Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 34e Jaargang. Vrijdag 19 November 1920. No. 47 UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg, luti lilmrkinO.D. I. J. i. i IEEI, l 0. IIELEIE1, F. J. I. i. EIOE, 8. IEIJER, H. P. I. 6. DE WILLE n F. I. i. WOLF. Adres vu de Administratie Firma MTTOOIJ A OLTHOFF, Middelbar*. HET HOOGSTE DOEL VAN DEN ZENDINGSARBEID. III (Slot). Aan wie moet door de gemeente Gods veelvuldige wijsheid gepredikt worden Aan de Overheden en Machten in den hemel. Daarmee wordt bedoeld de engelen wereld. De engelen worden zoo genoemd, omdat zij inderdaad zijn overheden en machten, die invloed oefenen op alle wereld gebeuren. Ze worden genoemd in de Schrift „gedienstige geesten" en wel omdat zij terstond bereid en vaardig zijn om Gods bevelen op aarde uit te voeren. Daartoe behoort ook, dat zij vaak heerschappij voeren over de geesten der menschen, over de gedachten wereld der volkeren. Zij leven dan ook in alwat er onder menschen ge beurt, belangstellend mee. In 't bizonder stellen zij belang in wat gebeurt met de strijdende kerk van Christus hier op aarde. Vanuit den hemel slaan zij nauwlettend gade, hoe die kerk zich uitbreidt en in haar worstelingen tegen duisternis en on geloof overwinningen behaalt. Die engelen verblijden zich reeds over één zondaar die zich bekeert, dus ook over den wasdom der gemeente van Christus over heel de wereld. Als er dan ook één werk is, waarop ze hun aandacht gespannen houden, dan is het op allen zendingsarbeid. Want de vruchten van dien arbeid leveren aan de engelen stof om Christus' heerlijkheid te bezingen. Bij onzen zendingsarbeid worden wij nu ook geroepen hart en hoofd omhoog te hellen en te bedenken, de dingen die boven zijnwe worden opgeroepen om aan de Overheden en Machten in den hemel te prediken de veelvuldige wijsheid Gods. Het moet ons ook tot krachtigen steun dienen bij dezen arbeid te weten, dat wij in den hemel zulke belangstellende toe schouwers hebben. Die engelen zien ons op de handen, om waar te nemen of wij wel ijverig genoeg zijn in dien arbeid. Het zou u niet moeten bevreemden ah die engelen in de loop der eeuwen, ziende hoe langzaam die uitbreiding van Christus' kerk toeging, wel eens gedacht hebben o Heere 1 wat moet er toch worden van Uw volk op aarde Hoeveel millioenen sterven weg zonder kennis van den Verlosser en Zalig maker te hebben gekregen 1 Want als één ding dien engelen met leedwezen ter harte gaat, dan is 't zeker wel dit, dat de vorst der duisternis nog zoo groote macht blijft oefenen in de menschenwereld. Met vreugde zien ze evenwel den voortgang van het Koninkrijk van Christus Jezus, hun Heer en Koning. Evenals wij menschen in de lente met blijdschap waarnemen, hoe het gelaat des aardrijks veranderd wordt door het uit bottend jong groen, zoo bedrijven deengelen vreugde als het gelaat der menschenwereld veranderd wordt door het herscheppende werk van Gods genade vooral waar 't Evangelie gepredikt wordt. En als zij dan van boven neer zien op dat veelkleurige volkerentapeet, waardoor Gods veelvuldige wijsheid wordt verspreid, dan wekt dat hun blijdschap op en zingen zij den Heere met nieuwe lofzangen. Vanuit dat oogpunt beechouwd krijgt onze zendingsarbeid nog schoonere betee- kenis, dan we tevoren wel dachten. Wij moeten door onzen ijver aan de engelen stof leveren om Gods Naam te verheerlijken. Nu in de laatste eeuw door vergemakke lijking van het wereldverkeer de gezanten van Christus naar alle uithoeken der aarde zijn heengegaan om 't Evangelie der zalig heid te prediken, verheugen zich de engelen met groote vreugde, dat daar in allerlei tongen uit allerlei zondaarsharten gebeden en dankzeggingen opklimmen tot God, en ook dat onder die volkeren, die eertijds in duisternis wandelden, nu gezien wordt een wandel als van burgers van het he- melsche vaderland. In dat licht bezien ver-. krijgtonzezendiDgsarbeid hooger beteekenis, omdat die arbeid blijdschap verwekt in de eD gelen wereld daarboven. We zijn gewoon geraakt om voor ons zeiven alle heil en licht van boven te verwachten. En dat is goed ookMaar een enkelen keer laat de Schrift ook eens een andere gedachte hooren, n.l. daar gaat ook van Christus' kerk op aarde een schijnsel uit naar boven. Niet opdat wij er ons op zouden verhellen, zegt Gods Woord ons dit. Want 'tis ontvangen licht, dat weerkaatst wordt, gelijk de maan aan den avondhemel weerkaatst het ont vangen zonlicht. In het schijnsel nu, dat door Christus' gemeente naar boven wordt afgeworpen, verheugen zich de engelen. Dat schijnsel is voor die engelen eene pre diking van Gods veelvuldige wijsheid. Door de gemeente moet die wijsheid bekend gemaakt worden aan de Overheden en Machten in den hemel. Dus is onze zendings arbeid nooit vruchteloos, nooit tevergeefsch. Al zien wij op aarde niet aanstonds de vruchten, de belangstellende toeschouwers in den hemel verblijden zich over onzen strijd tegen het rijk der duisternis. En als zij bovendien resultaten zien op onzen arbeid, dan grijpen zij naar hun harpen en cithers om met steeds voller accoorden te prijzen den Naam des Heeren, die in de leiding van Zijn Kerk hier op aarde zoo heerlijk doet uitblinken Zijn veelvuldige wijsheid. Met een nieuw Hallelujah wordt de hemel vervuldEere zij Gods veelvul dige wijsheid. Het gaat dus bij onzen arbeid niet in de eerste plaats om 't maken van bekeer lingen. Hoogste doel van onze zendings arbeid moet zijn de verheerlijking van Gods Naam, de verkondiging van Gods veelvuldige wijsheid. Daartoe moet in Magalang op Java Christus' kerk geplant worden. Daar moet een gemeente tot openbaring komen, die na verloop van tijd zelve weer als predikster van de veelvul dige wijsheid Gods kan optreden. Er is een tijd geweest, dat zendelingen als zij repatrieerden moesten kunnen verhalen van een groot aantal bekeeringen. Om geld los te krijgen werden dan bekeeringsver halen verzonnen en opgesmukt. Dien tijd zijn we gelukkig te boven. We verwachten van ds. Merkelijn niet allereerst een opsomming van bekeeringsgeschiede- nissen. Onze zendingsmethode is een andere. Het volk op Java moet uit de strikken des satans, waarin het verward zit, los gemaakt. En dat gaat niet in één twee drie. We hehben afgeleerd er vrede mee te hebben, dat niet binnen enkele jaren een groot aantal bekeerlingen op het lid matenboek kan worden ingeschreven. Er moet in den beginne grondleggend worden gearbeid. Een volk moet in heel zijn be staan worden aangetast en uit de knellende banden der duisternis verlost, anders be- teekenen enkele bekeerlingen nog niets. Daarvoor worden als hulpmiddelen naast de Evangelieprediking aangewend het school onderwijs en de medische dienst. Door het leeren lezen van den bijbel worden de kinderen des volks in de sfeer van het licht des Evangelies gebracht. Door het ondervinden van de barmhartigheid bij het genezen van ziekten en verzachten van lichamelijke ellende, komen die heidenen in aanraking met de liefde van Christus, die voor zondaren stierf aan het kruis. Langzamerhand wordt zoo invloed geoefend op de harten der heidenen, maar die invloed dringt dan ook door als een zuurdeesem in het deeg, als een inktdroppel in 't vloei. Op allerlei wijze moeten de bolwerken des satans beschoten worden. Terwijl wij die middelen aanwenden en geloovig bidden om Gods zegen op dien arbeid, zal de Heere onze God zijne aanbiddelijke wijsheid ook daarin verheerlijken, dat Hij de harten van Javanen en Chineezen opent, dat zij acht geven op hetgeen door den Evangelie prediker hun ter zaligheid geboodschapt wordt. En wij mogen niet eer aflaten van dien arbeid, voordat ook op Midden-Java Chris tus' gemeente geworden is eene predikster van Gods veelvuldige wijsheid voor de engelen in den hemel. Als de Heere Zich over Magalangs be volking ontfermd door hun harten te openen voor de Evangelieprediking, dan is het niet om ons Zendingsvrienden een genoegen te doen, maar ter eere van Zijn Naam, tot verheerlijking van Zijn veelvuldige wijsheid. Doch wij moeten uit liefde tot God vol ijverig voortgaan met Evangelieprediking, zonder te vragen of 't een moeilijke of gemakkelijke arbeid is, zonder te vragen of wij aanstonds dan wel pas na langen tijd de gewenschte vrucht op den arbeid zullen zien, maar in de wetenschap dat wij als gemeente hier op aarde een heer lijke roeping vervullen tegenover Gods heilige engelen, omdat wij verwaardigd worden hun te prediken, zichtbaar en hoor baar, de veelvuldige wijsheid Gods. KERKELIJK LEVEN. Dr. Abraham Kuyper. AboniwmwntgprtJsper kwartaal b$ vooruitbetaling 90 cant. Afzonderlijke summers 7 eent. AtfvarttfttiaprQs t 15 cent per regelbij jaarabonnement ran minstens 500 rebels belangrijke reductie. UITGAY1 Til DE PBRSYBRBBNIGING ZBBUWSCHB KBRKBODB. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlfk Vr|dajmorjen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOPP, Middelburg. Opdat nu door do gemeente bekend gemaakt worde aan de Overheden en Machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods. Efeze 3 10. Kerkhof. 39 Oct. 1837 8 NOV. 1980 Hoewel we weken reeds voorbereid waren, toch heeft de mare van 't overladen velen in 't land ontroerd. De Bladen van alle richting hebben woorden ter gedachtenis gewijd aan het heengaan van dezen groote in Israël en bijna alle mond heeft over hem gesproken. Hg was dan ook een man van de schouders af hooger dan alle anderen, een man van emi nente beteekenis, die jaren achter elkander de politiek van ons vaderland heeft beheerscht. Meermalen heb ik vroeger gedacht, als hij er niet eens was, wat zou de Dagblad-pers dan nog moeten schrijven. Op een vergadering werd eens de vraag gedaanwat hebben we hier toch met dr. Kuyper te maken en daarop volgde het laconieke antwoordwel dat is nog al duidelijk, want hij is overal. Of iemand vóór of tegen hem was, het deed er niet toe, allen moesten met hem rekening honden. Zjjn woord drong overal door en verwekte een buitengewone geestdrift of een storm van ver ontwaardiging. Het ligt voor de hand, dat ook onze Kerk bode herinnert aan wat hij voor ons geweest is en dat we ons beperken tot ons kerkelijk leven. Op allerlei wijzen heeft men reeds hulde gebracht aan zijn groote verdiensten als Staatsman, als de organisator van de anti-revo lutionaire partij, als journalist van buitenge wone bekwaamheid, als redenaar en geleerde en de geschiedenis zal hem straks nog helderder voor 't oog plaatsen. Wij echter willen een voudig gedenken, al is 't maar met een enkel woord de weldaden, welke onze God in hem geschonken heeft aan de Gereformeerde kerken bij name Toen de eerste nummers van aDe Heraut* gekomen waren, vroegen we aan Profesor van Velzenwat oordeelt u over het optreden van dr. Kuyper en over den arbeid, welken hg onderneemt en we kregen ten antwoord: Wat de Heere voor heeft met dezen hoogbegaafden man weet ik niet, maar wel weet ik, dat we alle redenen hebben om den Koning der kerk te danken voor hem, die zoo fier en zoo kloek het opneemt voor de zoozeer miskende Gereformeerde belijdenis. Wgl we zeer groote waarde toekenden aan dezen door ons vereerden leermeester, werden we nog meer aangemoedigd om alles te lezen, wat dr. Kuyper ten beste gaf, die in ons jongeren destijds de liefde tot onze gezuiverde Confessie heeft aan gevuurd en versterkt. Hg heeft ons doen gevoelen, welk een heerlijke schat aan de kerken in Nederland geschonken was. Welk een diepen indruk maakten zjjn artikelen uit het Woord over de particuliere genade, zoodat we den kern van onze belijdenis zagen, waar door onze overtuiging diepere wortelen schoot. Wisten we van te voren reeds, welk een kleinood we daarin bezaten, nu begonnen we al duide lijker de waarde daarvan te beseffen. Voorts kwamen de toelichtingen over de leer der ver bonden en we zagen den wonderschoonen vorm, waarin God Zijn genade tot de menschen ge bracht had. We kregen inzicht in de bedee ling der tgden en we herlazen nog eens wat ons zoozeer geboeid had. En dan de meditaties, welke tot ons spraken in een taal, welke ons deed genieten. Hoe menigmaal hebben we ons vsrkwikt aan wat deze kenner van 't geestelgk leven ons uit den schat mededeelde. Later trachtten we in te dringen in de ge dachten, welke de gedrukte dictaten-college over de dogmatiek ons boden en ze openden ons nieuwe gezichtspunten, en zg prikkelden ons om ons een heldere voorstelling te ver krijgen van de goddelijke waarheid. We konden ons begrgpen, dat de studenten, welke deze lessen volgdeD, vol enthousiasme luisterden naar znlk een Professor, die uit zgn rgken voorraad zulke schatten mededeelde. Intusschen zagen we ook in onze nabijheid, welk een kracht er uitging, want in de Her vormde Kerk ontstond een belangstelling naar de Gereformeerde belijdenis, als wjj nog nooit aanschonwd hadden. De invloed van de Heraut deed zich gelden tot in de eenvoudigste woningen. Op vergaderingen inzonderheid welke belegd werden door jongelingsvereeni- gingen bleek het. Het kerkelijke vraagstuk kwam aan de orde en drong naar voren. Het was duidelijk, dat het thans meenens werd. De pennen raakten in beweging en de monden waren er vol van. Het conflict bleef niet uit.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 1