Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
34e Jaargang
Vrijdag 27 Februari 1920
UIT HET WOORD.
No. 9
RedacteurenDs. L. BOÜMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vista lidivirkiraD.O. L J. i. d. IEEI, J. 0. WIELEIfijl. F. J. v. d. ElOE, B. MEIJER, H. P. M. G. DE WALLE ia F. W. J. ROLF.
ÜITÖAYS TAN DE
PBRSVBREBN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE.
HET STERVENDE TARWEGRAAN.
Deze woorden sprak Cbrhtus kort vóór
Hg den lijdensdood inging. Over dood en
gral heen zag Hij, welke vreugde Hem
straks wachtte. Door Zijn sterven zou Hij
Zich koopen de ontelbare schare uit alle
natiën der aarde. Daarom heeft Hij het
kruis verdragen en de schande veracht,
om de vreugde die Hem voorgesteld was.
Gezeten aan 's Vaders rechterhand zou Hij
den grooten oogst uit de volkerenwereld
binnenhalen in 't Nieuwe Jeruzalem.
Christus is v r ij w i 11 i g in de doi;këre
diepten van lijden en sterven ingegaan.
Bij de verheerlijking op den berg verkoos
Hij langs den uitgang van Jeruzalem ten
hemel in te gaan. Door den dood heen
wilde Hij komen tot het leven der eeuwige
heerlijkheid. Door ontbindingssmarten tot
eeuwige vreugde. Dien weg zag Christus
zeer duidelijk vóór zich afgeteekend en
Hg wilde dien weg gaan, al moest ook
het zwaarste en grootste offer gebracht.
Hij moest zijn leven willen verliezen. Over
dat aanstaande sterven nu sprak Jezus in
onzen tekst. Pas had Hij zijn koninklijken
intocht in Jeruzalem gedaaD, waardoor
aller aandacht op dien profeet uit Galilea
was gevestigd. Niet alleen de aandacht van
de Joden, maar ook van vreemdeliügen.
Zelfs eenige Grieken gaven aan Jezus'
discipelen hun verlangen te kennen om
met hun Meester een onderhoud te mogen
hebbeD. Het waren waarschijnlijk pro
selieten of »Jodengenooten« d. w. z.
heidenen, die de Joden in de verstrooiing
met hun ijverige propaganda gewonnen
hadden voor de Joodsche religie. De vraag
van deze Grieken was evenals de komst
der Magiërs tot Bathlehems kribbe een
profetisch teeken, dat de heidenen ook
zouden vragen naar den wortel van Isaï,
die staan zou tot een banier der volkeren.
Vele heidenen werden omstreeks Christus'
geboorte aangetrokken door de Messias-
verwachting, waarvan de Joden getuigdeD.
Gaarne namen de Joden die vreemdelin
gen op als »gasten en bijwoners«. In hun
tempel was zelfs een deel van het voorhof
ingeruimd, opdat zij ook daar Israëls God
konden aanbidden, hetgeen vooral plaats
greep op de Hooge Feesten. Alles kondigde
aan dat de tijd naderde, waarop het licht
van de Zonne der gerechtigheid vanuit
Sion zou opgaan over heel de wereld. Nu
het Joodsche volk op het punt stond zijn
Messias te verwerpen, waakt op de be
langstelling der Grieken en andere heide
nen in dea »Wensch aller Heidenen
Met ontroering hoort Jezus, dat die
Grieken naar Hem vragen, 't Is voor Hem
een moment van hooge geestelijke vreugde.
Jezus beluistert in die enkele stemmen
de stem veler wateren, de stem
van duizenden en millioenen uit allerlei
tong en natie, die gekocht zouden worden
door Zijn bloed om eeuwig God te ver
heerlijken en het Lam dat geslacht zou
worden.
De vraag dier Grieken was voor Jezus
de eerste openbaring van de zoekende
en naar Hem vragende volkerenwereld.
Heerlijk vooruitzicht was het voor Hem,
dat na Zijn kruisdood Hem de hulde uit
heel de volkerenwereld zou toegebracht
worden. Welnu, dat liet Jezus hooren in
de beeldspraak van het tarwegraan. En
met een tweemaal herhaald »Amen<< leidt
Jezus die uitspraak in, omdat het een be
langrijke wet is van het Koninkrijk der
hemelen, welke Hij hun predikt, maar welke
wet nochtans voor velen te zwaar zou zijn
om ze te verstaan.
Ook al zit in een tarwekorrel levens
kracht, ook al kan ze zich ontwikkelen en
vermenigvuldigen, die korrel blijft alleen,
blijft gaaf en ongeschonden zoo 'zij op
uw zolder l gt. Daarom werpt dan ook de
landman in 't voorjaar zijn graankorrels
in den akker, wetende dat zij onder den
bodem mo6ten sterven om vrucht te drager.
In de pyramiden van Egypte vond men
graankorrels, die er eeuwen gelegen had
den en nog gaaf waren, maar zoodra
die aan den schoot der aarde waren toe
vertrouwd, brachten ze een verrassenden
oogst op van het oude beroemde Egyp
tische koren. Daar hebt ge 't beeld aan
de natuur ontleend, dat Jezus hier toepast
op Zichzelven. Graan, dat sterft on
der den bodem, vermenigvuldigt zich
dertig-, zestig- en honderdvoud. Zal de
levenskracht, die in het tarwegraan schuilt,
niet nutteloos en vruchteloos blijven, dan
moet het in den bodem, afgesloten van de
vrije lucht, verstikken, verrotten, vergaan,
wegsterven. Uit dat stervende graan komt
een levende spruit, die door de hardste
aardkluiten heeoboort, een halm doet op
schieten en straks een volle aar levert,
die van zwaarte buigt naar omlaag. In dat
vrucht dragen wordt de tarwekorrel ver
heerlijkt.
Christus zelf is het stervende tar
wegraan. Door vrijwillig in den dood in te
gaan zou Hij komen tot de heerlijkheid
van het \rucht dragen.
Het menschelijk geslachht is de bodem,
waarin het tarwegraan Christus geborgen
werd. De Zone Gods is des vleesches en
des bloeds deelachtig geworden. Ingegaan
in onze menscbelijke natuur, moest Hij
onder dien bodem sterven. Want Hij droeg
den last onzer zonden en schulden, die Hij
vrijwillig op zich genomen had. Hij was
het Lam Gods, dat do zonde der wereld
wegnam. Daarom kwam op Hem neer do
toom Gods over de zonde van ons men
schelijk geslacht, Gods vloek, de eeuwige
doem des rechtvaardigen Rechters. En
onder dien vloek, afgesloten van alle ge
nadige tegenwoordigheid Zijns Vaders
klaagde Christus, wegstervende: Eli, Eli,
lama Sabachtani", ingaande in den eeuwi
gen dood. Het in de aarde gevallen Tarwe
graan, stierf, stierf zoodanig dat allen
die op Golhotha er ooggetuigen van waren,
meende dat 't nu voor goed gedaan was
met dien Christus. Toen 't Tarwegraan
gestorven was, werd evenwei de triumf-
kreot gehoordHet is volbrachtl
Uit de ontbinding sproot leven. Uit de
doodssmarten werd de levende spruit ge
boren van »het lichaam van Christus". In
den hof van Jozef van Arimathea sproot
ten derden dage het onvergankelijke leven
boven den bodem. Op het Oogstfeest, 't
Pinksterfeest, werd reeds de eerste vrucht
binnengezameld. Ea het gestorven Tarwe
graan heeft vrucht gedrsgen, alle eeuwen
door, overvloedige en kostelijke vrucht, en
het gaat nog steeds voort vrucht te dragen.
Overal waar de prediking van den ster
venden en verrezen Heiland gebracht wordt,
is de verheerlijkte Christus bezig Zijne
gemeente bijeen te vergaderen door Zijn
Geest en Woord uit alle geslachten der
aarde.
En iedere geloovige, die toegebracht
wordt tot de gemeente die zalig wordt,
ontvangt weer de onvergankelijke levens
kracht uit het in de aarde weggestorven
Tarwegraan, Christus.
Ook om onzentwille is Christus gestorven.
Ook om ons uit de dooden weder te
brengen u tot een eeuwig onvergankelijk
leven.
Is daarom dat stervende Tarwegraan u
dierbaar geworden Ziet gij in Hem den
Behouder uws levens? Is zijn dood ook
voor u de bron van eeuwige zaligheid en
vreugde Behoort gij ook tot de gezegende
vrucht van het gestorven Tarwegraan?
Hebt gij Hem ook leeren kennen iu de kracht
zijns lijdens en sterven in de kracht zijner
opstanding En zijt gij ook bereid en ge
willig uzelven als lid ,,des licbaams van
Christus" te onderwerpen aan de wet,
die geldt voor heel het lichaam van
Christus", n.l. door lijden heen tot heer
lijkheid, door sterven heen tot 't eeuwig
Jeven? Wilt ook gij sterven om te leven
en vrucht te dragen?
Christus heeft dien moeitevollen arbeid
der ziele willen uitwerken, opdat Hij eeu
wig genieten zou de heerlijke vruchten
van Zijn lijdensdood. Welnu, worde Hij
dan ook in u en door u steeds meer ver
heerlijkt. Worde de wet van het tarwe
graan in en door de kracht van Christus
bij ons allen meer zichtbaar. Dat wij ster
vende het waarachtige leven openbaren.
Wie volharden zal ten einde toe, die zal
zalig worden.
Kerkïiof.
K1BE1MJM L1YEI.
Na-Dordfsch.
Bouma.
Zeeuwsche Kerkbode.
Abonnementsprijsper kwartaal bg vooruitbetaling 75 cent.
Afzonderlijke nummers 6 cent.
AdwrtCBtUprtJlt 10 cent per regel bg jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrfke reductie.
Adrti van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
aiterlgk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Voorwaar, voorwaar zeg Ik uIndien
het tarwegraan in de aarde niet valt en
sterft, zoo blijft het alleen maar indien
het sterft, zoo brengt het veel vrucht voort.
Johannes 12 24.
Hoeveel soorten van Gereformeerden zijn er
wel in ons land Hoe het u gaat, weet ik niet,
maar ik zou niet gaarne willen aannemen om
ze een voor een op te noemen. Op zich zelf
is dit geen oorzaak van roem, want er moes
ten in 't geheel geen onderscheiden soorten
zjjd. Wie gereformeerd zijn, moeten een geheel
vormen en dit te meer, nu de tijden zoo ern
stig z\jn. Er is zooveel in, dat niet deugt.
Maar tevens blijkt er uit. dat het woord ge
reformeerd nog altijd gewild is, en dit is ver
blijdend. Er blijkt toch uit. dat velen nog prijs
stellen op den naam, wgl hij zulk een goeden
klank heefti
Daarover zal ik niet verder uitweideü. Het
's m\j thans te doen om even te herinneren aan
een poging om de onderscheiden soorten nog
met een te vermeerderen. Zoo spreekt men
fchaDs van na-Dordtsche. Om duidelijk te ma
ken, wat men daarmee bedoelt, moet wel een
kleine toelichting gegeven worden. De groote
Synode van Dordtrecht in de jare 1618 en 1619
is wel een hoogtepunt geweest in de geschie
denis der Geref. kerken. Zij toch heeft het be
slissend woord gesproken in den strijd welke
ontbrand was over vijf voorname punten der
belijdenis. Deze beslissing heeft haar invloed
doen gelden ver buiten de gangen van onze
erve: Poch spoedig daarna ontstonden nieuwe
moeilijkheden en wijl er daarna geen nationale
Synode meer gehouden werd, bleef de onrust
voortduren. Er waren beroemde godgeleerden
in die dageD, die hun denkkracht wadden aan
de ontwikkeling van de dogmatiek en aan wie
ten laste gelegd werd, dat zjj de kerken wilden
binden aan hun uitspraken. Het is waar, dat
er verdeeldheid ontstond onder de Gerefor
meerden en dat de oen zich naar Yoetius en
de ander zich naar Coccejua noemde. Uitge
streden is deze kwestie niet. De bezadigde
Voetiaan Marck, eveneens de gematigde
Coccejus Witsius hebben het hunne gedaan
om het twistvuur te dooven en er is een toe
nadering ontstaaD, welke inderdaad goede
vruchten heeft gedragen. Wèlnu, dat tijdvak
noemt men wel eens dat der Gereformeerde
Seolastiek, waarmee dan gezegd wordt, dat
het verstand de heerschappij verkreeg en dat
de rechte warmte afnam. Te ontkennen valt
jjjet, dat er in dien tijd viel waar te nemen
een inzinking van 't zedelijk en geestelijk le-
;|ypn,-waarover velen geklaagd hebben. Denk
.•.Hier maar eens wat de godvruchtige predikant
"Lodenstegn hierover geschreven heeft.
Als men nu zegt, dat sommige Gereformeer
den in deze dagen na-Dordtsch zijn, dan ver
staat men daarmede, dat zij meenigen voor
staan, die meer aan de godgeleerden dan aan
de belijdenis ontleend zgn en men neemt dan
aan, dat de belijdenis ruimer-is dan wat die
mannen gezegd hebben. De belijdenis is dan nog
niet zoo kwaad, maar de uitlegging welke de
godgeleerden aan haar gegeven hebben. In dit
geval wil men zich dan nog wel aan de be
lijdenis houder, maar geenszins aan wat deze
of gene gezegd heeft. Voor dit standpunt is
veel te zeggen. De kerken hebben dan ook
nooit aan iemand gevraagd, dat zij onderschrij
ven zou, wat een godgeleerde verklaarde, maar
enkel, wat de kerken zelf vastgesteld hadden.
Al is iemand nog zoo geleerd en al heett hij
een zeer uitnemende uitleg gegeven, toch kan
men niet eischen, dat een ander zich daaraan
houdt. We hebben bovendien ook nooit gemerkt,
dat iemand het daarheen zou willen leiden en
indien al ooit een dergelijke poging gedaan
werd, het zou op niets uitioopen. Een gere
formeerde is niet een volgeling van dezen of
genen en aanvaardt niet een meening, een
voorstelling, omdat de een of ander haar voor
staat. Zelfs onderschrijft hg niet de belijdenis,
omdat de kerk haur heeft, maar enkel omdat
hg gelooft, wat zg gelooft en omd^t hg inziet,
dat onze belijdenis weergeeft, wat God in Zijn
Woord ons zegt. Daarom .hebben de kerken
dan ook altijd verklaard, dat de belijdenis ver
anderlijk is, en blijkt het dat zg èn- iets leert,
wat niet in overeenstemming is met de H.
Schrift, dan kan dit niet alleen gewijzigd wor
den, maar dan moet het geschieden.
Dat er dientengevolge verschil van meening
heerscht, kan niet anders. Wij kennen ten
deele en we profeteeren ten deele, en het is
dan ook altijd gezieü, dat er wrijving ont
stond. Vooral in dagen als men de een of
andere waarheid, welke naar achteren was ge
drongen, weer met kracht naar voren dingt,
ontstaat er verschil. De ijver, waarmede men
zulk een waarheid predikt, verleidt en licht toe,
om eenzijdig te worden en een tijdlang wordt
er dan zeer druk gedisputeerd, en dit is zeer
goed, want daardoor dringt dan dit deel dieper
tot het bewustzijn door, doch straks neemt
dit weer af en maakt plaats voor iets anders.
Met het oog hierop is het zoo wenschelgk,
dat de geschiedenis der kerk gekend wordt,
wijl zg ons leert, dat we zoodoende al strij
dende voortgaan. Zoolang ieder zich buigt
onvoorwaardelijk buigt voor de waarheid, door
God ons geopenbaard, kan het geen kwaad,
al moet de wgze, waarop menigmaal de sirjjd
gevoerd wordt, ook afgekeurd worden.
Daartoe behoort dan oök een naam als na-
Dordtsch en al dergelijke kwalificaties, wijl ze
ons geen schrede verder brengen en enkel
dienen om een tegenstander verdacht te maken.
Dit moest dan ook onder ons geen plaats
hebben. Het dient1 nergens toe, dan enkel om
verbittering te wekkeD. Wie zich daaraan
schuldig maakt, doet er niet toehet is niet
ridderlijk en vertroebelt de toestanden.