Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 84e Jaargang. Vrijdag 30 Januari 1920. No, 5 UIT HET WÖOK1). RedacteurenDs. L. BOTJMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. M HsdsvirksrsD.D. R. J. v. d. «EER. I 0. WIELEIEA. F. J. v. d. ElOE, B. MEIJER, H. F. H. G. DE WALLE ia F. V. I WOLF. PBRSVEREENIGING 2BBÜWSCHB KERKBODE. DE WEDERGEBOORTE. Met welke bedoeling was Nicodemus tot Jezus gekomen? De verklaring welke hij aangaande den Heiland aflegde, was blijk baar een inleiding om duidelijk uit te laten komen, op welken bodem hij stond. Som migen meenen dat hij een vraag wilde doen, als de rijke jongeling: Meester, wat goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen. Maar het lijkt ons toe, dat voor zulk een vraag een dergelijke plechtige belijdenis niet noodig was. Veeleer gelooven we, dat zij dichter bij de waarheid staan, die vermoeden, dat hij eens hooren wilde, hoe Jezus zich de komst van 't koninkrijk der hemelen voorstelde. De voorlooper Johannes en Hij predikten beide het koninkrijk der hemelen i3 nabij gekomen, maar langs welken weg en door welken arbeid zou het naderen en het volk Israël j|preiken? Aan welke verschijnselen zouden Nicodemus en zij, die als bij gezind was, het kunnen bespeuren, ziedaar vragen, waarop zij een antwoord begeerden. Daaruit zou ook kunnen blijken, of zij met Jezus konden gaan en met Hem samenwerken. Het sprak van zelf en daarover verlangde hij dien tengevolge geen enkele inlichting dat alle lsraelieten, die zich aan de Moza- rische wetten hielden eenmaal deel hadden aan al de goederen, welke de nieuwe staat van zaken brengen zou. Wanneer we het ons zoo voorstellen, wordt het woord van Jezus ons duidelijk. Hij zegt als 't ware tegen Nicodemus, al vorens gij verder gaat en komt tot het eigenlijke doel van uwe komst, moet ik wat zeggen. Er is nog een andere zaak welke voor u en de uwen allereerst van 't uiterste gewicht is. Daar hebt ge niöt aan gedacht, en het is volstrekt niet noodig dat ge daaraan uwe aandacht eens wijdt. En om hem te doen gevoelen, van welk een hoog belang het is, herhaalt hij de verzekering en zegt met nadruk tweemaal voorwaar. We kunnen wel indenken met welk een nauwkeurige aandacht Nicode mus zal gehoord hebben en ho8 het hem te moede zal geweest zijn onder het luis teren naar deze geheel onverwachte wen ding, welke Jezus aan 't gesprek heeft ge geven. Hoe? moeten zij zelf een geheele verandering ondergaan, om in 't koninkrijk Gods te komen Velen hebben door hun verklaring van koninkrijk Gods de waarheid er van ver donkerd en vandaar dat er ook op dit gebied zooveel misverstand heerscht. Zij hebben door hun wijsgeerige beschrijving het onkenbaar gemaakt. Het is mij zelf wel gebeurd, dat ik na er veel over ge lezen te hebben tot mij zelf zeidehet schijnt iets ongrijpbaars te zijn. Geheel anders echter is het, voor wie zich houdt aan de eenvoudige waarheid der II. Schrift. Hij let er op, dat Israël een koninkrijk was, aan welks hoofdmannen als David en Salomo gestaan hebben. Tevens weet hij, dat het niet een rijk was als dat van andere volken. Het was een schaduw en afbeelding van het koninkrijk Gods, dat eenmaal komen zou. Er zou een volk zijn in alle landen verspreid, getrokken uit de macht der duisternis, en dit zou in waarheid God toebehooren, het zou zijn eigen volk zijn, omdat Hij zelf het verlost en geformeerd had om Zijn lof te vertellen. Over dit volk zou de beloofde Zoon van David koning zijn en Hij zou op den troon zitten tot in eeuwigheid. Hij zou van zee tot aan de zee ja tot aan de einde der aarde heerschen en alle vorsten zouden zich voor Hem neder- buigen. Wanneer men deze gedachte goed vasthoudt, dan kan men zich van lieverlede een heldere voorstelling vormen van wat we onder de benaming koninkrijk Gods te verstaan hebben. Ieder kan een koninkrijk dezer wereld zien, hij kan zijn macht en grootheid waar nemen en mannen zooals Nicodemus dachten, dat het zoo ook zijn zou met het koninkrijk, dat God beloofd had en dat nu weldra verschijnen zou. Dat hij zich in dit opzicht vergissen zou, was nooit bij hem opgekomen. Welk een ontnuchtering voor hem, nu Jezus verklaarde, dat alleen zij het zouden kunnen zien, die wedergeboren waren. Dat er aan de heidenen heel wat zou moeten gebeuren, dat tollenaren en zondaren geheel veranderd zouden moeten worden om deel te krijgen aan die nieuwe orde van zaken, dit zou hem niet vreemd in de ooren geklonken hebben, maar dat wedergeboorte noodig was ook voor hem en de andere Joden, die zich beijverden om de wet te onderhouden, was toch inder daad ongerijmd. Hij althans had er nooit aan gedacht. Zij gingen met verlangen naar de komst van het rijk uit en zij zouden het met vreugde begroeten. Ho© komt het, dat wedergeboorte noodig is om dit koninkrijk te zien. Dit is niet zoo moeielijk om het te verstaan. De mensch ziet aan wat voor oogen isHij strekt zich alleen uit naar wat onder zijn bereik valt, terwijl dit koninkrijk niet met uiterlijk gelaat komt. Het vertoont zich niet aan onze zintuigen, maar het is een kracht, welke zich allereerst doet gelden in 't menschelijk hart. Het heeft geen ge daante noch heerlijkheid, en vandaar dat de natuurlijke mensch er geen begeer lijkheid in ziet. Voor de schatten welke het brengt, de gerechtigheid, de vrede, en de blijdschap door den H. Geest, is het oog teneenenmale gesloten. Hij vraagt er dan ook niet naar. Hij interesseert zich alleen voor de dingen, welke tot hem spreken en hoe zou hij er dan toe komen om boven alle dingen dit koninkrijk te zoeken. Het bleek toen en het blijkt nu. Tegenwoordig zien de volken uit naar den volkenbond welke eindelijk eens alle onderlinge ge schillen langs vreedzamen weg zal doen verdwijnen. Maar wie vraagt er naar het koninkrijk dat Jezus op aarde gesticht heeft? Zij zien er niets van, zij waardeeren het in 't geheel niet. Ofschoon er allerwege onbevredigdheid en onrust heerscht, toch zoeken zij het al maar buiten dit koninkrijk. Wedergeboorte is noodig, want zij ver andert den mensch innerlijk. Wij zijn ver duisterd in het verstand, vervreemd van 't leven Gods, door de onwetendheid, welke in ons is, door de verharding van ons hart, doch de wedergeboorte ontsteekt het licht in onze donkerheid, en opent ons oog voor de onvergankelijke schoonheid en waarde van het koninkrijk Gods. Zij dringt in in onzen wil, welke afkeerig en wederstrevig is en vereenigt ons hart tot de vreeze van Gods Naam. Zij is niet een werking, welke zich allereerst aan den omtrek van ons leven doet gevoelen, maar zij zoekt ons binnenste, daar, waar de uitgangen van ons leven zijn, en zij maakt aanvankelijk een scheiding tusschen ons eh de zonde, zij vernieuwt den wortel van ons leven en van daaruit dringt zij in ons door. Als ge u voorstelt, dat er onderscheiden velden zijn in ons zieleleven, en dat deze in één punt samenkomen, dan moet ge weten, dat de wedergeboorte juist niet begint met een of ander veld te bewerken, maar dat zij zich vestigt in het centrum, het mid delpunt, en dat zij van dit punt uit haar invloed doet gelden. Zij wordt een licht in het heiligdom van ons verstand, geen kracht in onzen wil, waardoor deze er toe komt om^Gbd en Zijn zaligen dienst te kiezen, zij heiligt onze genegenheden, waardoor ons hart zich richt op de dingen, welke boven zijn, waar Christus is. Als een zuurdeesem is zij, welke de maten van het meel van ons menschelijk leven doorzuurt. Daarom is zij het eenig middel om den mensch te vernieuwen en om hem te doen beant woorden aan zijn hooge en heerlijke be stemming. Hij ziet nu, wat hij tot dusver niet zag, hij hoort nu wat hij tot dusver niet hoorde, hij begeert nu, waarvan hjj voorheen een afkeer had. Het oude is voorbij gegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. Tegenwoordig wordt het woord nog al eens gebruikt. De Nicodemussen schrikken nieterthansmesr van.Niemandachthetmeer ongerijmd. Uit de weeën van den wreeden oorlog komt een wedergeboren menschheid voort. Zoo schrijft men. Maar laat u door de klank niet misleiden. Wie het zoo ge bruikt, legt er een geheel andere betee- kenisin dan Jezus er in gelegd heeft. Hij zegt, dat de wedergeboorte een vrucht is van een krachtige werking van den H. Geest en Hij hoeft er nimmer aan gedacht, dat wedergeboorte een gevolg zou kunnen zijn van gebeurtenissen, zooals wij die beleefd hebben. Zie niet vooruit allereerst, wat er straks komen zal, maar ga bij u zelf na, of ge deze weldaad reeds deel achtig zijt. Indien gij wedergeboren zijt, dan zijt ge begonnen met u neer te buigen voor den Koning van 't hemelsch rijk, dan begeert gij Ziju onderdaan te zijn, dan ziet ge in, dat de schatten, welke Hij verleent, voor u onmisbaar zijn, en gij zoekt ze boven alle andere dingen. Luister naar Hem en bid Hem, dat Hij u het oog opent voor het koninkrijk Gods. Bouma. Kerkelijke breuken. Zeenvsche Kerkbode. Abonnementsprijs: per kwartaal bjj vooruitbetaling 75 cent. Afzonderlgke nummers 6 cent. Advertentieprijs t 10 cent per regel bjj jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGA VS VAM DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelbirg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentifin tot uiterlgk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Jezus antwoordde en zeide tot hemvoor- Waar, voorwaar zeg ik u, tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het konink rijk Gods niet zien. Joh. 33. li. Na aangewezen te hebben, hoe het verklaard kan worden, dat bgna een geheele gemeente als die van Oosteriand het kerkverband kan verbreken, wil ik nu nog het verschijnsel na der onderzoeken, omdat het niet enkel van plaatselgken aard is. Over 't geheel is het Zeeuwsche volk gemoedelijk van aard en be mint het bevindelgk element in de prediking. Dit blgkt uit de boeken, welke hier in eere bleven. We achten het niet een ondeugd, maar een deugd. Gevaarlijk echter wordt het, wan neer het den band aan het Woord Gods ver liest. Menig predikant zag dit in en riep dan allen terug tot de wet en het getuigenis. Zoo kwam er een element naar voren, dat er nog wel was, maar dat niet genoeg tot zjjn recht was gekomen* Duidelijkheidshalve noemen we het verbond der genade, in zijn geheelen om vang, waardoor twee zaken tot het bewustzijn van het volk spraken n.l. de groote beteekenis, welke aan den H. Doop werd toegekend en da roepiDg van alle belijdende leden om het H. Avondmaal te houden. Wgl alle kinderen ge doopt werden, ontstond hierover geen verschil, maar wel kwam er strijd over het laatste. Velen toch wilden niet aannemen, dat allen, die be lijdenis des geloofs afgelegd hadden, ook avond maal moesten houden, daar dit inging tegen een oud gebruik. Maar de voorstanders lieten zich niet onbetuigd. Zij gebruikten den knnsel, de catecheseerkamer, het huisbezoek en de pers om hun denkbeelden te verbreiden en behiel den in 't openbaar het veld. Doch er bleef een lijdelijk verzet, en in vele kringen werd daar tegenover geplaatst de eenvoudige gedachte, welke zeer duidelijk sprak, dat alleen bekeer den Avondmaal mochten houden. In onder scheiden gemeenten, welke aan Ledeboers actie haar ontstaan te danken hadden, zette zicfr deze theorie vast, aangezien men daar wel op zekeren leeftgd belijdenis aflegde, doch zonder dat daarmede de verplichting aanvaard werd om het tweede sacrament te gebruiken. Deze strijd was echter aan 'tj luwen geraakt. De meeningen stonden over en weer vrjj welvast, zoodat het nu verder aankwam op trouwe be arbeiding en de doorwerking van de ideeën. Een nieuwe phase brak aan, toen uitgespro ken werd, dat men de wedergeboorte veron derstellen moest bij den Doop. In heel het land en ook in ons gewest werd druk gedisputeerd. Een brochure van da. Winckel over ,de ge nade in den wortel" accentueerde het verschil zeer scherp. De bedoeling was om de kerken bij te brengen het helder bewustzijn van de roeping, welke zij hadden, om in woord en daad uit te laten komeD, dat zjj streden tegen al wat de doorwerking van 't koninkrgk der hemelen kon belemmeren. Zjj moesten niet enkel een belijdenis hebben, maar élk harer leden behoorde de belijdenis te kennen en nit te dragen in 'i leven. Maar om deze bedoeling te bereiken meende men dat men deze waar heid met alle kracht in 't licht moest stellen en het gevolg was, dat er eenzjjdig gejjverd werd voor het objectieve en nog wel voor een klein gedeelte er van. Daartegenover wezen anderen er op, dat alleen het geopenbaarde de grond kon zjjn waarop wjj staan moesten, en dat een veronderstelling het nooit verdér zou brengen dan tot waarschijnlijkheid. Bovendien werd er gezegdgjj hebt recht indien gjj de gemeente beschouwt als uitverkoren, geroepen en heilig. Dit deed de Apostel ook. Maar gjj moet dan als hjj den moed hebben om dé wer kelijkheid onder de oogen te zien en erkennen, dat er nog in haar midden allerlei afwijkingen voorkomen, welke ons leeren, dat de zonde nog een grooten invloed op sommige leden uitoe fent, wat aanleiding geeft om de zoodanigen ernstig te bestraffen en zoo noodig door den ban te treffen. Actie nu wekt reactie, het is altjjd gezien, en dit was thans op kerkelijk gebied het ge val. Spoediger dan men verwachten kop kwam het. Naast het voordeel bleef de schade niet uit. Juist deze eenzijdigheid heeft aan onze tegenstanders het wapen in handen gegeven nu onze kerken verdacht te maken, alsof zjj van oordeel zouden zjjn, dat alle waarachtige bekeering overbodig zou zjjn JEn het bevrggmdde niet, dat er ook binnen den kring van" onze kerken waren, die wantrouwend werden en die niets moesten hebben van een voorwerpeljjke prediking. Het kwam zelfs voor, dat hier en daar enkele leden ons verlieten en naar de Geref. gemeente overgingen of dat een enkele gemeente bjjna geheel zich losmaakte. Wjj hebben steeds betreurd, dat er zoo eenzjjdig gestuurd werd in een richting, welke, het was van 't begin af te voorzien, op niets z$q uit- loopen, en nog meer, dat menigeen zich schuldig

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1920 | | pagina 1