FEUILLETON. Evangelisatie en Colportage te Magelang. „Vrederust". Zeeuwsche Predikanten-Conferentie. De Critiek der Jongeren. UIT DE PERS. Onze huismoeders. zal dan die overdenking van het doorleefde het u ook r<iet gemakkelijk maken, als met het oog op komende levensomstandig heden uw bede opstijgt tot God, in die smeeking ook dankzegging te mengen en al zoo er toe te komen om aan hot vermaan van den apostel gehoorzaam te zijn »Weest in geen ding bezorgd 1" Vlissingen van Schelven. KËBEII1JM X.KVBJS. De 14e jaarvergadering van de vereeniging tot christelijke verzorgiug van kraukzinnigeu in Zeeland wordt D. V. gehouden op Vrijdag 21 Juni a. s. te Goes in „de Prins van Oranje". Voor den eersten maal wordt deze samen komst te Goes gehouden, en we vertrouwen, dat het aantal bezoekers niet geringer zal zjjn dan anders. Uit alle deslen van ons gewest kan men even gemakkelijk in deze stad komen als in Middelburg, zoodat de plaats van ver gadering geen enkel beletsel oplevert. Langzamerhand i3 „Vrederust6 algemeen bekend geworden in ons gewest en de jaar vergadering heeft steeds veel dat aantrekt, Dit zal thans ook het geval zijn. In de Bid stond, welks om half elf des voormiddags begiüt, hopen voor te gaanda. J. Gouverneur van Zi rikzee en ds. S. Groeneveld van Ter Neuzen. Laten allen vooral uit Goes en om streken deze samenkomst bezoeken, wjjl het zulk een gezegende ure kan zjjn. Na de pauze houdt de voorzitter een toe spraak; welke de reads goede stemming ver sterken kan geven de secretaris, die er ver stand van heeft om heel duidelijk een over zicht te geven over een verrichten arbeid op de stichting en de Penningmeester hunne ver slagen. Ook het laatste is interessant voor hen, die da welsprekendheid van ejjfers hooren kunnen. Behalve nog enkele huishoudelijke aange legenheden krijgen we eindeljjk nog een lezing over: „De organisatie onzer vereeniging in verband met de instandhouding onzer stichting door ds. J. H. Donner van Breda en we kun nen wel aannemen, dat deze lezing een helder licht werpen zal op het onderwerp, dat op de practjjk betrekking heeft, wjjl ds. Donner den stoot tot de oprichting van „Vrederust6 ge geven en sedert dien tjjd aldoor een groot deel van zjjn krachten er aan besteed heeft Op het Agendum staat niet, dat er daarna gele genheid zal zjjn om vragen te doen en opmer kingen te maken, maar wjjl het steeds gewoonte was, zal dat ook nu wel hot geval zjjn en we zouden dit zeer wensoheljjk achten, omdat er allicht mannen tegenwoordig zjjn, die leemten weten aan te wjjzen, welke aan 't oog zelfs van ds. Donner ontglipt zjjn. Dit zou nog een zeer vruchtbare bespreking kunnen geven Wjjl het onderwerp zich geheel richt ©p de bestaande werkeljjkheid, hebben we recht tot de gemaakte veronderstelling. Er komt ook nog een voorstel van de afdee- ling Middelburg, dat getuigenis aflegt van het verlangen naar een passend kerkgebouw voor de stichting, maar of het algemeene bjjval zal vinden, zou ik niet durven zeggen. Maar het is goed, dat de aandacht op deze noodige zaak gevestigd bljjft. We verwachten, dat velen ter jaarvergade ring komen. Bjj de opening dezer Conferentie gedenken we alleerst aan ds. Warmenhoven van Seroos- kerke die na een langdurig Ijjden werd wegge nomen. Dit sterven heeft bjjname op Walcheren diepen indruk gemaakt. Hjj was nog maar twee-en-vjjftig jaar oud en hjj wjjdde zich met voorbeeldigen jjver aan zjjn gewichtige taak. Hjj had een scherpen blik voor den geopen- baarden wil Gods en een zeldzame energie, welke hem geen rust liet om te doen, wat zjjn hand vond om te doeü. Tegen eiken misstand Vanuit Magelang, gedateerd 5 Februari 1918, ontving ik een brief met interessante meedee- lingen omtrent den evangelisatiearbéid. De schrjjver, die niet wil dat zjjn naam vermeld wordt, geeft mg het recht daarvan in onze Kerkbode te publiceeren zooveel ik noodig acht. Het leek mjj 't best, den geheolen brief te laten afdrukken. Ieder begrjjpt, dat de schrjj ver zeer nauw in dezen arbeid betrokken is, en wie dan geen vreemdeling in onzen Mage- langschen kring is, noemt vanzelf den naam van den niet te noemen broeder, die met zoo veel lust en jjver in dit moeiljjke werk bezig is. Kerkhof. Het geesteljjk leven staat in Indië niet op hoogen trap van ontwikkeling. Zeer sporadisch is er slechts eenige opwekking te bespeuren. En dat is niet alleen zoo bjj den koudbloedi- gen Europeaan, die zjjn godsdienst meestal in Holland heeft achtergelaten, 't geldt ook voor den echten bljjver, den Indo 8n zelfs voor den Inlander. Waar het zich in de Inlandeche wereld nog eens openbaart, daar ontaardt het in geest drijver jj, die spoedig weer verloopt of in fana- in 't leven kon hjj opkomen met 9en vuur, dat ook anderen ontvlamde. Het scheen, dat hjj ondar den zegen des Heeren den nrbeid, voor hem door anderen vooral door onzen onver- geteljjken do Jager aldaar verricht, gelukkig zou voortzetten. Slechts twee jaar was het hem vergund om er zjjn werk te doen en nu treurt zjjn weduwe met acht kinderen over zjjn heen gaan. Voor de gemeente is het een groot ver lies en voor de Classis een ledige plaats, te gevoeliger, wjjl het aantal onzer predikanten daalt, en voor ons een roepstem werkt zoolang het dag is, want de nacht komt, waarin nie mand werken kan. Voorts kunnen wo niet nalaten even stil te staan bjj het vertrek van ds. v. d. Hoorn van Domburg, die langen t jjd steods op onze Confe rentie aanwezig was, die meermalen on?e ver gaderingen leidde en die ons aller achting genoot. Van harte hopen we, dat hij noggerui- men tjjd genieten moge van de rust, welke het eervolle emeritaat hem heeft verleend. Het leven der volken staat helaas nog in het teeken van den wreeden oorlog en daar gaat een geduchte sprake Gods in Zjjn oordeelen uit. We mogen vertrouwen, dat onze predi kanten haar verstaan en haar steeds vertolken voor ons volk. De ontzettende beroering, welke de wateren in beweging heeft gebracht, brengt met groote snelheid verandering op elk gebied ook op dat der denkbeelden. Dit legt ons de verplichting op om dieper te graven in den goudmjjn der goddel. getuigenissen en vuriger dan tot dusver te bidden; maak in dat spoor mjjn gang en treden vast. In de stille verwachting dat God ons een aangenaam samenzjjn en een vruchtbare bespre king geve, heet ik u allen harteljjk welkom. Boüma. I. In Maart wees mjjn mederedacteur op de brochure van prof. Grosheide: „Een andere geest Tegenover dat woord van den Amsterdam- schen hoogleeraar schreef nu Ds. J. C. Aalders van Bunschoten eene brochureBe Critiek der Jongeren", een woord tot de Gereformeerde Kerken," dat ons dezer dagen ter besprekine werd toegezonden. De hierin behandeldekwestig is van genoegzaam belang, om er een paar artikelen aan te wjjden en de bespreking niet met een korte recensie te laten afloopen. Ds. Aalders begint met Dr. Grosheide een woord van dank toe te brengen, dat hjj zulk een netelige zaak durfde aanvatten en een ernstig woord richtte tot studenten van gereformeerden huize. Dan inhoud van diens woord vat Ds Aalders zakeljjk aldus saam „Jongeren, uw critiek op kerk, prediking en belijdenis is ia hoofdzaak niets anders dan een kwestie van leeftjjd, die met de jaren verdwijnt." Ds. Aalders meent dat de verschijnselen van ontevredenheid onder de jongeren nog welaan iets anders te wjjten zjjn dan allöen aan hun jeugd. „Waarom" zoo vraagt hjj „hebben wjj er dan niet eerder van gehoord? Waarom was daar geen sprake van toen wjj nog jong wareD, tien, vijftien, twintig jaar geleden We hebben te deen meteen teeken des tjjds, met een soort crisis. Prof. Grosheide erkende ook, dat er wel reden tot eenige klacht was, en bracht daarvoor twee factoren in rekening le. de eehuld der Kerk, en 2e. de geest des tjjds. Hjj erkende, dat er een achterstand is bjj onze kerken in zake de belijdenis. De geesteswoe- lingen van onzen tjjd kunnen ook niet nalaten indruk te maken vooral op het jeugdig gemoed. Ds. Aalders wil de ontevredenen niet alleen zoeken onder jeugdigen. Er zjjn ook wel derti gers, veertigers, vijftigers, ja nog ouderen, die in het koor van ontevredenheid meezingen. Hjj acht de crisis van ruimeren omvang, vindt ze onder allerlei leeftjjd. Zij durven spreken van het bankroet van Afscheiding en Doleantie. Hun critiek luidt„Wat is het tegenwoordig Niets meer, nietsDan hadt ge vroeger eens moeten komen. Toen was het nog eens een tjjd I Maar thansde prediking door of uit den tjjdde kerkeljjke verga deringen tjjd verknoeier jjzelfs de Sjjnodes weinig belangrjjks meer „Enz". tisme, dat door het Bestuur met kracht wordt gefnuikt, wanneer het voor orde en rust nadee- lig begint te werken. Onder de Europeanen is er helaas nog weinig sprake van opw-.king uit den dommel der onverschilligheid. Alleen daar, waar de Zending werkt, is van ©enig leven sprake. De Javaan is daar niet blind voor. Hjj begint reeds onderscheid te maken tusichen d§ „orang kristen" en de „orang balanda", tusschen de gewone Europeaan en den ZendiDgsman. De doorsnee-Europeaan is wel niet vjjandig, maar toch zeer onverschillig tegenover den waren godsdienst En zoo zeer drukt het Indische leven neer, dat zelfs de geloovigen er niet aan ontkomen, maar meer of minder de neerdrukkende werking onder vinden van het Indische leven. Velen, die met de beste bedoelingen uit Holland gingen, raken hier in den maalstroom en worden afgetrokken. Vele zjjn daarvan de oorzaken. Vooreerst het afmattende klimaat, dat in vele plaatsen de totok loom en moe maakt, zoodat de lust vergaat om nog iets meer te doen dan te luieren, na den vermoeienden arbeid in een hitte van soms 90°—100°. Zelfs daar, waar geregeld de geloovigen bjjeen komen, ontbreekt het bjj velen aan de lust, om de vergaderingen of de kerk te bezoeken. En hoe zou er dan ooit van hen opzoekende kracht uitgaan Bovendien, vele bedrjjven werken des Zon dags evenkalm door als in de week en voor bjjDa geen enkelen opziohter op de onder nemingen is de Zondag een rustdag. Als groote zeldzaamheid werd onlangs medegedeeld, dat Ds. A. zegt dat deze teekening berust op helaa9 al te droeve werkelykheid. Die critiek wint op onrustbarende wjjze veld in onze Kerken. En al hoort ge die 't meest van jongeren, ze wordt vaak gerugsteund door oudereu. Op de vraag: V'anwaar dit verschijnsel? is schrjjft Ds. A. het antwoord te vinden, „wanneer wjj ons de moeite guanen de ontwik keling onzer Kerken na te gaan sedert 1892, en de wjjziging, die er allengs in denken en voelen in haar boezem is gaan plaats grjjpen". Daarvoor moeten verschillende punten we stemmen het Ds A. to8 behandeld worden en in hun samenhang toegelicht. „En zou" zegt hjj „gelet dienen te worden op eigen groei binnen de muren der kerk, daarnaast gerekend met de verschuiving van ideeën buiten hare muren in de algemeene denkwereld van den tjjd. Ook zou zjjn na te gaan in hoeverre de Kerk allengs meer aan in vloeden van buiten onderhevig is geworden. Afzonderlek ware te onderzoeken, hoe het tel kens stond en staat inet de wetenschappelijk theologische, de kerkelijk dogmatische, de religieus geestelijke, d« werkdadig prae- tisehe en de cultuur historische ontwikkeling onzer Kerken. Een rjjk veld van onderzoek, dat verrassende resultaten opleveren kon". Dien weg betreedt de Schrjjver de brochure evenwel niet. Wat wel jammer is, want nu vat hjj de kwestie al heel eenvoudig op en trekt twee groote ljjnen en zegt: Er zjjn na 1892 conservatieven en vooruitstrevende» in ons kerkeljjk leven. Klaar is Kees! Ieder wordt bjj één van die twee ingedeeld. De jongeren" zjjn vooruitstrevenden, en bjjv. de kerkeljjke pers, Kerkbodes en dergelijke be- hooren kortweg tot do conservatieve strooming. Ik geloof niet, dat de werkeljjkheid op die onderscheiding klopt. Terecht wjjst de Sehrjjver op het grooteonder- seheid van het leven der Gereformeerde Kerken vóór 25 jaar en thans. Hg schrjjft Toen brandde de opleidingskwestie en in- fraconfessioneele geschillen als supra- on in- fraiapsarisme, rechtvaardigmaking van eeuwig heid of in den tjjd, middelljjke of onmiddel lijke wedergeboorte, onderwerpeljjke of voor- werpeljjke prediking. De calviniseering van de Jongelingsvereeniging was in vollen gang, voor het beginsel van kerkeljjke Zending werd gepleit, de ontwikkeling van het Diaconaat en de stichtingen van Barmhartigheid met kracht doorgezet en bshalve de groote strijdvragen van A of B, Kampen of Amsterdam, werd er gekibbeld over Amen na den Doop, toespra ken bjj het Avondmaal en den Doop, doop- heffing van den vader en dgl.6 Die vragen beheerschen thans het kerkelijke leven niet meer. Ze zjjn uit den tjjd geraakt deels in verzoenenden geest opgelostniemand wordt er meer warm voor. Thans gaat het overEvangelisatie, moderne letterkunde, sociale actie, drankbestrijding, het vraagstuk der vrouw, der sexualiteit, van de opvoeding der rjjpere jeugd, in 't algemeen over de cul tuurproblemen. Niet theologen alleen, maar ook intellectueelen in de gemeente beginnen zich bezig te houden met de oanonisch-criti- sche problemen van den Bjj bel, met philoso- phische, psychologische, paedagogische en oeconomisehe kwesties. Dat is een bewjjs van doorwerking van den tijdgeest iri onzen kring. We maken mee door d9 crisis van: Chris tendom of cultuur. 't Is niet te keeren, al wild© men 't nog zoo graag. Ds A. acht dit geen achteruitgang. Wèl brengt dat gevaar mee, n.l. om meegesleept te worden in den maalstroom van onzen tjjd. „Er zullen er zjjn ook" zoo luidt het, „ook uit onzen kriDg, die verongelukken. Dit is van ontróerenden ernst. Ook wjj zullen offers heb ben te brengen, offers uit de zonen en dooh- teren, die onder ons geboren en opgevoed zjjn, en afvallig worden". Middelen om dat gevaar te keeren, wjjst ds. A. niet aan. Hjj constateert zelfs, dat er door den omgang en het nauwer in aanraking komen met andersdenkenden vervloeiing zal ont staan bjj de onzen. „Maar kunnen mannen van beginsel, dat gevaar ziende, dat dan zoo maar toelaten en gedogen?" Zoo vragen wij onzerzijds. Ds. Aalders meent: „Wjj zullen kennis kragen van hun gedachtenbezit, hun geestesinhoud, wjj zullen in omgang komen door de petroleummaatschappjj te Tjepoe de beide kerstdagen tot rustdagen waren bestemd. Alleen de kantoren en de scholen sluiten des Zondags. Voeg daarbjj dan nog de factor dat velen als een eenzame staan te midden hunner ongeloovige omgeving, uren ver van de naaste vergaderplaats zjjn verwjjderd, zelfs van de naaste kerk, 'tzjj Roomsohe of Protestantache, en ge kunt begrjjpen boe dan alle geesteljjké leven gaat kwjjnen. Komen ze dan door over plaatsing eens in een andere omgeving, dan duurt het nog eenigen tjjd voor er wat op- waking komt. Zoodoende worden allen, zelfs de besten aangetast door de zucht naar geld, de factor, waar heel het Indische leven om draait. Velen, die uit Christeljjke kringen kwamen, zakten hier af en van 't geloof hunner ouders werden ze steeds meer vervreemd, 't Kost een zwaren strjjd, als®men naar Indië gaat in ande ren dienst dan die der Zending en te midden zjjner omgeving toch nog de banier des kruises heilig houdt. Dat gelukt alleen hen, die zich met kracht vastklemmen aan hun God. En zjj vormen dan die eenzame strjjders, die anderen om zich heen verzamelen, die propageerend werken en zoo de ziel zjjn van onze Geref. kringen, die we helaas nog maar 15 tellen in Indië. En toeh, bjj alle materialisme is Indië zoo geheel anders dan Holland. Hier vindt men niet die brute vjjandsohap, die geweldige, masale tegenstand, die Holland soms te zien geeft. Met beleefdheid wordt ge ontvangen, ook al wilt ge spreken over andere dingen met hun personen. Geljjk de coalitie op poli tiek gebied ons heen drong van het specifiek- antirevolutionaire naar h8fc algemeen christe ljjke, zoo voert ook deze ontwikkeling onzer Kerken ons uiteraard hoe langer hoe m8er tot samenwerking om, iu bond met anderen, het wezen van het positieve Christendom te gaan verdedigen tegenover de anti-christeljjke cul- tuurmacht onzer dagen". Juist, ds. Aalders! Dien kant gaat het op, als onze Gereformeerde Kerken niet bljjven vasthouden aan haar beljjdenis en beginselen. Maar we moeten juist dien weg niet opDe politiek heeft al genoegzaam geleerd, welke kwade gevolgen zulk een saamgaan met ande ren (al stoelen ze op denzelfden wortel, zoo genaamd 1) voor eigen kring oplevert. Niet gaarne zouden we op ons kerkeljjk erf eene dergelijke verslapping tegemoet gaan. Daarom wordt er door velen zoo ernstig gewaarschuwd Caveant consules!u Waken moeten daarvoor allereerst de Dienaren des Woords. Daar is ook een goed conservatisme. Dat is heel iets anders als een valsche behoudzucht. We wen- schen niet, dat ens Gereformeerd kerkeljjk leven kome te staan buiten den stroom des tjjds, maar veel minder nog mee afgevoerd te worden tot eene algemeene christelijkheid. „Het wezen van het positieve Christendom" zooals ds. A. 't noemt kunnen we niet beter en zuiverder verdedigen en bewaren dan door goed, gezond, zuiver gereformeerd te zjjn en te bljjven en steeds meer te worden in heel de openbaring van ons kerkelijk leven. Opbloei is gewenscht en noodzakelijk, maar dan vanuit den goeden wortel onzer gereformeerde belijdenis Kerkhof. N. B. Deze brochure is uitgegeven ter druk- kerjj Oranje Nassau te Baam, en kost 60 cents. 't Wordt voor de huismoeders met den dag raoeiljjker alles zoo te regelen, dat ieder het zjjne krjjgt. Vooral in de gezinnen, waarin bjj normale toestanden de inkomsten maar juist voldoende zjjn, om de uitgaven te dekken. Zoolang de verdiensten konden gebruikt om iu de dageljjksche mondbehoeften te voorzien, ging het nog. De hoop, dat er spoedig betere tjjden zouden aanbreken, hield de moed er in. Maar de eene maand volgt op de andere met al klimmender nood. Wat reeds lang werd uitgesteld, eischt toeh eindeljjk voorziening, 't Schoeisel moet vernieuwd, de kleeding raakt op en ook het huisraad vraagt zjjn onderhoud. Van de gewone verdiensten kan het niet, en buitengewone inkomsten zjjn er niet. Van den vroegen morgen tot den laten avond is het een zinnen en peinzen, hoe ze met de haar ten dienste staande middelen rondkomen zal, hoe ze van oud nieuw maken en op het een of andere nog iets bezuinigen kan. 't Is al den dag maar schikken en plooien, passen ©n meten. Waar dan nog bjj komt, dat zjj thans allerlei bemoeienissen heeft, waarvan ze vroeger niet wist. Telkens moet ze uit haar huis, dikwerf de kinderen aan vreemden achterlatend. Uren soms wachten op de benoodigde kaarten bjj het distributiebureau en dan in der haast naar den winkel om hoe vaak nog vergeefs de toegewezen levensmiddelen te verkrjjgen. En wat nog het ergst is. De toebedeelde rantsoenen nauweljjks toereikend om den honger te stillen en 't beste nog vaak uit den mond gespaard om den man, die zwaren arbeid heeft, op kracht te houden. In vele gezinnen wordt geleden. Vooral de huismoeders met jouge kinderen krjjgen het hard te verantwoorden. De moeiljjkheden, waarmee ze te kampen hebben, bederven zoo de stemming en zjjn niet zelden weinig bevor derlijk aan de goede verstandhouding onder ling. Als er dan geen vreeze Gods in het hart is, is het niet te verwonderen, dat zjj komt tot uitingen en daden, die niet betamen. Zjj, die de revolutie wilden, weten wel wat ze doen, als z© de vrouwen oproepen naar hun dan die der wereld. Eu wel zal meermalen uw bezoek vruchteloos zjjn, vooral bjj den volbloed Hollander, die flegmatisch koud bljjft, maar ge wordt ontvangen en behandeld met een heusohheid, die u aanmoedigt om voort te gaan met uw arbeid voor 't Koninkrjjk Gods. En ge zult er zeer weinigen aantreffen, die totaal met den godsdienst gebroken hebben. Integendeel. De meesten gelooven nog wel wat, ze doen aan theesofie, aan spiritisme, anderen hellen over naar 't Boedhisme, zelfs enkelen naar den Islam. Hoe verder ge van den volbloed Hollander afgaat en u begeeft naar de zonen des lands, de Indo's, of naar de vaste bljjvers, hoe meer godsdienstig leven ge zult vinden, al is het meest een meer of minder verfjjnd bjjgeloof. Ge ontdekt een groote leegte, een gevoel van gemis aan waar godsdienstig leven, dat aan gevuld is met het heidensche geloof aan booze geesten. Vooral de Indo heeft krachtig den invloed ondergaan van zjjD heidensch-mohamedaansche omgeving. En zjj juist luisteren met graagte, wanneer ge een godsdienstig onderwerp be spreekt. Zulke ervaringen deden ook wjj op bjj onze bezoeken bjj de Europeanen. Slechts één keer werden we ruw en onheusch ontvangen, vooral toen ons gesprek een ernstige strekking kreeg. Toen we kwamen op 't verschjjnen voor God, spraken de gelaatstrekkingen van'zóó'n afkeer, maar tevens van zóó'n aDgst, dat we duideljjk merkten, hoe er sluimerende stemmen waren wakker geworden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1918 | | pagina 2