Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
33e Jaargang.
Vrijdag 25 April 1919.
No. 17
UIT HET WOORD.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. Q. F. KERKHOF te Oost-Souburg,
fasti lidiwirkeraD.D. R. J. v. d. VEEI, J. D. WIELEBGA, F. J. v. d. EIOE, B. MEIJER, H. P. M. G. DE WALLE id F. f. J. WOLF.
PBRSVEREEN1G1NG ZEEUWSCHE KERKBODE.
ALZOO IS ER GESCHREVEN.
Verscheidene malen heeft de Heiland
zich na zijne opstanding uit de dooden,
aan zijn intiemen vriendenkring geopen
baard. Eerst aan de vrouwen, die geko
men waren om zijn dood lichaam te bal
semen. Daarna aan Maria Magdalena, aan
Simon Petrus. Toen aan de Emmaüsgan
gers. En eindelijk aan de Elven (zonder
Thomas) en die met hen waren, in den
laten avond te Jeruzalem.
De laatste verschijning op dien eersten
dag der opstanding was zeker wel een der
belangrijkste. Die zette als 't ware het
zegel op die voorafgingen. Immers die
eerste verschijningen waren persoonlijk.
En gewis, voor wie ze te beurte vielenwa
ren ze persoonlijk even belangrijk. Maar
deze avondverschijning is eene openbaring
aan zijne gemeente. Een «Minyan® vormde
volgens de Joodsche instellingen eene ge
meente. Een minyanwil zeggen getal,
en bedoelde een getal van tien personen,
mannen boven de 13 jaar oud. In zulk
een kring mocht, als in de gemeente, open
lijk de naam des Heeren worden aange
roepen. Zoo was dan zeker deze kring als
eene gemeente aan te merken. Vergaderd
waren hier al de apostelen, behalve
Thomas. Daar waren ook de vrouwen, tot
wie de Heere gesproken had, die zijne
voeten gegrepen hadden en door Hem ge
zegend waren. Daar was Maria Magdalena.
Daar waren Kleopas en diens metgezel,
die met Hem gewandeld hadden op den
weg naar Emmaus. Daar kunnen ook ge
weest zijn Maria de moeder des Heeren en
zijne broeders naar den vleesche. In elk
geval, hier waren meerderen dan voor een
minyan of gemeente vereischt werden. En
daarbij waren zij niet 's Heeren aposte
len, bestemd om de fundamentleggers te
zijn van de Nieuw Testamentische ge
meente Hier vindt ge de gemeente des
Heeren reeds in hare eerste beginselen.
Deze openbaring des Heeren is vooral
belangrijk door de opdracht, die Hij aan
deze vergaderden, als aan zijne gemeente
geeft. Een opdracht geeft de Heere aan
elk, wien Hij zich openbaarde. Ze moesten
n.l. de waarheid zijner opstanding aan
anderen boodschappen. Doch die opdracht
was een persoonlijke. Zulk een opdracLt
geeft Hij nog aan elk, die Hem vindt. Elk
geloovige heeft eene roeping om van het
geen de Heere hem doet zien en genieten
te getuigen. Eene roeping, die versterkt
wordt door een innerlijken drang der liefde
Christi. Wie Christus en zijn heil leerde
kennen, wie de kracht zijner opstanding
leerde genieten, kan daarvan niet zwijgen.
Die getuigt in woord en daad wat Hij in
Christus heeft gevonden, wat hij in den
Heere ziet en geniet en die leidt als een
andere Andreas zjjn broeder Simon tot
Jezus.
Maar hier reikt de opdracht verder.
Hier is het eene roeping, die de gemeente
geldt. Eene roeping, die ook uit Schriften
verstaan wordt. Want Jezus zeide tot hen:
Alzoo is er geschreven I® Hoe is er ge
schreven Niet alleen dat de Christus
alzoo moest lijden en van de dooden op
staan ten derden dage, maar ook dit,
en dat sluit de opdracht in dat er »in
zijn naam gepredikt moet worden bekee
ring en vergeving der zonden, onder
alle volken, beginnende van Jeruza
lem
Aan zijne gemeente openbaart zich de
opgestane Heiland. Niet aan de wereld.
Zijne gemeente ziet Hem in geloove. Ze
kent de kracht van zijne opstanding. Ze
deelt in het nieuwe leven en weet zich
met Hem opgewekt. Maar nu komt ook
tot haar de roepstem«Zegt het voort
Roept het verder uit, dat de Heere is op-?
gestaan, dat gij Hem gezien hebt®.
Daar moet door de gemeente gepredikt
worden het Evangelie die groote heele
waarheid betreffende den dood en de op
standing van Jezu3 Christus. Zij moet
prediken wat er geschreven is. Want al
zoo is er geschreven in de rol des boeks
van Gods raadsbesluit, geopenbaard in de
geschriften des Ouden Verbonds.
Gaat dan henen en roept het uit in heel
de wereld, aan alle volk, dat Christus
Jezus geleden heeft, gelijk van Hem ge
schreven stond. Predikt den gekruisten
Christus en schaamt u niet. Zegt den
volken wat Hij geleden heeft en waar
om en waartoe. Zegt het dat dit nood
zakelijk was tot wegneming van de zonde
der wereld en tot verlossing van zondaren.
Gaat heen en roept het uit, dat die ge
kruiste Christus ten derden dage is opge
staan, waardoor niet alleen de ergernis
van het kruis is weggenomen, maar waar
door Hij ook krachtelijk bewezen heeft te
zijn de Zone Gods. Zegt het, wat er ge
schreven is en wat uwe oogen gezien
hebben.
Die ongetrooste volken die nog leven
zonder licht en zonder hopedie nog
nederleggen als in een land der schaduw
van den dood, moeten getroost worden,
door de boodschap der gemeente, aan wie
Christus zich heeft geopenbaard. Gaat dan
heen en zegt hun, dat Hij, die dood was,
weder leeft en leeft in alle eeuwigheid.
Dat Hij de sleutels heeft der hel en des
doods, ook hun ten goede. Roept ze tot
Christus in den weg van geloof en be-
keeriüg. De roepstem tot bekeering moet
tot alle volken uitgaan, tegelijk met de
heerlijke evangelietijding van de vergeving
der zonden door Jezus' bloed.
Gaat dan heen, o gemeente des Heeren I
't Is de opdracht van uwen verrezen Hei
land; en zegt aan die schuldige wereld,
die gansch en al verdoemelijk ligt voor
God, dat er volle vergeving is, voor elk, die
zich bekeert en in geloove zich tot Hem
wendt.
Immers geen te zware eisch voor de
gemeente van Christus, die, van de zor
gen der zonde zelf ontslagen, Hem roemen
mag, die ons blijdschap geeft, o Zingt dat
lied der opstanding voor aan alle volk,
dat nog in banden des doods gekneld ligt.
Zingt het voor in een krachtigen zendings
ijver. Beginnende van Jeruzalem.
Ja van uit Jeruzalem moesten de apos
telen beginnen. Daar moest de eerste
Evangelieprediking gehoord worden. Zoo
was het geschreven. «Uit Sion zal de wet
uitgaan en des Heeren Woord uit Jeru
zalem®.
«Beginnende van Jeruzalem®. Dat is een
beteekenend stuk in deze opdracht. Was
niet Jeruzalem de plaats waar de Heere
zich openbaarde De plaats waar die heils-
feiten waren geschied Jeruzalem was zelf
mede getuige, van wat binnen haar ge
schied was. Maar dat niet alleen. Jeruza
lem was ook de schuldige plek. Zij was
de bloedstad. Zij had de profeten des
Heeren gedood. Ze had zijn volk benauwd.
Maar bovenal zij had den Heere der heer
lijkheid zelf gekruisigd. Do grievendste
beleedigingen en smarten bad zij Hem
aangedaan. En in dat Jeruzalem moet het
eerst uitgeroepen worden de vergeving der
zonden door Jezus' bloed, en de kracht
zijner opstanding. Immers daarmee toont
de Heere, dat Hij zelfs den onwaardigsten
genade wil bewijzen. Zoo Hij Jeruzalem
wil vergeven, zou Hij het dan de volken
niet?
Gaat dan heen gemeente des Heeren
roept trouw en blijde die boodschap van
het Evangelie der opstanding uit. Begin
nende van Jeruzalem, d.i. in eigen omge
ving. En van daar verder tot de volken,
roepende tot Christus, die dood geweest
is en nu leelt, om doode zondaren tot het
leven te roepen en onwaardigen genade
te schenken. De gemeente des Heeren toch,
waar ze ook woont, moet overal bekennen,
dat ze ook zelf door vrije genade behou
den is, gevonden in haar bloed als op de
vlakte des velds. Behouden alleen door
Hem, die zeide: «Leef in uwen bloede,
leefl® Gaat dan heen als Paulus, die 't
zelf uitriep: «Mij den onwaardigste, den
grootste der zondaren is barmhartigheid
geschied, opdat ik u o heidenen, tot Chris
tus zou leiden®.
Menigeen denkt, dat alleen het Pinkster
feest ons iets te zeggen heeft in betrek
king tot den arbeid der zending. Maar
zou het Paaschfeest dat niet evenzeer
Gewis. Al wijst de Pinksterdag meer recht
streeks op de toebrenging der volken, toch
roept ook het Paaschfeest er toe.
Het trekt immers aanstonds onze aan
dacht, in de opstandingsgeschiedenis, dat
het gedurig luidt«Zegt het voort 1® «Gaat
haastelijk henen®, zegt de engel tot de
vrouwen,® en zegt het zijnen discipelen en
Petrus, dat Hij uit de dooden is opgestaan®.
«Gaat henen, boodschapt het mijnen broe
deren®, gebiedt de Heere de vrouwen, «en
zegt, dat zij Mij zien zullen in Galilea®.
En tot Maria Magdalena heet het«ga
henen tot mijne broederen en zeg hun
«Ik vaar op tot Mijnen Vader en uwen
Vader, en tot Mijnen God en uwen God®.
Aan zijn discipelen dus, aan zijne broe
deren moest hot geboodschapt worden. En
nu hier ten leste «predikt het allen volke,
beginnende van Jeruzalem®.
Ziet ge wel, dat het Paaschovangelie ods
wel wat zegt voor de heidenen Wy moe
ten ook hun die boodschap des heils bren
gen, dat Christus is opgestaan als Ver
winnaar des doods.
Nu moet uw tong de heid'nen nooden,
Meldt allen Zijn geboden,
Vertelt Zijn wond'ren en Zijn eer,
Groot en prijswaardig is de Heer
En vreeslijk boven alle goden.
KERKELIJK LEVEN.
la Memoriaal.
Verbetering derpredikants-lractementeo.
Zeeuwsohi
Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbetaling 75 cent.
Afzonderlijke nummers 6 cent.
Advertentieprijs t 10 cent per regel bjj jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAYB VAN DE
Adres van de Administratie
Firma L1TTOOIJ OLTHOFF, Mlddelbnrg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
En Hij zeide tot henAlzoo is er
geschreven en alzoo moest de Christus
lijden en van de dooden opstaan ten
derden dage.
En in Zijnen naam gepredikt wor
den bekeering en vergeving der zonden
onder alle volken, beginnende van
Jeruzalem.
Luc. 24 46, 47.
F. Staal Pz.
Weer ging een bejaarde broeder van ons
heen, die ofschoon bjj in een beperkten kring
heeft geleefd, toch een belangrijke plaats heeft
ingenomen. Van der Klejjn was eerst in Gorin-
chem geweest bjj den heer van Klujjve, die
langen tijd hoofd der Christelijke School in de
Gravenstraat te Middelburg is geweest en die
door zijn oefeningen op ons eiland velen heeft
gesticht. Eerst was de heer van der Kleijn twee
jaar hoofd aan de Christelijke School te Beek
bergen en daarna kwam hij naar het oude
Veere waar hjj dertig jaar in diezelfde functie
werkzaam is geweest. Wie zich nog een voor
stelling kan vormen van de school in die dageD,
van de gebrekkige leermiddelen, waarover be
schikt kon wordeü, kan waardeeren, wat het
zegt om zoovele jaren met ijver te arbeiden
aan de opvoeding der jeugd en dit heeft van
der Kleijn gedaan en zijn onderwijs heeft heer
lijke vrucht gedragen. Hij is bovendien er
twintig jaar ouderling geweest en in die hoe
danigheid heeft hjj er huisbezoek gedaan, zieken
bezocht catechesatien gehouden en vaak de
godsdienstoefening geleid.
Hij was een geboren onderwijzer, die steeds
zjjn kennis aan anderen mededeelde. Uit alle9
bleek, dat hjj zelfstandig gewerkt en nagedacht
had over al wat hem was voorgekomen. Vast
van karakter en met een vurige liefde tot Chris
tus bezield, heeft hij de moeielijkheden, welke
hjj op zijn weg ontmoette, overwonnen en heeft
hij én als onderwijzer 6a als ouderling veel
mogen doen. Hij behoorde tot die ouderen, die
in 't geloof voortgingen op den weg, waarop
zjj eenmaal huu voeten hadden gezet en
die de smaadheid Christi grooteren rijkdom
achtte dan de schatten van Egypte. Hij was
mede een van de voortrekkers in ons gewest,
die aan de belijders der waarheid het pad
wezen waarlangs het moest gaan. Diep over
tuigd van de waarheid, dat de Christus heer-
schen moest in 't gezin, in de school en in de
kerk, heeft hij zich zelf gegeven aan den be
zwaarlijken arbeid dier dagen.
Naar het lichaam was hij niet sterk en daarom
nam h\j ontslag, 't welk hem eervol verleend
werd. Hij heeft nog eenige jaren van de rust
mogen genieten aan de zijde van een vrouw, die
bij hem paste. Alle kinderen waren de ouder
lijke woning uitgegaan en hadden hun plaats
in de maatschappij ingenomen. Negen maanden
geleden ontviel hem zijn echtgenoote en nu
was het oogenblik aangebroken waarop hij
werd weggenomen. Hjj kon ook gaan, want hjj
was bereid, zoodat we gelooven kunnen, dat hjj
een Pascha heeft mogen vieren als nooit te
voren.
De familie treurt, maar niet als zjj, die geen
hoop hebben. Boüma.
I.
Woensdag, den 26 Maart, vergaderde de
classis Middelburg in een buitengewone samen
komst ter bespreking van de noodzakelijkheid
der tractementsverhooging van de dienaren des
Woord. De ouderlingen J. H. Geschiere en K.
Groen, benevens ds. J. Runia rapporteerden
aangaande deze zaak.
Na [breedvoerige bespreking van het gerap
porteerde met de conclusies, besloot de classes
een gehectografeerd afschrift van het geheele
rapport aan elke kerk te zenden, en voorts, aan
bovengenoemde commissie op te dragen, een
eenigszins beknopt overzicht van 't behandelde
in onze Kerkbode te geven,