Ou in wille In nasi», FEUILLETON. Kerk- mn Bchoolnieuwa. Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. Kerkhof. BOEKAANKONDIGING. dat hy het by wonen van de samenkomsten Diet had voortgezet, maar was voornemens de sa menkomsten weer te gaan bijwonen. Daarna ging ik naar den tjarig (schrijver) van de desa Mandoengan verleden Zondag had hij de koempoelan bijgewoond ik heb lang met hem zitten praten; hij is zeer belangstellead zyn vragen waren velen en hjj begeerde vooral, dat ik hem onderrichten zou over het bidden. Zijn plan is om iederen Zondag de samenkomsten by te woneD. Den gewezen Loerah van Bringin vond ik niet thuis. Donderdags ging ik naar Moentilan en zocht daar den mandoer op van de koelies, die aan den weg werken. Deze is getrokken door de boekenkioskhij heeft reeds de koempoelan bijgewoond en blijkt zeer begeerig te z\jn om onderwijs te ontvangen Daarna ging ik naar de desa Wonolela en ontmoette daar een zekere Kartopawiro; deze sprak graag over den Christel, godsdienst en beloofde zelfs om a.s. Zondag de koempoelan bij te wonen. Daarna ging ik naar Mantjassan om nadere gesprekken te hebben met de koempoelanbezoekersdaar het echter dinten bodo was (deze dag valt aan 't einde van de vastenmaand, waarop de Javanen elkaar be zoeken gaan brengen, in de Europ. wereld en door vele inlanders ten onrechte de Nieuw jaarsdag van de Javanen genoemd), waren de meesten niet thuis. 3. Uit de aanteekeningen van Sadi. 's Maandags naar de desa Karanghidoel, naar Darmowikarto en had een gesprek met zijn vrouwschijnbaar denkt zy heelemaal niet na over de diDgen haar meeniüg was alle gods diensten zijn goed en alle godsdiensten kunnen toch niets met zekerheid zeggen over de zalig heid, want alle godsdienstige menschen weten toch niets over het toekomende leveD. Daarop verhaalde ik haar van de beloften, die God in zyn Woord gegeven heeft en die heerlyk zyn voor den mensch echter God kan die beloften alleen geven tor oorzake van het offer van den Heere Jezus, daarom de mensch, die in op rechtheid gelooft aan den Heere Jezus, die zal Zelf kunnen weten met zekerheid, welke zalig heid God hem geven wil. Zy antwoordde ech ter nu heb ik er geen zin in te denken over den christel. godsdiensten ik weet niet of ik er wel ooit zin in zal krygen. Ik ontmoette een letterzetter in desa K met zijn schoonouders en vrouw, die tezamen wilden luisteren naar hetgeen ik hen verhaalde over den Christel, godsdienst. Zy waren verwonderd, dat de christenen konden vaststellen dat zy zalig sterven zouden. Daarop vertelde ik, dat dit kon omdat de Heere Jezus de verzoening ia van onze zonden. Wy zyn schuldenaren, kunnen onze zonden niet betalen, maar dat deed de Heere Jezus voor ons, en wel zoo, dat er niets meer te betalen overblijft. Daarom weet ik, dat ik nimmer geen straf meer zal ondergaan. Ik verklaarde hun den naam van den Heere Jezus en zyn werk. Zy scheneD belangstellend en beloofden, dat zy zouden trachten om de samenkomsten des Zondags by te wonen. Ik zocht op den Gebajon (een lid van het desabestuur) van Setjang, die wel de koempoe- lans bijwoont, maar toch nog druk meedoet aan allerlei heidensche gewoonten der desalie- den. Nu verklaarde hy me: ik kan deze ge woonte nog niet loslaten. Ik bracht hem daarna in herinnering, dat de zon na haar opgang niet aanstonds de hoogste warmte verspreidt dat deze warmte langzamerhand toeneemt zoo ook is de Heere Jezus een zon, door wieDs licht we ons steeds meer moeten laten bestra len, daarom moet ge er naar staan om steeds meer het onderwijs over den Heere Jezus te begrijpen, dan zult ge het wel kunnen nalaten en zult ge slechts kunnen doen, wat da wil is van den Heere Jezus. In S. is de Loerah zeer belangstellend, hy heeft zich zelf reeds bereid verklaard om men- scheu te verzamelen en metog Pailah in desa G. is zeer bly als ze onderwijs ontvangt over den godsdienst. Een Chineesche Njinjah in Tempeldeze bekommert zich niet om den godsdienst. Zy meentover de toekomst weten we niets en nu hebben we alleen moeite om het noodige voedsel te krygen. Zy hield da chr. godsdienst voor den godsdienst, die altyd de overwinning door Huoo Kingmans. (Auteursrecht voorbehouden). 8). Mevrouw Zimmerman zag haar zoon met leede oogen vertrekken. Ze kende hem wel, wist wel, dat hy zoo wispelturig was van karakterdat vastheid er van hy ten eenen- male mistedat hy zich spoedig liet over halen. Toen Ernst vertrok was dat heel anders. Die was het aan te zien, dat hy niet met zich liet sollen Niemand zou het wagen, als Ernst eenmaal de puntjes op de i had gezet, hem nog te trachten over te balen tot zyn inzich ten Daarbij kwam, dat Ernst verzekerd was beginselvast zyn weg ging, natuurlyk ook struikelend, maar steeds weer kracht ontvan gend van Boven om op te staan. Dat miste Dolf. Hy werd geslingerd. Goede leiding had daarin misschien verbetering kunnen brengen. Maar die had hy niet gehad. Zyn opvoeding was goed geweest, stond op christelyk, op gereformeerd standpunt. Maar zyn moeder was te zwak, had haar jongsten zoon, haar oogappel vertroeteld en zyn vader was te streng. Reeds van kind-af had hy hem niet gehoor zaamd uit liefde, wat toch de gehoorzaamheid is, maar uit vrees. Dat oog van z'n vader kon behaalt. Ik sprak tot haar over het streven van den duivel, over het toekomende leven, maar zy nam er weinig notitie van. In een andere dessa 8, ontmoette ik den gewezen Loerah hy vond de leer vau den chr. godsd. mooi en hy voelde veel eerbied voor den chr. godsd., maar hy was er nog niet toe ge komen om de samenkomsten by te wonen. Ik sprak met hem over een vorst, die zyn on derdanen roept; indien die onderdanen weten, dat ze geroepen zyn, zullen ze niet talmen hun opwachting by hem te maken. Zoo is het ook met u als u tot het inzicht gekomen bent dat de chr. godsd. de juiste is, dan moet ge u ook gedragen naar den wil van Hem, waar over het in den chr. godsdienst gaat en de ge legenheid zoeken waar de wil van deo Koning wordt verklaard Ia de desa T ontmoette ik een pannen- maker. Hy oordeelde: iedere godsdienst is zeker goed. De Javanen hebben tot leidsman Mo hammed en de Hollanders den Heere Jezus enz., maar aan geen enkele godsdienst is het bekend waar het op uitloopt. Aangezien by verdere besprekingen deze man er geen notitie van nam, ging ik heen. In desa D. trof ik een koelie aan, die nogal welgesteld was. Zyn meeDing wasieder mensch die genoeg heeft aan kleeren en voedsel, kan voor gelukkig gehouden worden. Wie weet er iets van de toekomende eeuw Ik sprak met hem over de kortheid en broosheid van het leven, maar myn spreken had geen vat op hem. In S. zocht ik Amat op en sprak tot hem over den godsdienst. Zyn oordeel over den godsdienst was dat deze goed was, maar hy vond ze te zwaar en te moeilyk. In M. ontmoette ik Dipo-Redja; hy deed dagelijks de 5 gebeden, maar hy begreep niet, wat de bedoeling ervan was hy deed het omdat anderen het ook deden. Ik sprak tot hem over den zondigen mensch en verklaarde dat het meest noodzakelijke was om bevrijding te zoeken van de zonden. Hy wilde luisteren en begeerde, dat hy meer opgezocht mocht worden. Tot zoover de aanteekeningen van myn drie helpers; behalve deze drie helpers, zyn er nog driemaar ik vrees, dat ik teveel van uw geduld verg, indien ik van de andere drie ook nog eens de aanteekeningen meedeelde. Deze aanteekeningen worden me elke week ter hand gesteldhet merkwaardige wordt door my overgenomen en zy, die voor nadere bear beiding in aanmerking komen, opgeteekend, terwijl ook een bespreking plaats heeft over de gesprekken zelf, over de wyze waarop zy moeten optredeD. Onder myn helpers is er een, die goed op de hoogte is, maar een beetje kort aangebonden en trekt wat te gauw zyn neus op, als hy de zonderlinge redeneeriogen aan hoort van zyn volksgenooten, of hy vegt kort en bondig wat wy christenen gelooven dik wijls is hy in gesprek geweest met Arabieren, Hadji's enz. en in den regel valt het dez< n helper makkelyfc om het in een twistgesprek te winnen, maar in den regel gingen zulke Arabieren, Hadji's enz. dan boos heen en 't was een heele toer om hem aan 't verstand te brengen, dat we in onze gesprekken moesten zien te lokkën en niet afstooten. 't Gaat nu beter met hem. Een ander is wat al te goedig en zoo is er telkens heel wat te bespreken. Dat deze samen komsten, waarin we dezen arbeid bespreken zeer aangenaam zyn, behoef ik u wel niet te zeggen, we zitten dan in 't hartje van ons werk en als we klaar zyn voelen we telkens zoo de behoefte aan den H. Geest. Hy is het die bekwaamheden verleent, lust schenktHy is het, die de harten opent, ontmoetingen leidt, zoodat we in aanraking komen met degenen, die in den Heere Jezus gelooven zullen. Het is van 't begin tot het eind de Heilige Geest. O laat uw gebed om een krachtige werking van dien Geest telkens mogen opgaan. Met hartelijke groeten. Uw br. in Chr. A. Mebkelijn. BEROEPEN te Knype: J. Wyminga cand. te Garijp; teBerlikum P. Ch. v. d. VlietteOosterend (Fr.) zoo flikkeren, z'n driftbuien konden zoo erg zyn en dan kroop Dolf in zyn schulp, waagde het niet ongehoorzaam te zynniet uit plichtsgevoel, maar uit bange vrees Dolf snakte om weg te komen uit het ouder lijk huis. Het was hem er te eng, te bekrom pen. Zyn eigen heer en meester moest-ie zyn. Hy meende wel op eigen beenen te kunnen staan, zich zelf door de wereld te kunnen slaan. Maar hy verwaarloosde het: „Die meent te staan, ziet toe, dat h\j niet valle!" D'r worden er wel meer de wereld ingezonden, die er gansch niet ryp voor zyn Spoedig komt dan de bittere ontgoocheling. Want de wereld, het leven is één voortdurende aanéénschakeling van stryd, die nooit kan volstreden worden in eigen kracht Dolf Zimmerman zou het gewaar worden, dat hy in Amsterdam was, Amsterdam, dat zyn graf zou worden „'tls een feit, hoor, Nettie. Hy gaat naar Amsterdam*. Sinds den dood van notaris Kelderman waren zes jaren verloopen. Spoedig had mevrouw Kelderman met baar dochters het stadje, waar ze zooveel had doorgemaakt, verlaten en zich metterwoon gevestigd hier, waar de Zimmer- mans, waarmee ze reeds gaauw kennis hadden gemaakt, woonden. Die kennismaking had de verloving van Ernst en Trude tengevolge gehad en het scheen, dat er eerlang een tweede uit zou volgen, n.l. die van Dolf en Nettie Tenminste: Mevrouw Kelderman had er een te Wilnis L v. Loon te Aarlanderveen te Ssrooskerke (W.): J. H. Donner, em. pred. te Breda. AANGENOMEN naar ZuidbroekR. Heidema te Heineüoord naar Monnikendam C. Koppenaal cand. te Stad a. h. Haringvliet BEDANKT voor Vries: M. Meindertsma te De Leek. Ds. A. Bolwyo, em. predt. van Montfoort heeft zich metterwoon gevestigd te Zeist, Bothalaan 2 en is gaarne bereid de Geref. kerken in den dienst des Woords te dieneD. De Geref. Kerkbode te Rotterdam bevat een schrijven van ds. G. Wielenga, waarin hy mededeelt, dat hy geregeld vooruit gaat en binnen niet al te langen tyd in staat denkt te zyn zyn dienstwerk in de kerk van Rotter dam, althans weer gedeeltelijk, te hervatten. Gereformeerde kerk Middelburg. Gift ont vangen van br. J. W. f 6 C. J. Hondius ZENDING. Ontvangen door ds. L G. Goris te Zeven bergen Zendingsbusje Mej. L R. f22, Saldo Zendings- en Evangelisatiedag f 15, C. J. Hondiüs, Penningm. Diaconaal Hulpbetoon. Met vriendelyken dank ontvangen van Mevr. S. f 2,50. e van RooPoelman, Penningmeesteres. Vlissingen. Met hartelylten dank maken we meldiog van de gift groot f 100, waarvan de helft bestemd voor de Kerk en de helft voor de diaconie, gevonden in de collecte. De Scriba, G. J. Fbos. Bid en Werk. Met vriendelyken dank ontvangen voor onze Vrouwenvereen. van Mevr. S. en van Mevr. D. ieder f 2,50 en van N. N. f 1,00. S. v. d. KüipPotappel, Penningmeesteresse. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Mijnheer de Redacteur. Mag ik voor onderstaande eenige plaats ruimte. By voorbaat myn dank. Het ingezonden stuk van de J. V. „Herman Faukeel" trok bijzonder myn aandacht. Het gold de klacht van weinig animo in de J. V. Ds. B. was zoo goed er een opwekkingswoord onder te zetten met een vraag, vanwaar de geriDge belangstelling. Bedoeling van dit schryven is niet, om het eens te zeggentoch wil ik op enkele dingen de aandacht vestigen, misschien ook nuttig voor genoemde J. V. Dat wy jonge menschen in een overgangs tijd leven, een tyd van hervorming, is niet tegen te spreken. Het geldt ook hierHet oude gaat voorby, het nieuwe komt. Zonder dat het is tegen te houden. Nu komt men tot de vraagHoe staan we er tegenover? Passen we ons aan of vechten we er tegen zonder succes Op alle terrein van het leven zien we het aankomen. Wat in geen jaren mogelyk was, gebeurt nu. Ook op kerkelijk gebied zal en moet er verandering komen en de dure roeping van de kerk in dezen is, zich aan te passen aan den tyd en nieuwe vragen onder de oogen te zien. Of zyn wy van plan met zeker con servatisme allerlei bedenkingen te maken Volgens do meeste Kerkbodes schijnt dit zoo, maar dat zou te kort doen zyn aan onze hei lige roeping. vermoeden van en Trude wist het haast zeker. In de gemeenschappelijke kamer van beide meisjes werd over Dolf gesproken, „'tls een feit, hoor, Nettie. Zooeven ben ik er nog even geweest. Dolf zei het zelf, dat hy naar een handelskantoor gaat, naar Amsterdam. Nettie zuchtte: „Zoo, ik wist het nog niet". Meer niet. Trude wou niet verder vragen ze zou het toch wel te weten komen. De beide zusters gingen veel te vertrouwelijk met elkaar om, dat de jongste geheimen zou hebben voor de oudsteReeds lang had Trude gemerkt, dat Nettje van Dolf hield. Ze wenschte, dat het tusschen die twee in orde kwam. Nettie, met haar verzekerdheid, zou Dolf kunnen steunen, Dolf, die niet sterk was van karakter. Maar nooit had zy er over willen spreken. Niet graag had zij zinspelingen er op gemaakt. Als die twee bestemd waren voor elkaar, zouden ze mekaar krygen ookEn als Dolf, wat zy niet hoopte, de liefde van Nettie niet beantwoordde, dan zou de laatste, dat wistzy, daarin berusten, niet gauw natuurlyk en na heftigen stryd, maar toch berusten, omdat zy wist, dat zij haar lot niet in haar handen had. Onderzoekend keek zy haar zuster aan Maar deze keek niet haar richting uit, staarde door het geopende raam naar buiten. Toen wendde zy zich tot Trude: „Jammer, dat hy niet in dezelfde plaats van Ernst is. Dat zou prettig zijn". „Voor zyn werk moet ie in Amsterdam zyn, Nettie. Utrecht is geen han delsstad. „Nee, dat is waar ook. Indertijd heb ik ook dat nog geleerd. Aardrijkskunde was anders Er is iu deze tyden veel gesproken en ge schreven, maar, om met ds. Aalders te spreken, meest van den behoudzuchtigen kant. Toch zjjn er velen, die er een anderen kyk op hebben. Nadat Prof. Grosheide een rede had gehouden over den geest des tyds voor de studenten, verscheen weer al spoedig een brochure van ds. Aalders over de critiek der jongeren, door ds. Kerkhof in deze Kerkbode besproken. Ds. A. nam het voor de jongeren op en velen 7.yn hem dankbaar, omdat hy toonde te verstaan, wat in hun hart leeft. Lang niet altyd is de beschuldiging van vele conservatieve predi kanten over verslapping en verflauwing der grenzen verdiend. En waar er achterstand is inzake kerk en belijdenis, zegt ds. AHerzie uzelfEn laten we zoo spoedig mogelyk dien achterstand inhalen. Onze jonge menschen voelen het, dat de kerk verzuimd heeft, zich aan te passen aan den tyd. Er zyn door dien tyd enorme vraagstukken aan de orde gekomen, die om oplossing roepen. Door te roepen gevaar, heeft de kerk niet op haar post gestaan en bedrieg ik me niet, dan zal de tijd weer verknoeid moeten worden, byv. op deze classis over een uitdrukking van één onzer predikanten, of de Genestet wel of niet in de rust is ingegaan. De Geldersche Kerkbode gaf weer het sein tot den aanval. Het wordt tyd, dat H.H. Predikanten eens aan 't werk gaan, om grootere vraagstukken onder de oogen te zien dat zal ons Christelijk leven ten goede komen. Ook kan hierdoor animo komen op de J. V. Laten de predikanten echte voorlichting geven en ophouden, de schuld der misstanden te werpen op de lauw heid der jongeren. Kan de oorzaak van veel achterstand ook bij het Christendom gevonden worden, dat het weinig tot stand bracht by veel beloven In weinig tyd zullen nu een reeks sociale wetten komen. Hervorming, vernieuwing is het wachtwoord van den tyd. Het oude gaat voorby. Laat me eindigen met een woord van onzen HeilandNiemand, die de hand aan den plotg slaat en ziet om naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods. S. (W.) P. B. Aan deze stem uit de J. V. gunnen we gaarne een plaats, 't Is de tyd voor ontplooiing en opbloei van ons gereformeerd leven op alle terrein. Maar dan uit den gereformeerden wortel. Men zoeke niet zyn heil in verbroe dering met al wat Christelyk heet. Van ons. Gereformeerden, zal er kracht uitgaan, zoo wy beginselvast zyn en blijven. Niet zoo wy met allerlei wind ons keeren. Een richting, die er op uit is om een modernen predikant, ge lijk De Genestet was, een broeder in Christus te noemen, is emfo'-gereformeerd. Zulk eene richtiDg gaat vierkant in tegen den eisch van Gods Woord. Als een Dienaar des Woords zoo spreekt, zou by ook modernen aan 't Avond maal moeten toelaten. Tegen dergelijke nieuwig heden behooren onze Kerken te waken. En dan zyn er wel KerkeD, die zich in dat opzicht ie slap aanstellen. Vriend P. B.Daar is ook een goed conservatisme! „Houd hetgeen gij hebtBewaar het pand u toebetrouwd Kerkbodes en Redacties, die deze stem laten booreD, worden ten onrechte gesmaald. God geve die trouwe wachters in Sion te waken en onvermoeid hun stem te laten hooren. Wandtekstkalender voor 1919. Uitgave van OoSTERBAAN EN LK CoiNTRE. Prys 75 ets. Voor uitdeeling op Zondag scholen 50 ets. Het schild van dezen kalender ziet er mooi uit. Een vaas met bloemen. Als tekst staat ter zyde„Vrees niet, geloof alleenlijk." Door het blok, dat er los aangehangen wordt, zal wel een deel van de bloemenweelde bedekt worden. De inhoud van dezen scheurkalender is sinds jaren bekend als degelijk. Het schild kan van het einde des jaars nog als wandver siering dienst blijven dienst doen. Daarom geven velen aan dezen kalender de voorkeur. m'n fort niet", trachtte zij te schertsen. Maar Trude voelde we), dat die scherts niet gemeend waszag, dat zy weemoedig was. Toen kon zy niet meer, trok haar jongere zuster naar zich toe „je moet je niet zoo aantrekken, lieveling, het komt vast wel in orde". Het ijs was gebrokeD. „O, Trude, ik hou zoo ontzaggelijk veel van hem". „Kind, dat heb ik reeds laüg gemerkt. Maar je moet niet vergeteD, dat je nog jong bent, nog geen twintig. En hy ook niet. Hy heeft pas 7j q eindexamen! Je zult zien, dat het goed komt". Die woorden vertroostten Nettie. „Ik wist niet, dat je 'tal gemerkt had", zei ze. „Nee maar, dan moest ik toch wel blind zyn geweest! Denk je dat moe het ook niet begrijpt „'k Daeht, dat ik het zoo geheim bad ge houden". Al pratende waren zij naar het raam gegaan. Plots klonk van buiten een vroolyke stem „Wie sluit zich nu in vredesnaam met zulk hemelsch weer in z'n kamer op Ze keken opop straat stonden Dolf en Gretha Zimmerman 1 Nettie kleurde. „De dames Kelderman, praatsmaker", gaf Trude lachend ten antwoord op de vraag van Dolf. „Zooals je ziet. Komen jelui binnen. Wy komen naar beneden". „Ja, 't moest er nog bijkomen, dat je ons alleen liet staan", schalkte Gretha. 'n Oogenblik later de ongedurige Dolf i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 2