Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. BOEKAANKONDIGING Uw Familieberichten behooren in de „ZEEUWSCHE KERKBOD E". Zij komen dan onder de oogen van duizenden lezers, die belang stellen jn elkanders lief en leed. avond was afgedaan, werd de tjjd verder ge zellig doorgebracht. Onze genoegel\jke samenkomst, werd daar het inmiddels tijd geworden was, door dhr. Hage met dankzegging gesloten. We mochten ook dit jaar weer getrouw aan ons doel, het verleenen van stoffelijke hulp aan onze minder bedeelden, een 36 stuks goederen aan br. diakenen overhandigen. Het vervaardigen van dit, de tijdsomstandig heden in aanmerking genomen, groot aantal goederen is ons mogelijk geweest door de financieele hulp die we van onze begunstigers mochten ondervinden Onzen dank aan allen die ons dit moeilijke jaar geldelijk gesteund hebben. Mogen ze echter ons ook dit jaar met hun bijdragen verblijden, en worden er ook nu nog velen gevonden die hetzij als lid der ver- eeniging, hetzij als begunstigster mee willen helpen aan het lenigen van den nood onzer armen Namens het Bestuur, L Aenoldi—v. d. Welle, Praeses. J. P. A. den Hollander—v. Aartsen, Secr. Middelburg Dinsdag 17 Dec. a s. des avonds van 8—9 uur hoopt de Plaatscommissie zitting te houden in de Consistorie der Noorderkerk (boven Zij noodigt heD, die in de Noorder-, Gasthuis- of HofpleiDkerk een plaats wenseheD, uit zich daar voor inlichtingen enz. te vervoegen. De Commissie, J. W. den Hollander. C. v. d. Kleijn. L. de Kam. Veere. Zondag 8 December werd tot herder en leeraar mot algemeene stemmen beroepen de Eerw. Heer J. Wijmingo, cand. te Garijp. Geve de Heere hem in deze dagen van be raad licht en wijsheid, om deze roeping met vrijmoedigheid te aanvaarden. Namens den Kerkeraad, A. Volkers, Scriba. ZENDING. Ontvangen van J. D. te Biggekerke een enveloppe met wat zilverpapier. Kerkhof. De Jongedochtersver. „Doet wel aan allen enz." ontving niet f 1.60 van mevr. Szooals vorige week gemeld is, maar f2 Ontvangen van Mej. de J. f 1,en van N. N. f 1,voor de Vrouwenver. Bidt en Werkt, waarvoor vriendelijk dank. S. v. d. KuipPotappel, Penningmeesteresse. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Middelburg, 7 December 1918. Aan den WelEerw. Heer Ds. G. F. Kerkhof, Redacteur der „Zeeuwsche Kerkbode". Geachte Redacteur Naar aanleiding van uwe critiek over de brochure van dr. Veltenaar „De Doleantie in Maassluis en elders een tijdelijke breuk" in uw blad van 6 Dec. j.l. mag ik zeker wel een enkel woord zeggen, dat onder uwe toestem ming een plaatsje vinden moge in de „Z. K." De brochure in quaestie heb ik nog n.et ge lezen, maar, indien uwe critiek juist is, dan is ze gespeend aan den ernst, dien de behan deling van ernstige zaken eischt. Nu beweert u, dat dr. Veltenaar zich „met groote waar deering aan de zijde van ds. Netelenbos schaart". Iets verder: „Daar is bij zulke dominé's een trek naar de Hervormde kerk". En weer iets verder: „Weet je wat jammer is? Dat velen uit de jongere generatie, als ze zoo voorgelicht en gel-id wordeD, den verkeerden kant uitgaan maar enfin, dan toch vriendschap. Peter Brand bezocht hem op z'n kamer meermalen. Ze maakten in hun vrijen tijd wandelingen. En Dolf Zimmerman verloor zijn laatste vast hou aan z'n christelijke opvoeding, want met volle teugen dronk hij in de theo- riè'n van Peter Brand ever diens vrijdenkers- schap Hij werd in kennis gebracht met andere vrienden, vrienden van Peter Brand, waaronder enkele Btudenten, die dezelfde opvattingen hadden. En hij dwaalde af, steeds verder en verder. De zomer was voorbij. De wind joeg gie rend door het Vondelpark, schudde de blade ren van de takken. Het werd de sombere herfst. Ze liepen met hun beiden door de Kalver- straat toen het begon te regenen. „Weloopen een café binnen, hoor," zei Peter Brand. „Ik Jaat me niet doornat regenen." Zij traden binnen. „Wat zul je gebruiken Dolf aarzelde en toen vlug „Een kop thee!" »Wat? Vlak voor je diner. Goeie morge. Enfio, jij moet het drinke. JaD, één bitter en één thee „Zeg Zimmerman, je bent toch waarachtig bij al je bekrompen ideeëa geen geheelont houder ook „Geheelonthouder en geheelonthouder is twee. Maar ik gebruik het vocht nooit aarzelde Dolf. „Zoo, ik mag het wel. Vooral vóór het eten een bitter!je, dat smaakt dubbel lekker en is bovendien goed voor spijsvertering. En dan en meenen, dat alle vastigheid van belijdenis als uit de mode moet worden weggeworpen". Dit alles saam geeft den indruk gelijk ik reeds bfj één mijner ontwikkelde gemeente leden bemerkte dat u dr. V. en mij op ééne lijn schaart. Indien dit zoo ware, zou het mij spijten. In mijne brochure „Dat zij allen één zijn" heb ik op pg. 14 met waardeering gewezen op het ernstig karakter van de mannen der afscheiding en doleantie op pg. 27 duidelijk uitgesproken, dat ik van de toekomst geen ineensmelting van Christelijke Kerken verwacht, maar wel hoop op meerdere onderlinge waar deering. Voor eene wijziging onzer belijdenis naar den eisch des tjjds heb ik me daar op pg. 1114 uitgesproken niet gezegd, dat „alle vastigheid van belijden als uit de mode moet worden weggeworpen". Mochten er meer onder uw lezers zijn, die meenen, dat u dr. Veltenaar en mfj voor lood- om-oud-ijzer acht, dan sta hiertegen over mijn gedocumenteerd protest. Als de lezing der brochure van dr. V. mij soms mocht overtuigen, dat uwe critiek min der juist was, dan hoop ik daarop, indien u mij dit toestaat, nog terug te komen. M\jn doel met dit schrijven is alleen, uit te spreken, dat ik niet gaarne gerangschikt word onder die voorlichters en leiders der jongere generatie, die door u geacht worden, haar „een verkeer den kant", dien der belijdenis-loosheid, te doen uitgaan. Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, Uw dw. J. B. Netelenbos Mijn antwoord hierop is Wie de brochure van dr. Veltenaar leest en de vroegere geschriften van ds Netelenbos las, komt zeer zeker tot de overtuigingDie twee gereformeerde predikanten staan zoo ver niet van elkaar. Dr. Veltenaar zal ook wel wat goeds weten te zeggen van de Doleantie, al staat het nu juist niet in z(jn brochure geschreven. En wat ds. Netelenbos noemt „onderlinge waardeering* is en blijft voor mij toch altoos een zaak van twijfelachtige tint, van verdachte kleur. Waarin toch bestaat die waardeering van de Herv. Kerk Niet in waardeering van het gereformeerde element in de Herv. Kerk Ware dat het geval, dan zou ik (en met mij vele gereformeerden) zulks toejuichen. Maar die waardeering richt zich zeer bizonder lijk op mannen, die van de gereformeerde belijdenis niets moeten hebben, op Dr. Cramer c.s., iemand die het Goddelijk gezag des bijbels ontkent. Wat er in de Herv. Kerk voor ons, Gereformeerden, te waardeeren valt, dat moet in de eerste plaats m i. zijn dat deeldat met ons vasthoudt aan de inspiratie der Heilige Schrift. Want die broeders willen ook een belijdenis, overeenstemmende met den objectieven Schriftinhoud. Het woord „belijdenisloosheid" is niet van mij. Dat gebruikt ds. Netelenbos. Volgens mjj kan er geen belijdenisloosheid zijn. Alle leden van de Herv. Kerk hebben ook een belijdenis, iedereen op z'n eigen houtje. Zonder belijdenis is er geen. Een groot deel van die menschen brengen evenwel liever hun belijdenis niet onder woorden, want dan kwam de aap uit de mouw. 't Is -voor hen gemakkelijker zich te dekken achter het scherm de waarheid kan nooit in een adaequate belydenisformule wor den uitgedrukt. Dan beproeven die waarheid zoo dicht moge lijk benaderen! daar willen ze niet aan. Onvastheid, subjectivisme, dat is hun ideaal. Van ds. Netelenbos nu vertrouw ik dat hij in zijn belijdenis gereformeerd wil zjjn, en onze Geref. Belijdenis wil wijzigen in zooverre onze tegenwoordige tijdsomstandigheden datnoodig maken. Onze Vaderen waren ook niet zoo bang om de Belijdenis te herzien, of aan te vullen, als het tijd daarvoor was. Maar herziening bedoelde destijds nietde Remonstranten iu het gevlei komen. E i voor mij zou herziening nu niet beduideneen beetje minder gerefor meerd worden om ethischen en dergelijken in het gevlei te komen. Maar juist om tegenover die onvaste richtingen uit onze dagen duidelijk en klaar uit te spreken, wat wij met hart en maakt dat ellendige weer je nog huiverig ook Proost!" Dolf slorpte zjjn thee. 't Was toch feitelijk beroerd. Had h\j het Nettie maar nooit be loofd Was het er nu maar mee afgeloopen Maar die vervelende Brand zou er wel weer over beginnen „Zeg, waarom gebruik je niet? vroeg deze, opnieuw bestellend. „Ik ken een geval van iemand, die door overmatig gebruik van drank op ongelukkige wijze het leven verloor," zei hij maar. „Zoo, dat is heel stom Je kunt alles over drijven. Je kunt te veel van het goedje nemeD. Dat gaat zoo. Maar daarom hoef j\j en ik het niet te laten staan Nou, eentje nemen op onze gezondheid Wat was dat? Dat was Nettie „Niet doen, Dolf „Neen," zei hij. „Ook goed. Wjj stappen op; het is droog." Op straat gekomen, zei Peter Brand „Ik zal blij zÜDj als het speelseizoen weer begint, 't Wordt nu een vervelende tijd. Op je kamer kun-je ook niet zitten broeden!" Dolf gaf geen antwoord had niet de kracht om te zeggen „Ik bezoek geen schouwbur gen. Hij zat in de klauwen van z'n vriend, z'n vriend, dien hij wel weg had willen kijken HOOFDSTUK VII En na was het speelseizoen begonnen. D'r werd weer voor stampvolle zalen opgetreden. mond gelooven en belijden. De waardeering van ds. Netelenbos voor van de gereformeerde belijdenis afwijkende ele menten in de Herv. Kerk is eigenlijk niets anders dan gemoedssympathie voor religieus- voelende menschen. Maar met het oog op ker kelijke eenheid leidt dat tot pure zelfmisleiding by ds. N. En wanneer bfj een leider zelfmis leiding i?, leidt dat tot verleiding (onbewust en te goeder trouw, gelijk ik wil aannemen) van de aan diens leiding toevertrouwden. In zooverre meen ik, dat de jongere gene ratie door ds. Netelenbos èu door dr. Veltenaar (al bedoelen beide predikanten het misschien niet al zoo) afgebogen wordt van de lijn der gere formeerde beginselen, van de Gereformeerde Belijdenis, straks ook van de Gereformeerde Kerken, en geleidheel langzaam aan geleid op een verkeerd spoor, dat al langer zoo verder van de goede hoofdlijn onzer Gere formeerde waarheid verwijdert. En ik ben heusch niet d* eenige, die dat gevaar in onze dagen maar al te duid-lijk zie. Die afbuiging is voor mij geen verblijdend, maar een betreurenswaardig verschijnsel in ons kerkelijk leven. Nog een enkele toevoeging over de brochure van dr. Veltenaar. Ze werd de vorige week ook gerecenseerd door ds. Klaarhamer in de Utrechtsche Kerkbode. Hjj schrijft o. a.„Toen ik dit boekske las, vroeg ik telkensis de schrijver een gereformeerd predikant Volgens het ljjstje in het Handboek behoort hij tot de predikanten der Gereformeerde Kerk," en aan het slot schrijft ds. Klaarhamer, dat uit deze brochure blijkt, dat dr Veltenaar „één dier predikanten is, die varen in het kielzog van ds. Netelenbos." Ook naar 't oordeel van ds. Klaarhamer staan dus die beide predikanten wel zoowat op dezelfde lijn. Kerkhof. Hooggeachte Redactie Mag ik u beleefd een plaatsje verzoeken voor het onderstaande. Menige lezeres van „De Kerk bode" weet nauwelijks dat er in Middelburg een Ger. Vrouwenvereeniging is, die 27 Nov. j.l. haar vijfde jaarvergadering hield. Opgericht vóór 5 jaar met 14 leden, telt ze nu, na de yereeniging der Kerken, nog slechts 24 leden en nog veel te weinig begunstigers. Dat mag toch zoo niet langer. Menige dorpsvereeniging telt meer leden. Al de Ger. zusters op te zoeken, is ons niet mogelijk, daarom hoop ik dat dit stukje er toe bij mag dragen, dat ons leden en begunstigerstal meer dan ver dubbelt. 't Is ons dit jaar wel eens voorge komen dat wij op een uitgeputte kas zaten te staren, zoodat wjj nu slechts de helft van de goederen aan de diakenen af konden leveren. Laat ons toch als Ger. vrouwen beseffen welk een heerlijke taak er voor ons is wegge legd, n 1. die der Chr. barmhartigheid en dienende liefde. De tijden zijn boos, veel wordt in stilte geleden, dat mag nu toch niet nu God ons zoo kennelijk beweldadigde. Hij gaf ons zooveel en liet ons zooveel wat hij audere volken ontnam, laten wij nu Hem onze tienden offeren. Men roept in dezen tijd over emanci patie, welnu wij willen dat ook althans in den goeden zin. Wij moeten met onzen tijd mee, omdat wij zijn het zout der wereld. Daarom niet vertraagt maar in Gods kracht getoond dat wij vrouwen ook mee kunnen helpen de maatschappelijke toestanden te ver beteren. Christus zelf liet ons Zjjn armen na opdat wij hen zouden kleeden en voeden, alsof wij dat Hem zelf deden. Hij heeft ons dezer dagen zoo rijk gezegend, geen beter offer kunt u Hem daarvoor brengen dan een gave op het altaar der barmhartigheid, 't Ligt nu voor rekening van u, zusters onzer kerk. wij werken niet voor loon, maar indien wij Christus in Zijn armen dienen, alleen om Zijns zeltswil ligt er eenmaal een schat voor ons in den hemel. Denkt aan den rijken jongeling. Het adres van onze penningmeesteres is mej. v. d. Kuip, Wal 7. U mijnheer de Redacteur dankend voorde plaats ruimte. Een lid der Ger. Vrouwen vereen. „Bidt en Werkt." Een half jaar ln Amerika door H. S. S. Kuiper. Uitgave van D. A. Daamen. Dit boek is in onze kringen bekend en veel gelezen. Thans verscheen er een tweede her ziene druk van. We hebben het indertijd aan bevolen en doen het ook nu nog. Omdat het ons helpt Amerika anders te zien dan we gewoon waren en daardoor worden we billijker En meer, veel meer dan in den afgeloopen zomer, drongen de menschen zich op, queu- makend voor de loketten der bioscopen, waar zij met genot zouden inzwelgen de stukken, die er werden vertoond, waarvan het grootste deel was gebasseerd op ongelooflijke, onmoge lijke liefdesdrama's en detectivenverhalen... En dat kan ook niet anders. Dat is niets anders dan een gehoorzamen aau de eeuwige wet, die God heeft gelegd in het hart des menschendat is niets 'anders dan een tot wanrheid maken van het dageljjksch leveD, met z'n ontelbare zware zorgen Het moet elde's worden gezocht Deze in rijkdom, gene in roem een ander weer in vermaken als ze d'r maar uit zijn Maar steeds meer komen zij tot de ontdekding, dat het achterlaat een diepe, ontzettende leegte... Aangevuard moet die weer worden. Dan weer maar iets anders nagejaagd. Men denkt, dat men het heeft en het is. schijnschoon het is klatergoud En het heel eenvoudige dat „den kinderkens is geopenbaard", treedt men met voeten (Wordt vervolgd.) in ons oordeel over het volk, dat daar in het westen woont. De inleiding voor dezen tweeden druk achten we belangrijk. Het boek is zoo geschreven, dat men het tot het einde met genot leest. De Uitgever heeft eer van zijn werk. Cflfers cn Feiten. Eerste jaargang No 2. Onder redactie van Dr. E. J. Beümek en C. Smeenk. Leven van de tweede Kamer der Staten Generaal. Uitgave van J. B. van den Brink en Co te Zutphen. Deze Cijfers en Feiten moeten iD ruimen kring bekend worden. Zij verdienen het ten volle. ,la ZQaen dood begraven" of „Het Hem begraven door den Doop in den dood." Prof. L. Lindeboom te Kampen. Uitgave van E J. Bosch Jbzn. te Baarn. „Tegen de samenvoeging van „begraven"en „in Zijnen dood" in het gebed bij den Doop, heb ik een gemotiveerd bezwaar ingediend bjj de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland" gehouden te Rotterdam 28 Aug., 1917 o.a in de Acta der Synode is dit „gravamen" met het advies der Commissie adhoc en de uitspraak der Synode opgenomen. Zie onder 3 bldz 20 en Bjjlagejll en III blz. 88 v.v. Wijl van de „Acta" slechts in beperkten kring wordt kennis genomen en ik de zaak, waar het om gaat, van algemeen belang acht, van belang in waarheid voor alle leden der Kerken, waarin het gebed bij den Doop in gebruik is, neem ik de vrijheid, voor bedoeld advies aan de Synode plaats te vragen in het Gereformeerd Theologiesch Tgdsohrift. Met den wensch, dat onze nadere publicatie er toe medewerke, dat ook de pers aan dit bezwaar hare aandacht wijdt en de Nederlandsche en ook de Buiten- landsche Gereformeerde Kerken mede daardoor tot een welgegrond inzicht mogen komen." Dit dient ter inlichting over de brochuren, zooals Prof. Lindeboom haar zelve aan 't begin heeft gegeven en we meenen dan ook dat nu ieder weten kan, wat zij ons geeft. Het bezwaar zelf is zoo duidelijk in 't licht gesteld, dat allen er, ik zeg niet over oordeelen, maar het ge voelen kunnen. Als een proeve van uitlegging is het belangrijk Hou Zee Christelijk Tijdschrift voor onze mannelijke jeugd. Uitgave van E. J. Boscn Jbzn te Baarn. De Oetober-aflevering is even goed als de eerste. Het is een pracht Tijdschrift voor onze mannelijke jeugd. Men kan aan onze knapen een grooten dienst bewijzen door het hun te verschaffen. Het is een frische, aangename en gezonde lectuur. Vrfl en BIJJ. Christelijk Tijdschrift voor jongens en meisjes van 5 tot 13 jaar. Uitgave van E. J. Bosch Jbzn te Baarn. Waar in een gezin kinderen zijn, daar moet dit Tijdschrift komen. Meisjesleven. Christelijk Tijdschrift voor onze vrouwelijke jeugd. Uitgave vau E. J. Bosch Jbzn te Baarn. Het is me gebleken, dat de vrouwelijke jeugd het gaarne leest en dit is goed, want er ligt een opvoedende kracht io. Kerstmis in Kome en De nieuwe schooltasch, beide door Aletta Hoog. Krullemienije, door J. L. R. de Liefde. Hondje gauw, door Henri Hooglande. Jobje's eerste Kerstboom, ,door G. Schrijver. Van twee kinderen en twee Lam- metje8, door T. Bokma. Jéuntge's, door Louise L. G. Het geheim der Sneeuwkoningin, door W. Blombers Zeeman. Den kerstfeest in benardentQd, vrij naar het Duitsch door Hermann. Van twee jongens en een ezel, door J. M. WesterbrinkWirtz. Tweeërlei Kerstfeest, door Gordeau. Keesje, door Louise L. G. Uit dagen van strijd. De viking van Helgoland, beide uit het Duitsch door S. L. Gerritsen. Al deze boekjes bevatten aardige verhalen, en zijn keurig geillustreerd. De uitgever H. ten Brink te Zutfhen heeft voor een aantrekkelijk uiterlijk gezorgd. Zingt allen mee! Liederenbundel voor {School, Zondagschool en huisge zin, verzameld door A. A. ten Raa, Uitgave van Firma A. Huisman Meppel. Een verzameling van tachtig bekende en minder bekende mooie liederen, voor twintig cent. Inderdaad zeer geschikt voor school, zondagschool en huisgezin. Wjj wenschen, dat velen het gebruiken en meezingen mogen. Bouma.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 3