Olficiëd» Berichten. Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. (Jw Familieberichten behooren in de „ZEEUWSCHE KERKBOD E". Zij komen dan onder de oogen van duizenden lezers, die belang stellen in elkanders lief en leed. nagekomen advertentie. zeeuwsche middenstands cre diet b.ank middelburg londensche kade 54. AGENDUM voor de Classicale vergadering" op Woensdag 4 September a.s. in de J Gereformeerde kerk te Terneuzen de» j voormiddags 9V2 uur. Moderamen Ds. S. Groeneveld, Praeses. H. v. d. Wal, Scriba. A. Thielen, Assessor. 1. Opening. 2. Nazien en rapport Credenti«len. 3. Lezing en vaststelling der Notulen. 4. Peremptoir examen van den Eerw. Hear L. G. Goris, beroepen predikant te Schoondyke. Exegese O. T. Ps. 49 en Habakuk 1. Exegese N. T. Matth. 11 en Rom. 10. 5. Behandeling der ingekomen stukken. 6. Rondvraag art. 41 D. K O. 7. Rapport der verschillende Deputaten. 8. Afdoening geldelijke zaken. 9. Benoemingen Dep. enz. 10. Aanwijzing roepende kerk, Vaststellen datum. 11. Sluiting. Namens de roepende kerk van Terneuzen. Ds. S. Groenevkld, Praeses. J. J. de Jageb, Scriba. Terneuzen, 26 Aug. 1918. Deputaten voor art. 19 K. O. maken bekend, dat zij in hunne vergadering van 27 Augustus j.h, ingevolge de opdracht der laatst gehouden part. Synode, hebben besloten de Kerken in Zeeland te verzoeken over 't boekjaar 1918'19 (van JuniJuni) twee collecten te houden voor hulpbehoevende studenten. Namens deput. veornopmd, A. EL van der Kooi, Sriba Quaestor. Bergen op Zoom, Aug. 1918. Oostburg25 Augustus. Heden alhier beroe pen de WelEerw Heer ds. J. Bolman teOo^t- wolde. Namens den kerkeraad, I Catsman, Scriba. Baarland. ZoDdag 25 Aug. werd aan de gemeente bekend gemaakt dat de WelEerw. heer ds. R. Brouwer van Haamstede het be roep naar de gemeente van Baarland heeft aangenomen. Moge deze beslissing bovenal strekke tot eer van 's Heeren Naam en tot rijken zegen Zyoer kerk. Namens den Kerkeraad, H. Schout, scriba. Gevonden in de collecte f 1,voor de kerk te Magelang en f 2,50 voor Bartimeü-i, waar voor wordt dank gezegd. Diakenen der Geref. kerk te Middelburg. Middelburg. Met hartelyken dank ontvangen voor de Vrouwenvereeniging Pböbe een gift groot vijf gulden. S TazelaarBuus, penningmeesteres. ZENDING. In dank ontvangen een postwissel van tien gulden van M. Stelwagen te Oud-Vossemeer namens de kweekelingen van den Klokkenberg te Nijmegen, gift voor de Zending der Geref. Kerken in Zeeland en N.-Brabant. Kerkhof. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Geachte Redactie! Aangezien verscheidene personen mij houden voor den schrijver van het ingezonden stuk, voorkomende in No. 33 van 16 Aug. 1.1., waarin sprake is van het logeeren van een dominé in een hotel, meen ik goed te doen te verklaren, dat stuk niet te hebben geschreven. Het is m\jn persoonlijke meening, dat couran ten beter deden nooit stukken op te neT:pn, die niet met naam zijn onderteekend. Het is daarom, dat ik, een ingezonden stuk schrij vende, dit steeds met mijn vollen naam ouder- teeken. Met dank voor de opname, Uw dw., J. Oltooff. Middelburg, 30 Aug. 1918. Ierseke, 25 Juli 1918. Zeer geachte Redacteur Mag ik eenige plaatsruimte in uw blad ver zoeken voor de volgende VERWERING tegen wat in de Ns. 27, 28 der Zeeuwsche Kerkbode genoemd werd een Vruchteloos pro test'Dat „vruchteloos protest" is, met de door U gemaakte aanteekeniogen, een smadelijke aanval op de Geref. Gemeenten, en mag niet •zonder verwering blijven. Aangaande het geschrijf van Pieterse, mag Ik wel de beschuldigingen als volgt resumeeren le. er is geen wettig bezwaar ingebracht tegen den herkozen ouderling Pieterse 2e. trouweloos hebben 4 van de 6 kerke- raadsleden hun dienst verlaten; 3e. onrechtvaardig, wijl onkerkrechtelijk zijn deze 4 trouweloozen in hun ambt gehand haafd door de meerdere vergaderingen en 4e. de getrouwe ouderling Pieterse is eerst uit zfjn ambt ontzet en daarna bovendien ge censureerd, omdat h\j de onrechtvaardige han delingen niet goedkeuren kan. Hiertegenover nu moet ik het volgende stellen le. Br is wel wettig bezwaar tegen Pietene ingebracht Om niet te veel ruimte te vergen, wil ik voorbijgaan wat de hoofdzaak niet raakt. 't Schijnt, dat 't Pieterse aan het noodige besef van kerkrecht ontbreekt. Hy toch blijkt van oordeel, dat de bezwaren tegen de candi- daten moeten worden ingebrachtalthans hij schrijft: „Niemand van de leden had vóór de stemming eenig bezwaar ingebracht". Eu dat is zoo. Vóór de stemming niet, doch dan ware het inbrengen van bezwaren ook te vroeg ge weest. 't Is het absolute recht des kerkeraads dubbeltallen te stellen ter verkiezing van ouderlingen en diakenenniet tegen het dub beltal, doch straks tegen de gekozenen, en m. i alleen nog maar tegen de gokozenen, die hun verkiezing aanvaard hebben, worden bestaande bezwaren ingebracht. En dat ia wel geschied. Nog eens, M. H. de Redacteur, er zQu tegen den tot onderling verkozen Pieterse wél bezwaren ingebracht. Hy erkent dat dan ook zelf, al verklaart hij begrijpelijker wijs, die bezwaren „vau geen kracht en geen beteekenis". Ze golden het optreden van Pieterse in kerkeraad en gemeente en werden door kerkeraad en classis wettig bevonden. 2e. liet is niet waar, dat 4 van de 6 ker- keraadsleden trouweloos hun dienst hebben verlaten. 27 Dec. toch werd kerkeraadsvergadering belegd, om de ingebrachte bezwaren te onder zoeken, en zoo mogelijk op te lossen. Op die vergadering kon men tot geen vergelijk komen. En toen stelde een der diakenen voor, om eene oplossing van de moeilijkheden in den kerke raad te verkrijgen, dat men den geheelen ker keraad zou ontbinden, en de gemeente door stemming zou laten uitmaken, wie zy in het ambt begeerde. Men wilde niet trouweloos den dienst verlaten neen neen, den Zondag op die vergadering volgend, deden de ouderlingen en diakenen dan ook hun gewonen dienst; dienen wilde men wel, en blijven dienen ook alleenlijk men wilde de gemeente beslissing geven in dit moeilijk geschil. Dat U m. i. heel iets anders dan „in een oogenblik v..n opwinding 't ambt neerleggen", zoo U kwali- liceerde. Ik mag het nog eens herhalen men meende door zoo te doen, de eenige oplossing te vinden. Ook zouden de broeders blijven dienen tot aan de nieuw gekozen kerkeraads- leden bevestigd waren. Pieterse en De Visser hadden wel eenig bezwaar tegen dit voorsteldoch toen men stemmen giüg, stemden zij mede en door mede te stemmen hebben zij zich aau den uitslag der stemming onderworpen zich gevangen gegeven onder de meerderheid, zooals door De Visser is erkend. Waren beide leden des ker keraads op hun post geweest; zij hadden moe ten getuigen tegen 't stemmen. Dat deden ze niet. Zij namen er deel aan. En men stemde met briefjes. Wie dus vóór of tegen stemde bleef geheim't moet nog l ewezen dat Pieterse tegen ontbinding heeft gestemd, al wil ik 't ook gaarne in gemoede aannemen. Maar toch de kerkeraad in zijn geheel nam het besluit tot ontbinding, met Pieterse en De Vmtr in cluis, opdat de gemeente zich uitspreken kon. Gaat 't nu aan, dat Pieterse beweert: „De Visser en ik zfjn alleen de ouderlingen? Had U, geachte Redacteur, het recht te beweren „Er waren slechts nog twee over „die hun ambt hadden behouden" Mocht U de classis beschuldigen „buiten de twee ouderlingen om te hebben gehandeld"? Wilt ge dat besluit des kerkeraads handhaveD, dan nog bleef de kerkeraad, die hy was tot tijd en wijle de nieuw gekozenen waren bevestigd of woudt ge, maar geheel ten onrechte, wijl tegen de bedoeliDg des kerkeraads in, concludeeren die broeders waren sinds het besluit viel, geen ambtsdragers meer, welnu dan waren Pieterse en De Visser eveneens ouderling uit. Door verdere bespreking echter kwam de kerkeraad tot de overtuiging, dat men ver keerd gedaan had. Tot ontbinding besluiten mocht de kerkeraad niet. Men mag naar Ge reformeerd kerkrecht het oordeel aan 't volk Diet overgeven dat leidt tot wat ik kerksooi- alisme zou willen noemen 't past in het col legiale kerkstelselniet in het Gereformeerde. Na den kerkeraad oordeele de classis niet de gemeente Niet de onschuldigen mogen heen gaan, maar de schuldige worde berispt. En toen, mi die onderrichting besloot de kerke raad het onwettige besluit van ontbinding terug te nemen, en den rechten weg te vo1- gen „De moeilijke knoop" wilde men nu met „geduld losmaken" niet „in een oogenblik doorhakken". A«n de gemeente, die door Pie terse, achterklapper als hy uit den kerkeraad was, in kennis was gesteld van het kerkeraads- besluit, werd van de zaken mededeeliDg gedaan in de vergadering van 2 Januari, en die ge meente nam genoegen met dat herroepen, uit genomen een tweetal leden, voor wie vau zelf de weg ter classis open stond. Nu vraag ik U, M. de Red, is 't kwaad dat de kerkeraad op een verkeerd, onkerk rechtelijk, anti-gereformeerd besluit terug kwam? Dat men oplossing iu den rechten weg zoeken ging Classis en Particuliere Sy node h bben geoordeeld Neendat was goed. En beide vergaderingen hebben de broeders (allen saam) niet als trouwelooze verlaters van hun diensten beschouwd maar als menschen, die ter goedertrou'w dwaalden door hun man daat in handen van de gemeente te willen stellen. En van dat dwalen ter goeder trouw deden zy bekentenis. Classis en Synode hand haafden toen den geheelen kerkeraad, ook tegen de miskenning en verwijzingen van Pieterse. 3e. in, en m. i zijn rechtvaardig gehand haafd oofc degenendie hun stem hadden uitge bracht per briefje vóór ontbinding Zoo ben ik gekomen tot de laatste beschul diging van Pieterse, tegen zijn 4e stel ik mijn 4e. Pieterse moest rechtens de bevestiging geweigerd en daarna gecensureerd. Na deze uitspraak der meerdere vergade ringen wachtten de herkozenen dus de beves tiging en onder die was ook Pieterse. Eer men echter Pieterse bevestigen kan, moest oplossing van het geschil gebrachtde inge brachte aanklacht worden behandeld. Als Pie terse zóó doorging kon hy niet bevestigd wor den. Met Pieterse werd nog eens gesproken nog eens onderhandeld; 't uiterste is beproefd maar Pieterse blijft, die hij is. Er schoot niet anders over dan de bevestiging te weigeren overmits de bezwaren, die waren ingebracht wettig bleken. Raadselachtig is het, dat Pie terse beweren durft: „En waar ik nu wettig in het ambt gezet beü, wie heeft dan het recht en de durf, om „mij onwettig uit te zetten". De bevestiging, de inzetting in het ambt had niet plaats gehaden mocht voor Pieterse niet plaats vinden. En eindelijk is Pieterse gecen sureerd wegens overtreding van het 4.e gebod hij komt niet ter kerk en miskent de ambts dragersm. i. Zoo moest het, helaas! en als Pieterse niet voor God en de gemeente iu de schuld valt, zal eens met allo vrijmoedigheid de kerkeraad hem met den ban excommuni ceer en. Eu nu ten besluite. M. de Redacteur, U deed ons onrecht aan. Uw beschuldigingen had ge m. i. kunnen in houden, zoo ge eerst had geïnformeerd, wyl op verzoek van ds. de Kruyter ouderl. de Kam van Oostkapelle zich bereid verklaard had, inlichtingen te geven. Hoe schamper is uw verdachtmaking: „en anders Vergun mij het te zeggen, zoo ik het meen Warme „be langstelling" in onze gemeenten spreekt mij uit uw handelen in dezen niet. Gaarne wil ik erkennen, dat veel aan ons kerkelijk leven gebreekt. Maar, vergeef me de vraag, doet het dat in de Geref. Kerken niet Waarom dan klaagden predikanten dier ker ken uit Walcheren over het niet naar kerk recht handelen in toepassing der tucht 't Doet pijnlijk aan, dat een kerkelijk blad zich zoo in deze zaak mengt. Voorts zie ik met belangstelling de beloofde brochure van Pieterse tegemoet, wijl ik den strijd niet vrees; doch meer nog bid ik Pieterse toe, de ware vernedering voor Hem, bij Wien vergeving is, opdat Hij gevreesd wordt. U, M. de Red. dankend voor de verleende plaatsruimte heb ik de eer te zijn Uw dw., G. H. Kersten. Middelburg, 24 Aug. '18. Aan de Redactie „Zeeuwsche Kerkbode". Hooggeachte Redactie Om twee redenen heb ik met vreugde kennis genomen van de verhandeling over de „MattheiU „Passion" voorkomende in de laatst-verschenen Kerkbode en wel primo omdat hier een vraag stuk van actueel belang wordt behandeld (komen deze, zoowel op de kansel als in de pers, wel altijd tot hun recht van behandeling?) en se- cundo, omdat ik sedert jaren ten deze in een pro- en contra-toestand verkeer en nu gaarne de ongezochte gelegenheid aaugrijp, om tot meer klaarheid te geraken. Hiermede is meteen gezegd, dat klaarheid voor mij, óók in hoogergenoemde verhandeling, nog niet geheel aanwezig is. Laat mij toe, dat ik Uw artikel ordelijk volg, en vragen stel, waar mijne zienswijze min of meer afwijkt. Goede nota nam ik van de bedoeling van Bach's Kunstwerk. Laten we daar even by stil staan. Protestantsche Kerkmuziek heeft Bach willen geven. Hiertoe was hy minstens evenzeer ge rechtigd, byf de vorst van het majesteitelijk Kerkaccoord, als de componisten onzer Psalm wijzen, welke compositie's soms vry laag staan, om maar een voorbeeld te Doemen Psalm 4, waarvan de melodie alleen past op den 6en regel van het laatste vers. Alleenlijk, Bacil werkte op eigen impuls, de componisten onzer Psalm wijzen op bestellingU zult mij toestem men dat daarin geen criterium voor de al of niet toelaatbaarheid kan liggen Het doel was du9 Protestantsche Kerkmuziek, de vorm was en is nog ongemeen schoon. Rest de inhoud en vertolking. Over den inhoud en nu loop ik eenigermate in Uw stuk wat vooruit is U niet te spreken omdat het graf het eindpunt is. Ik ben dit een goed eind met U eens, en het bevreemdt mij nog, aangezieD, naar wij van Bach's overtuiging meenen te weten, voor hem het graf nüt het eind was, dat het slot niet een „Hallel" is op de Op standing. Bach heeft hiervoor wellicht eene reden gehad, die, gekend, misschien opheldering zou geven, doch nu voorals nog het bezwaar niet opheft. Is intusschen deze leemte vol doende grond om de Passion uit onze kerken, en mitsdien uit onze kringen te bannen Ik meen van niet. Ook onze Psalmen het eenige, waarmede de Passion eenigszins verge leken kan worden, zfjn niet immer vol van de Opstandig (begrijpelijk Eu vieren niet onze Hervormde broeders iu den laude Goede Vrijdag als 'n een Feestdag, terwijl de Gere formeerden het liever met het Paastfeest houden En wordt niet in vele kringen, ook zelfs op onze kansels, zeer veel nadruk op de verlos singkracht van „Het Kruis" gelegd, en vierden niet de eerste Christenen hun liefde voor het Kruis zoover uit, dat zelfs op de toilettafels der dames de Kruissymboliek en Kruisvorm overwegend was Zeker, de tijd staat niet stil en wij, die er zoover achter «taan, doen niet meer alzoo, maar is dit alles grond genoeg om he' uit te bannen en op den „Index" te zetten NeeD, toch Rest de vertolking, waar tegen de groote middennoot van het artikel gekant is. Geachte Reductie, zcoals ik reeds opmerkte, heb ik altijd in een pro- en contra-toestand verkeerd ten deze en om tenminste eenig hou vast te hebben ter beoordeeling: „ga ik er heen of niet als zoo'n uitvoering geannonceerd werd, heb ik er dit op gevonden „Is het in een kerk, dan goed is het in een schouwburg, dan niet." Of ik zoo zeer aan di© gebouwen, soms beide met torens en 'n orgel hecht 1 Ja, wel eenigs zins. In een schouwburg komt schouwburg publiek, heerscht een stemming, is een koffiekamer, is licht en lucht. Men ap plaudisseert, men converseert, men adoreert en men coquetteert. In een kerk daar en tegen mogen wel eens schouwburgmen9cken komen (men kan ze als 't ware aanwezen aan hun vreemd doen daar, zoo ongewooü, wéét-je) de stemming is een ge heel andere. Geen decolleté, geen applaus, gedrukte conversatie, indien ze er al is, geen roezemoezige pauze. Kortom er hangt eenige wijding. In den regel geen „orkest" geen ba- naal-doend koper, maar statelijke orgeltonen. Wat de personen betreft, die de vertolking bewerken, moet ik eenigszins uitvoerig worden. U gebruikt in dit verband het woord „pro- fanatii" zelfs „stuitends profanatie". Is dit gerechtvaardigd Profanatie, „niet eerend het heilige, spotten met den godsdienst" is hier toch niet aanwezig. Acht ik méér aanwezig by de passiespelen te O.-Ammergau. Daar toch wordt middels grime en aankleediüg de Chris tus plasti-ch voorgesteldniet alleen sprekende ingevoerd. Want immers het sprekende invoeren van den Christus geschiedt ook, als men ter kerk of tehuis, Psalm 22, speciaal vers 1 en zooveel meer lijdenspsalmen op de lippen neemt, alzoo: poezie, getoonzet, en slechts ontleend aan de Heilige Schrift. Men zingt niet een Schriftuurgedeelte, men ziDgt een vers door iemand gedicht, zoo getrouw mogelijk na vol gens de H. Schrift, maar niet die Schrift zelve. Is hier groot verschil, groot genoeg om uit te bannen en de kerkgebouwen er voor te sluiten, met de „Passion"? Ik meen van niet. Integen deel, laten we eerlijk zjjn er is minder „pro fanatie" (om dat woord te houden) als in sereen, kerkelijk milieu de „Passion* wordt opgevoerd, ten aanhoore van een „hoorbaar" stille menigte, dan wanneer (ach, hoe vaak is het zoo onze gemeente in de kerk een psalm ziDgt, een smeeking vaak, met onaandoenlijk gelaat (soms nog glimlachend om een geestige opmerking van terzij) en begeleid door een orgel, dat speciaal voor deze gelegenheid een onverscbeu- rend 16 voets alles domineerend bas-tong-werk heeft open gezet. Laten we niet uitgaan van de praemisse, dat alleen niet „profaneert", hij, die in het gele'ene of gezongene lééft. We kunnen dan, streng zijnde ons al zoo sober kerkgebouw niet geheel terzij zetten. Jammer, zeer jammer, dat Bach's oorspronkelijke be doeling zoo weinig tot zijn recht komt. Neen onze cemiienst zal geen ftwwsJdienst worden, maar daarom mogen wij nog in onze eeredienst geen oorzaak zijn. dat de Kunst huivert onder de profanatie, baar aangedaan door ons onaen- doenffik maar-raak ziügen van de treffendste uitingen van het vroom gemoed. „Ik lag ge kneld in banden van den dood" vóélt de ge meente, wat zij op de lippen neemt als zij dat zingt, of, volgens uw maatstaf, profaneert zij niet vaak Zou zou ik (want ik moet ééns eindigen) of schoon er nog meer van te zeggen ware) willen vragen neen, och neen, sluit niét onze kerk gebouwen voor do „Passion", vóór oratoria, maar laat, ook ons kerkpubliek, weten, leereD, dat zingen Dog iets anders is dan de mond openzetten en galmen uitpersen. Geen koor in onze kerken, dat alléén ziogt, geen koor ook, dat voorzingt, maar een gemeente die met ge voel ziDgt, daar raoetea we heen. En ook hiervan geldt, dat de massa, om hiervan idee te krijgen, moet hóóren zingen met gevoel. En ook de prediking, en ook de intonatie van wie in de kerken voorgaau, werken hiertoe mee. Laten wij niet mèt het badwater, het kind wegw^rper. We hebben al zooveel gemist, door op de spits gedreven purificatie. Laten we toch gaarne aanvaarden wat ons in de we reld der Tonen voor positiet-christelijks gebo den wordt. Of zullen we blind zijn voor de vingerwijzing, die hierin schuilt. De uitne- mendste componisten hebben slechts onsterfe lijke werken knnnen scheppen, als zy zich Schriftuurgedeelto als motief stelden. Geachte Redactie, misschien heb ik wat véél van Uw geduld gevergd: mocht U my, ge dachtig aan de spreuk „aan de oppervlakte is alles helder, vanwege de oppervlakkigheid" het genoegen willen doen nog wat dieper op de zaak in te gaan ik zou er U dankbaar voor zyn. Met beleefden groet, P. C. J. Tissot van Patot, le Luit-Kwtmr. CR EDI ETEN. DEPOSITO'S. REKENING-COURANT. INCASSO'S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 3