Pastorale Conferentie.
Zendfagsdag Goes.
UIT ©JE PUIM.
Yersteeniag.
©ffieiësl® B«rl«ht®n.
Aan de kerken in de classis Middelburg.
Aan de Diaconiën van-de Gereformeerde
Kerken in Nederland.
Verantwoording ran Liefdegaven.
INGEZONDEN STUKKEN.
Oproep tot mede-arbeid in het werk der
Christelijke barmhartigheid.
HBBKEIélOTK liEVBI,
Is het noodig om de Zeeuwscbe predikanten
op te wekken de Conferentie, welke a s. Dins
dag te Goes gehouden wordt, by te wonen
We gelooven het niet. Althans zy, die gewoon
zjjn haar te bezoeken, hebben zulk een woord
niet noodig. Het blijkt elke keer, dat ieder
zulk een samenkomst op prjjs stelt, wijl het
steeds is een leerzaam en aangenaam samenzijn,
waarin broederlijke zin en gezellige bespreking
verstand en hart verkwikken.
Er 2jjn echter enkele, die in 't afgeloopen
jaar naar Zeeland kwamen en aan wie gezegd
moet worden, dat de kerken in ons gewest ons
dezen dag bereiden. Anders zouden de onkos
ten aan zulk een vergadering verbonden eens
kunnen afschrikken. Doch dit is thans niet het
geval. Wij verwachten dat allen, die geen wet
tige verhindering hebben, aanwezig zullen zijn.
De. Wielenga van Zierikzee zal ons onthalen
op de vrucht van zijn studie over het Bolsje
wisme, een onderwerp, dat door en door actu
eel is en dat onze aandacht ten volle verdient.
Het andere Referaat zal ds. Hejj van Koude-
kerke leveren over den catechismus bij het
onderwijs, dat inderdaad zeer interessant kan
zijn en dat in verband met de beweging in
onze kerken om een nieuw leerboek voor de
jeugd aanleiding zal geven tot een levendige
discussie.
Beide onderwerpen zijn bovendien in handeD,
aan wie het toevertrouwd kan wordeD.
De vergadering is toegankelijk voor alle le
den eener Gereformeerde kerk, en het heeft
mij wel eens bevreemd, dat er in den regel
zoo weinigen zijn. Ik wil het daarom nog eens
aan de broeders en zusters zeggen, dat zjj voor
zoover zij in de gelegenheid zijn ditmaal eeDS
komen moeten, want meermalen heb ik van
hen, die er kwamen gehoord, dat zij er met
groot genoegen waren geweest.
De Heere, die ons reeds zoo vaak op zulk
een dag gezegend heeft, geve ook thans de
leiding en de voorlichting van Zjjn Geest.
Bouma.
't Was warm en zonnig op de weide van den
heer De Bokx er waren wel wat weinig banken
en het spreekgestoelte was niet gunstig ge
plaatst. Het had ook wel met een spreker minder
gekund, (hoewel de verscheidenheid der sprekers
niet een van de minste attractie's van zulke
zendingsdagen is) maar terugziende op onzen
zendingsdag, zullen ailen het er over eens zijn,
dat hij uitmuntend geslaagd is. Reeds omstreeks
half 3 waren alle 1500 programma's uitver
kocht en toch bleef het gestaag aanloopen.
Ouden en jongen, velen in de mooie Zuid. Bev.
dracht, 't was een kleurig gezicht ze te zien
zitten onder de boomeo, ze te zien wandelen
arm aan arm, of staande in dichten drom rondom
de spreekplaats. Minachtend spreekt men van
zulk een zendingsdag wel eens als van een „chris
telijke kermis" 't mag zijn waren dan
alle kermissen maar zoo christelijk. Het was er
ordelik, zelfs de meest opgewekte groepjes gin
gen zoover wij zien konden niet over de schreef
van het gepaste.
En mild was men ook, dat bewees men bij
den ingang, als men van groot geld soms niet
terug verlangde ,'t was immers voor een
goede zaak" dat toonden ook de collecten,
die zelfs voor de 2e maal nog zeer goed was.
De vrees voor een tekort bleek reeds spoedig
beschaamd te zullen worden.
Van de verzen in 't programma schenen de
psalmen en de liederen op psalmwijzen 't meest
geliefd. We stellen ons voor dat op zoo'n wei
ook de andere liederen heel mooi zouden ge
klonken hebben.
Precies op tjjd te half 2 opende ds. Doekes
en klonk door de mooie muziek begeleid Ps. 87
uit reeds talrijke toehoorders op. Na 't gebed
heette hij allen welkom en zette de beteekenis
van den gezongen psalm kort uiteen.
Prof. Los deed ons esn blik slaan op het
zendingswerk der Geref. kerken in Z.-Afrika,
de 20 minuten die hem toegestaan waren, dijden
uit den aard der zaak wat uit; 'twas jammer,
dat hij zijn belangrijke rede, voor welker inhoud
wij naar het uitnemend verslag in De Zeeuw
verwijzen, afbreken moest. Maar dat was het
oordeel ook over het volgend onderwerp, van ds
Mulder: „Neerlands roeping tegenover Indië."
Het mooie logisch overdachte woord eischte
ruimer tijd dan hem was toegemeten. De toe
passing, waarbij ook op een zendingsdag de
belangstelling vaak vooral levendig wordt,
schoot er nu bij in.
Een pauze werd gegeven, wat bij de hitte
geen overtollige weelde was, en tegen ruim half
4 verdrongen zich weder rond de katheder een
groot getal toehoorders om naar den sympa
thieken ds. Lauwers te luisteren, die zou ver
tellen wat God aan zijne ziel gedaan had, en
welke roeping de Geref. Kerk had, uitgeleid
zijnde uit het diensthuis van Rome.
In zjjn rede, voor welke wij ook nu evenals
voor die van ds. Mulder, naar „De Zeeuw"
verwijzen, kwam aan 't einde voor, dat hij door
zijn eigenaardige Vlaamsche taal, geen geschikt
leeraar zou zijn voor een Nederlandschen kansel,
nu achten wjj het een groot voorrecht, dat hij
zioh aan de evangelisatie onder zjjn eigen volk,
met geheel zjjn hart geeftmaar zijn Vlaamsch
accent heeft zeker niemand van de opmerkzame
toehoorders gehinderd. Uit het hart tot het
hart sprak deze ontkomene aan de Roomscha
hiërarchie. Geen toon van zelfs de geringste
onheuschheid tegenover Rome hebben wjj in
heel zijn rede kunnen beluisterenProte-
stantsche kerken waarin da Godheid van
Christus werd geloochend, durfde bjj met een
schrille bijbelsche uitdrukkiDg te noemen,
maar over Rome sprak bij steeds als zjjn
„roomsche mede-Christenen".
Daar men van de komst van prof. Los niet
zeker was, had men br. Lauwers"een dubbele
beurt toegestaan dat hjj zyn rede een uur
deed duren vond zeker wie hem daar met ge
spannen aandacht volgde, geen bezwaar.
't Was een schoone, leerzame, soms ontroe
rende middag. Ook da rede van ds. Lauwers
viel niet buiten het kader van een Zendings
dag wees hij ons toch op de roeping, die wij
als vrijgemaakte kerk hadden, om onder de
Heidenen het ook hem zoo dierbaar geworden
woord toe te roepenUit genade zyt gjj zalig
geworden.
Ds. Scheele dankte alleD, di8 bijgedragen
hadden tot het welslagen van dezen heerlijken
Zendingsdag en ging voor in dankzegging aan
Hem, wien ook van dezen middag alle eer en
lof toe komt.
Hz. v. D.
Een broeder schrijft mjj het volgende „Naar
aanleiding van de Jong-Gereformeerden-be-
weging wordt er in de kerkelijke bladen nog
al eens geschreven over de veruitwendiging en
versteening onzer kerkeD. Ik zou wel wenschen,
dat U in het Kerkblad eens ging schrijven,
waaraan men weten kaD, of een kerk veruit-
wendigt en versteent, en wanneer er innerlijk
geestelijk leven gevonden wordt. Mijns inziens
is dat niet zoo gemakkelijk te constateeren, als
men wel meent.
Wanneer de leden der gemeente tegenover
de Opzieners zoo openhartig waren als de zieken
tegenover de dokters, dan zou men beter over
het zieleloven kunnen oordeelen. Maar dat is
niet het geval. Want hoe gaat het in de meeste
gevallen? Als da opzieners huis-of hartebezoek
gaan doen, de deuren van het kabinet mogen
een weinig worden opengedaan, de geheime
laatjes worden zorgvuldig gesloten gehouden.
En wanneer er tuchtzaken of twisten in de
gemeente zijn, dan krijgt men gewoonlijk den
ouden inensch in zijn volle lengte te aanschouwen.
Zoo ook wordt er over do oorzaak vau de
doodigheid of versteening, zooals men het tegen
woordig noemt, verschillend geoordeeld. In
„De Wachter" wordt de veronderstelde weder
geboorte als mede-oorzaak opgegeven, dat het
geestelijk leven er niet op vooruitgegaan is.
Ik geloof niet, dat dit waar is, voorzoover ik
daarover kan oordeelen. Wat het geestelijk leven
aangaat, zie ik geen verschil tusschen de A-
of B-kerken. Als men spreekt van de ver
steening onzer kerken, dan ziet dit toch op de
inwendige toestand der leden, en daar kunnen
het best de leeraars en de opzieners over oor
deelen, al is ook hun oordeel niet onfeilbaar.
Wanneer er eens gelegenheid voor is, wilt U
er dan eens een stukje over schrijven in het
Kerkblad".
Hier is stof voor een boekdeel. Althans de
oude schrijvers uit de 18de eeuw zouden wel
kans zien er een stevig kwartijn mee te vullen.
Ds. Aalders, thans predikant te Batavia, schreef
er onlangs een lezenswaardige brochure over
onder den titelVernitwendigen onze kerken
We kunnen beginnen den vrager naar dit boekje
te verwijzen. Toch willen wij er een enkel
woord over zeggen.
Openbaringen van geestelijk leven zjjnhet
waar geloof in Christus, kinderlijke vreeze Gods,
droefheid naar God over de zonde, honger en
dorst naar de gerechtigheid, enz. Het is zeker
voor de opzieners aangenaam, wanneer zjj deze
onfeilbare vrucht der verkiezing bjj de leden
der gemeente mogen waarnemen. Hoewel hierbij
niet vergeten moet worden, dat de eene menseh
zjjn gemoed gemakkelijker openbaart dan de
ander de een is meer gesloten en da ander
meer open Voorts kan niet ieder even bekwame-
Ijjk in woorden uitdrukken, hetgeen in zijn
binnenste omgaat. En ook verkeeren de ver
schijnselen van het geestelijk leven bjj allege-
loovigen niet in het zelfde stadium van ont
wikkeling. In den nazomer blinken de blozende
appelen in het zonnelicht van verre u tegeD,
maar in de lente wordt slechts heel van nabjj
het spiedend oog de vruchtzetting gewaar. Dit
mag vooral niet worden vergeten bjj de beoor
deeling van „het innerljjk, geestelijk leven",
dat in de kerk gevonden wordt.
De geschiedenis der kerk leert voorts over
vloedig, dat het kerkelijk leven veruitwendigen,
of wat nog erger is, versteenen kaD. Doch wij
stemmen den schrjjver toe, dat het niet zoo
gemakkelijk te constateeren valt, als men wel
meent, of een kerk veruitwendigt of versteent.
Wanneer veruitwendigt een kerk Wjj zouden
hierop kunnen antwoordenwanneer als regel
genomen, het christelijk geloof er bjj de men-
schen meer op dan er in zit. Ge kunt somtijds
christenen ontmoaten, van wie het niet kan
worden ontkend, dat zy een ijver hebben om
God te dienen. Voor het uitwendige is alles
tamelijk goed in orde. Zjj gaan geregeld ter
kerk, lezen aan de tafel de Schrift, er wordt
gedankt en gebeden, de kinderen worden ge
doopt en christelijk onderwezen en opgevoed,
het Avondmaal wordt zonder onderlaten gevierd,
men brengt zjjn offers voor de dingen van het
Koninkrijk Gods, op staatkundig en maat
schappelijk gebied steunt men de cliiistelyke
actie, men wandelt op onergerlijke wjjze, zich
hoedende voor grove zonden. Waarljjk, er ont
breekt niet zooveelHet zjjn wezenlijk chris
telijke menschen 1 En tocher ontbreekt
wel iets Wat ge bjj hen mist, dat is de
geestelijke toon; het is datgene, wat juist de
teedere kleur en fijne geur geeft aan het chris
telijk levenhet zjjD die dingen, waarover wij
in het begin van dit artikel sprakeD, en die
in verschillende mate bjj de een of by den
ander aanwezig bunnen zijn, doch die nietten
eenenmale ontbreken mogen, zullen wjj kinderen
Gods genaamd kunnen worden. Er zjjn alleszins
christelijke menscheD, die een betamelyken
ijver betoonen van God te dienen, en die u
toch kunnen aanzien, of zjj u niet verstaan,
wanneer ge spreekt over droefheid naar God
over de zonde, over honger en dorst naar de
gerechtigheid, over de troost der schuldvergiffe
nis, over de lust en liefde om naar al Gods
geboden te leven. Uitwendig leven zjj mee en
dragen zy een christelijk cachet, maar daar is
een innerlijke dorheidwanneer gjj hen aan
stoot, geven zjj geen geestelijken klank. Har
telijk leedwezen, dat zy God door hunne zonden
vertoornd hebben, blijdschap in Christus,
het is alsof deze dingen buiten hen staan en
nimmer door hun ziel zjjn heengegaan. Zy gaan
in het uitwendige op, maar innerlijk zijn zjj
arm aan geestelijke ervaring.
Zoodanige christenen zjjn er altoos geweest,
zelfs in tjjden van den grootsten geestelijken
bloei. Maar nu kan het zjjn, dat christenen van
dit type in de berk de doorsnede vormen. En
dan is er zeker reden om te spreken van veruit
wendiging der kerken. In hoe verre ons kerkelijk
leven tegenwoordig oorzaak geeft om voor zulk
een veruitwendiging te vreezen, is moeiljjk uit
te maken. Ontegenzeggelijk is er mser geeste
lijke dorheid te vinden, dan ons wel lief is. Ge
bespeurt soms zoo weinig de kracht van het
geloof. Men is vaak meer godsdienstig dan god
vruchtig. Het christelijk geloof gaat bjj som
migen op in de vervulling van zekere plichten,
maar het is nisfc een zuurdeeg, dat het gansche
leven doorzuurfc. Er zjjn wel Gereformeerden,
van wie ge bjj u zeiven denktge zoudt even
goed Roomsch kunnen zjjn Het heeft zoo den
schjjn, alsof by alles, wat zjj christelijks doen
en laten, zjj het buiten hun hart om doen en
laten. Maar het is moeiljjk te zeggen, hoevelen
zoo zjjn. Enkelen vallen bjj nader onderzoek
ook dikwyls geestelijk weer mee. Het is mjj
wel gebeurd, dat ik na een ernstig en vertrou
welijk gesprek met iemand, die op mjj den
indruk van oppervlakkigheid gemaakt had
zeggen moestik had toch niet gedacht, dat
dit in hem zatEr bleek meer diepte van aarde
te wezen, dan ik vermoed had. Nochtans zjjn
ze er, by wie het christendom wel er op, maar
er in zit, en van wie niet gezegd kan worden
gjj zyt een brief van Christus, die geschreven
is niet met inkt, maar door den Geest des
levenden Gods, niet in steenen tafelen, maar in
vleeschen tafelen des harten.
De versteening der kerk is nog weer iets
anders. We hebben wel versteende christenen
gekend, zwerende bjj de oude beproefde waar
heid en by de oude overgeleverde vormen en
gewoonten, maar uitwendig en inwendig zoo
levenloos als een Egyptische mummie. Uit
wendig zonder senigen jjver voor de dingen
van het Koninkrijk Gods, en inwendig zonder
eenig leven des gemoeds. Daar was in hun oog
niets goeds dan het oude. De oude spelling, de
oude psalmeD, de oude schrijvers, de oude
gewoonten en gebruikenhet oude was het
kenmerk van het ware. En alles, wat daarvan
afweek, was veracht en veroordeeld.
Hier zag men nu de versteening. De doode
dorre orthodoxie. Het bevroren geloof. Deleer-
heiligheid zonder de beweging van het uit
wendig en inwendig christelijk leven.
Wjj gelooven niet, dat het in onze kerken tot
dien staat der versteening gekomen is. Er
moge reden zjjn om eenigszins te vreezen, of
misschien meerderen niet al te zeer in het
uitwendige opgaan, en te weinig bekend zjjn
met den verborgen omgang met God en te veel
gespeend aan de teederheid der Godsvrucht;
er moge reden zjjn om te vreezen, of misschien
velen hun belijdenis niet te weinig hartelijk en
ernstig beleven ons kerkelijk leven staat toch
nog niet over het algemeen in het beeld der
doode orthodoxie, van den starren vorm zonder
de beweging des levens.
Daar zjjn er, niet alleen onder wat al te veel
geruchtmakende zg.n, JoDg-Gereformeerden,
maar misschien meer nog onder de oudere
gereformeerden, die een open oog hebben voor
de behoeften van dezen tjjd, en die van harte
bereid zjjn naar hun vermogen en met het noo-
dige beleid mede te werken aan de meerdere
volmaking van ons kerkeljjk leven, mits op den
ouden grondslag en binnen de lynen, waarlangs
dit kerkeljjk leven behoort te worden geleid
ljjnen, die in de historie gelegd zjjn. Afkeerig
van allen revolutionairen nieuwbouw, gevoelen
zy den noodzaak van uitbouw en verdere ont
wikkeling in de historische Ijjn in aansluiting
aan de behoeften van den tjjd, waarin Gods
voorzienig bestel hen leven doet. Zulk een
uitbouw echter improviseert men niet en breDgt
men niet op een enkele Generale Synode tot
stand. Zulk een uitbouw moet allengskens
groeien en de Heere moet hem doen gelukken.
Laman.
TWEETAL
te Zalk W. M. Ie Cointre cand. te Den Haag
I. K. Wessels cand. te Goes
te Huizum H. Brouwer te Heemstede
Dr. C. N. Impeta te Purmerend.
BEROEPEN
te AmsterdamJ. L. Schouten te Arnhem
te Oppenhuizen en Vrijhoeven G. O. Donner
cand. te Amersfoort
te Gauw: J. Scholten te Opeinde
te LanterenJ. L. Jaspers te Doesburg
te Jutrjjp Hommerts: G. O. Donner cand. te
Amersfoort.
AANGENOMEN
naar Vreeswyk: K v. d. Veen te Gasselter-
Njjeveen.
BEDANKT
voor IJ 1 stG. M. v. Rennes te 's Gravendeel
voor BrielleC. A. van Nood te Lopik
voor Oudega J. S. Post te Echten.
Afscheid van Bunschoten ds. J. Rietberg
met 1 Petr. 5 10.
Zondag na de middaggodsdienstoefening
maakte onze Herder en Leeraar ds. R Brou
wer aan de gemeente bekend, dat ZEerw. be
sloten had om voor de roeping naar Wapen
veld te bedanken.
Moge des Heeren zegsn op dit besluit rus
ten en geve Hy de teleurgestelde gemeente spoe
dig den man Zyns raads.
Namens de Geref. kerk van
Baarland,
P. op 't Hof, w.n. Scriba.
De Pinkstercollecten voor de zendiDg kunnen
gestort worden op de gewone plaats (consistorie
Bogardstraat) Donderdag 3 Juni des voor
middags van 11 tot 12 uur of by ondergetee-
kende of by den classicalen quaestor br. A. Punt.
G. F. Kebkhof, Dep. t. d. zending.
Eerwaarde Broeders,
De dertigste Centrale Diaconale Conferentie
gehouden 3 September 1919 te Zwolle besloot
o.m. een commissie te benoemen welke dan zal
optreden,als Centraal Informatie bureau voor
Weesgezinnen
Deze commissie, onlangs benoemd, wendt
zich thans by deze tot alle Diaconiën om hare
medewerking in te roepen, opdat met vereende
krachten, het voorgestelde doel benaderd worde.
Gelyk bekend, is de instelling van een cen
traal informatiebureau voor weesgezinnen, uit
vloeisel van een, door de Conferentie van 1918
aangenomen rapport inzake Weezenverzorging
(zie D.C. blad Sept.-Oct. 1918) waarvan no. 3
en 4 van de conclusiën, waar het hier in hoofd
zaak omgaat, aldus luiden
3. „Gezinsverpleging in eigen omgeving is
in alle normale gevallen de meest gewenschte
wjjze van verzorging onzer weezen.
4. Ter bevordering van het vinden van ge
zinnen zouden correspondentieadressen kunnen
worden ingesteld".
Het gaat hier dus om de bevordering van
een goede gezinsverpleging voor onze weezeD,
overeenkomstig de eischen eener Gereformeerde
opvoeding.
Doch zal het C.I.B daarvoor iets kunnen
doen, dan is allereerst noodig een uitgebreid
register van Gereformeerde, alleszins geschikte
gezinnen, welke bereid zjjn eventueel de zorg
voor een of meer weezen van elders op te nemen.
Met allen aandrang verzoekt de Commissie aan
de Diaconiën elk in hun kerk een grondig
onderzoek in te steller, of aldaar geschikte
personen zjjn welke zich tot deze echoonetaak
bereid verklareü, en ons de adressen van die
gezinnen te melden met de noodige gegevens,
zooals b.v. leeftjjd en maatschappelijke positie
der oudersaantal leden van het gezin ver
langde vergoeding hoeveel en van welken leef
tjjd en sekse men eventueel te verzorgen kin
deren verlangt enz.
Hoe vollediger inlichtingen hoe beter het
bureau functioneeren kan.
Later hoopt de Commissie een regeling msde
te deeleD, waardoor het register zjjn waarde
behoudt, ook bjj verandering van adressen of
omstandigheden der gezinnen welke zich be
schikbaar stelden.
Wanneer voldoende adressen zjja ingeboekt,
zal de commissie hiervan in het Diac. Corr.
blad mededeeling doen, opdat de Diaconiëa
waoneer zy voor hunne weezen plaats zoekeD,
hiervan gebruik maken. Gelijk van zelf spreekt,
is de bedoeling te bevorderen, dat de Diaconiën
die gezinnen noodig hebben voor hunne weezen,
in de gelegenheid worden gesteld, zooveel
mogeljjk in eigen omgeving gezinnen voor ver
zorging te vinden.
Laten nu alle Diaconiëa eens de schouders
onder hun eigen werk zetten. Met eenparige
kracht is, onder den zegen des Heeren, veel
ten goede voor onze weezen te bereiken.
De Commissie ad hoe
Mr. A. J. L. van Beeck Calkoen.
C. A. v. Monsjou,
Valkenboschplein 19, Den Haag.
Den Haag, April 1920.
Alle correspondentie wordt uitsluitend inge
wacht aan het adres vau den laatst onderge-
teekende.
Ontvangen voor de zending f 1,gevonden
in de collecte der Geref. kerk te Middelburg.
De wnd. penningm. der zending,
C. J. Hondiüs Jr.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
„Zalig zjjn de barmhartiger,
want hun zal barmhartigheid
geschieden." Matth. V 7.
Over het moderne leven liggen donkere
schaduwen, die uitwijzen, dat het geluk der
menschheid met den lichtglans harer beschaving
geen geljjken tred houdt. Immers, nooit drukte
de last des lydens in veelheid van vormen zoo
zwaar op de volkeren.
Aan de gemeente van onzen Heere Jezus
Christus wordt daardoor een gewichtige roeping
voorgesteld. Zooals onze Heiland zichzelven
eenmaal als den goeden Medicijnmeester ge
predikt heeft, zoo heeft Hy aan de zjjnen de
lijdenden als een byzonder erfdeel nagelaten,
opdat de heerlijkheid Zyner liefde daaraan zal
worden gezien. Uit deze roeping is dan ook de
veelzydige arbeid der barmhartigheid geboren,