Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
No 81
34e Jaargang.
Vrijdag 30 Juli 1920.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds G. F. KERKHOF te Qost-Souburg.
Vssfi HidiwirkarsD.D. R. I w. ri. VEEI, J. D. IIFLEIGI, F. I v. I. ElOE, B. MEIJER, H. P. M. G. DE WALLE u F. I. I IOLF.
UIY0AYI YAN DE
PBRSVBRBBNIGING ZEBUWSCHB KERKBODE.
Adres vsfi dAdministratie
Firma LITTOOIJ ÖLTHOFf, Middelburg.
UIT HET WOOBD,
VREEST DIEN.
De vrees is één van de factoren, en
wel één van de machtigste factoren, waar
van op den mensch een invloed uitgaat,
dat hij wat doet of laat.
Van dien factor, de vrees, wordt dan ook
in onze samenleving een veelvuldig ge
bruik gemaakt om op den mensch invloed
uit te oefenen. En dat niet alleen bij de
kleine kinderen, die men vaak, door ze
vrees in te boezemen zoekt af te houden
van het kwade en te bewegen tot het
goede, maar ook in de wereld der volwas
senen.
Die factor van de vrees is om een
voorbeeld te nemen uit de tegenwoordige
maatschappij bijna altijd aan te wijzen
bij een werkstaking. Wordt zulk een staking
geproclameerd dan is die lang niet altijd ge
rechtvaardigd. En komt het voor, dat er
dienaangaande nog twijfel bestaat, soms
staat het voor elk Christen vast, dat zulk
een staking ongeoorloofd is en dat een
Christen-werkman daaraan niet mee mag
doen. En dan gebeurt het wel, dat de
Christen-werklieden het ook uitspreken,
dat zij daaraan hun steun niet kunnen ver-
leenen. Maar de stakingsleiders en hun
volgelingen, die dan toch doorzetten, maken
dan gebruik van de vrees om hen, die
uit zichzelve niet geneigd zijn aan hun
bevel gehoor te geven daardoor te bewegen,
dat ook zij er zich bij aansluiten. En dan
bereiken ze daarmee maar al te vaak hun
doel, omdat er dan zijn die wel zouden
willen werken maar niet durven.
Over dat vreezen van onze Christen
werklieden mag nu niet zoo maar licht
vaardig de staf gebroken worden. Dat ze
vreezen is te verstaan en tot op zekere
hoogte te billijken. Zij, die door allerlei
bedreigingen zoeken hen vrees in te boe
zemen, zien er in vele gevallen niet tegen
op hun bedreiging ook om te zetten in
een daad. Hoe vaak wordt een werkwillige
gemolesteerd en erger. En dan is het
voor de buitenstaanders wel gemakkelijk
om te zeggen, dat zij aan die bedreigingen
en aan die molestaties zich niet moeten
storen, maar de vraag is wat die buiten
staanders zelf zouden doen, wanneer zij in
dat geval verkeerden 1 In onze dagen mogen
we ons wel tot taak stellen ons beter in
te denken de moeilijke positie van onze
Christen-arbeiders. En als we dat doen
dan zullen we ook billijker oordeelen over
hun vrees.
En die factor van de vrees wordt
niet alleen in werking gesteld bij een sta
king, om invloed uit te oefenen op een
bepaalde groep van menschen, die zelfde
vrees wordt gebruikt om heele steden en
landen te bedwingen.
De zoogenaamde „Terreurs" die, volgens
de berichten in de bladen, heerschten in
onderscheiden steden van Europa, vonden
bun kracht alleen in dat inboezemen van
vrees.
Is zoo de vrees een machtige factor
om anderen voor zijn wil te doen buigen,
dan ligt het in den aard der zaak, dat die
vrees een begeerlijk wapen is voor den
Satan (en de wereld, die zich stelt in zijn
dienst), om zijn wil door te zetten en den
mensch te doen zondigen in ongehoorzaam
heid aan Gods wil.
En dat gebruik maken van de vrees
bedreigde nu de jongeren, tot wie de Heere
Jezus allereerst dit woord richtte. Straks
zouden de jongeren worden uitgezonden
tot de prediking van het Evangelie. Wat
Jezus hun gezegd had in de duisternis,
moesten zij dan zeggen in 't licht. Wat
Jezus hun had in 't oor gefluisterd, moesten
zij dan prediken van de daken (Matth.
1027). Maar door die prediking zouden
zij zich gehaat maken bij den Satan en
de wereld. En in die, hen vijandige,
wereld zouden zij geen aardsche macht
kunnen stellen tegenover die van hunne
vijanden. Zij zouden zijn ais schapen
temidden der wolven. Straks zou die
wereld hen scherpelijk dreigen, dat
zij niet meer tot eenig mensch zouden
spreken in Jezus' naam (Hand. 4:17), Dan
zou de wereld die bedreiging ook doen
volgen door een daad van geweld; ze zou
Stefanus dooden (Hand. 7) en Jacobus
den broeder van Johannes (Hand. 12).
Doordat alles zou de wereld pogen hen
door de vrees af te houden van de ver
vulling van hun roeping en hen met grooten
nadruk toeroepen vreest ons.
En zie nu hoe de Heere Jezus hier tegen
dat gevaar de zijnen wapent.
Tegen die vreeze wapent Hij hen ook,
blijkens het vervolg, met sterkende en
troostende beloften. Hij wijst er hen
op, dat ze altijd en overal zijn in de hand
des Heeren. Zelfs een muschken ia voor
God niet vergeten zelfs de haren huns
hoofds zijn geteld, (vs. 6 en 7.) Zoo mogen
dan zij, die vele muschkens te boven gaan,
het weten dat zij, waar dan ook, voor God
niet verborgen zijn. Hij wijst hen op de
belijdenis, waarmee Hij zelf voor zijnen
Vader hen eeren zal, die Zijnen Naam
beleden onder de menschen. (vs. 8 en 9.)
Maar die heerlijke beloften zijn toch
niet de eerste wapenen tegen de
vrees voor de menschen.
Dit toch is Jezus' woord„en ik zeg u,
mijnen vrienden, vreest niet voor degenen,
die het lichaam dooden en daarna niet
meer kunnen doenmaar ik zal u toonen
wien gij v r e e z e n zultvreest dien,
die nadat hij gedood heeft, ook macht
heeft in de hel te werpsnja, ik zeg u,
vreest dien."
En in dit woord des Heeren verdient dan
vierderlei wel de bijzondere opmerk
zaamheid.
Allereerst wel dit, dat Jezus hier
blijkt te gelooven aan het bestaan van een
hel, en dat Hij bij die hel denkt aan een
plaats der pijniging voor ziel en lichaam.
Volgens Matth. 10 28 sprak de Heere
vreest veel meer Hem, die beide ziel en
lichaam kan verderven in de hel.
In de t w e e d e p 1 a a t s, dat Hq spreekt
van God, als die macht heeft in die plaats
der pijniging te brengen, en die van die
macht ook gebruik maakt.
Voorts is opmerkelijk, dat de Heere die
kennis, die Hij heeft van die plaats der
pijniging, niet ongebruikt laat maar van
het bestaan van die plaats der pijniging
spreekt met grooten nadruk.
En eindelijk verdient dan de aandacht,
dat de Heere spreekt van die plaats om op
te wekken tot vreeze voor God. Is het dat
de wereld zijn jongeren zoekt vrees aan
te jagen door haar macht en door het
kwaad, waarin zij de jongeren kan brengen,
de Heere wijst hen dan op een andere
macht, wijst op God die meer te vreezen
nog is, dan de macht der wereld, omdat
Hij kan brengen in nog grooter kwaad.
Zijn eerste wapen ontleent dan de
Heere aan het kwaad, dat Hij bestrijden
wil. Wil Hij de verkeerde vrees uit
bannen, Hij doet naar den regel, dat het
gelijke met het gelijke moet bestreden
worden en bant de v r e e s uit door
vrees. En tegenover het woord der
wereld vreest mij" zet Jezus met grooten
nadruk en hoogen ernst zijn woord: »Ik
zal u toonen, wien gij v r e e z e n zult
ja, Ik zeg u, vreest dien", dat is,
vreest God, die de zondaren straft.
Zullen wij dit wapen ongebruikt laten
liggen
Velen willen dat.
Van de hel mag, volgens hen, niet ge
sproken wordenook al omdat het nog
zeer de vraag is of er wel zulk een plaats
der pijniging bestaat.
En aangenomen al dat er zulk een plaats
der pijniging bestaat, dan mag daarop
toch niet gewezen worden om de menschen
vrees aan te jagen. Wat zij dan noe
men ^bangmakerij", moet in de prediking
vermeden worden. De lokkende beloften
des Evangelies moeten uitgestald worden,
en die alleen.
Maar hoe wordt dan door diemenscbe-
lijke wijsheid, die eigenwijsheid en dus
onwijsheid is, miskend de aard van
het natuurlqk bestaan, dat in zich draagt
het element van de vrees.
Satan kent dat element en gebruikt het,
en maakt van de vrees, waarvoor de
mensch vatbaar is, gebruik om dien mensch
te doen handelen naar zijn wil. Ea de
wereld, als zijn instrument, maakt gebruik
van de vrees, waarvoor de mensch vat
baar is, en door die vrees onderwerpen
enkele goddeloozen duizenden aan hun wil.
En die vree s, die zoo machtige factor
is om de menschen te doen blijven in de
wegen der zonde, zou niet mogen aan
gewend worden, om de menschen te be
wegen die wegen der zonde te verlaten
Hoe worden we voor die dwaasheid be
waard, wanneer we ons laten leiden door
onzen hoogsten Profeet en Leeraar, gelijk
Hij ook hier zijn onderwijzing doet uitgaan.
Dan gelooven we aan het bestaan van die
schrikkelijke plaats der pijniging. Dan
gelooven we, dat God in die plaats der
pijniging voor ziel en lichaam zal brengen,
die Hem wederstaan. Dan zullen ook wq,
ook in de prediking, wijzen op die plaats
der vergelding om vreeze te wekken
en met een Paulus zeggenWij dan wetende
den schrik des Heeren, bewegen
de menschen tot het geloof (2 Cor. 5 :11).
We zullen dat doen gelijk onze Heere dat
deed. We zullen de beloften niet
vergeten. Tegenover de lokkende be
loften der wereld, die ij del en leugenachtig
zijn, zullen we stellen de heerlijke lok
kende, waarachtige beloften des heils.
Maar tegenover de vrees, die de wereld
zoekt in te boezemen, zullen we ook zoeken
in te werken op de vrees van den
mensch, en hem toeroepenVrees niet
de wereld, maar vrees dien die beide
ziel en lichaam kan verderven in de hel.
En moge dan ook zoo naar dit woord
des Heeren geluisterd worden.
De wereld zoekt u, lezer, bevreesd te
maken met haar machtook u, en inzon
derheid, u Christen-werkman. Zq zoekt u
door de vrees voor haar macht af te
trekken van den weg der gehoorzaamheid
aan het woord van God. En haar macht
is groot. Ontbreekt haar, door Gods bestel,
nu nog de macht om het lichaam te dooden,
zij kan toch veel kwaad over u brengen.
Geen wonder dan dat ge soms vreest,
gij klein en zwak schepsel.
Maar als Gij dan geneigd zoudt zqn te
zien op haar macht en door de vrees U
te laten leiden tot ongehoorzaamheid aan
het gebod Gods, hoor dan wat de Heere
u hier zegtik zeg u, vrees haar niet,
maar vrees God. Laat de vreeze
voor God bij u uitdrijven de vreeze
voor de wereld. Laat niet de vreeze
voor de nietige menschen bij u verstrikken
de vreeze Gods. Zoek niet het lichaam te
bewaren in een weg, waarin ge beide ziel
en lichaam zoudt verliezen. Bedenk het
wel, dat zoo gij afwijkt van de vreeze des
Heeren en Hem wederstaat, God beide uw
ziel en uw lichaam zal verderven in de
hel. Laat u geruststellen door de verzeke
ring, dat God u ziet(Hij ziet zelfs de
muschkens Hij telde zelfs de haren van
uw hoofd) en dat Hij voor u zorgt. Laat
u lokken door de heerlijke belofte, dat
Jezus eenmaal uw naam zal belijden voor
de Engelen Gods, wanneer gij Zijn Naam
zult beleden hebben hier voor de menschen.
En uwe belijdenis zij dan in het midden
der wereld, de ootmoedige belijdenis
Ik vrees God. Hèij.
Geheel ten onrechte is door een en
kelen uitlegger hier gedacht aan Satan.
Satan heeft niet de macht om in de bel
te werpen en nergens vermaant de H.S.
om Satan te vreezen, wel om hem te
wederstaan.
KBBKELIJK LBYlg.
Openluchtmeeting.
ZeenvscAe Kerkbode.
A bos&ementsprQsper kwartaal bij vooruitbetaling 9 O cent.
Afzonderlijke nummers 7 cent.
AdVirteitleprfll t 15 cent per regel; bjj jaarabonnement yan
minstens 500 regels belangrijke reductie.
Berichten, Opgayen Predikbeurten en Adyertentiën tot
uiterlfk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkere
LITTOOIJ OLTHOFP, Middelburg.
En ik zeg u, mijnen vrienden, vreest niet
voor degenen, die het lichaam dooden, en
daarna niet meer kunnen doen
Maar ik zal u toonen wien gij vreezen
zultvreest dien, die nadat hij gedood heeft,
ook macht heeft in de hel te werpenja ik
zeg u, vreest dien.
Luk. 12 4, 5.
Op Zaterdag 7 Augustus a. s. krjjgen velen
een vrijen dag, omdat in Middelburg de licht
zinnige wereld dan een hoogtij belieft te vieren.
De Gereformeerde J on gel i ngavereea igingen
van ons schoone eiland Walcheren weten wel,
dat onze jongelui iets beters zoeken dan de
ij delheid van een ziel- en lichaam verwoestende
kermis.
Onze genietingen zjjn anders dan die der
wereld.