Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland No. 8 34e Jaargang. Vrijdag 20 Februari 1920. UIT HET WOORD. RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg, luti lidivirkirt0.0. R. J. v. t VEEI, I 0. VIELEIEU, F. I v. i EIDE, B. MEIJER, H. P. M. G. DE WALLE iq F. W. J. WOLF. GEBROKENEN VAN HART EN VERSLAGENEN VAN GEEST. Zie gebrokenen van hart en )e s nen van geest, en gij ziet do puin hi open van 's menschen kracht en heerlijk heid voor u. Menigeen stond bij gebroken voorwerpen handwringend te weenen. Soms bewees het schreiend hart, hoe goed het wa9, dat een huis-afgod verbrij zeld werd. Een vreugdetraan verdringt in een christelijk huisgezin de traan der 8 mar te, wanneer afgoden gebroken ter aarde liggen. Hemelvreugde, eD gelen blijdschap wekt echter ieder christen op vreugdetranen te doen stroomen, wanneer wij een zon daar gebroken van hart en verslagen van geest in 't stof mogon zien. Op zichzelf beschouwd zien wij een mensch liever vroolijk en moedig van hart, dan treurig en droevig van hart, bovenal dan met een gebroken en verbrijzeld hart. Wij zien ook hier niet hoe een mensch in zijn natuurstaat ons vaak ter afgod is, tot hij gebroken van hart, in den genade staat door God tot een mensch Gods wordt gemaakt. Zoover komt het echter niet opeens met een mensch. Hoeveel moet er vaak ge beuren, eer 't hart van een zondaar ge broken is. De harten zijn ongelijk. Wel is aller menschen hart boos en arg listig, maar er zijn onder de menschen bloohartigen en kloekhartigen, teerhar- tigen en barden van hart, nederigen en trotschen van hart, neergebogenen en hoogen van hart, menschen met een hazen- hart en met een leeuwenhart. Niet alle harten zijn even licht te breken. Er zijn twijgen, die bijua niet te breken zijn; zware takken kunnen soms licht gebroken worden. Een hart breken is ook niet altoos het zelfde. Wij lezen in Num. 327. Waarom toch zult gij hart der kinderen Isrsëls breken, dat zij niet overtrekken naar het land, dat de Heere hun gegeven heeft. Een woord van Mozes tot Ruben en Gad, die niet medo wilden overtrekken over den Jordaan. Zoo braken ook de verspieders het hart der kinderen Israëls, dat zij niet gingen naar het land, dat de Heere hun gegeven had. Hier is het hart breken, het breken in ean voornemen, in de vervulling van de roeping, van den plicht om Kanaal in bezit te nemen. Hoe menigmaal werd in dien zin het hart eens menschen gebroken. Hoeveel ondernomen werk, op zichzelf goed bleef daardoor onvoltooid. Dan zien wij gaarne da moedigen van hart, die volharden trots PERSVBRBENIGING ZBBUWSCHE KERKBODE. Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ ft OLTHOFF, Middelburg. allen tegenstand. Arme menschen, hoe rijk van geest, hoe groot van hart, die echter meenen door eigen kracht te zullen slager. Gelukkig, als God dan 't hart komt breken. Sterke forten zijn kostelijk in den oor log. Een generaal moet weenen, wanneer zijn forten worden verbrijzeld door den vijand. Maar wie onzer zou weenen bij den val der laatste forten, als de verze kering ons gegeven werd, er komt nooit oorlog weerelk kan nu rustig wonen in zya land. Wat beteekenen ook de sterkste forten, als de zware kanonnen er voor gebracht worden. Wat is ook een menschen hart, hoe kloek, hoe hard voor Gods almacht. Harde, weeke, hoogo, nedrige, trotsche en eenvoudige harten, God weet ze te ver breken, maar ook God alleen. Een gebroken hart predikt ons Gods almacht. In den wortel is het leven, het ik des menschen dan gebroken. Het hart kan menigmaal gebroken wor den, dat de geest zich weer gaat oprich ten. Als God het hart verbreekt ligt ook de grest Terslagen neer. De menscbelijke goest worstelt tegen God, strijdt met God, zoolang God 't toelaat. Die gee9t schijnt soms een reuzenkracht, maar heeft Gods kracht dien neergeworpen, dan is ook de sterkste geest verslagen. In puin ligt dan de heerlijkheid des menschen. Liet God een mensch aan zichzelven over, c-r kwam nooit een gebrokene van hart, een verslagene van geest. De duivel wil nog wel een m9nsch het hart breken, liefst als het mogelijk is het hart der vromen, denk aan Job, aan Petrus als hij bij de puiohoopen van 's menschen heerlijkheid maar oogsten kan voor de hel. De tegenspoeden, de rampeD, de onheilen, de ellenden des levens zijn den duivel aangenaam, als de menschen er slechts door in opstand komen tegen God. Sitan lacht, als bij des menschen hart kan bre ken, en hij den mensch kan afbrengen van zijn voornemen om God te dienen. Zegen God en sterf®, spreekt de duivel den mensch toe, wanneer het kruis des levens haast te zwaar wordt. Ojk ziet de duivel den mensch gaarne zoo verslagen van geest, dat bij de macht over hem heeft hem in wanhoop weg te doen zinken. Echter niet gahael verslagen moet dan de geest zijn. De duivel verlangt immers nog ééa daad, één daad van op stand togen God van den wanhopige, de zelfmoord. Nog éénmaal moet de geest zich tot die wanhoopsdaad, die daad van verzet tegen God, oprichten. God zegt »Gij zult niet doodslaan®. De duivel zegt, doe 't maar. De zelfmoordenaar gelooft don duivel, en offert door den zelfmoord zijn leven voor eeuwig aan den duivel op. Zoo doet de duivel zelf met zijn trouwste dienaren. Uit haat tegen God zoekt hij het eeuwig verderf van den mensch, naar de gelijkenis Gods gemaakt. En zie nu wat God doet, niet met zijn vrienden, want geen mensch is van nature vriend van God, wat God doet met zijn vijanden, met goddeloozen, met menschen die tegen Hem opstaan. God breekt hun hart. God breekt 't zoo, dat het gebroken is in den wortel. Dan is met een dogeest verslagen, immers het ik, het leven zelf is met het hart gebroken in den wortel. Verslagen ligt de mensch daar neer. Ver slagen en toch veor vertwijfeliüg bewaard. Verslagen, maar riet door een vijand. Als de duivel verbreekt en verslaat, werpt een zondaar zich in 't verderf. Als God ver slaat, wordt de mensch weer opgericht. God richt op de puinhopen van het oude leven, het nieuwe leven op. Het is de ziels ervaring van den dichter. Ik lag gekneld in banden van den dood, Daar d'angst der hel mij allen troost [deed missen Ik was benauwd, omriDgd door droefe- [nissen Maar, en nu komt het wondere genade werk Gods de verslageren weer oprichten, Maar riep den Heer dus aan in al mijn [nood »Och Heer, cch, wierd mijn ziel door U [gered 1" Daarom gebrokenen van hart, versla genen van gee°t, wanhoopt nooit. Als onze gee9t verslagen is, is 't de tijd voor Gods Goest om te werken. De Heere is nabij de gebrokenen van hart, en Hij behoudt de verslagenen van geest. Het schijnt zoo anders te zijn. De Heere schijnt dan zoo verre le zijn. O, hoe menigmaal brak reeds 't hart. Maar altijd mocht de geest zich weer oprichten. Dan bleek 't zoo dacht do geest dat de Heere nog nabij was. Maar nu, versla gen is de geest. Hij kau zich niet meer oprichten. Nu is de Heere verre. Afge sneden, fluistert Satan in 't hart, is nu uw zaak. Afgesneden zou 't zijn, als de Heere niet nabij was. Maar Hij is nabij. De Heere was er immers om dat hart to verbreken. Twijfelt de generaal met zijn mannen binnen de forten er aan, dat do vijand nabij is, wanneer de volle laag uit de kanonnen neerkomt op de forten wanneer alles scheurt en springt, en kraakt en brandt rondom hem heen Hij weet, als straks zijn forten vallen, is de vijand binnen. Zoo is de Heere binnen, in 't gebroken hart, ia den verflagen geest. De Heere is dan niet verre, niet komende, masr nabij, tegenwoordig. O, God ziet zoo gaarne een gebrokene van hart, een verslagene van geest. Daar is alle tegenstand gebroken. Een gebrokene en verslagene heeft in de wereld geen waarde. Denkt maar aan den krijg. In 't Roode Kruis treedt Gods barmhartigheid op. Hier i3 de wil om 't gebrokene en gewonde te behouden, om de verslagenen te redden. Maar bekommert men zich in den krijg om de gewonden en gebrokenen Desnoodig zo vertreden. In den krijg moet, als het noodig is, 't over de verslagenen heen. Ook in den strijd om 't bestaan zet menigmaal de sterke den gebrokene de hak op den nek. Voor den wereldstrijd worden de gebrokenenen verslagenen waar deloos geacht. God sticht zijn rijk alleen door en van gebrokenen van hart en ver slagenen van geest. De Heere is nabij, en behoudt versla genen van geest. Zullen wij dan weenen bij de puinhoopen onzer zondeforten, door de almacht Gods Zullen wij in vertwijfeling wegzinken, wanneer wij door genade als gebrokenen van hart en verslagenen van geest mogen neerliggen Weenen wij vrij over onze zonde, oor zaak van al deze verwoesting. Maar in vertwijfeling wegzinken kan niet. Immers de Heere is nabij, en de Heere behoudt. Hoe heerlijk, als wij dit goddelijk woord gelooven mogen. Hoe heerlijk, als wij de waarheid van dit goddelijk woord ondervinden mogen. Hoe heerlijk, als wij tot onze ziele mogen zeggen: »Gij zijt verlost, God heeft u wel gedaan." Verbrokenen van hart, verslagenen van geest God geve dat er in deze dagen vele mogen zijn gij kunt, gy moogt dit zeggen, want de Heere is nabij u, Hij wil uw behoud. Terneuzen. S. Groeneveld. KKËK1LIJK JLEVMW. Professor Aalders. Kerkhof. Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbetaling 75 cent. Afzonderlijke nummers 6 cent. AdMlteitieprtJf t 10 cent per regel bp jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. De Heere is nabij de gebrokenen van kart, en Hij behoudt de verslagenen van geest. Psalm 34 19. Gebroken voorwerpen hebben hun waarde verloren, zijn in vele gevallen waardeloos gewordeD. Hoe edeler en fijner het voorwerp was, hoe meer het, gebroken, in waarde verloren heeft. UITOAYS VAK DE Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Do vorige week brachten de dagbladen het verblijdend nieuws, dat aan de V. U. te Amster dam benoemd is tot Hoogleeraar in de Theol. Fac. dr. G. Ch. Aalders. Wfj verblijden ons om tweeërlei reden in die benoemingle omdat hjj als Oud-Te8tamenticus de aangewezen man is onder ons Geref. predikanten 2e omdat dit vak van wetenschap in onzen tegenwoordigen tijd vraagt een principieel man, die er heel zjjn leven aan wijden wil. Niemand zal eraan twijfelen, of wel de rechte keuze is gedaan. Jaren geleden koos de Generale Synode reeds dr. Aalders voor hoogleeraar aan de Kamper school voor die vakken. Toen bedankte hij voor die benoeming om principieele redenen. Sinds verscheen van zijne hand allerlei studievruchten, die nog meer er op aandrongen dezen man aan de Universiteit te Amsterdam te verbinden. We kunnen er onze studenten in de Theologie van harte mee gelukwenschen. Van dr. Aalders voorlichting en leiding is iets goeds voor de toekomst te wachten. Spare de Heere hem jarenlang voor zjjn wetenschappeljjken arbeid, welke onze Gereformoerde kerken ten goede zal komen. Uit het bericht, dat in de pers de rondte doet, zouden we moeten opmaken, dat prof. Aalders ook de ambtelijke vakken te doceeren krijgt. Om tweeërlei reden vinden we dat jammer: le omdat die ambtelijke vakken belangrijk en omvangrijk genoeg zijn om er een apart professoraat voor te creëaren. Wan neer die ambtelijke vakken stiefmoederlijk bedeeld worden, zal dat niet tot voordeel zjjn van onze kerken. 2e omdat op die manier de werkkracht van prof. Aalders verdeeld wordt, 't Is in onzen tijd niet doeu^k op die beide terreinen goed georienteerd te blijven en college te geven. Wjj hopen dat Directeuren der V. U. spoedig een andere Theoloog mogen vinden voor het professoraat in de ambtelijke vakken, en dat onze studenten daarop niet al te laüg behoeven te wachten. Ik denk dat 't voor prof. Aalders een pak van zijn hart zijn zal, als hij weet slechts tijdelijk met de ambtelijke vakken te worden belast. Wie iets van de studie van dezen pa9 be noemden hoofdleeraar genieten wil, leze zijn boek: „De Profeten des Ouden Verb uds", voor ontwikkelde gemeenteleden wel verstaan baar, of zijne brochure in „Schild en Pijl" verschenen over„de Heilige Schrift en de Vergelijkende Godsdienstwetenschap."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 1