FEUILLETON. Een God van liefde. Gezag. Het voorstel Amsterdam-Zuid. M®rk- on fttohoolnfonw». Zulk eea uitspraak had aiien er toe moeten leiden om niet partijdig te oordeelen en nauw keurig toe te zien, alvorens een dergelijke be schuldiging uit te spreken. Doch het is be- ksnd, dat zij later menigmaal herhaald is. Eeuwen zgu voorbij gegaan. Opnieuw is het volk Israël in beroering. Eerst was Jo hannes de Dooper opgetreden en predikte boete en bekeering. Daarna was Jezus ge komen die het geheele land doorging en over heden en volk opriep om terug te keeren tot den Sprinkader des levens. De Schriftge leerden en overpriesters oordeelden, dat zulk een Prediker niet geduld mocht worden. Zg namen Hem gevangen, zij veroordeelen Hem tot den dood. Wijl hun echter het recht van het zwaard ontnomen is, brengen zij Hem naar den Stadhouder Pontius Pilatus en daar be schuldigen zij Hem, dat Hij zich zelf tot koniüg heeft opgeworpen en dat Hij verboden heeft den keizer schatting te betalen. De Romeinsche Rechter onderzoekt het en komt tot de slot som, dat de dubbele beschuldiging geheel on gegrond is. Doch daarmee nemen zijn aan klagers geen genoegen. Zij betuigen steeds nadrukkelijker, dat Hg oproer gepredikt heeft en dat Hg daarmede begonnen is in Galilea. Volgens hen is Jezus een oproermaker, een revolutionair, een communist. Zij plaatsen Hem naast Koracb, Dathan en Abiram, die het wettig gezag miskennen en de grondslagen, waarop de samenleving rust, omkeeren. Welk een verwijt. Jezus zou een Lenin, een Wijnkoop zjjo. Schandelijk zegt ge en ik zeg het met U. Maar daarbij moogt ge 't niet laten. Temeer omdat deze zelfde be schuldiging steeds terugkomt. Daarom willen we eens nagaan, boe onbillijk deze aanklacht is en tevens een poging aanwenden, om te ontdekken boe de lieden er toe komen haar altgd opnieuw uit te spreken. Eeu recht in zicht in deze zaak heeft ook voor onze dagen nog beteekenis. (Wordt vervolgd). Bouma. IX. (Slot). De Fransche Revolutie hief de valsche leuze op van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dit waren wel mooie woorden. Had de Revo lutie die leuze opgevat in een zin overeenstem mende met het Evangelie van Christus, dan zou er zelfs iets heerlijks in gelegen hebben. Maar dat was geenszins het geval. Want die leuze ging gepaard met die andere Noch God, noch meesterdoelende op omverwerping van het gezag. Dergelijke leuzen, die schoon klin ken en een schijn van waarheid verkondigen, z\jn dan ook alleen dan werkelijkheid, als ze opbloeien uit den wortel des geloofs. Maar zijn ze losgerukt van den geloofswortel, dan wer ken ze juist het tegenovergestelde uit van wat ze prediken en van wat men er van kon ver wachten. Daar is zeer zeker eene gelijkheid onder de menachenn.l. tegenover den hoogen en verheven God staan ze allen als schuldige zondaren, die de heerlijkheid derven. Waarin zou de eene mensch te achten zgn boven den ander Ze zgn allen in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren. Maar dat neemt niet weg dat de souvereine God toch sommee men achen met gezag bekleed boven anderen. Dan mag de leuze van „gelijkheid" niet misbruikt worden om dat gezag te miskennen en te ver werpen. Dat was de groote zonde der Revo lutiemannen. De Souvereine God wil. dat er onderscheid zg tusschen de meESchen. Er moe ten gezagdragers zijn. Hij gebruikt men achen als organen, om Zgn souverein gezag uit te oefenen en daarom moet dat gezag geëer biedigd worden, 't Is tot welzijn van de ge meenschap. Gelgk onze koningin inlndiëhaar gezag laat uitoefenen door een Gouverneur Generaal, zoo laat onze Souvereine God hier op aarde Zgn gezag uitoefenen door Overheden. En 't zal een volk dan alleen wèl gaan stof felijk en geestelijk, indien het deze ordinantie Gods niet wederstaat, maar dat gezag om Godswille erkent Van kindsbeen af moeten we leeren voor de Overheden te buigen. Van uit het huisgezin, waaruit het maatschappij- dooe HUGO KIM.MWS 4.) En dan de kamer instormend en Mevrouw van der Mondere, mooie, eenvoudig maar smaak vol gekleede verscbijniDg, om den hals vallend en klapzoenend „Wat zijn we lang weg ge weest, hé, moeke Maar die zee oefent ook zoo'n machtige bekoring op mg uitik kan er niet van scheiden". Mevrouw van der Mandere lachte haar doch ter toe, vrooljjk en opgewekt, maar dan plots, bezorgd: „Je hebt je toch niet te veel ver moeid „Neeü, ma, maak u maar niet ongerust". Mevrouw van der Mandere lette op het stralende gelaat vóór haar, het nu blazend, fijn-besneden, doorschijnende gelaat. O, ze had niet één reden, ongerust te zijn tot hier toe. Maar was Meta geen zwak meisje Was zij niet het kind van hem, die gevallen was als slacht offer van de tuberculose Ala zij zich dat her innerde en als zij er aan dacht, dat Meta o, dan was het 'n snerpende smartelijke pijn daarbinnen Nelly Jansen heeft zich eerst van hoed en handschoenen ontdaan, als zg binnenkomt. leven zich ontwiKKelt, moet geleerd worden te gehoorzamen aan alle gezag, waardoo* het Godö belieft ons te regeeren. Ook hebben we in onze artikelen aangetoond, dat geen Overheid willekeurig haar gezag mag oefenen. Zg is gebonden aan het reeht Gods en mag hare bevoegdheid niet overschrijden. Die Overheid vindt dan ook op haar terrein allerlei kriDgen, welke binnen baar eigen gren zen souvereioiteit hebben Da laus van „soe vereiniteit in eigen kring" door alwat anti revolutionair is aangeheven, stemt overeen met de beginselen van Gods Woord. Daarmee moet eene Overheid bg hare gezagsoefening ook rekening houden. Da Overheid ontmoet bijvoorbeeld op haar weg de volgende kringen het gezin, de school, de kerk, de fabriek, de handel, de wetenschap, de vereenigiügen, de organisaties, enz, Elk van die kringen bestrijkt een eigen terrein, waarop kg alleen zeggenschap heeft. Daar mag de Overheid met haar gezag niet ingrijpen, tenzy dat bet in zulk een kring eens misloopt. Wanneer alle ouders in ons vaderland eens hun plicht en roeping hadden verstaan om zeiven te zorgen voor de opvoeding hunner kinderen, voor goed en degelijk schoolonderwijs welnu, dan zou de Overheid in ons land zich nimmer met het onderwijs hebben behoeven in te laten. De school zou van de ouders zeiven uitgegaan zgn en we zouden nooit gekweld zgn met het zoogenaamd neutrale openbare onderwijs. Wanneer de kring van den arbeid in onze dagen zoo doordrongen was van zgn eigen zelf standigheid en souvereiniteit, dan zouden de arbeidsorganisaties zoowel van werkgevers als van werknemers in onderlinge gezonde saam werking zoozeer alles weten te regelen, dat bet geheel en al builen Overheidsbemoeiing om kon gaan, dat de Overheid in 't geheel niet behoefde in te grijpen. Dat de Overheid zoo „vadertje" speelt om zich overal mee te bemoeien en voor allerlei kringen wetten stelt, is niet een ge zonde toestand. Langzamerhand raken we daar aan zoo gewend, dat men soms wel eens denkt, dat het zoo moet en niet anders kan. Maar al die Overheidsbemoeiing komt uit een verkeerd beginsel voort, en gaat in tegen het gezonde beginsel van de souvereiniteit in eigen kring, 't Is een teeken, dat de maatschappelijke saam- leving op laag peil staat, als Vader Staat telkens zich overal mee bemoeien moet om regelend tusschenbeide te tredeD, een teeken, dat men in groote massa afweek van de begiu- selen der Heilige Schrift, met name van de wet der liefde tot de naaste. De kanker van het egoisme heeft zoo zeer allerlei kringen en stan den evengoed als personen en individuen in de maatschappij aangegrepen, dat de Overheid zich wel verplicht ziet om door wettelijke maat regelen in te grgpen. Maar daardoor zal nooit groeien een gezonde maatschappij, 't Wordt een loopen op krukken, een zwemmen op kur ken, niet een loopen op eigen beenen noch een drijven op eigen kracht. Het zou verkeerd zgn als een Overheid eigen willig het terrein van hare bemoeiingen ging uitbreiden en alzoo tegen den wilder onderdanen in ingreep in de souvereiniteit der verschillende kringen. Zoo is 't evenwel thans bg ons niet gesteld. Te vaak wordt door de verschillende kringen eigener beweging Overheidshulp inge roepen, waaruit blijkt de machteloosheid en onzelfstandigheid der kringen, geljjk zg zeiven die voelen. Maar dat is en dat moeten we streng vasthouden een ver schijn sel, geen normaal gezond saamleven. Nimmer mag het Overheidsgezag evenwel de vrfjheid van beweging der verschillende kringen in de maatschappij belemmeren. Tus schen gezag en vrijheid moet een goede har monie heerschen. Dr. W. J. Aalders schrijft „Harmonie is iets ontzaglijk fijns. Zij berust op de overeenstemming van alle deelen, vor men, bewegingen, nuances volgens één regel, wil, doel. Neem deze overeenstemming weg en alles werkt tegen elkaar en tegen zichzelf in. Disharmonie is in zekeren zin erger dan niet-zijn, omdat zg beteekent eene eindelooze verwarring, ontwrichting, beschadiging van wat één moest zgn, maar elkaar misverstaat, miskent, verdringt, onderdrukt, in zooverre het geheel en daarmede de bizondere deelen onder geschikt worden gemaakt aan het enkele deel} „Dag, Mevrouw. O, wat is het hier heerlijk koel". „Dag, Nel. Ja, het is hier fijn. Prettig ge wandeld „We zg*d geweest bij dat oude fort, u weet wel. U vondt toen het gezicht op Ritthem zoo mooi. Ik kijk liever de zee in". „Ja, dat weet ik. De ze* wekt tot droomen op en zg komt mijn droomstertje dus in het gevlei". En als Nelly Jansen bloost„Nu, ja, ik meen het zoo kwaad niet". Met welgevallen keek zjj haar gezelschapsjuf frouw aan. Het was een eigenaardige verhouding tusschen die twee, die de buitenwereld niet begreep. Hoewel Nelly Jansen haar positie van ondergeschikte zeer goed begreep en er naar handelde, was er toch feitelijk van onderge schiktheid geen sprake. Als twee zusters leefden die twee vrouwen, beiden even jong nog, be trekkelijk, want Mevrouw van der Mandere was acht en dertig, Nelly Jansen zes en dertig jaar. Mevrouw noemde haar gezelschapsjuffrouw altijd bij haar voornaam, sprak nooit van het stijve „juffrouw". (Dat was zoo'n gewoonte ge worden, dat Meta ook vaak Nelly zei, om dan, ondeugend-lachend terug te krabbelen „Ex- caseer, juf". Mevrouw van der Mandere had het stille, diep-doordenkende, zoo-correct-naar-haar-be- ginsel-levende meisje lief gekregen, schier van het eerste oogenblik, dat zg de betrekking in de Laan van Meerdervoort bij haar aanvaardde. 'tWas toen mijnheer van der Mandere, in het laatste stadium van de tuberculose, met het dat zich als hoofdzaak en middelpunt voelt en tot norm en doel maakt" (Gezag, blz. 14, in de brochurenreeks „Praktisch Christendom"). En die goede harmonie zal er zgn, indien gezagvoeders en onderdanen beiden zich in alle3 regelen willen alleen naar de ordinantiën Gods, want „de Wet des Heeren is volmaakt, bekeerende de ziel. De getuigenis des Heeren is gewis, den onkundige wijsheid gevende. De bövelen des Heeren zijn recht, verblijdend het hart. Het gebod des Heeren is zuiver, verlich tende de oogen. De vreeze des Heeren is rein, bestaande tot in eeuwigheid". (Psalm 19 :810). I. In een jaar, waarin de Generale Synode bijeenkomt, wordt gemeenlijk al eenige maan den tevoren een bizondere ritseling merkbaar in het kerkelijke leven. De kerkelijke pers, die leiding geeft, begint te schrijven over belangrijke onderwerpen, die waarschijnlijk aan de orde zullön komen. Sommige bladen stellen zelfs een kerkelijk menu op van de agende, die ter Synod8disch zullen verschijnen. Kerkeraadsvergaderingen houden zich bezig met het opstellen van h.i .belangrijke voorstellen, om die langs den weg der meerdere vergade ringen te krijgen op de Synode. Zoo gaat het ook dit jaar. En naar het zich laat aanzien, wil men de geestelijke maag der Synode wel wat overladen. De afgevaardigden zgn niet te benijden, als zij dat alles binnen een paar weken moeten slikken. In de verschillende Kerkbodes van ons vader land zijn al ter sprake gebracht allerlei wenschen, wat men zooal gaarne door onze Synode zou beslist zien. Het aantal kerken, die met een concreet voorstel ter Classis kwamen, is nog maar zeer gering. Het meest uitgebreid is voorzeker het voorstel waarmee de Kerkeraad van O vertoom (Amsterdam-Zuid) op hare Classis kwam, en dat van zoo groot belang geacht werd, dat die Classis besloot ter behandeling daarvan eene buitengewone vergadering te houden- Het verdient besproken te worden ook in de kerken buiten de Classis Amsterdam, waarom wg er ook de aandacht onzer lezers eens nadsr op vestigen willen. Allöreer&t deelen we het zeer breed gemoti veerde voorstel in zgn geheel mede. Het luidt aldus „De Raad der Gereformeerde Kerk van Amsterdam-Zuid (Overtoom nadrukkelgk verklarende, geenerlei gravamen te hebben tegen de drie Formulieren van Eenig- heid of eenig onderdeel daarvan constateerende A. dat de belijdenisschriften der Gerefor meerde Kerken in Nederland sedert hare vast stelling op de Nationale Synode van Dordrecht in 1618 en '19 geenerlei nadere uitwerking of aanvulling hebben verkregen, terwijl toch èn het belijdende inzicht in de waarheid Gods en de ontwikkeling der dwaliDg, waarmede ds Kerk des Heeren hier te lande te kampen heeft, in de laatste drie eeuwen niet onbe duidende vorderingen hebben gemaakt, zoodat over menig aangelegen punt de belijdenis en het Leerboek, dat onze Kerken gebruiken op de Catechisatie en bg de prediking zich niet of niet genoegzaam uitspreken als voorbeelden waarvan de Kerkeraad o a. wijst op het ontbreken van officieels leerformu- leering inzake de Heilige Schrift en hare in spiratie in verband met de sedert Dordrecht opgekomen Schrift-critiek, inzake de eenheid en de pluriformiteit der Kerk, inzake de ver houding van bijzondere en algemeene genade, iüzake het Adventisme, het Chiliasme, de Christian-Science, het Sabbathisme, het Spiri tisme de Theosophie en dergelyken B. dat de liturgische geschriften der Gere formeerde Kerken in Nederland niet kunnen geacht worden in elk opzicht meer in overeen stemming te zijn met de inzichten en praktische behoeften van het tegenwoordige Gereformeerde kerkelijke leven als voorbeelden waarvan de Kerkeraad o.a. wijst op de wenschelijkheid van een korter avondmaalsformulier, op het ontbreken van een formulier, voor de algemeene zondebelijdenis der gemeente vóór de predikatie op zinsneden leven bad afgerekend en op zijn einde wachtte. De huisdokter had uit het diaconessenhuis een verpleegster gerequireerd in de persoon van Nelly Jansen. Deze had haar taak aanvaard met den ernst, waarmee zg alles opnam. Vier jaren was het nu al geleden, maar het kwam Mevrouw van der Mandere voor, of het pas gisteren was geschied, dat een stille, ern stige zuster behoedzaam heen-en-weer drentelde in het ziekenvertrek, met onbewust-gracieuso bewegingen. Terwijl zg in Vlissingen in de kamer zat, waar de koele Noordzeewind de gordijnen voor het openstaande raam lichtelijk bewoog, was zg in haar gedachten in een ander vertrek, in de Laan van Meerdervoort te Den Haag, in het ziekenvertrek, dat weldra zij verheelde het zich toèu niet meer een vertrek zou zgn, waarin een ziel dit aardsche tranendal zou verlaten. Toen had zg in haar groote droefheid en radeloosheid zich vastgeklemd aan zuster Jan sen, die aanvankelijk ongevoelig, koud, leek, maar al heel spoedig openbaarde een warm- kloppand, méélgdend hart te hebben. De stille, geduldige patient had zich gehecht aan zgn verpleegster, die niet lang na haar komst uit deed komen, dat zg diende een God van liefde Even met verbazing had Mevrouw van der Mandere, die bij het gesprek tusschen patient en verpleegster tegenwoordig was, haar aan gestaard. Maar zg zweeg, omdat haar man met inte resse aanhoorde en zg had hem te lief, om als in het huwelijksformulier„ten derde" (oorzaak, waarom God den huwelijken staat heeft ingezet) is enz." en in het formulier van bevestiging der ouderlingen en diakenen, die behelzende de vermaning tot de armen C. dat de tegenwoordige redactie van Art. 69 K.O. het gebruik van het Nieuw-testamen- tische lied in den eeredienst der Gereformeerde Kerken in Nederland beperkt tot de eenige daar met name genoemde gezangen Overwegende, dat eenerzijds zelfs elke redactie-wijziging onzer drie Formulieren van Eenigheid, nog afgedacht van de bezwareD, die daartegen zouden kunnen rijzen met het oog op den klassieken vorm dezer geschriften, onwenschelgk moet worden geacht in verband met het feit, dat de confessioneele eenheid zooveel mogelijk dient te worden bewaard met die Gerefor meerde kerkgemeenschappen en groepeD, waar wij thans helaas nog niet in één kerkverband leven, maar anderzijds de behoeften van het eigen kerkelijke leven in dezen tgd aan ge noegzame belgdenisformuleering en passende liturgische praktijk dringend voorziening eischen besluit aan de Classis Amsterdam zgn bovenstaand gevoelen kenbaar te maken en haar hot na volgende voorstel te doen De Classis Amsterdam enz. stelt aan de Particuliere Synode van Noord-Holland voor aan de a s. Generale Synode onzer Kerken te verzoeken A. om met algeheele en ongewijzigde hand having van de bestaande driö Formulieren van Eenigheid, de noodige stappen te doen, die zullen leiden tot nadere en nieuwe formuleering van hetgeen de Gereformeerde Kerken in Nederland van den Woorde Gods belijden om trent de inspiratie der Heilige Schrift, de eenheid en pluriformiteit der Kerk, de ver houding van bijzondere en algemeene genade, en tegenovsr de verschillende sekten en dwa lingen, waarmede de Kerk in dezen tgd te worstelen heeft B. om voor den kansel en de catechisatie kamer een nieuwen Catechismus op te stellen, in overeenstemming met de tegenwoordige behoeften C. om de bestaande liturgische geschriften onzer Kerken aan een algeheele herziening te onderwerpen en daaraan toe te voegen een formulier voor de openbare zonde-belgdenis der gemeente D. om den bundel „Eenige gezangen'' uit te breiden met Gereformeerde Kerkliederen, welke het den plaatselijke Kerken vrg zal staan, nevens de Psalmen in den eeredienst te ge bruiken E om na vaststelling van den sub. D bedoelden bundel in Art. 69 K.O. in plaats van de zinsnede „en de Tien Geboden" enz. tot en met „predikatie" te lezen„en de liederen uit den door de Kerken vastgestelden Kerk- liederenbundel". Kerkhof. TWEETAL te BennekomJ. Ozinga te Hasselt en E. J. van Voorst te Numansdorp DRIETAL te AssenR. E. van Arkel te Soest Dr. K. Dgk te Den Haag en B. Knoppers te Almelo. BESOEPEN te Oudega (SmallJ. S. Post te Echten te YeereI. K. Wessels cand. te Goes te Goenga en Sybrandaburen c a.S. van Leeu wen te Houwerzyl te Giessendam J. de Waard te Ferwerd te Schouwerzijl en BlokzijlH. Knoop cand. te Amersfoort te UtrechtG. R. Kug'per te Haarlem te KrommenieA. J. Fanoy te Oosterzee te Jutryp-Hommerts en te Oppenhuizen: H. Knoop, cand. te Amersfoort; te ScheveningenJ. Douma te Den Haag te Idskenhuizen A. B. W. M. Kok te Velzen te CoevordenT. Rispens te Urk tusschenbeide te treden. Waarbij dan nog kwam, dat zg zelf ook nieuwsgierig was, naar wat de zuster te vertellen had. Meta had het vertrek verlaten, om zich in haar slaapkamer wat te verfrisscher. Nelly Jansen staarde over den boulevard zee in. Me vrouw van der Mandere mijmerde voort „Waarom is u eigenlijk verpleegster gewor den", had de heer van der Mandere gevraagd. „Me dunkt: een meisje, zooals u, had toch wel een ander beroep kunnen kiezen. Als een be roep tenminste noodig was". Over het gelaat van zuster Jansen (o, wat herinnerde Mevrouw van der Mandere het zich nog levendig was, even, een ondeelbaar oogen blik slechts, een donkere wolk gekomen, die echter onmiddellijk weer was verdwenen. „Ik zal even uw kussehs wat recht schikken", had zg, opgewekt, gezegd, „want u ligt, ge loof ik, niet gemakkelijk. Ziezoo. U vraagt, waarom ik verpleegster ben geworden? Wel, mijnheer van der Mandere, er is een God van liefde. Hij wil van ons, dat wij doen, wat Hij eischt. En Hij eischt van ons, dat wij liefde geven aan onzen naaste. Onzen naaste, daaronder versta ik den man en de vrouw, die God op mijn levensweg plaatst. Hij eischt van ons, dat we doen, wat Zgn zoon Jezus, tijdens Zijn omwandelingen op aarde, ons heeft geleerd". „Zoo, dus de dokter heeft ons een christelijke verpleegster in huis gezonden", had de heer van der Mandere tot zijn vrouw gezegd. „O, maar dat is niets bizonders, want ik

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 2