een aankomend Meisje le LINMENHEISJE om in de verpleging te worden opgeleid. Verantwoording van Liefdegaven. BOEKAANKONDIGING VEREENIGINGSLEVEN. 1874. de kerk van Delft om opgave van pred. of cand. voor de zending; b. schrijven van de Dep der Ger. Syao le ter verbetering van pred- tractementen. Wordt besloten een commissie te benoemen om den stand der pred -tractemen ten in de classe te onderzoeken en volgende vergadering een rapport uit te brengenc. rapport over een betere regeling inzake de uitvoering van art. 13 D. K. Leedwezen wordt uitgesproken over het te laat ontvangen van dit rapport door de kerken. De classe spreekt uit, dat zij accoord gaat met de grondgedachte van deze nieuwe regeling om gemeenschappelijk de lasten inzake art 13 D.K. in de Provincie te dragen, en met het ontwerp-regeling, in dit rapport vervat; d. een schrijven van br. de K. zal beantwoord worden. Art. 6. Afdoening geldelijke zaken. Pauze. Art. 7. Heropening der venraderiDg. Art. 8. Rondvraag art. 41 D.K.O. De kerk van N. stelt voor eenige wijzigingen in de Huish. regeling, die meerendeels aangenomen worden. Dezelfde kerk vraagt en verkrijgt toestemming om de 2de trap der sencuur toe te passen op een belijdend lid der gemeente wegens zonde tegen 't4e gebod en eveneens om op een doop lid der gemeente toe te passen de 2de trap der censuur over doopsleden, ook wegens zonde tegen 4de gebod. De kiirk van S. vraagt en verkrijgt de ge wone toelage voor art. 13 D.K. De kerk van O. vraagt en verkrijgt vervulling van vacaturebeurten. Deze kerk zal geen aan vrage doen omtrent art. 13 D K. De kerk van A. vraagt en verkrijgt toestem ming om op een dooplid der gemeente toe te passen de 2de trap der censuur over doopleden wegens zonde tegen het 4de gebod. Deze kerk doet een mededeeÜDg aan de classe, die ver wezen wordt naar den kerkaraad. Zij vraagt ook een betere regeling van 'tuur, waarop de visitatie in de kerk zal gehouden worden. Art- 9. Rapport over de kerkvisitatie De kerk van II. vraagt en verkrijgt f200 subsidie van de classe. Art. 10. Tot deputaten ter Prov. Synode worden benoemd: Dienaren des Woords ds, Groeneveld en ds. de Walle pritni en ds. Goris en ds. Thielen secundi. Ouderlingen brs. I. Catsman en L. de Feyter primi en R. Boeije en D Scheele secundi. Art. 11. Roepende kerk volgerde vergadering is Axel. Datum 3e Donderdag in Juli. Plaats: Schoondijke. Uur van aanvang nader te regelen door de roepende kerk. Art. 12. Navraag. De kerk van S. vraagt en verkrijgt inlichtingen omtrent een aan vrage tot het oefenaarschap. Art. 13. Lezing kort verslag. Art. 14. Sluiting. A. Tiiielen, b.t. assessor. Gevonden in de collecte a f 2,50 dankoffer b f5,oi der letters J A. V. over'April. Diakenen der Geref. Kerk Middelburg. Met karteljjken dank ontvangen voor de Zending f150,van de Zendingscommissie te Terneuzen, en f5,van Mqj. J. J. Bol verza meld van de kinderen harer klas, Chr. School Jozinastraat Terneuzen. S. Geoeneveld, Dep. Zending, Classis Axel. Voor de Zending. In dank ontvangen een postwissel a f 10, vau de Zendingscommissie te St. Laurens, bestemd voor de medische Zending, en een postwissel a f2,50 van A. P. de R. te Axel, een in de collecte gevonden gift van Cornelis voor den kerkbouw te MagelaDg. Keekhof. Ons Arsenaal. 2e Serie. Bijlage by No. 34. Een critische beschouwing over No. 12. Dr. C. Veltenaar, Bjjbelcritiek overtuiging zou tegenstaan, ja haar zou helpen Doch toen werd hjj boos en meteen bits „nou ja, als je nog niet getrouwd zyt zeg je zooveel" stootte hy haar af. Maar zij hield vol. Eiken Zondag verzocht zy hem mee te gaan ter kerk. Ach, zij merkte wel, dat er bij hem niet het minste verlangen bestond naar de eeuwige dingen. Als hjj evenwel de godsdienstoeningen bijwoonde, dan leek het toch uiterlijk of hjj voor den godsdienst gevoelde. En misschien mocht hij onder de prediking in het harte gegrepen en van de dwaling van zijn weg be keerd worden. Voor baar verhouding tot vader en de broeders zou bet ook prettiger z\in als Gerard wat meer over de geestelijke dingen dacht. Want zy begreep al spoedig Zij zou tot do conclusie moeten komen, dat zjj ongeljjk en vader gelijk had. Hy had gevreesd voor Gerard, zij niet. Hy zag in hem slechts den wereldling, zij hoopte wat beters. En nu nu zou het uitkomen dat vader het by het rechte eind had. Ja, xoor zichzelf was ze daarvan reeds over tuigd, tegenover anderen wilde ze dat echter niet erkeneD. Gerard willigde haar verzoek byna nooit in. Zoo ontstond er een klove tusschen hen. Zy begon weer te denken aan de rustige vredige dagen thuis by de kreek, waar allen verlangden naar en spraken over de eeuwige heilgoederen. En als vanzelve moest ze dan vergelijken Vader en Gerard wat verschil in karakter. „Maar", zei zo dan tot zichzelf, „ik heb Gerard ondanks alles toch lief'. Ja, dat was waar. Haar liefde voor hem was oprecht. Toch gevoelde zy nu, dat hy niet in alle dingen zoo ideaal was als door ds. J. Waterink Zutphen, uitgave van J. B. van den Brink en Co., te Zutphen. Wat „ons Arsenaal" bedoelt is voorlichting geven op goed Gereformeerde wyze't is bestrijding en strijdmateriaal te geven tegen allerlei, dat aan de waarheid afwijkt of tegen de waarheid zich stelt. Aan dezen eisch en aan dit doel, de uitgevers erkennen het ten volle, beantwoordt de eerste brochure der tweede reeks allerminst. Dit is verklaarbaar van huu kant. Zy gingen uit van de gedachte, dat zy veilig zonder spe- cialen redacteur een brochurereeks, als „ons Arsenaal" konden bpginneu. Immers de schrij vers zouden toch schier alle zyn predikanten, ja zelfs doctoren en professoren, uit de Gere formeerde KerkeD. Door zulke manuen verwachten zy slechts het Gereformeerde beginsel verdedigd te zien. Wie zou anders kunnen vermoeden? De copie, die kwam, werd verder aan geen censuur onderworpen en ging dadelijk naar de zettery. Zoo ging het met alle brochures. Ook met die van dr. Veltenaar. Iutusschen heeft door ondervinding geleerd, de Firma van den Brink en Co. besloten hierin verandering te brengen. Er zyn maatregelen genomen, waardoor, verrassingen, als met dr. Veltenaars boekske vrywel onmogelijk worden." Deze woorden dienen ter geruststelling voor hen, die deze brochures lezen en geven getui genis van den goeden wil der uitgevers. Of de genomen maatregelen voldoende zullen zyn, kunnen we niet beoordeelen, omdat ons niet meegedeeld wordt, waarin ze bestaan. We zullen dus moeten afwachten. In een bericht, dat in het boekske lag, wordt kennis gegeven, wat er inmiddels gebeurd is. Het volgt hier Ds. Veltenaar schreef aan „de Heraut" het volgende Hooggeachte Redacteur. Naar aanleiding Uwer welwillende critiek zy het my vergmnd, het volgende ter Uwer kennis te brengen Vooreerst spreek ik er myn leedwezen over uit, dat ik door de minder voorzichtige wyze, waarop ik mij over verschillende critische quaesties heb uitgelaten, zooals op blz. 20 en 2l van myne brochure, den indruk heb gewekt, alsof ik daarin mijn eigen gevoelen heb willen geveD, wat niet het geval is, en ik Verklaar gaarne, dat ik geen grond heb om te onder stellen, dat de meeste Gereformeerde theologen alzoo denken, als ik hen had voorgesteld. Ten tweede wensch ik terug te nemen, wat ik op blz. 22 en 23 heb gezegd over het Schep pingsverhaal in Genesis 1, toen ik Genesis 1 meer karaktesiseerde als gedicht dan als historie. Terwijl ik in de derde plaats verklaar van ganscher harte heel de H. Schrift als Gods Woord te erkennen in dien zin, zooals de Ge reformeerde Kerken dit blijkens hare Belijde nisschriften doen. Ik behoef er zeker niet aan toö te voegen, dat het mij leed doet door myne onvoorzich tigheid ergernis te hebben gegeven, daar het my'ne bedoeling niet is geweest het gezag der H. Schrift te verzwakken. Met dank voor da plaatsing. Uw dienstw. dienaar, C. Veltenaae. Veenendaal, 24 Maart '19. Daarmêe is de zaak afgedaan. Wat ter ver klaring van het geval Veltenaar noodig is blyve gezegd. Da abonnees weten dan hoe 't komt, dat deze brochure verschijnen kon in „Ons Arsenaal". Ze weten 'tevens, dat ik de Groninger Kerkbode schoot een pylljen in myn richting toch zonder eenige girond geheel losstond van „Ons Arsenaail" en vry ten opzichte van No. 1 en 2, Serie-, 2'. Overigens zal rt roy aangenaam zyn indien door deze bladzijden, die als een brief aan de abonnees van „Ons Arsenaal" te beschouwen zyn niet nogmaals het geval-V. worde op gehaald. J. Watebink. Of de zaak hiermee afgedaan is, gelijk dr. Waterink schrijft, is nog een vraag, waarop ik vooralsnog niet een antwoord kan geven. Be- zy zich voorgesteld had. Nu eens deze, dan weer een andere teleurstelling werd haar door hem bereid. Zoo ws.s het met het lezen van den Bijbel. In het eerst deed hy het trouw na eiken maaltijd. Later moest zy het doen. Ze deed het nog. Maar was het niet vreeselyk om onder het lezen te merken, dat hy ver langde naar het einde, omdat hy er toch niet naar luisterde. En was het niet ergelyk dat hy dan gedurig hard geeuwde om zyn verveling te laten merken. Toch zou ze het lezen niet laten. En Gerard, hy vor-d zyn vrouw wel heel lief en de regeliDg in de huishouding best, tien maal beter dan thuis, maar zy was toch wel wat al te stjjf rechtzinnig, dat gedurig spreken over den Bijbel, dat altijd weer ter kerk loopeD, die herhaalde bezoeken vau dominé stonden hem al gauw tegen. Nou ja, vroeger had hy ook nog al ter kelk gegaan, maar dat gaf immers den naam van braaf en fatsoenlijk te zyn. Nu was dat niet meer noodig. Ieder kende mynheer Van Balen als een voornaam heer, van wien niets dan lof gezegd kon worden. Tot nu toe bad hy zyn vrouw niet veel over haar „vroom zyn" lastig gevallen. Ze moest hetzelf maar weten wat ze deed. Hy had zyn gedachten noodig by zyn plannen en studie. StudieStudeerde Gerard nóg'? Ja, maar het was niet meer voor examens. Hy oefende zich in de welsprekendheid. Hy wist het „Hy die goed spreekt, heeft den xneesten in vloed. Niet de schrijver, niet de denker, riet de wijsgeer, maar de spreker is de gevierde man. (Wordt vervolgd.) doelt hii daarmede, dat het geldt voor „Ons Arsenaal" dan kan ik er wel mede accoord gaan. w In dit geval is my echter niet duidelyk, waarom deze zyn laatste beschouwing nog ver zonden werd, want hoewel ik waardeer de poging om wat dr. Veltenaar zoo ondoorden- kend schreef te bestrijden, toch lykt het me gewenscht toe, dat een deskundige dit onder werp eens grondig behandelt en dit is niet geschied en kon niet geschieden in de enkele bladzijden, welke thans gegeven werden. Heel goed is 't, dat over deze materie ge schreven wordt, en ik geloof zelfs, dat het zeer noodig is, maar dan moet iemand het doen, die er de kracht en den tyd voor heeft. Op de markt aan 't leven komen er tegenwoordig zoovele onrijpe vrachten, en ik beklaag de menschen die daarmede hun maal moeten doen. Er is een zucht om van alles te weten en het gevolg daarvan isoppervlakkigheid en eigen wijsheid. Nu weet ik zeer goed, dat niet velen in de gelegenheid zyn om zich behoorlijk op de hoogte te stellen met al wat er in de hoofden omgaat, maar eisch is het in elk geval, dat ook de kleine boekjes, welke men uitgeeft om het volk voor te lichten, getuigenis af te leggen van nadenken en helderheid. Zou het voor menigeu schrijver niet gewenscht zyn, dat hy wachtte met zich te wagen aan een stof, welke hij nog niet beheerschen kan en zon niet menig een verstandiger doen, indien hy minder las en alleen wat inderdaad hem voorthelpen kan Bouma. Stemmen des Tvjds. Afl. 6. April 1919. Utrecht, G. J. A Ruys. L. E. eindigt haar novelle „de Sterkste", waarin op voortreffelijke wyze een beeld uit de historie werd geteekend. Dr. Slotemaker de Bruine handelt in „Lessen uit Australië" met het verhalen van sprekende feiten over het economisch en zedelijk zakken van dit werelddeel. Dr. D J. Hamburger schrijft een artikel over aangifte van besmettelijke geslachtsziekten, en meent dat onze Christelijke politici die zaak moeten bevorderen. Dr. Joh. de Groot biedt een vlotgeschreven lezenswaardig opstel over de toekomst van Palestina en de Joden. Hy voorziet een periode van betrekke lijke welvaart, bevorderd door Joodsche land- kolonisatie, hoewel die in de eerste jaren, niet in snel tempo zal kunnen geschieden. Voorts zal z.i. Palestina mee worden object van weten schappelijk onderzoek en een land met een uit gesproken Joodsch stempel, terwijl de politieke vrijheid er aan banden zal blijven liggen. In de economische Kroniek behandelt prof. Di penhorst de vraag of overheidsexploitatie boven het particuliere bedrijf zou zyn te ver kiezen. De Leestafel (blz. 189—212) biedt een groot aantal recensies. J. Douinu. SIozes, de man Gods. Kampen, J. H. Kok, 1919. Prys ingenaaid f 1,90, gebonden f 2.60. Een stichtelijk boek van den predikant uit den Haag, 226 bladzijden groot, verdeeld in 45 hoofdstukken, 't ls geen levensbeschrijving, zooals Ds. Douma zelf in de inleiding zegt maar eene poging om de ryke persoonlijkheid van Mozes, gelijk de H. S. ons die leert kennen, in het licht te stellen. Het is by uitnemend heid een praktikale beschouwing. De Sehryver wil laten zien wat Mozes te zeggen heeft tot het geslacht van onzen tijd. Ia die poging lykt Ds. D. ons wel te zyn geslaagd. Esd aantal hoofdstukken lazen wy met genoegen. En kunnen deze lectuur van harte aanbevelen. Om een staaltje te geven van de wy/.e van behandeling noem ik hoofdst. 21, handelende over kleinmoedigheid naar aanleiding van Num. 11 24, hoofdst. 22 over grootmoedigheid naar Num. 12 3. In de hoofdst. 2630 wordt behandeld de 90ste psalm, het bekende gebed van den man Gods. Dit boek is eene uitgave van de Vereeniging ter bevordering van Christ. Lectuur, en be hoort metterdaad tot het beste, wat daarin ge geven wordt. Bijbelsch Dagboek. De Lendenen omgord, door J. J. Knap Czn. Tweede herziene druk. Kaïnpen J. H. Kok, 1919 le afl Compleet in 12 afl. a 65 ct. De eerste druk verscheen in 1914. Het blykt, dat dit uitnemende Dagboek goeden opgang gemaakt heeft in onze Christelijke gezinnen. Dt> dagelyksche overdenkingen zyn leerzaam en pittig, ontsluiten de Schrift en geven kostelijke praktische aanwending. De Schrijver wil zyn lezers iederen dag een stuk vau het woord des levens meegeven, opdat zy„ de hand slaan aan den vaak afmattenden arbeid en dien door hooger wyding in een daad van Godverheerlijking omzetten". Een keur van teksten wist Ds. K. daartoe uit te zoeken en menig bijbelwoord wordt door hem zoo belicht, dat het inderdaad spreken gaat tot het hart en iets te zeggen heeft voor hst dagelyksche leven. Doel is niet het bijbellezen te vervangen, want wie zich houdt aan de opgaven van dit dagboek, zal driemaal per dag een deel van de Schrift opslaan. De uitvoering in papier en druk en verfraaiing is zoo mooi als men maar wenschen kan. Het geheel maakt een prettigen indruk. Zoo'n compleet boek in band is een fraai geschenk, waarmee men anderen kan verblijden en een weldaad bewijzen. De BQbelsche Geschiedenissen. In ver telling door W. G. v. d. Hulst. In tee- kening door Isings. Afl. 4. Ryswyk H. J. Spruyt. Een mooie aanbevelenswaardige uitgave, zoowel om de keurig nette uitvoering als om 5 den degelyken inhoud. Menigerlei Genade Wekelyksche Leerre- redenen. Onder redactie fcvan dr. J. C. de Moor en dr. B. Wielenga, met mede werking van vele Gereformeerde predi kanten. Negende jaargang. Afl. 1. Dr. B. Wielenga, De geweldhebbers. Kam- peD, J. H. Kok, 1919. Prys per jaargang f6 25. Op dezelfde voet als in vorige jaren wordt deze uitgave van gereformeerde predicaties voortgezet. Ook de nieuwe jaargang zal wel dezelfde dankbare waardeering by kerken en kerkleden vinden als de vroegere. Deze serie brengt de bediening des Woords in uitgebrei- den kring. De actueele predicatie van dr. B. W. in het eerste nummer handelt over Matth. 1117, waarin hy zietGods volk zich inspannende voor het koninkryk der hemelen, en wyst eerst op het doel, daarna op de kracht en ten derde op het resultaat van die inspanning. Uit de lijst van medewerkers, op de achter zijde vermeld, blijkt dat tot October een groot aantal predikanten hun medewerking toezeg den, onder wie zoowel oude bekenden als nieuwe voor de lezers van deze preekenserie. Met het oog op den leesdienst in vacante kerken wordt voor gelegenheidspredicaties behoorlijk gezorgd. Ds. P. J. W. Klaarhamer. Ben Afscheids bede. Leerrede, uitgesproken, by het verlaten van den actieven dienst op 21 April 1919 in de Oosterkerk te Utrecht. Uitgave van P. den Boer te Utrecht. De behandelde tekst is Hebr. 13 20 en 21. Het themahet gebed eens scheidenden voor de gemeente. De verdeelingde grond en de inhoud dezer bede. 't Is een predicatie in streDgen stijl, degelijk van inhoud, gelijk ieder die ds. KI. kent, van hem verwacht. Het eerste en laatste gedeelte draagt een meer persoonlijk karakter, het losmaken van den band tusschen leeraar en gemeente. Ook al geldt 't Utrechts kerk, velen die ds. KI. van zoo naby gekend hebben in onze provincie, zullen ook gaarne nog dit woord van den beminden leeraar lezen. Worde hom, nu buiten actieven dienst, een weldadige rust en rykge- zegende levensavond geschonken. J. J. Westerbeek van Eertsen. Het Loflied van des Heeren Knecht. Rede bij de herdenking van zyn veertigjarige ambts bediening, gehouden in de Nieuwe Kerk te Kampen op den 29sten April 1919. Kampen, J. H. Kok, 1919. Tekst isPsalm 1031 en 2. Thema wordt in den titel aangegeven. Ds. W. sprak over de oorzaak, de beteekenis en den rijkdom van dit loflied. Van blz. 1320 geeft hy herinneringen uit zijn ambtelyken dienst. Het is een hartelijk woord, eenvoudig, vol dankbare erkentenis voor 's Heeren gunst. De uitgever stak deze predicatie van zyn pastor loci in een mooi kleedje. Keekhof. De Geref. Jong. Vereen „Herman Faukeel" vergadert eiken Zondagavond te kwart over acht in de consistorie der Gasthuiskerk. Rooster van a.s. Zondag Lucas 3 do8r B. Leynse. Maatschappij en Politiek. De Physiocratie door P. van Dijk. Namens het Bestuur. F. Veldwijk, Voorzitter. A. Geebvliet, Secretaris. T"^"' idTsrtanltSn. Maandag 12 Mei hopen LEENDERT HOEFKENS en JOHANNA DEN HOLLANDER hunne 45-jarige Echtvereeniging te herdenken. Ps. 68 10. Middelburg, Slepersingel Q 157. In het Christelijk Gesticht voor Krank zinnigen „Vrederust" te Bergen op Zoom kan met 1 Juni a.s. geplaatst worden een boven 20 jaar. Salaris van f250.tot f 350.plus vacantiegeld. Sollicitaties aan dsn GENEESHEER-DIRECTEUR. In het Christelijk Gesticht voor Krank zinnigen „Vrederust" te Bergen op Zoom bestaat gelegenheid Aanvang8alaris f200.per jaar met vrye bovenkleeding en vacantiegeld. Sollicitaties aan den GENEESHEER-DIRECTEUR. In de stichting „Vrederust" te Bergen op Zoom kan geplaatst worden in de Linnenkamer. S daris boven kost en inwoning f 140 tot f 240, benevens vacantiegeld. Sollici taties aan den Geneesheer-Directeur.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1919 | | pagina 3