezus is het Brood des levens, mocht voor die schare eene gansch nieuwe en bevreemdende zijn, voor ons is ze niet vreemd meer. Wij weten im mers, dat deze Jezus, die als mensch op aarde verkeerde, van eeuwigheid geweest is in den schoot des Vaders, en vanuit den hemel nedergedaald is op aarde, en in het vleesch verschenen zijnde, zichzelven heeft overgegeven tot in den dood des zoenoffers, om uit dien dood ai de zijnen weer op te brengen en het leven te schen ken tot in der eeuwigheid. Diezelfde Jezus was op aarde gekomen om der wereld het leven te schenken. Door mensch te wor den was Hij voor ons bereikbaar geworden als een hemelsch manna, dat voor onze tente is neergedaald, opdat wij het tot ons zouden nemen. Jezus was Gever en gave tegelijk. In dit opzicht was Hij de meerdere van de profeten des Ouden Testaments. Want die Godsmannen stonden verre beneden hunne wonderwerken, maar bij Jezus was het juist omgekeerd: Hij stond verre boven zijne wonderwerken. Hij gaf brood om te laten zien dat Hijzelf het Brood is. Hij geeft en gaf het leven, om te laten zien dat Hijzelf het leven is. De schare, die het brood at, verstond het wonder niet, en het wonder leidde hen niet tot Hem, die zichzelven daarin af- teekende. Zij zagen in het wonder der spijziging wel wat Jezus vermocht, maar niet w i e Jezus was. En al voegde Jezus ook de verklaring er aan toe, door te zeggenIk ben het Brood des levens, wat baatte dit voor hen, die zich blind bleven staren op het teeken? Aardsch brood begeerden ze, niets meer. Geeft Jezus hun dit, welnu dan willen ze hem wel huldigen als profeet en koning. Maar omdat hun harte niets meerders begeert, willen zij ook niets weten van het Brood des levens, en wenden zich geërgerd van Jezus af, zoodra Hg zich als zoodanig heeft aangekondigd. Jezus zegt ook tot UIk ben het brood des levens. Zoo gij tot Mij komt, zult gij geenszins hongeren. En als gij dan tot nu toe Jezus achteraan geloopen zijt, gelijk de schare van Kapernaüm, dan moogt ge uzelven wel eens afvragen Waarom volgde ik Hem? Wat zoek ik bij Hem? Zoek ik zijne gave? of zoek ik Hem- z e 1 v e n Er zijn tijden geweest, dat het niet zoo gemakkelijk was voor den Naam van Jezus uit te komen. Dan ging aan het volgen van Jezus meer nauwe zelfbeproeving vooraf. Zien we het heden niet geheel ver keerd in, dan dunkt het ons. thans, hoe langer zoo gemakkelijker te worden Chris tus te belijden. Niet gering is dan het gevaar, dat men Hem volgt niet om Hemzelven, maar om het brood, om de gave, om eer, om positie in de maat schappij. Want men kan op allerlei gebied ijveren ,voor Jezus' koningschap met een vuur, dat zelfs anderen verwarmt, en dat men toch op één lijn staat met de Kaper- naieten. Want .wie weigert om te eten het vleesch en te drinken het bloed van den Zoon des menschen dat iswie weigert om uit Jezus' volheid te putten de stof tot algeheele vernieuwing van verstand en hart en uit zijn Geest zich op te bouwen tot een nieu wen mensch naar zijn beeld en gelijkenis, die wendt zich feitelijk van Jezus af, en toont niet te hongeren naar de gerechtig heid. Wee ul die verzadigd zijt, w,ant gij zult hongeren. Indien gijzelf uw ellendigen toestand inzaagt, ge lijk Gods kinderen dien Zien, ge zoudt ontroerd zijn over uw toekomstig lot. Al volgt ge nu in schijn Jezus na, dan volgt ge eenmaalKapernaüm na, want in hen, die zich geërgerd van Jezus afkeerden, hebt ge te zien uw eigenbeeld. De hongerende ziel behoeft niet onver zadigd te blijven zij nemen J e z u s-z e 1- v e n aan als g a v e. Hij is immers het Brood des levens. Door dat Brood in u op te nemen en u toe te eigenen, worden al uwe behoeften voor eeuwig verzadigd. Wie gelooft komt tot Hem. En wie komt, zal nimmer meer hongeren. Kerkhof. KEBKDLIJK LÜYEN. Aan het begin. Zeenwscbe Kerkbode. AbolltBSKtsprtyiper kwartaal bf vooruitbetaling 90 cent. Afzonderlijke nummers 7 cent. AiTCrtMtUprtyl t 15 cent per regelbp jaarabonnement ran minstens 500 regels belangrijke redactie. UIYGATI JAS DE Adres T» di Administratie Pirma LITTOOIJ ft OLTHOFF, ■iddelbarg. Berichten, Opgaven Pre likbenrten en Advertentiin tot n i t e r 1 f k Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukken LITTOOIJ OLTHOPF, Middelburg. En Jezus zeide tot henXk ben het brood des levens. Johannes 6 35. Hoewel de Geref. Kerken ia Zeeland met dankbaarheid terugzien kunnen op den weg, waarlangs z\j gekomen zjjn, wgl er overvloedige redenen zgD, welke ons toeroepenGod heeft het welgemaakt, toch mag dit niet beletten om te luisteren naar het bevel om voort, te trekken. Behalve de kerkelijke procedure, waarvan de Generale Synode van Leeuwarden de beslissing bracht, was het jaar, dat achter ligt een jaar van rustigen arbeid. De kerken hebben geen groote veroveringen te boeken, maar evenmin van groote verliezen te gewagen. Er was over 't algemeen een stille groei, welke ondèr den zegen des Heeren tot stand kwam, maar ook beschouwd mag worden als een vrucht van rustige toewijding. In het land van Axel werden voornamelijk drie kerken steeds sterker het is alleen te betreuren, dat een der dienaren des Woords weldra heengaat, wiens arbeid aan heel ons gewest te stade is gekomen. Aarden- burgs kleine groep was zeer actief en het ver rezen nieuwe kerkje getuigt van toenemenden invloed doch in het geheele land van Cadzand is nog slechts één predikant, terwijl er zooveel te doen is. Opmerkelijk is het, dat er aldaar een kleine groep is, welke in oud-gereformeerde richting gaat. Wanneer iemand ons dit eenige jaren geleden gezegd zou hebben, dan zouden we waarschijnlijk gedacht hebben, dat het niet mogelijk zou zijn. Doch als men nu weet, dat deze beweging ontstaan is in een kring van menschen, die zich daar van buiten gevestigd hebben, dan is het verschijnsel genoegzaam verklaard. Ofschoon de bodem daar niet zoo ontvankelijk is voor Gereformeerde beginselen, toch blijkt het, dat er bij volhouden langzaam nog wel gewonnen zal worden. Ook de enkelen, die buiten ons zijn en in het oude evangelie eeren de eenige boodschap des heils voor zondaren, hebben er een zeer moeilijken strijd. Met de kerken op Walcheren gaat het goed. Qet aantal vacatures neemt af Vooral op onderscheiden dorpen staan onze kerken zeer vast en hebben een grooten invloed en van de eenheidsbeweging" bemerken we wel iets, maar toch niet veel. Het besef, dat de Afscheiding en Doleantie recht van bestaan hebben gehad, is over 't geheel nog levendig. Toch is er oor zaak om te blijven waken, want hier dringen allerlei denkbeelden binnen, welke ons herin neren aan de eigenaardige geestelijke stroomin- gen van onzen tijd. Heldere degelijke voorlichting is er noodig, opdat de onvergankelijke schoon heid dér waarheid voor 't oog blijve staan. Wie weet welke lectuur in sommige kringen komt, verwondert er zich niet over, wanneer hg soms gedachten hoort niten, welke aap verschillende afwijkingen herinneren. De oudste onzer die naren heeft verleden jaar eervol emeritaat ver kregen en een jonge man heeft te Veere voor 'teerst den herdersstaf opgenomen. Uit Zuid-Beveland valt mede te deelen, dat enkele predikanten van elders overkwamen, waardoor het groot aantal vacatures, 't welk daar enkele jaren reeds was, afgenomen is. Een verblijdend verschijnsel. Naast onze ker ken aldaar staan Gereformeerde gemeenten en vrij evangelischen, terwijl er in de Herv. kerken meestal een orthodoxe prediking is. Als er ergens in Zeeland sprake kan zjjn van een rnstige ontwikkeling van 't gereformeerde leven, dan is het daar wel het geval. Van buiten gewone moeilijkheden is er geen sprake en van hardnekkigen strijd evenmin. Iédere kring leeft daar vrijwel voor zich zelf en voorzoover de onderscheiden kringen met elkander in aanraking komen, leidt het toch niet tot bot sing. Veeleer schijnt het, dat het aantal groepen nog eerder vermeerderen dan verminderen zal, al moeten we er aan toevoegen, dat de Geref. kerken van lieverlede dieper wortelen in het bewegelijk en gemoedelijk zielsleven van dat eiland. Uit een zeker oogpunt is zoo'n pro vincie toch mooi omdat elk eiland ook in 't kerkelijke zijn eigen cachet draagt -1— over eenvormigheid behoeven we nog niet te klagen en de groote verscheidenheid houdt ons steeds klaar wakker. Op Noord-Beveland hebben jaren lang ge arbeid ds Staal en ds. Baajj, de een in Colgns- plaat en de ander te Camperland, terwijl de kerken van Geersdjjk en Wissekerke aldoor vacant zijn en ook nooit beroepen. Het laatste is me een raadsel, welk ik niet oplossen kan. Het heeft ons toegeleken, dat zij reeds vóór jaren aldaar een predikant gehad moesten hebben, want het was een arbeidsveld, dat iets beloofde. Doch waarom het niet gebeurd is, weet ik niet. Ds. Baaij heeft zijn. post ver laten, wijl hij emeritus geworden is. Ofschoon het niet zoo gemakkelijk zal zjjn om daar een geschikt opvolgèr te vinden, toch is het noodig, dat die vacature niet al te lang blijft duren. We meenen te weten, dat de kerkeraad aldaar ook zoo oordeelt en dat hjj reeds bezig is om in de bestaande behoefte te voorzien. Er is een arbeidsveld op dit eiland, waarop voor meer dan twee dienaren des Woords plaats is. Schouwen en Duiveland lijden onder het

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1921 | | pagina 1