Intusschen zullen de menscheD, die rammelen
kunnen, in deze wereld, welke nu eenmaal be
drogen wil wezen, hun pronk wel blijven ver-
toonen en hun bewonderaars blijven behouden.
De ootmoedige wijsheid deugt niet voor de
groote markt des levens. Zij is niet voor den
rol van Kokadorus geschapen. Maar dat neemt
toch niet weg, dat bescheidenheid een deugd
is, en eenvoud een sieraad, en dat het beter is
rijk te zijn zonder vertoon, dan vertooning te
maken zonder rijk te zijn. De wereld zou er
gelukkiger door worden, wanneer er minder
vertooning was van schijnbaren rijkdom, en
meer eenvoudige, bescheidens degelijkheid.
Doch het zal wel altijd zoo blijven, dat er
menschen zijn, die schijnen, wat ze niet zijn,
en daartegenover anderen, die zijn, wat ze niet
schijnen, en dat de eersten dikwijls de voor-
aanzittingen hebben.
Nathanaël Junger vertelt in „De dorps
dominee" van twee studenten, pas van de aca
demie gekomen, en die elkander ontmoeten op
den weg naar het dorp van beider bestemming.
De een was medicus, de andere theoloog. De
medicus had na een kennismaking van enkele
minuten al verteld, dat hij eum laude gepro
moveerd was, en dat zijn wetenschap hem ge
drongen had aan den Bijbel een scheldbrief
te geven. De theoloog was summa cum laude
gepromoveerd, maar hij vertelde dit niet, en
de Bijbel was voor dezen eenvoudige gebleven
het zekere licht voor zijn levenspad. Ook hier
was het luid geklater bfi hem, die de mindere,
de bescheiden eenvoud bij hem, die de meer
dere was.
Wuivende veeren en een schrale beurs. Groote
woorden en kleine gedachten. Zoo vindt ge het
vaak in de wereld. En de wereld wil het alzoo.
Ze houdt van opsnijden. Ze heeft de blinkende,
pralende ijdelheid liever dan de naakte waar
heid en den nuchteren eenvoud. De brutalen,
die zeggen zoo is het 1 hebben meer ingang en
invloed, dan de bedachtzameD, die zeggen Ik
moet or eerst eens ernstig over denken Ge
zult het zien, dat de groote gedachten van
Wilson het verliezen tegenover de kleine ge
dachten van Clemenceau, die met de vuist
slaat, dat alles er van rammelt. Ik hoop, dat
ik mij vergis.
Het beste zal maar zfin, dat de bescheiden
eenvoud geduldig haars weegs gaat, want op
den duur is er toch hope, dat de wijsheid ge
rechtvaardigd zal worden van hare kinderen.
De werkdag vao de huismoeder.
Onlangs is in de pers de aandacht gevestigd
®p den langen werkdag van de inwonende
dienstbodeu. Geheel onnoodig is dit niet. Van
sommige meisjes wordt inderdaad wel wat
veel gevergd. Er zfin er, die in touw zijn van
hun opstaan tot hun naar bed gaan, en het
komt wel voor, dat enkelen ternauwernood
tijd hebben om 's Zondags naar de kerk te
gaan. Vanzelf is er heel veel verschil. Enkelen
hebben een gemakkelijken dienst, en anderen
staan zoo goed als voor alles. Ik heb wel
meisjes gekend, die, door het tooge loon
verlokt, vertrokken naar een deftigen dienst
in een groote stad, maar die het niet konden
volhouden; het werk was te zwaar; alleen
reeds het loopen trap-op en trap-af was uit
puttend. Er kan van de meisjes te veel wor
den gevraagd „'s Zondags zijn wij zoo moe,
hebben sommigen mfi wel eens gezegd, daL,
wjj in de kerk in slaap vallen, wanneer ons
lichaam daar tot rust komt". Dat laat zich
verstaan. Het is een toestand, die niet goed
is. God heeft den Rustdag niet gegeven tot
slaapdag, en de kerk niet voor slaapzaal. En
wanneer de menschen 's Zondags zóó op zijn,
dat zij niet stil kunnen zitten zonder te slapen,
dan is het met den arbeid niet in orde. De
arbeid behoort zóó geregeld te worden, dat
men 's Zondags friech bij de geestelijke dingen
kan zijn, en anders is de mooiste dag van
's menschen leven een verloren dag.
Maar het is alleen niet met de dienstmeisj --s
aldus gesteld. Velen van onze huismoeders
verkeere i in geen gunstiger conditie. Het zijn
niet alleen de arbeidersvrouwen, die een meer
dan achtu'igen werkdag maken, en die bezig
zijn met veel dienen, van den vroegen morgen
tot den laten avond het zijn ook wel vrouwen,
die een dienstbode tot hun beschikking heb
ben. Ik kom in menig huisgezin van arbeider
en burger, waar de vrouw bezig is's morgens,
en 's middags, en 's avonds. Kom, wanneer ge
wilt, maar altijd heeft ze een en ander onder
handen, en rust het werk niet voor de lamp
wordt uitgedraaid. Er zitten in de berk soms
ook wel huismoeders, die hun bcbaam voelen,
en die dan tot rust komende, werk hebben
den slaap uit de oogen te houden. Ik heb
meermalen bij een boer gelogeerd, een Hinken
boer het was een groot gezin De vrouw was
een degelijk-godsdienstige vrouw met een
warm hart en een levendigen geest, 's Morgens
voor kerktijd had zij al in huiskamer en stal
een ruim deel van noodzakelijk werk voor
haar rekening gehad, zoodat zjj soms lachend
zeide„Mijn rug is nu al warm, dominee, dat
zal jan morgen in de kerk weer een vecht
partij worden8.
Vele huismoeders hebben een meer dan acht-
urigen werkdag. En ik zie het eerder komen,
dat onze dienstboden huu acht-uren-dag zullen
verkrijgen, dan onze brave huisvrouwen. Hier
helpt g^en vak-organisatie Want wij, mannen,
kunnen er niet veel aan verhelpen. Het eenige
is, dat wij zoodra wij onzen achturigen dog
hebben verkregen, om onze vrouwen het werk
wat tn verlichten, een poosje de sloof voordoen.
Ik vind het heel goed, dat men aanstuurt op
den achturigen werkdag, waDt ik h-b een of-
keer van slaafscbeu arbeid, waarbij de meusch
geestelijk te gronde gaat. Over het algemeen
is de arbeid van de menschen niet zoo zwaar,
dat zij niet langer dan acht uren zouden kunnen
werken. Wanneer iemand het voorrecht heeft,
dat hij goed kan eten en goed kan slapen, dan
kan hij wel meer dan acht uren werken, zelfs
al is hy niet sterk. Er zijn maar enkele vakken,
waarin de arbeid zoo zwaar is, dat zelfs sterke
mannen aan acht uren meer dan genoeg hebben.
Erger vind ik den geestdoodenden arbeid,
die niet zoo veel van de krachten vergt, maar
waarbij de geest door het eentonige en een
vormige wordt uitgebluscht. En dit is wel het
ergste, wat een mensch kan overkomen, dat
zjjn geest wordt uitgebluscht. Daarom zal het
goed zy'n, indien de acht-uren-dag er komt,
indien dan de vrije tiid maar gebruikt wordt
tot geestelijke verheffing, wat natuurlijk nog
zal moeten blijken.
Maar onze huismoeders, en nog vele anderen
meer, zullen dit Kanaau wel niet binnengaan.
Trouwens, het werk van de huismoeders is over
het algemeen niet geestdoodetd, al kan het
soms wat vermoeiend zfin. Er is velerlei werk,
dat vermoeit, maar den geest niet bluscht. Vele
vrouwen kunnen, als zfi later wat tot rust komen.
wfizeD op een eervollen staat van dienst. De
deugdzame huisvrouw, zooa's zfi in Spreuken
31 wonderschoon wordt geteekend, schijnt mfi
toe ook een langen dag te hebben gemaakt.
Haar program van actie komt mfi nog al uit
gebreid voor, doch er is rfike afwisseling in.
Ik ben blfi, dat er een achturige werkdag
komt, doch ik hoop niet, dat alle mannen en
vrouwen er gebruik van zullen maken, want
dan gaat het ook niet goed. Indien het maar
geen zaak van dwang wordt, dan ben ik voor
mfi wel tevreden. Want dwang is wel een van
de hatelfikste dingen. Waarom heeft de maat
schappij ook niet gemaakt, dat toom en gebit
niet noodig waren Goede dingen komen
zelden vrfiwillig tot stand. Het moet altfid
door dwaDg, en nog eens dwang. Zulke slaven
zfin de menschen. Zfi kunnen de zweep des
drfivers niet missen. Maar dwang is een ge
vangenis. Wanneer ik overdag over den
nieuwen tfid denk, dan droom ik 's nachts van
een gevangenis Doch droom«n zfin immers
bedrog? Zoo zegt men, nietwaar?
Mtrb- «ii HühoolnlcHwi.
TWEETAL
te Kampen P. C. de Brufin te Edam
J. A. ds Vries te Zaandam
te Zwolle: C. v. d. Brink te Dieren;
P C. de Brufin te Edam
te Vlnsingen: A. B. W. H. Kok te Velsen
H Schilder te Vlaardingen.
BEROEPEN
te Gameren, Hoek van Holland en Berlikum
dr. J. J. van Baarsel te Naaldwfik
te BlfieM. Elzinga te Grooiegast
te Lutten a d. DedemsvaartN. G. Kerssies
te Wezep
AANGENOMEN
naar Anna Jacoba Polder J. D. Wielenga te
Middelburg.
BEDANKT
voor Oldehove: G, H. de Jonge te Wapenveld
voor Maassluis (B) J. W. Esselink te Aiteveer.
Ds. J. H. Landwehr te Rotterdam herdacht
zfin 25-jarig ambtsjubileum aldaar met een
predikatie over 1 Petr. 124 en 25.
Dp. J. Voerman, die na een verblfif van
3 maanden te Enschede weer naar zfin vorige
gemeente Warns terugkeert, hield een afscbeids-
predikatie over het woord uit Openb. 21. „En
God zal alle tranen vau hun oogen afwisschen."
Door de classe Edam werd dr. C. Kop
penaal, ber. predt. te Monnikendam, toegelaten
tot het predikambt.
De classe 's Gravenhage verleende eervol
emritaat aau ds W. Pera te Soerabaja. Dezelfde
classe zal aan de meerdere vergaderingen advi-
seeren tob zelfstandige classisvorming op Java
over te gaan.
Intree te Bunschoten (B.) ds. Veder met
Hooglied 416, na bevestigd te zfin door ds.
Rietberg van Bunschoten (A.) met Joh. 1
35-37.
Vacatorebearten in de classis Zterikzee.
WISSEKERKE.
27 April ds. P. J. Baay.
25 Mei ds. F. Staal.
GEERSDIJK.
4 Mei ds. Z. Hoek.
1 Juni ds P. J Baay.
6 Juli ds. F. Staal.
HAAMSTEDE.
27 April ds. C. J. Wielenga
25 Mei ds. F. Tollenaar.
29 Juni ds. F. Bruinsma.
NIEUWERKERK.
15 Juni ds. F. Tollenaar.
1 Juli ds. Z. Hoek.
BRUINISSE.
4 Mei ds. F. Bruinsma.
6 Juli ds. C. J. Wielengöï
Namens de Classis
Ds. P. J. Baay.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek dat het fonds over het afgeloopen jaar
aan bfidragen enz. had ontvangen de som van
f392.62, terwfil aan Suppletiegelden was uit
gegeven f408.40, zoo dat dit jaar een tekort
was van f 15.78. Het dank aan degeneD, die
zoo bereid waren hun offer te brengen om
behoeftige gezinnen te steunen, zoodat deze
hunne kinderen christelfik onderwfis konden
doen ontvangeü, werd het noodig gevonden
degenen die nog niet bfidragen op te wekken
ook iets te geven tot steun van de kas van
deze vereeniging.
Moge degenen, die dit lezen, dan ook bereid
gevonden worden het hunne in deze te doen
en dit te kort om te zetten in een voordeelig
saldo.
Namens het Bestuur.
Het adres van de penningmeester is
M. Rhsmens,
Namens den kerkeraad,
J van Strien, scriba.
30ste Algemeene Vergadering van
„Effatha", Vereeniging tot bevordering
vau Christelijke opvoeding en onderwfis
van doofstomme kinderen en jongelie
den, te houden D.V. Donderdag 27 Fe
bruari, voorm. 11 uur te Utrecht in
„Irene" (Keistraat).
Agenda
I. Openiog.
2 Toespraak van Voorzitter, ds. J. Vonk.
3. Jaarverslag van den Secretaris, ds. C.
Lindeboom.
4. Idem van den Penningmeester, den heer
W. L. B. den Blaauwen.
5. Rapport der Commissie tot het nazien van
het financieel beheer.
6. Verslag van de Algemeene Ondersteu
ningskas
7. Verslag van den gang van het onderwfis
door het Hoofd der School, den heer A. A.
v. Holten.
8. Verkiezing van een bestuurslid, wegens
periodieke aftreding van ds. C. Lindeboom
(herkiesbaar).
9. Benoeming van eene Commissie van twee
leden tot het nazien van het financieel beheer.
10. Referaat van den Heer A. A. v. Holten.
II. Rondvraag.
12. Sluiting.
Verantwoording van Liefdegaven.
ZENDING.
In dank ontvangen een postwissel a f 4,10
van A, P. K. te Veere, collecte voor de Zen
ding gehouden op de jaarvergadering van de
Geref. Jongelingsver. aldaar.
Keerhof.
In dank ontvangen 100 halve centen voor
de Zending van J. B. en in de brievenbus
gevonden 2 gulden voor de armen 2 gulden
voor het tekort der kerk; 2 gulden voor de
Zending en 2 gulden voor het studiefonds te
Kampen.
Bouma.
INGEZONDEN STUKKLN.
Geachte Redactie
Beleefd vraagt ondergeteekende een plaatsje
in de Z. Kerkbode voor onderstaande.
Gedurig kan men tegenwoordig in de Kerk
bladen lezen over de armoedige toestanden,
waar vele Geref. predikanten mee te worstelen
hebben Dat is een zeer verdrietige en boven
dien een ergerlfike zaak. Dat zou in geen ge
val zoo moeten of mogen wezen. Ik zal daar
niet verder op ingaan. Het komt my voor dat
deie ongewenschte toestand gemakkelfik kan
ondervangen wordenen wei op deze wfize.
Ik stel me voor dat er toch wel 200 personen
zfin op onze kerkelfike erve die f 100.000 rfik
zfin. Als we nu van elke galden die men be
zit eens een lialve cent voor deze zaak afzonderde,
dat was een bedrag van f 100 000 en zeg dat
er 400 zfin die f 50 000 sterk zfin dat was ook
weer aan een halve cent per gulden gerekend
f 100.000, dan de Categorie die tusschen de
50 en 100 duizend sterk zfin benevens die be
neden de 50 duizend bezitten wat een bedrug
zouden de gezamelfike Geref. Kerken dan wel
zamen brengen om in al die noodeu te voor
zien. Bovendien bereikte men twee goede
doeleinden. In de eerste plaats waren de
predikanten uit hun armoedige en klagende
toestand, en voor ons zeiven, eenigermate
uit den nood. Misschien zegt de een of ander
ik klaag niet over den nood. Maar toch, U
zingt toch, Hoe kleeft myjn ziel aan het stof,
Ai Zie myjn nood. Welnu zonder gevruagd te
zfin maak ik hier een voorstel van, en hoop
dat het niet alheu wordt aangenomen maar
direct uitgewerkt wordt dan kan eer het een week
of 3 verder is al in die nooden worden voorzien.
Ik vertrouw dat de Redactie en een enkele
medewerker van de Z. Kerkbode de aanget.
brieven met geldswaarde wel in ontvai gst zuilen
temen en voorloopig zullen regelen.
Met daok voor de plaatsing.
M. O. S.
BOEKAANKONDIGING
Bond van Meifjesvereeniglügen op
Gereformeerden Grondslag
De Bond van Meisjesvereenigingen op Gere
formeerden Grondslag zal voortaan in het
Christelfik Tfidschrift „Meisjesleven" (Uitgave
E. J. Bosch Jbzn. te Baarn) een vaste rubriek
hebben, waarin alle officieele mededeelingen
enz. worden geplaatst.
H. Colijn. Staatkundige Her
vormingen in Ncderlandsch Ind
Schild en Pfil afl. 6. Kok. Kampen.
Deze brochure van 36 bladz. is van groot
belang voor allen, die meeleven met onze
Koloniën. De heer C. geeft ons een duidelfik
beeld van het bestuur van ons Insulinde. Hfi
beschrfift den grondslag en de historische ont
wikkeling van Nederlands verhouding tot Inditf,
tot en met het Regeeringsreglement van 1854.
Dan schetst hfi de oorzaken, die den stoet tot
hervorming gavenvan den toestand, zooals
die zfin zal wanneer naast de reeds doorge
voerde hervormingen (decentralisatie, volksraad)
ook de thans voorgestelde reorganisatie haar
beslag zou hebben verkregen, en van de te ver
wachten werking der te scheppen organen om
tenslotte te onderzoeken of deze tot het beoogde
doel zullen leiden, en zoo al niet, op welke
wfize dan de historische lfin der bestuursorga
nisatie moet worden doorgetrokken om te ge
raken tot eene staatsinrichting die de grootst
mogelfike kracht en vrfiheid van het centraal-
bewind paart aan de grootst denkbare mate
van souvereiniteit in eigen kriog. De schrfiver
brengt ons op de hoogte van velé toestanden,
die ons onbekend zfin. De leetuur dezer bro-
ohure behoort tot de vaste spfize.
Dr N. Adriani. Het aBimiatiach hel
dendom als godsdtenat f 9.75. Boek
handel van den Zendings-Studieraad
Den Haag.
Voor eeaige jaren verscheen een boek over
het Animisme van de hand van den heer Winekel
onder den titelAnimisme en Christendomhet
is veel gebruikt op de zendingsstudiekringen
en heeft wel voldaan. Er was eehter beheefte
aan een diepgaander studie. Wie was meerde
aangewezen man om deze te leveren dan dr.
Adriani Men gevoelt het dadelfik bfi het lezen
van dit boekje, dat hier iemand aan het woord
is, die zfin uiterst moeilfik onderwerp volkomen
meester is. Hy redeneert en betoogt niet sleehts,
doch hfi leidt den lezer in het godsdienstig leven
van den animist in, hfi laat het zien, hoe dit
animistisch bestaan door en deor religieus is,
en door tallooze voorbeelden toont hfi het
karakter van het animisme aaD. Misschien is
het getal der voorbeelden wat al te overstel
pend en zou iets meer betoogen het boek wat
rustiger hebben gemaakt.
Het tweede hoofdstuk van bladz. 32 tot 58
draagt tot opschrift: De invloed van het hei
dendom en zfin houding tegenover het Chris
tendom. Het raakt soms op het terrein van het
eerste hoofdstuk. Ook hier worden wfi be
schaamd wat van den animist gezegd wordt
op bladz. 40, is helaas ook van toepassing op
tallooze christenenhoevelen verwarren zegen
en succes, en beschouwen uitwendigen voorspoed
als een bewfis, dat God den mensch genegen
is Voor het werk der zending is belangrfik
de conclusie waartoe dr. Adriani o.a. komt op
bladz. 53: „Het zfin dus de met een rfiker
gemoedsleven dun de groate menigte begaafden,
die het eerst door de Evangelieprediking wor
den getroffen."
„Wat er van het heidendom blfift overleveD,
wanneer het voor het Christendom heeft plaats
gemaakt," is het derde hoofdstuk, dat in be
langrijkheid voor de eerste twee niet onderdoet.
Het leert ons recht en billfik over de heiden
christenen oordeelen. Dat de arbeid der zending
onder de animistische heidenen noodzakelijk is,
blfikt o.a. ook uit deze opmerking: „De Hei-
densche volken aan zichzelf overlaten beteekent
hen te laten uitsterven Men gevoelt in dit
zinnetje reeds wat een jammer het Heidendom
heeft getroffen stoffelfik en geestelfik kunnen
die volkeren slechts door het Evangelie Gods
worden gered.
De zendingsvrienden zullen dr. Adriani van
harte dankbaar zyu voor dit zfin werkje. De
pry's is zeer laag. Het is keurig uitgegeven
alleen wil de omslag ons niet bevallenhet
schfint, dat de Zendings-Studieraad voor alle
uitgaven eeü forsch titelblad wil geven maar wfi
vinden dit forsche ietwat grof.
J. D. Wiilbnoa.
Voor de vele bewfizen van deelneming
zoo van hier als elders ontvangen bfi het
overlfiden van onzen Geliefden Man en
Vader,Behuwd- Groot- en Overgrootvader
den Heer
SAMUËL DE VISSER,
betuigen wfi onzen hartelfiken dank.
Uit aller naam
Wed S. DE VISSER-
Mindebhodd.
Domburg, 19 Februari 1919.
Officiëcl* B«rkhten.
VHssingen. Woensdag j.l. werd de jaarver
gadering gehouden van het Suppletiefonds der
School vau de Vereeniging voor bfiz. Ooderw.
op Geref. Grondslag van de school Kasteel
straat alhier.
Kasteelstraat 31, VlissiDgen.
Anna Jacobapolder. Zaterdag ontving de
gemeente het verblfidend bericht van onzen
beroepen en algemeen begeerden Leeraar den
WelEerw. heer ds. J. D. Wielenga te Mid
delburg, dat ZEerw. de roeping met vrfimoedig-
heid heeft aangenomen. Soli Deo Gloria.
{Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
K km hof.
Dr. AdriaDi deelt zfin onderwerp in drie
hoofdstukken io. Het eerste: De ernst van het
heidendom, beslaat meer dan 30 blz. van het
80 blz. groote boekje, en heeft ods het best
voldaau overtuigend bewfist hfi, dat de animist
met zfin godsdienst niet speelt; heel zfin leven
is er vau doortrokken en hfi rekent er altfid
mede Dit hoofdstuk vloeit over van prachtige
opmerkingen, waarmede wfi als christenen onze
winst moeten doeD. Het wordt ons duidelfik
gemaakt, dat leven en godsdienst ook bfi ons
eéu moeten zfin en niet naast elkander mogen
staan (bladz. 30).