Ds. Stroeven. f
Tweede Christelijk Sociaal Congres.
Straatprediking in Amsterdam.
UIT DE PERS.
Wat moeten wij met onze kinderen
doen
Kwk- on ftohoolnlonwB.
Er is noj een andere gedachte geopperd,
welke ook overweging verdient. Om te kunnen
komen tot een resultaat wilde men, dat de
kerk een leerboek voor catechesaties zou uit
geven, dat voor dezen tjjd meer geschikt was
dan de eatechismus. De schrijver begreep te
recht, dat de Geref. kerk en de belijdenis niet
aanvullen kunnen zonder de anderen te raad
plegen welke haar ook als de hunne beschou
wen. Voor hen die wat heet gebakerd zjjn en
gaarne verandering wenschen, is de weg, waar
langs alleen het doel bereikt kan worden zeer
lang. We achten het een voorrecht, dat het in
een ommezien niet gaat. Hoe het echter ook
zjj, de kerken zullen zich op den duur wel op
dit punt moeten uitspreken en we kunnen er
op rekenen, dat zjj het met wjjsheid en voor
zichtigheid doen zullen. Willen zy het doen,
geljjk Ferwerda het voorstelt, dan komt het
neer op een meer duidelijke verklaring aan
gaande de cultuurvragen van dezen tyd en
deze is wel te geven naar het mij voorkomt.
Alleen voor het er toe komt zal het uitge
maakt moeten worden of het bepaald noodig
is, een vraag, waarover ook nog lang gestreden
kan worden.
„De prediking geve, zonder opzettelijk op de
verschillende philosophische en sociale pro
blemen in te gaan, blijkt, dat ernstig gerekend
wordt met de vragen, waarmede de geloovige
van dezen tijd te worstelen heeft." Ook deze
gedachte verdient de aandacht. We stemmen
geheel met haar iD. Let er echter wel op dat
zjj vsel vraagt van hen, die zulk een predi-
diking moeten geven. Zij toch zullen als zij
hieraan beantwoorden willen op de hoogte
moeten zjjn met alle philosophische en sociale
problemen van onzen tijd. Zy moeten niet alleen
weten, dan zjj bestaan, maar zij moeten ze
doorgedacht en verwerkt hebben. Het is niet te
doen om q nasi-geleerdheid op den kansel te
breBgen, om wjjsgeerige termen met groote
kracht te zeggen, maar om de gemeente te
voeden met het goddelijk getuigenis. En
waarlijk dit is niet gemakkelijk en vereischt
voortdurende en grondige studie. Het is niet
onneodig om dit even op te merken, opdat de
gemeente het gewicht er van erkennend, naarstig
bidde om arbeiders, die geheel toegerust tot hun
taak mogen zjjn.
En nu de laatste stellingDe kerk bly ve
zich steeds bewust, dat het resultaat van een
getrouw vervullen barer roeping nooit zal
zjjn een algeheele heiliging van het volksleven
dat integendeel, naarmate het einde nadert,
haar invloed schijnbaar geheel verdwijnen zal,
doch dat zjj genoeg heeft gedaan, zoo zjj in
voor haar tjjd verstaanbare taal, den recht
vaardige heeft gezegd, dat het hem wèl, den
goddelooze, dat bet hem kwaljjk zal gaan.
Het was wel goed, dat dit laatste ook gezegd
werd. Aan de kerk wordt veel ten laste gelegd,
zonder dat er eenige oorzaak voor bestaat. Toen
de oorlog uitbrak, riepen velen deze kerk kan
ook niets. Zjj is er reeds zoovele eenwen en zjj
heeft in al dien tjjd nog niet eens zooveel
invloed om de volken voor zulke vreeselijke
rampen te bewaren Anderen verwachten, dat
de kerk, wanneer zjj maar woekert met de haar
verleende gaven, elk volk onder haar invloed
kan krjjgen en bitter zjjn de teleurstellingen
welke daarvan het gevolg zjjn. Daarem mocht
het weieens duidelijk gezegd wordeD.
Bouma.
N. B. Dit Referaat is gehouden op de Pre
dikanten-Conferentie te Utrecht en uitgegeven
bjj W. ten Have, Amsterdam Men koope en
leze het.
De beste breidster laat wel eens een s'eek
▼allen. Daaraan dacht ik bjj het lezen van den
brief, welke ds. Datema van Haarlem aan zjjn
vriend Sufridus zond en waarin bjj melding
maakte van het overlijden van ds. Stroeven te
Bande. Wanneer men nagaat, wat ds Datema
in de Haarlemsche Kerkbode schrijft, staat
men verbaasd over het vaste geheugen dat
telkens aan 'c licht komt en men telt het dan
ook niet mede, indien hjj zich een enkelen
keer vergist, Ik zou er dan ook niet aan ge
dacht hebben om er op te wjjzen, ware het
niet, dat het rnjj een geschikte aanleiding had
verschaft om ook een herinnering ten beste te
geven. De onjuistheid, waarop ik het oog heb,
was dezeds. Stroeven was niet een Neder
lander, maar een Duitseher.
Wie in de Graafschap Bentheim gewoond
heeft, zooals wjj, kan dit land en zjjn bewo
ners nooit vergeten en het spreekt dan ook
van zelf, dat we vooral gedurende de laatste
jaren met die bevolking medelijden hadden.
Rseds toen we er waren, was ds. Stroeven
predikant te Bande in Oost Friesland, dien we
op elke Classis-vergadering ontmoetten. Meer
malen had ik reeds voorheen van hem gehoord,
wjjl bjj ook in Friesland bekend wa°. De ge
meente van Sneek bad nog eens een poging
aangewend om hem naar ons land te brengen,
maar ook voor deze roeping bedankte hjj. Wjj
waren verlangend om hem eens te zien en te
booren en het staat ons nog levendig voor den
geest, welk een aangenamen indruk we van
hem ontvingen, toen we hem voor 't eerst
zagen. Hjj was een man van ongeveer zestig
jaar, doch men kon 't niet merken Hjj liep
nog gemakkelijk over den weg en aan levens
lust ontbrak het hem niet. Dadelijk wist men,
dat men te doen bad met een vriendelijk en
harteljjk mensch en naarmate men hem leerde
kennen, naar die mate werd die eerste indruk
versterkt. Het was een genot naar hem te
luisteren, als hjj deel nam aan de bespreking
en opmerkelijk was, hoe hij van het Duitsch
in het Nederlandsch overging en omgekeerd.
Ik zie hem nog: man van middelmatige lengte,
met die levendige oogen. Als hij sprak, bleek
het, dat hjj niet te vergeefs in de school des
levens was geweest, want hjj had heel wat
kennis en wijsheid vergaderd.
De eerste jaren van zijn ambtelijk leven had
hjj gesleten in de Graafschap en daarna was
Mi gögaan naar Oost-Friesland, waar hij langen
tijd heeft mogen arbeiden. Hij is ruim tachtig
jaar geworden en bijna tot op het laatste
ongenblik heeft hij zjjn werk kunnen doen.
Wat zulk een man met zulk een gevoelig hart
in [de laatste jaren heeft moeten doorstaan, is
niet te zeggen. Hjj heeft de jonge mannen,
die hjj kende van hun kindsche dagen af, zien
wegtrekken en onderscheidene hunner zjjn ge
vallen. Hjj was een Duitseher in merg en
nieren en hoe zal het leed van zjjn land en
zjjn volk hem ter harte gegaan zjjn. H\j heeft
den vrede niet meer mogen beleveD, maar hjj
is als de oude Simeon weleer in vrede heen
gegaan, omdat ook hjj de zaligheid Gods ge
zien en in de armen zjjns geloofs heeft mogen
nemen. Bouma.
Van 10 tot 13 Maart as. zal dit reeds lang
voorbereide tweede Congres te Amsterdam wor
den gehouden. Een uitgebreid program werd
den leden toegezonden, benevens de Referaten,
die in discussie gebracht zullen worden, een
kloek boekdeel van ruim 200 bladzijden. Jam
mer is het, dat deze hoogst belangrijke verga
deringen gehouden worden juist in de week,
waarin de Zeeuwsche broeders en zusters hun
Biddag voor het Gewas houden.
Voor de Zeeuwsche predikanten althans een
groote teleurstelling. Geroepen om hunne ge
meenten voor te gaan, moeten zjj nu de ook
voor hun ambt zoo belangrijke discussies en de
bezieling van het elkaar ontmoeten en spreken
missen om zich alleen met een courantenver
slag te vergenoegen.
En vooraanstaande Zeeuwsche broeders zullen
ook met de zaak verlegen zitten. Algemeen
toch wil men vooral in onzen materialistischen
tjjd den Biddag in hooge eere houden. Zou
evenwel ditmaal Amsterdams Centrale verga
dering op hun hart niet meeraantf'ekkiogskracht
oefenen Hoe dan ook, we hopen dat toch ook
uit Zeeland vele broeders opgaan zullen naar
het Tweede Sociaal Congres, al moeten de
dominees dan ditmaal helaas maar thuis bljjven.
Voor h>:n een hard gelag
Dit werk blykt goeden voortgang te hebbeD.
De Gecomitteerden, welke deze zaak behar
tigen, plaatsten het volgende bericht in de
Amsterdamsche Kerkbode.
„Zaaiend het Zaad."
De groote oplage van den eersten druk (2000
exemplaren) is in een ommezien uitver
kocht. Tot onze vreugde bljjkt, dat het boekje
veler oogen, en ook veler harten, opent voor
den arbeid van onzen „straatprediker" Baas.
Van alle kanten, uit de verste streken van ons
land, vloeiden de gaven ons toe.
De titel, die de heer Hesseling voor zjjn
brochure koos, bljjkt in dubbelen zin juist.
Niet alleen br. Baas in zjjn arbeid op de markt,
maar ook de schrijver zelf, door zjjn pers-
arbeid, ve'schjjnt ons als een zaaier Het is een
prachtige oogst, dien wjj mogen binnenhalen,
en nog is het einde niet.
De Heere des oogslens zegene verder het
werk dezer beide getuigen, door ons te be
schikken nieuwe lezers, die tevens helpers zjjn.
Het Centraal bureau der Financiëele Com
missie is gevestigd aan het adres van den
2den penningmeester, den heer W. Boshuis, le
Jan v. d. Heydenstraat 82, aan welk bureau
brochure's verkrijgbaar zjjn, men zich kan op
geven voor begunstiger en tevens inlichtingen
kan bekomen
Verblijdende Teekenen.
Wat ons bjjzonder bemoedigen mag is het
feit, dat niet alleen uit verschillende wjjken
de tegenwoordige bijbelcolporteur Baas steeds
meer bljjken van sympathie ontvangt, maar
ook, dat ouderen zich opgeven voor dit zelfde
werk. Wjj kregen twee aanbiedingen niet van
menschen, die een „baantje" zoeken, maar van
bekwame broeders, die hun uitnemende betrek
king in de maatschappij willen laten varen, om
den Heere in dit werk te dienen. Eén broeder
verklaarde zelfs duizend gulden van zjjn par
ticulier bezit te willen opofferen, om zich vol
doende voor te kunnen bereiden.
Als nu de gemeente wil, kunnen wjj straks
drie arbeiders hebben voor bjjbelcolportage en
straatprediking, wat voor onze groote stad geen
weelde zou zjjn. God zegent ons grooteljjks.
Hem de eere
Daaronder volgt mededeeling der ontvangen
giften. Ook uit Grjjpskerke, Koudekerk?, Big-
g^kerke, Oostkapelle vloeiden enkele guldens
naar Amsterdam.
Mogen we deze goede zaak nog eens aan
onze welgestelde broeders en zusters op 't hart
binden
Men zende zjjne gaven aan het adres boven
gemeld. Kerkhof.
IV (Slot).
In ons vorig artikel wezen wjj er op, dat op
de ouders de verplichting rust de kinderen met
de kerk in aanraking te brengen, door ze gere
geld en getrouw mede te nemen naar de samen
komsten der gemeente. Maar daarmede is nog
niet alles gezegd. Zjj hebben hen ook met de
kerk in aanraking te brengen, door hen het
catechetisch onderwijs geregeld te doen volgen.
Daarvoor in ons slotartikel nog een enkel
woord.
Wat is het doel van het catechetisch onder
wijs
Dit is met weinige woorden aan te geven.
Men kan hier een meer algemeen en een
meer bjjzonder doel onderscheiden. Hoofddoel
is ongetwijfeld de volmaking van den mensch
Gods, tot alle go8d werk volmaakteljjk toege
rust, 2 Tim. 3: 17. Daartoe dient de onder
wijzing, die in de rechtvaardigheid is daartoe
strekt alle arbeid met de middelen der genade
En die volmaking dan tot Gods eere! Alles,
ook het catechetisch onderwijs in het belang
van een opwassen in de genade en de kennis
van onzen Heere Jezus Christus!
Wat het bijzondere en meer rechtstreeksche
doel van dit onderwijs betreft, zoo is dit de
voorbereiding voor de toelating tot het heilig
avondmaal en dus de voorbereiding voor de
belijdenis des geloofs. Doel is dus de vormiDg
van de kinderen der gemeente tot meerder
jarigen in kerkeljjken zin, tot leden in vollen
rechte, tot complete leden. Of nog anders
uitgedrukt doel is de gedoopte leden der kerk
op te leiden tot bewust lidmaatschap der kei k,
zoodat zjj door persoonlijk aanvaarden van het
verbond der genade, waarin zjj begrepen zjjo,
tooneD, dat zjj ware en geen schijnbondelingen
zjjn.
Men gevoelt, gelet op dit doel van het cate
chetisch onderwjjs, dat dit onderwijs van de
grootste beteekenis is voor den bloei der ge
meente. De welstand en het welwezen der ge
meente hangt er op het innigst mee samen.
Maar daarom is het dan ook zoo te betreuren,
dat deze beteekenis door vele ouders niet door
zien wordt, en evenmin door vele catechisanten.
Er zijn, Gode zij dank, velen onder de cate
chisanten, die geregeld van het onderwijs ge
bruik maken, die getrouw komen, en kennen,
wat hun wordt opgegeven. Zij nemen dan ook
wat van de catechisatie mede.
Anderen komen ook wel, maar zij komen
niet geregeld. Zij voelen er weinig voor. Zij
blijven minstens eenmaal per maand weg of nog
meermalen. Zij komen ter catechisatie, omdat
zjj moeilijk geheel kunnen wegblijven en dit
hun dan ook niet zou worden toegestaan. Als
het geheel aan hen stond, zouden zjj er weinig
of niet komen. Ea dan dat „akelige leeren,"
zooals sommigen zeggen. Ze kennen hun vragen
nooit goed. Ze kunnen ze nooit vlot en vaardig
opzeggen. Bet gaat altjjd met horten en stoo-
ten, waardoor hunne weinige belangstelling aan
den dag treedt. Men behoeft niet te vragen,
wat er bjj zulke catechisanten wordt van een
toenemen in de genade en kennis van Jezus
Christus. Wat moet het met het geesteljjk leven
der jeugd al zeer droevig gesteld zyd, als de
begeerte naar en belangstelling in het onderwijs
in Gods Woord zoo gering blykt te wezen
Hoe droevig, wanneer de gedoopte jeugd der
kerk er veel meer lust in heeft om 's avonds
langs de straat te slenteren dan ter catechi
satie voor te bereidenhoe droevig, wanneer
allerlei luttele dingen gaarne worden opge
zocht en als voorwendsel worden gebruikt, om
zich van de catechisatie en de voorbereiding
daartoe te onttrekken. Wat moet er van zulke
jonge leden der kerk worden Wat moet er
worden van eene kerk, waarin zulke droeve
verschijnselen hoe langer hoe meer voorkomen
Want de jeugd, dat is de toekomst, dat zijn
degene, die straks onze plaats zullen innemen.
En als die jeugd afglijdt, en hoe langer hoe
minder zich beijvert om zich de kennis der
waarheid eigen te maken, dan glijdt ook de
kerk af van haar fundamentdau grijpt haar
een geestelijk ontbindings-proces aan, dat eindigt
in een geestelijk versterven, als God riet tus-
schenbeide treedt.
Zouden de ouders dan hier geen roepiüg
hebben Rust op hen niet in de eerste plaats
de plicht om alle ontrouw in het stuk van het
catechetisch onderwijs bij hunne kinderen met
ernst tegen te gaan en te bfstrijden? Zeer
zekerAls de ouders hier niet optreden en
mede helpeD, staat de predikant machteloos;
by hun vermanen, waarschuwen, maar wat kan
hij doen tegen het ongeregeld catechisatie-be
zoek en tegen het slecht leeren der catechi
santen, als hij geen steun vindt in de ouders
Hij kan natuurlijk ook de ouders op hun plicht
wijzen en hen de groote beteekenis der catechi
satie voor hunne kinderen voorhouden. Maar
als men zijn predikant goedsmoeds aanhoort
of met zijne verontschuldigingen komt aan
dragen en dus zijne kinderen stijft in hun
ontrouw, wat kan hij dan doen? Dan kan hij
niets doen, tenzij hjj met den kerkeraad de
kerkelijke tucht op zulke ouders toepast, wat
m.i. wettig zou zjjn. Maar andere middelen
heeft hjj niet. En aan hem ligt dan ook niet
de schuld, als door dit euvel de kerk des Heeren
geestelijk gaat kwjjnen. Die schuld moet ge
dau zoeken bjj de ouders Het hangt van hen
af, of hunne kinderen geregeld ter catechisatie
gaan en of zjj hun catechisatie-werk leeren.
Zoowel op het een als op het ander hebben de
ouders nauwlettend toe te zien. Bij den doop
van hun kroost hebben zjj beloofd, dat ze hunne
kinderen zouden onderwijzen of zouden doen
onderwijzen. Dat namen zjj vrijwillig op zich.
Daarvan zullen zjj dan ook eenmaal den Heere
verantwoording moeten doen. Laten de ouders
zich dan hieraan niet onttrekken. Toezicht der
ouders op het getrouw catechisatie-bezoek ie
dringend noodig, is een stuk hunner christelijke
roeping en der christelijke opvoeding. Het is
zonde voor God, als zjj hunne kindeieo om
allerlei ondergeschikte en nietige dingen terug
houden en niet alles in hun gezin en arbeid
zoo inrichten, dat hunne kinderen niet behoe
ven te verzuimen. Het is zonde voor God, als
7.jj niet met de noodige waardeering over het
catechetisch onderwjjs en den persoon van den
Catecheet spreken in tegenwoordigheid hunner
kinderen en aldus den invloed van het ambt
op het kind onderwijzen, wat helaas maar al
te vaak geschiedt. Ieder catecheet weet daarvan
wel droeve staaltjes mede te deelen. Het is
zonde voor God, als zjj den catechisatiearbeid
in huis niet steunen door er krachtig de hand
aan te houden, dat de kinderen de opgegeven
vragen terdege leeren. Geen jeugdig catechi
sant moet ter catechisatie komen, zonder dat
vader of moeder eerst zich overtuigd hebben,
dat zjj de vragen werkeljjk kennen. Maar uit
eigen ervaring weet ik, dat verreweg de meeste
ouders hieraan de hand niet houden, en het
zelfs niet doen, als het hun vanaf den kansel
nadrukkelijk gevraagd wordt. O zoovele ouders
staan hier schuldig voor God en zjjne kerk,
maar ook voor hunne kinderen en zjjn daardoor
de voornaamste oorzaak, dat de kennis van
Schrift en Beljjdenis bjj het opkomend geslacht
steeds minder wordt. Het schjjnt wel, of vele
ouders in dezen met blindheid geslagen zjjn en
wat betreft hunne kinderen alleen maar een
oog hebben voor hunne st ffeljjke belangen, een
bewjjs, dat bjj zulke ouders zelf het geestelijke
niet meer toongevend is.
Wat een waardemeter van het Christelijke
en het Gereformeerde in de verschillende ge
zinnen bieden de CatechisantenEn als wjj
dien waardemeter aanleggen in dezen, dan ziet
het er in menig opzicht treurig onder ons uit
en teekent zich de toekomst voor onze Gere
formeerde kerken niet rooskleurig.
Een ieder onzer steke dan hier een de hand
ia eigen boezem en beljjde met schaamte zjjn
schuld voor God. Laten dat de ouders doen en
dan breken met hunne schuldige nalatigheid
laten zjj zich weder eens voor den geest roepen
de ure van den heiligen doop van hun kroost
en zich dan eens deugdeljjk gaan herinneren,
wat zjj toen plechtig hebben beloofd, om dan
afhankelijkheid van de Heere het ernstige
voornemen op te vatten om meer met betrek
king het catechetisch onderwjjs van hunne
kinderen hunne dure roeping te vervullen.
Laten ook de catechisanten, die dit lezen, en
die voelen, dat hier hun naam werd genoemd
en hun beeld werd geteekend, zich met schaamte
nederwerpen voor den Drieëenigen God, in
Wiens Naam zjj gedoopt werden, Hem hunne
zonden in deze beljjden en er biddend naar
staan getrouw hun plicht te doen ten opzichte
van het catechetisch onderwjjs. Dan zal de
Heere over ouders en kinderen Zjjnen zegen
gebieden, en dat onderwjjs gebruiken tot op
kweeking van een geslacht, dat den God der
vaderen vreest, dat in Zjjne wegen wandelt, dat
de onheilige invloeden van de erve des Heeren
weet te weren en de kruisbanier van Koning
Jezus omhoog houdt tegen wereld en satan.
En zoo zal de kerk des Heeren weer groeien
en bloeien tot eere en verheerlijking van haar
God en Koning. Brinkman.
DRIETAL
te De Krim P. v. Dyk cand. te Kampen
W. L. Korfker te Goëaga
M. Ujjtenhoudt te Emlicheim.
TWEETAL
te Wildervank L. J. C. Krejjt te Huizum
M. Post te N. Dordrecht;
te Kampen P. C, de Brujjn te Edam
S. Datema te Haarlem.
BEROEPEN
te ZwolleP. C. de Brujjn te Edam
te KnjjpeB. Wentsel cand. te Kampen.
AANGENOMEN
naar Deventer (A.)dr. J. J. van Baarsel te
Naaldwjjk
naar Bierumdr. J. Douma te Ambt-Vollen-
hove.
BEDANKT
voor NjjverdalW. van't Sant te Voorthuizen
voor Woubrugge: dr. J. J. van Baarsel te
Naaldwjjk;
voor Workum J. F. van Hulstejjn te Mid-
delstum
voor UtrechtR. E. van Arkel te Soest.
De classis Dordrecht der Geref. Kerken
besloot den Kerken binnen haar ressort tead-
'viseeren het honorarium der predikanten te
breDgen op 25 pCt. boven het salaris dat het
hoofd der School ter plaatse krachtens het
Wetsontwerp-De Visser zal genieten.
Ook werd geadviseerd de pensioenen met 25
pCt. te verhoogen
Voor de classis Appingedam der Geref.
Kerken is door een Commissie ontworpen een
tweetal Formulieren bjj Openbare Belijdenis.
Zjj zjjn ter verdere overweging aan de Kerke
raden overgegeven.
De Geref. Kerk te Minnertsga heeft baar
kerk chuld voor de helft, d.i. met f 6000, afge
lost en het tractement van den Dienaar des
Woords met een duurte-toeslag van 50 pCt.
verhoogd.
Vrjje Universiteit Daar in 1920 de Vrjje
Universiteit veertig jaar bestaat, heeft er zich
een commissie gevormd om gelden te verza
melen voor het „studenten-studiefonds" groot
f 50000, en dit fonds aan te bieden aan direc
teuren der vereeniging. Aan alle oud-studenten
en studenten is verzocht voor dit doel gelden
bjjeen te brengen.
Voor vacante Kerken. D.j. J. J. Bajema, eme
ritus-predikant te Laren N.-H., stelt zich D.V.
beschikbaar ten dienste van vacante Geref.
Kerken in de prediking des Woords.
Theol. School te Kampen. Prof. dr. A. G.
Honig, te KampeD, ontving van ds. E. Krop-
veld, Emer. Pred te Werkendam, twee obli
gation „Eudokia", elk groot f 500.Eene
voor de Theol. School en eene voor het
Studiefonds.