Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 34e Jaargang. Vrijdag 16 Juli 1820 No 29 UIT HET WOORD* Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg, lasti lidivirkirsD.D. R. J. v. iVEER, J. 0. «IELEI6A, F. J v. i EIRE, B. MEIJER, H. P. I. G. OE NALLE bi F. I. L VQLF. UIT&AY1 YAH DE FERSVBREBN1GING ZEEÜWSCHB KERKBODE. Adrts vu dt Administratie j Firma LITTOOIJ A OLTHOFF, Middelbarg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiên tot u i t e r 1 k Vr jdaf morf en te zenden aan de Drukkere LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. BOUWT GIJ UZELVE. I. Het z;ch-zelf-bouwen waartoe de dienst knecht des Heeren, Judas, hier opwekt en vermaant is een bouwen op het geloof. Hij schrijft toch: bouwt gij u zelvi op Uw allerheiligst geloof. Vraagt ge nu onzen kantteekenaars waaraan ge bij dat woordje geloof" te denken hebt, dan geven ze U de keuze tusschentwee opvattingen. Bij het woordje „geloof" teekenen ze aan „dat isop het vertrouwen, dat gij hebt op den Zalig maker Jezus Christus, om dat te behouden, daarin toe te nemen en daarop alle Chris telijke deugden te vestigen". O f „Op de leere der heilige profeten en apostelen, die gij geloofd en een maal aangenomen hebt, om daarin dage lijks meer toe te nemen en bij deze vast te blijven". Om den zin van het woordje „geloof" echter goed te vatten moet ge van de, door de kantteekenaars te gegeven, wijsheid van keuze tusschen deze twee maar niet gebruik maken en het woord „geloof" nemen in een zin, die beide deze beteeke- nissen omvat. Als Judas van dat geloof preekte als van „Uw geloof" dan denkt hij ongetwijfeld aan dat geloof, gelijk het subjectief ge werkt was in de harten der lezers van zijn brief. Maar dan denkt hij niet alleen daaraan. Dan denkt hij bök aan de leere der heilige profeten en apostelen, waarop dat vertrouwen op den Heere Jezus Chris tus gegrond was. Daar is toch geen ver trouwen zonder kennis. En omvat dan het woord „geloof" hier die beide beteekenis- sen „vertrouwen" en „leer", de rairuk valt dan, in het verband, op de laatste. Te denken is dan hier bij het „geloof" vooral aan de leer der waarheidaan dié leer der waarheid en dat geloof, waar van de apostel in vs. 3 gezegd heeft, dat die eenmaal den heiligen overgeleverd zijn. Tot die vermaning van het zich-zelf- bouwen op het allerheiligst geloof vond Judas n.l. aanleiding (blijkens het verband) in opnemende dwaalleer. Niet daarin vond hij die aanleiding dat de lezers van zijn brief al te intellectualistisch waren wel hun hoofd vol zetten met allerlei dogma's maar het vertrouwen des harten lieten verkwijnen. Van zulk een kwaad van overwerking van het hoofd en overwerking van het hart spreekt de brief niet. Een geheel ander kwaad gaf Judas aanleiding naar de pen te grijpen. Dat kwaad was het kwaad van de dwaalleer. Van zulke dwaalleer, die ook op den wandel een ellendigen en verderfelijken invloed uitoefende en getypeerd wordt in een drietal goddeloozenKaïo, Bileam en Korach (vs. 11.) Naar de meening van vele uitleggers waren er in de gemeente ingeslopen j >deD, die, in bun vrijzinnigheid en zucht tot een losbandig leven, een afkeer hadden van de strenge wet van Mozes en die nu, komende van een gemeente, die zich be roemde in de vrijheid, aansluiting zochten bij de Christelijke gemeente. De vrijheid in de gemeente vereenzelvigden zij met hun verkeerde opvatting van de vrijheid en meenden dan, dat zij in die gemeente hoorden. En deze goddelooze menschen gingen dan, zoogenaamd met het Evangelie, verdedigen hun goddelooze levenspractijk. Tegen die schrikkelijke dwaling gaat nu de vermaniDg uit om te staan naar opbouw in het allerheiligst geloof. En die vermaning wil dus allereerst er toe bewegen toe te nemen in de kennis van de leer des Evangelies. Wanneer toch de adressanten van dezen brief onervaren waren in de leer des Evan gelies, zouden ze lichtelijk zich laten mis leiden door iemand, die hen wilde wijs maken, dat de zondedieüst kon gepaard gaan met het Evangelie. Een uit zijn ver band gerukte tekst als b.v.»Waar de Geest des Heeren is, aldaar is de vrijheid" kon hen dan doen meenen, dat bij die vrijheid alles geoorloofd was. Maar wanneer zij ervaren zouden zijn in de leer des Evangelieszouden weten wat het Evangelie als geheel leert, dan zouden ze tegen zulke verderfelijke dwa lingen gewapend zijn en zich daarvoor niet laten verlokken tot het wandelen op zondige en schadelijke wegen. Daarvoor was noodig toeneming in de kennis van het geloof. En die toeneming moest dan komen in den weg van opbouw. Kaïo, Bileam en Korach 1 Hoe ziet ge ze in onzen tijd herleven 1 Kaïa, de man, die voor broedermoord niet terugdeinst, maar Abel, dien bij om zijn geloof doodslaat. Bileam, die zijn doel zoekt te bereiken, door de lusten des volks in 't gevlei te komen. Korach, de revolutionair. In het veel besproken bolsjewisme", vindt ge ze alle drie, èa Kaïo, die voor broedermoord niet terugschrikt èa Bileam, die van de hartstochten gebruik maakt en die ontketend om maar zijn doel te be reiken en Korach, die de van God gestelde ordinantiën met voeten treedt in revolu tionair verzet. En ook dit vindt ge nu, dat deze knech ten van Satan zich aandienen in een Christelijk gewaad. Daar zijn er immers, die zich noemen Christen-revolutionair. In Duitschland zyn er, die zich uitgeven voor Christelijke Bolsjewisten 1 En hoe leerzaam is het volgende bericht, uit de N. R. C. van 5 Juli j.l. ook voor den toestand in ons vaderland. Een voorganger van de afdeeling Bus- sum van den Ned. Protestantenbond hield op de laatste jaarvergadering van dien Bond te Zaandam een rede, waaruit zijn bolsjewistisch gevoelen duidelijk sprak. Men meende aanvankelijk dat dit optreden schade zou doen aan die afdeeling en velen voor hun lidmaatschap zouden bedanken, maar het tegendeel bleek het gevolg te zijD. Eén lid zeide wel zijn lidmaatschap op, maar 88 nieuwe leden lieten zich in schrijven en nog 10 begunstigers. Wat is dan noodig onderscheiding der Geesten om zich door die dwalende gees ten niet te laten afleiden van den weg des heils. Hoe noodig is opbouw in het allerheiligst geloof! Maar hierover moet wélde klacht worden opgeheven, dat er zoo weinig is dat noodige z i c h-z e 1 f-b o u w e n op het allerheiligst geloof. Wat gegeven wordt io de voorlichting van de mannen van Gereformeerde wetenschap, wat uitgedeeld wordt in de prediking en op de catechisatie, in de Christelijke pers en op de vergade ringen van ODze Geref. JongeliDgsvereeni- gingen en dergelijke, wordt zoo weinig verwerkt. Waar zijn de huisgezinnen waar's Zon dags na den kerkdienst gesproken wordt over den inhoud van de prediking en het daarin gebrachte Woord Gods? Hoe- vele 2ijq de catechisanten, die z'ch ernstig voorbereiden voor de catechisatie en die daarna thuis het gehoorde verwerken Waar zijn de huisgezinnen, waar de ouders ook toezien op het catechisatiewerk van hun kinderen? Hoevele zija de leden van onze jongelingsvereenigingen en knapen- vergaderiögen en dergelijke, die ook zelf wat doen die maar niet passief zijn in het ontvangen maar ook actief? Hoevelen zijn er, in 't algemeen gesproken, waar ge vindt dat zich-zelf-bouwen op het allerheiligst geloot? Dat dit alles ganschelyk zou ontbreken zouden we niet willen beweren. Die huis gezinnen zijn er nog weldie catechisanten zijn er nog weldie leden van onze jon gelingsvereenigingen en andere vereeni- gingen zijn er nog wel, die zelf arbeiden maar dat dit alles te weinig gevonden wordt, dat staat wel vast en blijkt ook uit het volgende. Kenmerkend is voor onzen tyd een tweeërlei klachteen klacht over de Over heid en een klacht over de kerk. Volgens velen is er aan de overheid zoo wat niets goeds meer. De overheid doet alles verkeerd en schiet in alles tekort. Van allerlei moest de overheid, volgens hen, doen en zij doet zoo wat niets. En op staatkundig terrein komt een nieuw dogma op, dat die de beste staatsburger is, die het heftigst tegen die voorgewende tekort koming van de overheid protesteert. Maar de oorzaak is, dat men de overheid wil laten doen, wat verricht moest worden door eigen initiatief. Als de menschen zelfs gaan aanvatten, zal verminderen de klacht over de overheid. En wat een klachten vallen op kerkelijk terrein te beluisteren over de kerk. Daar deugt volgens velen aan die kerk zoo wat niets meer. En in die beschouwing is de beste christen hij, die 't meest aan critiek doet. Hoe bewijst dan die overmacht van critiek dat teveel wordt geëischt van de kerk omdat ontbreekt, wat Judas noemt, het zich-zelf-bouwen op zijn allerheiligst geloof. En zal er nu waarljjk komen de beteriDg waarom men roept; zal er in dezen tjd verweer zijn tegen de goddelooze dwaal leer, die de zielen zoekt te verleiden, dan is noodig dat zich-zelf-bouwen. Moge er dan komen een luisteren en doen naar de vermaning van Judas, den dienstknecht des Heeren en meer en meer gevonden worden dat z i c h-z e 1 f-b o uwen op zijn allerheiligst geloof. MKBKJEL1JK LETE1V. Eerste Walchersche Pro Rege-dag op Weslhove. Abonnementsprijs: per kwartaal bjj vooruitbetaling 90 cent. Afzonderlijke Bummers 7 cent. Advertentieprijs 15 cent per regelb® jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke redactie. Maar, geliefden, bouwt gij uzelve op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest. Jddas 20. Eq de vermaning is er dan een tot een zichzel f-b ouwen op het allerheiligst geloof. Bouwt gij u z e 1 v e op uw aller heiligst geloof." Het was den apostel niet genoeg, dat zy aan zichzelf zouden laten arbeiden om gebouwd te worden in hun allerheiligst geloof; hij wilde, dat zij ook zelf daarin actief zouden werkzaam zijn. Hun beeld mochten zijn lezers niet vinden in den leerling die wel trouw ter school komt, maar thuis nooit wat doet. Hun beeld moesten zij vinden in den leer ling, die ook trouw gebru kt de gelegenheid hem geboden om kennis op te doen maar die dan ook thuis zoekt zichzelf verder te bekwamen. Ook dat laatste was noodig met het oog op het groote gevaar, dat dreigde van de verleidende dwaalleer. En op dat laatste vestigt dat woord bijzonder den nadruk, als het aanwijst de roeping zich-zelf te bouwen. Eq zoo mag op deze vermaning ook in onze dagen wel met allen nadruk gewezen worden. Eq als we dan zien op die dreigende ge varen van de dwaalleer, behoeven we niet te klagen, dat het ons ontbreekt aan de noodige voorlichting om die dolende gees ten te kunnen onderscheiden. Van de leids lieden van ons Gereformeerde volk ver schijnt studie na studie, die in helder licht stelt wat de geloovige te denken heeft van wat onder schoonen schijn en met groote beloften hem wordt voorgespiegeld maar afwijkt van den regel des Evangelies. De DSteenen" tot den opbouw van zijn aller heiligst geloof worden den geloovige niet onthouden. En die asteenen" worden hem ook uitgedeeld. De kerk en de pers en allerlei vereenig'mgen brengen die asteenen" onder zijn bereik. Heij. De Zeeuwen zijn in den regel niet haaitig, als het een nieuwe zaak geldt. Niet dat zjj minder nieuwsgierig zfjn dan anderen, want als ik dit zeide, zou ik mg vergissen. In dit opzicht is er naar ik meen geen onderscheid. Op Walcheren althans zjjn we wel begeerig om iets nieuws te zien en te hooren. Maar ik bedoel, dat de bewoners van onze eilanden niet zoo spoedig er toe overgaan om zich voor een nieuwe zaak te geven, daarvoor te werken. Maar al doen we het niet spoedig, als de zaak deugdelijk is, dan komt het toch wel in orde. Dat hebben de mannen begrepen, die onze jonge mannen aansporen om vrijwilliger te worden van den landstorm, en het blijkt dat z$ hun doel bereiken. Daarover verblijden we ons, want de zaak is noodig en goed. Als er een aanslag gesmeedt wordt tegen de veiligheid van ons volk, dan is ieder, die de wapenen weet te hanteeren, verplicht om de orde te hand haven. Daarom juichen we het ook toe, dat er op Zaterdag den 24ste Jnli a.s op Westhove een samenkomst gehouden wordt, waarin onder scheiden sprekers het woord zullen voeren over onderwerpen, welke uitlokken om te gaan hoo ren. Daarbij zal er muziek zjjn en gemeen schappelijk gezang. Als het weer gunstig mag zjjn, dan kan het een namiddag van intens ge-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 1