Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. UIT HET WOORD. 31e Jaargang. Vrijdag 30 November 1917. No. 48 Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vaste MedewerkersD.D. R. J. d. KEEN, J. D. WIELEIGA, B. MEIJER, F. J. v. d. EMOE, fl. A. i. SCHELVEN en F. W. J. WOLF. PERSVEREEN1GING ZEBUWSCHB KERKBODE. Openbabing 6 12—17. Het Chiliasme. ZENDING. Kerk-institueering te Magelang. Abonnementsprijsper kwartaal vooruitbetaling 50 cent. Afzonderlijke nummers 5 cent. Ad verten tl eprfls 10 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAYB VAN DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. WIE KAN BESTAAN? En ik zag, toen liet het zesde zegel geopend had, en ziet er werd eene groote aardbevingen de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijne onrijpe vijgen afwerpt, als hij van een grooten wind geschud wordt. En de hemel is weggeweken, als een boek dat toegerold wordten alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hunne plaatsen. En de koningen der aarde, en de grooten, en de rijken, en de oversten over duizend, en de machtigen en alle dienstknechten en alle vrijen verberg- den zichzelven in de spelonken en in de steenrotsen der bergen, en zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen Valt op ons, en vei'bergt ons van het aangezicht Desgenen, die op den troon zit, en van den toorn des Lams. Want de groote dag Zijns toorns is gekomen, èn wie kan bestaan Twee ontzettende teekenen gaan volgens Johannes' visioen aan het naderende wereld gericht voorafie eene geweldige schud ding van heel de Schepping, en 2e de angst, die verwekt wordt bij hen, die 's Heeren Woord hebben verworpen. Vreemde natuurverschijnselen worden dan aanschouwd. Het aardoppervlak on dergaat een schrikbarende beroering. Ge durig komen plaatselijke bevingen van den aardbodem voor. In de laatste vier jaren werden door de geologen een groot aantal opmerkenswaardige bevingen gemeld, meest ten gevolge van ineenzakking van de aard kost. 't Is voorspel van de débacle, dat aan het einde der eeuwen te wachten staat. En dat is die aarde, waarop de wereldsche mensch zich zoo op zijn gemak gevoelt en waarop hij zijn vertrouwen stelt. Hetfundament onzer woonsteden begint te waggelen en te wankelen. De gedurig voorkomende aardbevingen mogen den ijdelen mensch wel eens doen beden ken, dat hier geen blijvende woonplaats voor ons is. Heele steden, die onderstboven geworpen werden, toonden wat schrik komen zal, als aan den tijd een einde wordt gemaakt. Spellen die bodeminzak kingen ons niet, dat 't Schriftwoord waar heid bevat, dat eens een groote aardbeving zal komen En kunnen ze ons niet be wegen met ons zondeleven te breken, eer het te laat is Ook de stewenhemel zal dan een ge weldige verandering ondergaan De zon wordt zwart als een haren zak, des Oos- terlings rouwkleedze is als een uitge- blu^chte lamp. De maan vertoont geen zilverglans, maar een bij de aardbewoners angstverwekkenden bloedkleurigen gloed, voorteeken van naderende ellende. De sterren, losgeraakt uit bare banen, omdat de zon haar aantrekkende kracht verliest, vallen naar beneden, gelijk ooft van de boomen die door een stormwind geteisterd worden. Gods oordeel is als een orkaan, die ze afschudt en neerwerpt. En bet firmament, in de Schrift wel vergeleken bij een door God over de aarde uitge spreide tentdoek, wordt saamgerold. Alle vastigheden der aarde (bergen en rotsen) bezwijken. 't Is een ordeverstoring in 't ganscbe heelal. De kosmos, de scboone harmonische Schepping, wordt weer een chaos, een ongeordende massa evenals weleer, vóór de hand des Almachtigen haar toebereidde. 't Is niet gezegd, dat dit alles binnen een etmaal zal gebeurenveeleer is te denken, dat deze verschrikkingen maanden en jaren zullen duren. Elke nieuwe dag brengt dan nieuwe ontzetting over de stofbewoners. Totdat op een onverwacht oogenblik het teeken van den Zoon des menschen gezien zal worden in den hemel. De tegenwoordige aardkundige en ster renkundige wetenschap neigt ook tot de veronderstelling, dat allengs de kracht der hemellichamen mindert, botsingen tusschen de hemelbollen zullen voorkomen, en daarbij een rosse vuurgloed op de men schen een benauwenden indruk maken zal; en ook dat de kracht van den bodem, waarop wij leven, afneemt en de indeu kingen van de aardkorst al sneller en heviger elkaar zullen opvolgen. Het is volgens die mannen van wetenschap niet twijfelachtig, wat na verloop van tijd, èn onze aarde èn ons zonnestelsel te wachten staat. Desondanks vermogen de natuur verschijnselen welke telkens plaatsgrepen nog niet de materialistische wereldlingen te bewegen tot het geloof in Gods Woord, dat zulke machtige teekenen voorspelt als vojorafgaande aan Christus' komst ten gerichte. Maakt toch niet uw steunpunt van de zichtbare dingen Alwat vast schijnt te staan, stort straks ineen. Ook het firmament zal ineenkraken en neerstorten. Daarom heft uwe harten op boven de aarde, boven lucht en wolken tot den troon Gods, die nimmer wankelen zal. In de wereld der onzienlijke dingen alleen kunt ge uw anker werpen in hechten grond. Bedenkt de dingen die boven zijn, waar bet Lam Gods gezeten is aan 's Vaders Rechterband. Hevige angst zal eenmaal den wereld lingen om het hart slaan, als zij merken dat de zichtbare dingen wankelen en de dag des gerichts nadert. Johannes zag ze in zijn visioen verbijsterd vluchten, als om hun veege lijf ergens in een aardhol te versteken voor 't alziend oog des al weten den Rechters, van Christus tegen wiens Evangelie en Koningschap zij zich verzet hadden. 't Was nu met hun aardsche grootheid gedaan Zonder standsverschil waren allen in denzelfden nood en zochten in over haaste vlucht hun heil. Koningendie anders voor nie mand vreesden en gewoon waren gevreesd te worden ;grootenhoogwaardig heidsbekleders, die door hun medebur gers vereerd en benijd werden r ij k e n die trotsch op bun kapitaal in de wereld een gewichtige rol speelden; oversten over duizendmilitaire gezag hebbers, die zich anders om God noch menschen bekreunden en meenden met vloeken te moeten regeeren en mach tigen.... mannen van geweld, van brute kracht, die 't recht van den sterkste huldigden en alwat klein en zwak was verpletterden alle dienstknechten en alle vrijen, zonder onderscheid, kropen uit angst in aardspleten alsof ze veilige schuil plaatsen boden, en riepen in radeloo^e angst voor de komst van den rechtvaar digen Rechter»Bergen, valt op ons Hun consciëntie sprak luide, dat zij op de hun aangeboden genade geen acht gesla gen hadden, en daarom in die ure des gerichts geen vrijspraak te wachten had don, maar een doemvonnis. Totale wanhoop en vertwijfeling bij al de grooten der aarde, bij alle man en vrouw, die op het vleesch en de stof hun betrouwen gesteld hebben, spreekt uit die schrille conscientiekreet »Wie kan bestaan?" Jezus profiteerde ook: »Dan zullen alle de geslachten der aarde weenen." Aan de gramschap Gods kunnen zij niet, meer ontvlieden, die op hot vleesch hun betrouwen zetten die staatslieden en geldkoningen, die aanzienlijken en hoog geleerden, die invloedrijken en ook die welgestelde burgers en arme proletariërs, die Christus' Evangelie verwierpen. Weg is hun rustig leven. Siddering kruipt door hun lichaam. Angstzweet staat op hun hoofd. Ondanks alle ijdele pogingen om zich te beveiligen vallen ze midden in het gericht. Hun laatste angstkreet is »Wie zal bestaan Die gerichtsure was door hen geloo chend, bespot, verre gesteld. Maar nu huns ondanks en tegen hun wil in, moeten ze erkennen, dat de wereld- klok de laatste ure aanwijst, en dat het Lam Gods ten oordeel verschijnt over alle levenden en dooden. Lezer of lezeres! zoudtgij op dien dag ook tot zulk een wanboopsbelijdenis moeten vervallen Zou u de wereldcrisis ook zóó kunnen verrassen, dat gij verschrikt u tracht te verbergen voor den toorn des Lams? Zoudt gij ook in een aardhol weg kruipen om Jezus niet in de oogen te behoeven te zien? Zou een kloppende consciëntie ook spreken Voor mij geen vrijspraak, geen genade! Zoudt gij een vonnis verwachten »Wèg met dezen in de buitenste duiternis OfIs Christus, die wederkomt, uw Verlosser, naar wiens verlossende komst gij geloovig reikhalzend uitziet? Wie kan bestaan in die ure? Alleen wie nu Christus tevoet valt als schuldig zondaar om door Hem be houden te worden. Alleen wie vredo zoekt in Golgotha's zoenbloed. Alleen wie Gods genade met geloovig hart heden aan neemt, en als vrucht daarvan geloofsge hoorzaamheid in heel zijn levenswandel betoont. Die alleen kan bestaan in dien aangrijpenden gerichtsdag, en wordt ook niet verschrikt bij de crisis der wereld, welke nadert. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen. Kerkhof. KERKELIJK LEVEJf, Onder de Joden is er blijdschap en leven er nieuwe verwachtingen op. Engeland is bezig met zoo mogelijk de Turken uit Kanaiin te verdrijven. Zy maken in de laatste dagen daar nog al vorderingen en hopen, dat zij dat land geheel aan de macht van den Sultan ontrekken zullen. Het kan niet anders of dergelijke tij dingen trekken de aandacht onder de Chris tenen en vooral onder de Joden, die in ver schillende landen een beweging op touw ge zet hebben onder den naam van Zionistische. De Engelsche regeering heeft bovendien een verklaring afgelegd, waaruit blijkt, dat zij de vestiging van Joodsche families in Palestina gunstig gezind is en het met sympathie zullen begroeten, wanneer de Joden er een eigen volksbestaan zullen wenschen. Welke beweeg redenen Albion hiertoe geleid hebben, heeft het niet gezegd het staat ieder vrij, daarover gissingen te maken, en welke voorwaarden het eventueel stellen zal, is natuurlijk nog een open vraag, maar het feit alleen, dat Engeland zoo iets gezegd heeft vervult veler Joodsch hart met vreugde en zü vragen zou eindelijk de eeuwen-oude verwachting van het jodendom in vervulling gaan. Haast te groot om het voetstoots aan nemen. Dit merkwaa ig verschanst zeker wel weer bedrag r», dat een ouae dwaling hoofd opsteekt. Wij denken hier aan wat be kend staat onder den naam vau het Chiliasme, dat ook in de eerste helft van de vorige eeuw zjjn aanhangers telde in ons Vaderland. De bekeeriug van mannan als da Costa en Capa- dose verwekte groote blijdschap in den kring der geloovigen en gaf voedsel aan herleefde oude verwachtingen. Een synodaal besluit der Christelijke gereformeerde kerk in 't jaar 1863 te Franeker genomen leert ons, dat er ook op haar erve waren, die er het oor naar lieten hangen. Het heugt me zelfs nog, dat er over deze dingen verschil van gevoelen bestond en er warm over gesproken werd. Langzamerhand verdween het geheel uit onze kringen, alleen bleef er van over de gedachte, dat eenmaal de joden, zooals zij als volk den Christus verworpen hadden, ze ook in 't laatst der dagen Hem als volk voor den Koning Israels erkennen zouden. Deze gedachte werd vaak met vurigen ijver bepleit en gewoonlijk werd daarvoor als grond aangevoerd het woord uit den brief van Paulus aan de Romeinende volheid der heidenen zal ingaan en alzoo zal gansch Israël zalig worden. Die genade aan Israël bewezen zou dan den stoot geven tot de bekeering der hei denen in groote menigte. Hoe taai het leven dezer dwaling is blijkt nu weer uit een boek, geschreven door een predikant der Christelijk Gereformeerde kerk in Noord-Amerika onder den titel„Maranatha", een onvervulde profetie, een boek, dat daar reeds vele pennen in beweging gebracht heeft en we zjjn benieuwd, wat daarvan het einde zal zjjn. Wel mogen we aannemen, dat het laatste woord in deze kwestie nog niet ge sproken is, want het is reeds gebleken dat er onder hen, die deze zaak hebben besproken, geen eenstemmigheid bestaat. We vinden het treurig, dat deze dwaling nog eens gehoor vraagt vooral in een tijd, waarin vooral de Amerikaansche joden zieh uitgelaten toonen over wat er in Kanaan gebeurt en wat de Engelsche regeering gezegd heeft. Allicht draagt het laatste er toe bij om de denkbeel den te propagandeeren. De dwaling zelve be handelen we D. V. in een volgend artikel. Bouma. II. Het schijnt vanzelfsprekend te zijn, dat, wanneer men te Magelang tot institueering der Geref. Kerk overgaat, er één kerk komt, met een kerkeraad pn leden van die eene Geref. Kerk zullen dan zijn de Indo's en Chineezen de Javanen en de Europeanen. Dit hoort zoo, en wat zou er tegen zijn? Wat echter zoo vanzelfsprekend schijnt stuit in de praktijk op schier onoverkomelijke moeilijkheden, en de vraag wordt hier en ginds

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 1