Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 33e Jaargang. Vrijdag 3 October 1919. No. 40 UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOÏÏMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg, luti lidiwirkirs0.0. R. J. v. i VEEI, J. 0. WIELEIGA, F. J. i. d. EIOE, 0. MEIJER. H. P. H. 6. DE WALLE id F. 1. j. WOLF. PERSVEREBN1G1NG ZEEUWSCHE KERKBODE. Adres tm de Administratie Firma LITTOOIJ ÜLTHOFF, Middelburg. DE VOORWAARDE, OM EEN LEVENDE HOPE TE KOESTEREN. Da Christelijke hoop is krachtig en rust op een vasten grond. Ze is verge leken bij een anker, dat hecht in den bodem van Gods onwankelbare beloften. Die hoop geeft veerkracht aan ods leven, maakt ons moedig en sterk in lijden van druk en benauwing. Het leven eischt voortdurend eene zelfverloochening, waar toe wij uit ons zeiven onbekwaam zijn een geestelijke kracht moet ons daartoe in staat stellen, een kracht van boven moet ons bekwamen om de dingen be neden, dezer tegenwoordige wereld los te laten. Dat doet de hope, die vast grijpt het zalige leven der heerlijke toe komst, waaruit wij nu reeds kracht putten in dit aardsche leven. Die hope klemt zich vast aan Christus als Verlosser, die niet ten halve maar geheel zijn volk zal zaligen en verheerlijken. Die hope vestigt het oog op de toeko mende algeheele verheerlijking der kin deren Gods. Dat is de openbaring door Petrus bedoeld in bovenstaanden tekst. De dag van Christus' wederkomst om te oordeelen wordt de dag der vol komen verlossiüg van Gods volk, want eeuwig wel en eeuwig wee brengt Hij in Zyn weegschaal mee. Langzaam aan na dert die dag. Die openbaring van Christus in heerlijkheid wordt ons toegebracht, gelijk de trein die 't station nadert uw vriend welken gij verwacht naderbij breDgt. De teekenen der tijden spellen het Mara- natha. De grootst denkbare genade, die alle vorige ontvangen genade, verre over treft, wordt ons dan, in dien dag der toekomst, geschonken in volle heerlijk heid van ziel en lichaam zullen wij mogen schitteren ter eere Gods, die Zich over ons ellendige zondaren ontfermde, en in de glansen des eeuwigen lichts zullen wij Hem ongestoord mogen aanbidden en verheerlijken. Niets zal ons belemmeren in de genieting der gemeenschap Gods, noch in het wijdon van alle geschapene dingen aan Zijn dienst en lof. »Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenooten, 't hoofd omhoog Volkomenlijk kunnen wij op die genade hopen. Ze rust in Gods trouw, in Christus' algenoegzaamheid ais Zalig maker we hebben een onderpand in onze harten door den Geest, die Christus ons gegeven heeft. De oefening dier hoop mag en moet bij ieder Christen in dit leven gevonden worden. Die oefening is afhankelijk van zekere voorwaarden, door den apostel hier ge noemd in de woorden«daarom opschor tende de lendenen uws verstands, en nuchteren zijnde». Het lange opperkleed, dat den Ooster ling hinderlijk werd bij het loopen, werd over den gordel om de lendenen heen ge trokken en zoo opgeschort, opdat hij zich gemakkelijk en vrij zou kunnen bewegen» Aan dat kleed gelijk, zijn onze aardsch- gezinde overleggingen en gedachten. Die maken ons het reizen naar het Sion daar boven vaak moeilijk. Wij moeten losser worden van de aantrekkingskracht der aarde, minder gehecht aan de stedelijke dingen goed en geld, rijkdom en eere. Ons zieleleven hangt vaak te laag neder, en dan is dat geweldig hinderlijk op on2e pelgrimsreis naar het hemelsch Kanaati. Onze aardsche begeerten moeten we dan opschorten, opbinden, om de Christelijke hope naar behooren te kunnen koesteren. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die beneden zijn 1 Dat de moed van velen zoo verflauwt, hun kracht zoo afneemt, komt het niet daar vandaan dat hun ziele kleed teveel afhangt naar beneden? Is niet hun geldzucht of eerzucht een sta- in-den-weg om met levendige hope voor waarts te wandelen Vooral ook in onzen tijd van moeite en zorgen, van ingespannen denken en arbeiden past voor ons de ver maning Schort op de lendenen uws ver stands en Weest nuchteren I Dit laatste wil zeggenZorgt, dat gij niet komt onder de geestelijke bedwelming van den tijd waarin gij leeft. Het wereld leven oefent krachtigen invloed ook op de gemeente des Heeren. Wij bevinden ons midden in den stroom van het volle rijke menschenleven, maar moeten dan waak zaam zijn, dat wij niet geraken onder de bedwelming van den tijdgeest die in onze kringen rondwaart. Satan gebruikt juist het wereldleven van onze dagen om een verdoovenden invloed uit te oefenen op de zielen der geloovigen. De geest van materialisme en socialisme werkt krachtig op alle gemoederen in, 't valt niet te ontkennen. Daartegen nu moeten wij waken, bidden, strijden, opdat wij nuchtere Christenen zouden blijven, niet bedwelmd door den socia- listischen zwij meidrank, maar die een eigen onbevangen blik hebben op de dingen dezer aarde, alles beziende bij het licht van Gods heilig Woord. Weest nuchteren Laat u niet van de wijs brengen door de geestelijke boosheden in de lucht 1 Dat zij geen vat hebben op uw zieleleven om dat te bedwelmen of te verderven. Waakt, broeders, dat gij niet in ver zoeking komt. Het rijk der duisternis tracht u in zijn stikkende atmosfeer te ontvangen. Blijft buiten die sfeer. Blijft ademen inden zuiveren geestopwekkenden dampkring van Gods Woord. Dat zal u kracht en moed geven om elk kruis te dragen, alle moeiten te weerstaan. Al komen er dan nog zulke moeilijke en drukkende tijden, dan zult gij den kluts niet kwijt raken, maar geloovig standhouden, hopende op de genade die u toegebracht wordt in de openbaring van Christus Jezus. Dat die hope steeds levendiger in u worde. Dan zult gij gaan van kracht tot kracht, en straks voor God in Sion ver schijnen. Kerkhof. De Theologische School. Voor de Gereformeerden in Duitschland. Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbetaling 75 cent. Afzonderlijke nummers 6 cent. Advertentieprijs10 cent per regel bp jaarabonnement van minstens 500 regels belangrpke reductie. UITftAVK VAN DE Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlpk Vrp dagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFP, Middelburg. Daarom opschortende de lendenen uws verstands en nuchteren zijnde, hoopt volkomelijk op de genade die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. 1 Petr. 1 3. KfiBKBLIJK LETEN. De handelingen der negen-en-zeventigste vergadering van de Curatoren der Theologische School verschenen dezer dagen en ik dacht bij me zelfis het nu reeds veertig jaar geleden, dat een der toenmalige studenten by gelegen heid van het literarisch examen een opstel voordroeg over het aanstaand jubilé der Theol. School en het is zoo. De school heeft straks vgf-en-zestig jaar bestaan en wel mag de emeritus-predikant W. Diemer schrijven Al leen overgebleven, want hij is nog de eenige, die bij de openiug tegenwoordig is geweest. Op de eerste bladzijde wordt herinnerd aan het overlijden van ds. G. Elzenga, die de beide groote feesten der School heeft meegevierd en die wat nog beter is onderscheiden jaren als Curator mede voor de School heeft mogen zorgen. Hij heeft menig goed woord voor haar mogen spreken, menig uur aan haar welzijn mogen wijden. Door zijn heengaan werd de lijst weer langer, waarop de namen van de overleden verzorgers eu Hoogleeraren ingevuld, worden en welke bij ons weemoedige herinne ring wekt. Het aantal studenten neemt gestadig toe. Het klom van 48 tot 58. Het is een verblij- „dend verschijnsel, want het getuigt dat de Sehool vernieuwde belangstelling heeft gewekt en dat zij door haar degelijk onderwijs steeds meer jongelieden trekt. Maar ook voor de kerken, want scheen het enkele jaren geleden, dat de lust om vOor predikant te studeeren afnam, het blijkt nu, dat er nog velen zgn, die het ambt van herder en leeraar begeeren. Daarmede is ook de vrees weggenomen, dat er straks een aanzienlijk tekort aan predikanten zal z\jn, en dat het stoffelijke enkel den door slag gaf in de keuze van de toekomstige loop baan. We hebben, geljjk bekend kan zijn, nooit die bijzondere zorg gedeeld, maar het doet ons toch ook goed, dat veler vrees werd beschaamd. Dat er ijverig gestudeerd werd, blijkt dui delijk uit den goeden uitslag, waarmede meestal de examens gekroond werden en het getuigt mede, dat de Piofessoren werk maakten van hun colleges. Het is ook goed, dat de heer Men- sink, die reeds in 1914 caüdidaat was geworden aan de Theol. School te Embden en vier jaren in het Duitsche leger had gediend, nog een jaar wilde studeeren te KampeD, want daar door wordt de band versterkt, welke er bestaat tusschen de kerken van Oost-Friesland en de Graafschap van Bentheim en de onze en daar aan bestaat na de ineenstorting van het groote rijk aan onze Ooster grenzen nog meer be hoefte dan voorheen. Waardeering verdient het besluit van 't Col lege van Hoogleeraren om het gebouw van de Theol. School alleen open te zetten voor Ge reformeerde sprekers. Te betreuren is het echter, dat sommige onrustbarende verschijn selen, die zich in den kring van de N. C. S. V. voordeden er de aanleiding toe waren. De lijst der lessen doet ons zien, hoe uitge- breid het onderwijs is, dat aan de studenten gegeven wordt. Dit kan trouwens ook niet anders met het oog op de eischen, welke tegen woordig aan het predikambt gesteld moeten worden. Verblijdend is ook deze mededeeling„De Bibliotheek verkeert in bloeienden staat, zoo wel in toename van het aantal werken, als in vermeerdering van bezoek en uitleening. Het aantal uitgeleende boeken ging met 45 vooruit. Ook uit de Zendingsbibliotheek wer den veel werken uitgeleend. Als we er nu nog aan toevoegen, dat de inkomsten ruim de uitgaven dekten, dan kan ieder uit het bovenstaande nagaan, dat het de School inderdaad wel gaat, en dat er voor allen, die belang in haar stellen, ruime stof is om den Gever aller goeds te danken voor al wat Hij steeds aan haar en in haar aan de kerken heeft verleend. Wat we nog zouden wenschen Dat het aantal abonné's op „De Bazuin" nog toenam, een Blad, dat het eigendom der School is en dat tegenwoordig zoo uitnemend geredigeerd wordt. Het is waard, dat het in een breederen kring van lezers komt. Er is weer vooruit gang, maar er moet nog verbetering komen. Laten we ook niet vergeten, dat, al hebben we een bloeiende school, God alleen de Pro fessoren en de studenten voortdurend bekwamen kaü, opdat het gebed niet verflauwe. Wie eenigermate beseft, hoeveel er voor de toe komst onzer kerken van afhangt, dat we ont vangen Schriftgeleerden onderwezen in 't ko ninkrijk der hemelen, die uit den schat nieuwe en oude dingen voortbrengen, zal ook in zgn gebed een plaats gunnen aan de Theol. School. Bouma. Aan de Kerkeraden is verzonden bet Verslag van den geestelijken arbeid in Rgn-Pruisen en Westfalen onder de Nederlanders in 1918. Daaraan ontleenen wg het volgende: „Het rapport, dat Deputaten van de Classe Arnhem voor den geestelijken arbeid onder de Nederlanders in Rgn-Pruisen en Westfalen U volgens opdracht ditmaal uitbrengen, staat in bet teeken van rouw. Werd er reeds een vorig jaar gewag van gemaakt, dat ds. W. B. Renkema door ernstige krankheid een tijdlang verhinderd was zgn arbeid te verrichten, zoodat hem op medisch advies een rusttijd was toegestaan, er kon toen nog bijgevoegd worden dat Z Eerw. aanvan kelijk was hersteld en althans ten deele zgn arbeid weer had opgenomen. Helaas, dit herstel was niet van bljgvenden aard. Het bleek slechts een korte opflikkering van de levensvonk, die spoedig weer doofde. Nsjaar 1918 verminderde ds. Renkema zien- deroogen. En nog beleefde hij de jaarwisseling, maar om reeds den tweeden Januari de eeuwig heid in te gaan. Het was der familie en Deputaten, die Br. Renkema op zgn krankbed bezochten, tot groo- ten troost, dat onze broeder bereid was heen te gaan, ja, begeerte had om ontbonden te worden en met Christus te wezen. Van ds. Renkema mag getuigd, dat hg gear beid heeft zoolang het voer hem dag was. Werken was zgn lust. Welk een strgd kostte het hem zgn arbeid te moeten loslaten. Maar Gods genade heeft hem gewillig gemaakt en op zgn krankbed, dat hem tot stervenssponde werd, getuigde hij in big geloofsvertrouwen van de hope, die hem vervulde. Stelde het heengaan van Br Renkema Depu taten voor ernstige moeilijkheden, daar de kleine Duitsche Kerken nu van haar herder en leeraar waren beroofd en de onderscheiden ver- eenigingen haren raadsman hadden verloren, de staatkundige beroeringen maakte het bovendien onmogelijk voor Deputaten om het arbeidsveld te bezoeken. Wel hebben zg door de Classe Arnhem gemachtigd a's consulenten, op te treden een samenspreking gehad met een ouderling van Duisburg en een van Ruhrort. Na ernstige samenspreking meenden Dep dat de arbeid niet mocht worden opgegeven. Alle band onder de broeders daarginds zou ver dwijnen, de kinderen zouden verwaarloozen, de gebouweD, die nu tegen billijken prgs gehuurd zgn, zouden later allicht niet meer te bekomen zgn. Er zijn op ons terrein zoowel in de kerken te Heiligenhaus, te Duisburg en te Ruhrort, alsook wel elders eenige goede krachten, die er door Gods genade, trots de moeilijke tijds omstandigheden, den moed hebben ingehouden en die de hoop op herleving van wat dreigt te versterven niet hebben losgelaten. De Deputaten verlangen vurig naar gunstiger dagen, dat de woelingen zich zullen hebben neergelegd om door persoonlijk bezoek zich een oordeel te vormen en dan te beraden en vast te stellen op welke wijze het werk behoort te worden voortgezet. Bij herstel van den vrede zullen zich allicht weder een groot aantal Nederlanders in Rgn- Pruisen en Westfalen vestigen en zullen onze Kerken daar weer veel te arbeiden hebben. Deputaten verkeeren dus in toestand van afwachting. In dezen overgangstoestand kunnen zij echter den steun der Kerken niet missen. Verzwakke niet ons aller gebed voor onze be proefde broeders en zusters in den vreemde. Blgve uw stoffelijke steun aan Deputaten ver zekerd en geve de Heere in Zgn gunst voor de zwakke Kerken en Yereenigingen op ons arbeidsveld verlichting van druk en mee daar door opbloeiïog van het kerkelijke leven, velen Nederlanders in den vreemde ten zegen, Gods naam tot eer!" En we voegen er nog dit bg Uit het fioantieel overzicht blgkt, dat de meeste Classes in ons land voor dit belang

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1919 | | pagina 1