Een God van liefde.
FEUILLETON.
Het voorstel Amsterdam-Zuid.
Kbbkhof.
Kerk- en lieheelnfenwa.
Elia, Cejaphas en Pilatu9 tegenover den Chris
tus gestaan hebbeD, zoo staan al de eeuwen
door de tyrannen tegenover de martelaren en
steeds wo dt door de eersten aan de laatsten
ten laste gelegd, dat zfl oproer verwekken en
revolutionaire bewegingen veroorzaken. Zulk
een strfld verdient onze volle aandacht. De
despoot strijdt door zfln gruweldaden, de mar
telaar door zijn lijdzaamheid de despoot door
zijn lasteringen, de martelaar door het gebed
de despoot met vloekeD, de martelaar met
zegenen de despoot met een woede, welke
den mensch onteert en hem tot de bandelooze
wildheid der dieren verlaagt, de martelear met
een standvastigheid, welke den mensch verheft.
Schijnbaar was de lyran steeds de sterkste,
maar inderdaad overwon de martelaar, die met
een loflied op de lippen den dood onderging.
Die strfld is ecbter niet te vergeefs geweest.
De overheden leggen over 't algemeen aan hun
onderdanen de verplichting niet meer op om
te geloover, wat zij zelf bepalen en bijna elke
wetgeving eerbiedigt de vrijheid der consciëntie.
Aan alle gezindheden wordt toegestaan om
Gode te dienen, gelijk zij het verstaan. Doch
daarmede is nog niet gezegd, dat alle mach
tigen der aarde nu ook volkomen billijk han
delen met de religie. Daar is het nog verre
van. Nu reeds weten we, dat er in Rusland
en andere landen dingen gebeurd zijn, welke
onwillekeurig doen denken aan de vijandschap,
welke zoo vaak zich heeft doen gelden en
waarschijnlijk zal er nog wel meer aan 't licht
komen, wat ons zal doen zeggen: de vervol
ging behooit nog niet tot het verleden. We
mogen er dan ook niet op rekenen, dat het
voortaan vrede zal zjjn tusschen den Koning,
dien God gezalfd heeft over Sion, veeleer
spreekt de profetie van een baDge worsteling,
welke aanstaande is. Nog eens zullen zfl zich
opmaken de koniDgen, de machtigen en de
toongevers om te woeden tegen hen, die den
Naam des Heeren belijden en die ijveren voor
de doorwerking van 't koninkrijk der hemelen
om ben als onruststokers en spelbrekers te
▼eroordeelen en te dooden. Er komt een tijd,
dat al wat hoog is eischen zal de aanbidding
van de wereldmacht en al wie weigert, omdat
hfl leeft naar het woord den Heere uwen God
zult gfl alleen dienen, zal als de drie jonge
lingen weleer te Babel vallen in de handen
der geweldenaars.
Hoe ongegrond het verwijt ook moge zijn,
dat de Christus oproer verwekt, het ligt in
den aard der aardsche macht, welke niet rekent
met de opperhoogheid Gods, om zich tegen
Hem te verzetten en Hem in staat van be
schuldiging te plaatsen. Eerst als de konink
rijken dezer wereld geworden zijn des Heeren
en Zijns Gezalfden, zal het recht en de waar
heid triumpheeren en alle verhoudingen des
levens doordringen. Laten we waardeereD, de
groote weldaad, welke we nog in ons vader
land genieten en de gelegenheid benutten om
trouw te arbeideD, opdat ook door onze ge
tuigenis de Overheid van ons land recht en
gerechtigheid oefenen. In het bewustzijn, dat
zfl die in hoogheid zitten, vooral tegenwoordig
een zeer moeielijke taak hebben, vermenig
vuldigt zich bij ons het gebed om wijsheid en
goed beleid voor allen, die regeeren.
(Wordt vervolgd). Bouma.
IV (Slot).
Van uitbreiding der belijdenisschriften is in
de geschiedenis der Gereformeerde Kerken van
ons vaderlandJ wel eens meer sprake geweest.
Allereerst op het einde der 17e eeuw. De Clas
sis van Walcheren heeft in het jaar 1693 tegen
destijds opkomende dwalingen opgesteld 5
artikelen, de zoogenaamde Walchersche artike
lenwelke de proponenten en van elders be
roepen Dienaren des Woords evenzeer als de
Drie Formulieren van Eenigheid moesten on
derteekenen.
Dat destijds eene Classis alleen en op zich-
zelve die zaas ter hand nam, moet verklaard
worden uit het feit, dat toen geen algemeene
Synode bijeengeroepen werd en de Kerken dus
DOOE
Blf.O KINGM WS
5.)
Mevrouw van der Mandere wist nog heel
goed, hoe zjj met verbazing had toegeluisterd
naar dat gesprek, eerst verlegeD, dat de zuster
zoo kalm en zakelijk maar toch met gevoel
over haar innerlijk zfln sprakom haar
spoedig daarover bewonderend aan te staren.
„Dus u hebt als ik goed heb begrepen, niet
altijd die ideeën gehuldigd?' had de zieke
gevraagd*
„Ik ben niets geweest, zooals de menschen
dat uitdrukken, wat natuurlijk onzin is. Een
mensch is altijd wat. Als hij niets is, is hfl
ongeloovig. Maar door diepe ellende heb ik
geleerd tot Hètn te gaan, Die in Zfln overgroote
liefde tot mfl kwam*.
„En toen hebt ge u bfl een kerk aangesloten
Bfl welke?"
„Ik heb mfl toen uit volle overtuiging aan
gesloten bfl de Gereformeerde Kerk".
„De Gereformeerden? Zfl worden ook wel
afgescheidenen genoemd, niet? Ik heb enkele
jaren in Groningen gewoond. Daar sprak mea
van Cocsianen. Dat zfla immers de menschen
met de dogma's?"
ook niet door eene Synodale uitspraak hare
meening konden openbaar maken.
De dwalingen, die destflds de kerken in ge
vaar brachten, waren die van prof. Roëll, dr.
Balthasar Bekker en Ds. Joh Vlak. Het giüg
toen ook orer verschillende punten n.l. over
de verklaring der Schrift, of men alleen datgene
mocht aannemen wat met de rede ko u verklaard
worden (tegenover 't rationalisme) over de
eeuwige generatie des Zoons Godsover de
leer der duiveleu en der eDgeleD, waaromtrent
Bekker leerde, dat de Heere Jezus zich slechts
naar de volksvoorstelling van zfln dagen ge
schikt had en over de leer van de erfschuld,
der toerekening van de schuld van Adam
krachtens het werkverbond, alsmede over de
leer van de rechtvaardiging des zondaars voor
God wegens de toerekening van de verdiensten
van Christus.
Gelijk ieder begrflpt, werden ook toen de
Drie Formulieren van Eenigheid onveranderd
gehandhaafd. Men ging evenwel om die opge
komen dwalingen niet wflzigiog aanbrengen
in de belijdenisschriften, maar zette breeder de
beleden waarheid uiteen tegenover de ketterflen
van Bekker, Roëll en Vlak. Daardoor ontving
meteen de belfldenis der kerken steun en meer
sterkte. Nog meer invloed zou die actie der
Kerken van Walcheren geoefend hebben, indien
over heel ons vaderland destflds instemming
met de Walchersche artikelen ware betuigd, en
een Generale Synode haar hadde overgenomen.
Maar dat kon toen juist niet. De Kerken kon
den niet in Generale Syaode optreden, tenzfl
de Overheid haar bfleenriep, en die deed 't
niet; en daarom bleef toen die actie tot hand
having van de zuiverheid der leer vrflwel tot
de kerken van ons eiland beperkt, ook al was
het, dat de particuliere Synodes van Holland,
Utrecht en Groningen genoemde dwaalleeringen
mede veroordeelden.
Een tweede voorbeeld van wat men zou
kunnen noemen uitbreiding der belfldenis
schrifteD, is van recanten datum, en ligt nog
volen onzer versch in het geheugen. Ik bedoel
de formuleering in 1905 gegeven door de
Synode van Utrecht omtrent enkele leergeschil-
len. Wel is waar was er toen nog geen sprake
van opkomende dwalingeo, maar alleen van
onrust in de kerken gewekt door verschillende
uitspraken, die laat ik zeggen ietwat
overdreven of eenzfldig gekleurd waren. Er
dreigde tusschen broederen, die dezelfde belfl
denis waren toegedaan, misverstand te komen,
en dat dreigende misverstand is door de uit
spraak der Generale Synode bezworen. Het
giDg toen, gelflk de meesten onzer zich nog
wel herinneren, overinfra- of supralapsarisme,
de eeuwige rechtvaardigmakiDg, onmiddelflke
wedergeboorte en de onderstelde wedergeboorte.
De nadere formuleering, toen door de Utrecht-
sche Synode gegeven, heeft wel terdege gun
stig ingewerkt op ons kerkelflk leveD, heeft
gewerkt als olie op inberoeriDggebrachte gol
ven. Een ieder wachtte zich voor hat gebruiken
van uitdrukkingen, die door eenzfldigheid an
deren konden kwetsen en het onderling ver
trouwen onder de broederen keerde weder.
Op 't oogenblik nu is er in onze Kerken
een vragen naar uitbreiding van onze belfldenis
ook in zake sommige punten der leer, niet om
wantrouwen in eigen boezem weg te nemen of
te voorkomen, maar veel meer om binnen eigen
muren opkomende dwalingen te bezweren. Wat
van de as. Leeuwardensche Synode gevraagd
wordt is o.i. vooral van niet minder belang
dan wat de Utrechtsche Synode in 1905 bood.
De Ethische richting heeft jarenlaüg zich uit
sluitend binnen de Nederlandsch Hervormde
Kerk doen gelden. Maar nu zfl ook op het erf
van onze Gereformeerde Kerken haar invloed
wil overplanten, en door de poort eener jon
gere generatie stillekens tracht binnen te slui
pen, is het o i. eisch des tflds om zoo spoedig
mogelflk met goede middelen zulk een gevaar
te bezweren. Het is dan ook schier onbegrfl-
pelflk, dat sommige Gereformeerden in deze
dagen nog de bewering laten hooren, dat de
tfld er niet rflp voor is om ons tegenover de
Ethische dwalingen uit te spreken. Eilieve 1
wanneer zal de tfld daarvoor dan wèl rflp zfln
Eerst wanneer de invloed van die dwaling door
alle onze kerken heengedrongen is, en er geen
stuiten meer aan is We mogen baar niet
laDger tfld gunnen om voort te woekeren.
Mevrouw van der Mandere herinnerde zich,
hoe een heldere, korte lach even geklonken had
door het ziekenvertrek.
„Neem me niet kwalflk, dat ik even moet
lachen" (de verpleegster was weer aan het
woord) maar daar worden die menschen altfld
mee gedoodverfd. Ik bemerk dat u wel op
de hoogte is. Maar in alle ernst, een godsdienst
zonder dogma's, kan ik mfl Diet indeuken.
Natuurlflk hebben de Gereformeerden dogma's,
maar ze leven niet bfl dogma's. Zfl hebben hun
dogma's en trachten zfl in de praktflk uit te
werken. Dat is alles. En dat is heusch niets
bizonders Om op politiek terrein te komen
even, ik heb wel weinig verstand van politiek,
maar dat weet ik toch wel, de sociaal-demo
craten, die met den godsdienst hebben gebroken,
al zeggen zfl wel, dat ieder van welke gods
dienstige overtuigiog, ook lid hunner partfl kan
worden, hebben ook dogma's, waarnaar zfl hun
beginselen uitwerken in hun politiek leven.
Dat is heusch niets bizonders."
Van die zflde had Mevrouw Van der Mandere
het nog nooit beschouwd en zfl had afgewacht,
wat haar man zou zeggen op dit antwoord.
Deze staarde met bewondering de verpleeg
ster aan, die zoo wel op de hoogte was.
„U hebt, naar het schflnt, een goede ont
wikkeling genoteD," had hfl alleen opgemerkt.
„Ik heb te Middelburg (vroeger had zfl reeds
meegedeeld, dat zfl oorspronkelijk uit Zeeland
afkomstig was) de Hoogere Burger school af-
geloopen en daarna heb ik zooveel mogelflk
mfl zelf trachten te ontwikkelen," had Nelly
Jansen geantwoord.
Welnu, dat kan alleen bereikt worden indien
onze Gereformeerke Kerken in Generale Synode
bijeengekomen, geleid en voorgelicht door hare
uitnemandste maDnen, in duidelijk omschreven
formuleering een getuigenis afleggen tegen
over de Ethische dwalingen een getuigenis, op
Gods Woord gegrond, dat tevens aanvulling is
van wat we helflden in onze Drie Formulieren
van Eenigheid. Dan krflgen we een officieele
uitspraak omtrent de kwestieuse punten, die
dienst kan doen als een bolwerk tegen vflande-
Iflke aanvallen. Het lflkt ons toe, dat daarnaar
algemeen verlangd wordt in onze Gereformeerde
Kerken. Het voorstel van Amsterdam-Zuid, in
zooverre het hierop betrekking had, vond in
vele kringen instemming en is dan ook door de
Classis Amsterdam reeds overgenomen, ja zelfs
wat de opsomming der kwestieuse punten be
treft, nog nader geformuleerd en uitgebreid.
En ook in andere Kerken en in andere Classes
gaan gelijkluidende stemmen op. Uit onze
Provincie zal ook wel op de een of andere
wflze een dergelflke vraag doorgezonden wor
den naar de Generale Synode, en met volle
vertrouwen wordt dan door onze Kerken de
beslissing dier meerdere vergadering voor heel
ons kerkelflk Nederland afgewacht en tegemoet
gezien.
Door de uitspraken van ds. Netelenbos in
zake zflne beschouwing van de inspiratie der
Heilige Schrift, welke naar ons oordeel niet
overeenstemmen met art. 4 en 5 van onze
Nederl Geloofsbelijdenis, en welke uitspraken
zoo hier en daar in onze Gereformeerde Ker
ken in kleine kringetjes toejuiching vonden, is
er werkelflk eene roeriDg gekomen in de wateren
van ons kerkelflk leven, en de vraag opge
worpen„Wafc is de Gereformeerde beschou
wing van het Schriftgezag?" Me dunkt, dat
de tfld dan wel rflp is om niet alleen deze
zaak eens aanhangig te maken en er wat over
te praten, maar veelmeer om een afdoend en
beslist antwoord op die vraag te geven.
Een tweede punt, dat geheel vanzelf uit de
kerken naar voren getreden is, hangt saam
met het gravamenBuizer, dat als gravamen
geen succes zal beleven, maar wel met recht
ons wflst op de noodzakelijke aanvulling vau
eene leemte in ons belijden temidden van al
lerlei Christelijke kerkformaties. Onze Gere
formeerde kerken moeten hare houding offi
cieel bepalen tegenover de velerlei instituten,
die er nu zfln en die zich aandienen als open
baringen van de kerk van Christus. Daarom
is o.i. ook een urgent puntnadere formu
leering van de leer der kerk, met name in hare
eenheid en in hare pluriformiteit. Welke
gegronde reden zou er kunnen aangevoerd
worden om die gewichtige zaak nu nog weer
eens te verschuiven? Ons dunkt: geen; want
dat zou niet alleen worden een uitstellen ad
Calendas graecas, maar inderdaad ons kerkelflk
leven overleveren aan versteening inplaats van
het overeenkomstig den aard en de behoeften
van onzen tfld zich te laten ontwikkelen.
De andere punten in het voorstel van de
Classis Amsterdam genoemd zfln o.i. niet van
zoo drirgend karakter. Daarin wordt nadere
formuleering gevraagd
le. omtrent den Zoon van God als den
Christus der Schriften.
2e. omtrent de verlossing, die in Chris
tus Jezus is.
3e. omtrent het verband en de ver
houding der bizondere en der algemeene
genade Gods.
4e. omtrent de eenigheid en de vol
strektheid der Christelflke religie.
5e. omtrent de verhouding tusschen de
Kerk des Heeren en de Overheid.
6e. omtrent de anti-Christelflke begin
selen, welke thans op het gebied van het
maatschappelijk leven aan de orde zfln.
Bfl ons kwam de vraag opZfln die punten
nu op 't oogenblik in ons kerkelflk leven aan
de orde?
Hebben we inzake le en 2e niet voldoende
aan wat onze Belijdenisschriften bieden
Is het 3e punt, op zichzelf genomen een
zeer belangrijke dogmatische kwestie, een punt
van geschil Of dreigt op dat punt gevaar
Of is alleen de bedoeling, dat onze kerken haar
belfldenis van de gemeene gratie eens officieel
laten hooren Maar indien dat laatste de
bedoeling is, dan zou 't een theoloog geen
Maar na dit antwoord was op haar lief ge
laat een trek van bfsflistheid gekomen (die
Mevrouw Yan der Mandere zich nog zeer goed
herinnerde te meer, omdat die na dien tfld
wel meer verscheen) een trek van beslistheid,
die zeiVraag nu geen verdere bizonderheden
uit mfln familie-leven, want die zeg ik toch
niet."
Boven in haar slaapkamer stommelde Meta
de gezelschapsjuffrouw had, na enkele woorden
gezegd te hebben over het prachtige uitzicht
en de kalme zee, een courant gegrepen; me
vrouw Van der Mandere peinsde voort
IV.
Na dit eerste, ietwat uitvoerige gesprek met
zfln verpleegster, had mfluheer Van der Mandere
meerdere gesprekken gevoerd, die langzamer
hand korter werden, omdat de patient meer en
meer verzwakte.
Nelly Jansen mocht die gesprekken wel,
want zfl gaven haar gelegenheid vertrouwelijk
met den tuberculose-lflder te spreken en hem
te wflzen op haar Heer en Heiland. Hfl kon
immers pas kalm dit leven vaarwel zeggen,
als hfl wist geborgen te zflnals hfl ingiog de
stad met poorteD, waar de Engelen juichen
voor den troon van het Lam?
Mevrouw Van der Mandere was bflua bfl
alle gesprekken tegenwoordig geweest. Met
aandacht had zfl de verp'eegster gevolgd.
„U beschouwt mfl wel als een groot zondaar,
geloof ik," had mflnheer Van der Mandere
half-stervend gezegd, maar zfln vrouw voelde,
moeite kosten nog een aantal punten op dit
program te plaatsen.
Voor het 4e punt voelen we meer. Juist
tegenover de theosofische voorstellingen, die
door de pers en door allerlei hedendaagsche
romanlectuur schier ongemerkt doordringen
in onze kringen, is 't noodzakelijk kiosk en
krachtig te belflden de absoluutheid van de
Christelflke Religie. Wat met name prof.
Bavinck in zflne verschillende geschriften zoo
schoon heeft bepleit en waarmee alle Gerefor
meerden van harte instemmen, dat kon door
onze kerken officieel beleden worden voor de
ooren der wereld, voornamelijk tegenover het
ontelbaar tal van sec od, dat tegenwoordig op
schiet en daardoor zouden onze Gereformeerde
kerken het toonen ook haar tfld te verstaan,
niet in een stillen achterhoek weg te sehuilen,
maar voor het front te komen met de rots
vaste belfldenis, dat in het zuivere Evangelie
van Christus Jezus alleen de zaligheid voor
zondaren te vinden is.
Punt 5 lflkt ons vooralsnog een heet hang
ijzer. Zouden onze Kerken dat nu durven aan
grijpen, terwfll zooveel andere arbeid roept,
waarbfl zfl niet zoo licht de handeu branden
zullen
En punt 6 eischt o.i ook nog voorbereidende
studie, aleer men de Kerken zelfs een concept
zou kunnen aanbieden.
Door deze laatste punten, die op voorstel van
de Kerk van Watergraafsmeer op het voorstel
der Classis Amsterdam kwameD, zal de taak
der Syaode aanmerkelijk worden verzwaard.
Evenwel dunkt ons, dat die punten best nog
eenige jaren uitstel kunnen Iflden. Daarom hopen
we, gelflk we in ons vorig artikel schreven,
dat onderscheid zal gemaakt worden tusschen
dringende en minder-urgente kwesties.
We zfln van onze Synodale vergaderingen
gewoon, dat zfl met wflsheid, bezadigdheid,
voorzichtigheid en toch met kloekheid optreden.
Dat verwachten we ook dit jaar. Bovendien
mogen wfl pleiten in onze gebeden, die ook
voordeSynodeonzer kerken opgezonden worden,
op de belofte Gods, dat Hfl door Zflnen Geest
zflne kerk in alle waarheid leiden wil. De
hulpe van dien Geest kunnen wfl in de moeite
volle tflden, die ons kerkelflk leven doormaakt,
geenszins missen. Laat ons met de bede om
de leiding diens Geestes onze roeping in dezen
tfld verstaan en betrachten, opdat wfl als ge
meente des levenden Gods ook zfln mogen voor
de oogen van engelen en menschen een pilaar
en vastigheid der waarheid.
TWEETAL
te EnumatilC. J. Bos te Zuidwolde;
J. S. Schaafsma te Opeinde;
te Hattem F. Tollenaar te Brouwershaven
F. W. H. Bramer te Hoogeveen
BEROEPEN
te StadskanaalD. v. Dflk te Uithuizen
te Marken, Krimpen a.d. Lek, Vrflhoeven en
Sprang Dr. Tb. Ruys cand. te Bloemendaal
te Kruiningen P. Deddens cand. te Rotterdam
te PuttershoekG. Wisse te Driebergen
te TienhovenJ. W. Siertsema te Gramsbergen
AANGENOMEN
naar WestzaanG. J. Goede cand. te Lands
meer.
BEDANKT
voor O Mega: J. S. Post te Echten;
voor Reitsum J. v. d. Meulen te Schoonoord
voor ScheveningenJ. Douma te Den Haag
voor Coevorden T. Ripspens te Urk en
Groningen
voor Krommenie: A. J. Fanoy te Oosterzee.
Ds. K. Schilder te Gorinchem, die scherp
schrflft, maar tegelflk den vinger legt op wonde-
plekken, waarschuwt in het laatste nummer
der Ger. Kerkbode van de Classe Gorinchem
tegen de critiek-looze jongeren of liever, tegen
de kerkerader, die de gemeente alzoo „leiden",
dat de Ger. dominé's zich wel zullen wachten
er de herderstaf op te nemen, terwfll de jon
gelui voor de gezonde leer en het echte Ger.
lev^n totaal bedorven worden. Hfl sehrflft o.a.
dat die nog een diepen ondergrond had en dat
hfl brandend nieuwsgierig was, het antwoord
te vernemeD, dat oprecht gegeven zou worden.
Daaraan twflfelden geen van beiden.
„We zfln allen zondaars en als we Jezus
Christus niet hebben als onzen Borg en Zalig
maker gaan we alleD, zonder onderscheid, ver
loren. In het diaconnessenhuis heb ik bfl ver
schillende sterfbedden gezeten. Eu onver
schillig, wie ik vóór mfl had, of het menschen
waren, die de waarheid kenden, of menschen,
die er niet in opgevoed waren, ik heb ze allen
op Jezus gewezen. Ea ik voel het als mfln
plicht, het u ook te doen. Uw vraag van zoo
even geeft me aanleiding te denken, dat u
vindt die vermaning niet noodig te hebben."
„Een Christen, zooals u dat wil hebbeD, ben
ik nooit geweest, dat weet ik wel, maar ik geloof
toch niet, dat ik zoo'n zondaar ben, dat ik niet
gerust dit leven vaarwel kan zeggen."
„De rflke jongeling, die tot Jezus kwam
dacht ook, dat hfl alles had gedaan, wat noodig
was. Maar Jezus leerde het hem wel anders.
Kent u die geschiedenis niet Mag ik ze u
even voorlezen
Op het toestemmend knikken van den heer
Van der Mandere had Nelly Jansen haar Nieuw-
Testament gegrepen en de heer en mevrouw
van der Mandere, luisterend naar haar wel
luidende stem, hoorden
„Goede meester, wat doende, zal ik
het eeuwige leven beërven
„En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gfl mfl
goed? Niemand is goed dan één, namelflk God.
„Gfl weet de gebodenGfl zult geen over-