Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 31e Jaargang. Vrijdag 23 November 1917. No. 47 UIT HET WOORD. Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vasts Medewsrkers0.0. R. J. v. d. VEER, J. 0. WIELEN6A, B. MEIJER, F. j. v. d. EMOE, A. A. V. SCHELVEN Bn F. W. J. WOLF. KERKELIJK LEVEN. Een goed boek en een goede vriend. Zeenwsc Abonnementsprijsperkwartaal by vooruitbetaling 50 cent. Afzonderlijke Hummers 5 cent. Advertentieprijs10 cent per regelby jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAYB VAN DE PERSVERBBN1GING ZBBUWSCHE KERKBODE. Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Mlddclbarg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Adverteutiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. LAAT U MET GOD VERZOENEN. IV. Eu al deze dingen zijn nit God, die ons met. zich. zei ven verzoend heeft door Jezus Christus Zoo zijn wij dan gezanten van Chris- taswege, alsof God door ons bade, wij bidden van Christus wege, laat u met God verzoenen enz. 2 Cos. 5 18-21. De apostel wyst u op een dubbel voorrecht, waarvoor hij Gode deeere geeft. Eerst op de weldaad der wederge boorte of der herschepping. »En ai deze dingen zijn uit God." Het gezamelijke, dat nieuw geworden is. Hij gewaagt hier van de dingen, die tot het gebied der herschepping behooren, getui - gende, dat zij uit God zijn. God is de Fontein van het nieuwe leven der ge- loovigeo. Hij is niet alleen de Schepper van hemel en aarde, maar in zoover Hij de zijnen naar Zijn beeld herstelt, is Hij ook de Herschepper zijner gemeente. Alzoo wordt alle vleesch vernederd, en de geloovigen worden vermaand, dat zij n u Gode moeten teven, uü Wien zij een nieuw acifcepaei .zgnhetwelk nietdtan-ge- scbieden* tenzij zij de wereld vergeten, gelijk zij nu niet meer van de wereld zijn, omdat zij uit God zijn." (Calvijn.) Niemand denke dat dat werk, waardoor het oude voorbijgegaan is en het al nieuw geworden is, gemakkelijk is geweest.' Het is zelfs zwaarder geweest dan het werk der Schepping. Door te spreken bracht God de Schepping tot stand. Doch voordat die herschepping tot stand kwam, die begint met de instorting van het nieuwe levensbeginsel in het doode zondaarshart en voleind wordt in de weder geboorte van hemel en aarde, moest God de verzoening van ons met zich zei ven volbrengen. Ziedaar de fontein, waaruit de weldaad der vernieuwing voortvloeit, als de apostel verklaart»En al deze dingen zijn uit God, Die ons met zich zeiven ver zoend heeft door Jezus Christus, en ons ile bediening der verzoening gegeven heelt." Zoo krijgt alleen God de eere van dat dubbele voorrecht, van de wederge boorte en van de verzoening, die op het allernauwste met elkander verbon den zijn, als oorzaak en gevolg. Van God uit, zoodat alle roem uitge sloten is. God hesft ons met zichzelven verzoend Dat feit is de oorzaak van uw nieuwe- natuur, van uwe nieuwe beginselen en oogmerken, geen vernieuwing zonder ver zoening, geen herschepping zonder de her stelde vredesbetrekking. Hoe heeft God ons met zichzelven ver zoend Heeft Hij b. v. uw gezindheid tegen over Hem veranderd, zoodat Hij uw haat en vijandschap wegnam en toen zeide dan zal Ik ook mijn toorn alleggen? Dan zou het mede in het schepsel liggen, en God door het schepsel bewogen worden. En de verzoening van God moge de men ch door allerlei middelen zoeken, ten koste zelfs van zijne kinderen en wat niet al, maar de verzoening met God zoekt hij niet, omdat hij geen vrede heeft met God, noch met Gods eigenschappen, noch met Gods geboden, noch met Gods wegen. Het is juist omgekeerd. Wij liggen door onze zonde onder den toorn Gods. Wij konden en wilden onze zonden voor zijn heilig aangezicht niet bedekken. Maar God heeft ons met zich zei ven verzoend. Hij zelf heeft een ommekeer in zijne ver houding tot ons tot stand gebracht. Hij heeft de rechtsvordening, die Hij door onze schuld tegen ons had, opgeheven. Hij heelt de oorzaak zijner gramschap laten varen. Wat Hij op ons tegen had, heeft Hij losgelaten. Hij heeft een vredesbetrekking tusschen Hem en ons tot stand gebracht. Hij heeft ons met zich zei ven verzoend. Hoe dat kon Door Jezus Christus, dien God gesteld heeft tot een zoenmiddel, een zoenoffer, een schuldbedekking, door het geloof in zijn bloed. Het bloed van Jezus Christus bedekt voor Gods heilig aangezicht onze zonden. Daarvoor plaatste onze God zich tegenover ons, niet meer als een Wederpartijder maar als een verzoend God en Vader, Hij -toornt en scheldt niet op ons. Hij is niet meer tegen ons, maar voor ons. Hij is door het zoenoffer van Jezus Christus ten- volle bevredigd. De vrede is door een kus van het recht begroet. En in de tot stand gebrachte vredesbetrekking roept Hij allen toe, die op grond van de dubbele gehoor zaamheid van Christus in zijne gemeen schap begeeren te worden opgenomen «Grimmigheid is bij Mij niet." Hij wil hen vernieuwen, herscheppen, tot kinderen aannemen, hun zonden genadiglijk ver geven. In dat teeken staat de ambtelijke dienst van Paulus en van zijne medearbeiders. Tegenover hunne belagers kan hij in aan sluiting aan vss. 11 en 14 betuigen, dat God hun de bediening der verzoening gegeven heeft. Dat is de schoone lof van het Evangelie, dat het een boodschap is om van Gods wege, om den mensch vrede toe te roepen, om hem met God te verzoenen. Welk een waardigheid voor de dienaron, dat zij met zulk een bediening van God tot ons gezonden wordenzonder krenking van Zijn recht is de vijandschap van Gods zijde opgeheven tegen verbondsbrekers van na ture en is een verzoende, een vredesbe trekking tot stand gebracht. U i t zich zeiven, door zich zei ven, tot zich zei ven. Een bediening van Gods raad tot onze verlossing. Haar oorzaak, haar ka rakter en haar doel staan uilsluitend in die verzoening. Een bediening, die door die verzoening niet wordt beheerscht i s geen bediening des Woords. Zij is aan de dienaren, die een wettige oproeping en zending hebben ontvangen, gegeven. Dit stemt tot oot moed bij de dienaren. En tot vertroosting bij de godvreezenden. Want zoo dikwijls als zij het Evangelie hooren, weten zij het, dat God mot hen van verzoening handelt, en als een verbond maakt, als zeide Hij dit is het woord der verzoeninggaat gij van uw kant, in den weg des geloofs en der bekeering, nu ook in de vredes betrekking van uw God. Christus is te zijner tijd voor de goddeloozen gestorven. Laat het amen des geloofs van uw' zij gehoord worden, als God u verzekert, dat Christus voor u gestorven is, als gij nog zondaars waart. Wat is beter goed dan de bediening der verzoening, u verzeke rende kinderen des toorns, gij zijt in ge nade aangenomen, de vijandschap tusschen Hem en u is weggenomen Het is als wil Paulus nu zeggen met recht liet ik uitkomen, dat God de Bewej- ker van die vredesverhouding is. Want God was in Christus de wereld mot zich zeiven verzoenende, hunne zonden hun niettoerekenende, en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zoo motiveert do apostel hot vorige vers. Zoo verheerlijkt hij God vanwege de verzoening, waarmede Hij in Christus werkzaam was. Zooals Hij die liet uitgaan naar de we reld, niet alleen hoofd voor hoofd, want dat beteekent het woord wereld" nooit in de H. S. Maar naar het lichaam der uitverkorenen, dat eenmaal zal juichen als de slotsom der verlossende werkzaamheid Gods op de vernieuwde aarde. Hij ver heerlijkt God omdat Hij der geloovigen zonden niet toerekent, maar vergeeft. De rechtvaardigmaking is een vrucht der ver zoening. En ook daarin brengt hij Gode lof, dat hij erkent dat God het woord der verzoening in hem en de zijnen gelegd heeft. De Godsvrede moet door het ver kondigde woord tot stand komen. De pre diking is altijd de verbindingsschakel tus schen de hand der verzoening, die God u toereikt en de hand des geloofs, die gij uitsteekt naar uw God. En zoo komt de verbroken vrede tusschen God en u door het woord der prediking tot stand. De gevolgtrekking ligt voor de hand, die Paulus aldus neerschrijft»Zoo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade wij bidden van Chris tus wege, laat u met God verzoenen". Zij handelen niet op eigen gezag, maar treden op in den naam van hunnen Zender. Of wie zou het gewicht zijner zaligheid laten afhangen aan een spinrag van eens men- schen getuigenis? Alleen als het gezanten van Christus wege zijn, met roeping on volmacht door Christus, ja afgezanten van God Drieëenig, .dan weten wij, dat God door hen tot ons spreekt. Dat hooge ambtsbesef is volstrekt geen zelfverheerlijking. Om der gemeente wil spreekt hij alzoo. Eu om Christus wil, van Christus wege d.i. ten behoeve, in 't be lang van Christus. Wie hen verwerpt, ver werpt Christus, en brengt zich zei ven on noemelijke schade toe. De hoofdgedachte van vs. 18 en 19 is G o d heeft verzoend. De rijke zin van vs. 20 en 21 is: laat u met God verzoenen. Het eerste is uw voorrecht, het laatste uw roeping. Adeldom verplicht. Opdat gij aan die roeping beantwoorden moogt, zendt God u die gezanten van Christus wege. Daarom ontziet Christus zich niet om door tusschenkomst zijner gezanten u te bidden, te smeeken, alsof het zijn eigen belang ware. Met allen ernït en aandrang spoort God zelf ons aan »Laat u met God verzoenen". En de ge zanten leggen het u aan de consciëntie, als zij u smeeken, als beweest gij er hun een even grooten dienst mee als aan u zeiven »Laat u met God verzoenen". Van drie z ij den alzoo komt dat biddend dringen nuar u toe, eigenlijk in den vorm van een bevelwordt met God verzoend. Blyf niet langer op den voet van onvrede met uw Schepper. Gaat tot de vredesbetrekking van uw God in Zeg niet: ik kan niet. God kan het; door het offer van Christus heeft Hij vrede ge maakt tusschen zich zeiven en de wereld, en Hij noodigt u uit, om in dien vrede in te gaan en de aangeboden verzoening aan te nemen. Werpt de wapens der we- derspannigheid neder, en ga den God uws Doops tegemoet, en sluit van uw kant vrede met Hem, voordat het te laat is, en gij eeuwiglijk van den vrede zoudt worden uitgesloten. Zijt gij sterker dan Hij? »Zoo gij zijn stem dan heden hport, Gelooft ziju heil- en troostrijk woord Verhardt u niet, maar laat u leiden". I n Christus is u het zoenmiddel gegeven. Want dien, die geen zonde gekend heeft bij ervaring, heeft Hij zonde ons ten be hoeve gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Op dien donkeren achtergrond waar onZe Heere Jezus Christus als onze Zondedrager zijn dubbele gehoorzaamheid volbracht, schit tert de rechtvaardigmaking van goddeloozö Sinieten. Tusschen hen en hun' zonden kwam een scheiding, maar tusschen hen en Christus een verbintenis. Hun' zonden op Hem en Zijne gerechtigheid op hen uit genadedoor toerekeningdoor het geloof alleen. »Nu ken ik die waarheid, zoo diep als [gewis, Dat Christus-alleen zijn ge ree h- 11ig h e id is, Nu tart ik den dood, nu verwin ik het l.grat, Nu neemt mij geen Satan de zegekroon [af'. ïf Rechtvaardigheid Gods in Hem: in 't besluit, in het aanbod, op Golgotha, in de Opstanding, door het geloof, in de consciëntie, in het eindoordeel. Zoo worden goddeloozen verzoend, ver zoenden wedergeboren, wedergeborenen gerechtvaardigd, gerechtvaardigden geza ligd, en als geheiligden eeuwig verheerlijkt. A. H. Nieboer. Tot de boekeD, die zoowat in ieder Chris tengezin thuis hooren, mag voortaan ook ge rekend het voortreffelijke boek van ds. K, FernhoutGerei', predikant te Amsterdam, ge titeld ,Z)e Mandie den Heere vreest'uitge geven in keurigen omslag en duidelyken druk bij den heer W. Kirehner te Amsterdam (2-40 blz., pry3 ingen. f 2,25, geb. f 2,90). In een „Inleidingfc beschouwt ds. F. den m n le. als heer der schepping, 2e. als ge vallen koning, en 3e. Christus als den Man, van den Heere verkregen, door Wiens verlos sende en herstellende genade de man weer tot zy'ue bestemming wordt gebracht. Daarna teekent de schrijver eon beeld van den Man, die den Heere vreest, als ideaal van de wieg

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 1