FEUILLETON.
Bguma.
„Bartimeüs".
Levensstrijd.
Kerkhof.
ZENDING.
De Gereformeerde Kerk te Magelang.
afcui. Strijd voor beginselen noemeu we par
tij krakeel", dat moet getemperd worden.is
„klopjacht tegen personen. Over de Hervor
ming mag wel geschreven worden, inits niet
„polemisch." Verbeeld u: Hervorming en pole
misch Hervormiug is pais en vree en zoetekoek.
Wg doen aan strgd zelfs niet op het gebied
der Kerk, tenzij dan om de muren onzer Kerk
te slechten. Wie daaraan niet meedoet, verkla
ren we voor de kerkistisch. Lag volgens Groen
van Prinsteren tegen het liberalismealleen
voldsende kracht in herleving van de Hervormde
Kerk, hare vrijmaking van het Genootschap,
we reppen bij het herdenken van de Hervorming
niet van strijd tegen het liberalisme, en bij die
gelenheid te zeggen, dat eigenlijk het Her
vormde Genootschap de groote vijand is, in
zoover dat èn in den strgd tegen Home, èn in
dien tegen het liberalisme onze kracht verlamt,
althans verzwakt, neen, dat ware glad
onmogelijk.
Ztto zou naar on e stemming bg het her
denken van de Hervorming eigenlijk allereerst
hiervoor zijn te danken, dat Groen van
Prinsterer dood is.
Gelgk daarop reeds vóór tien jaar een an
tirevolutionair staatsman" wees, in den zin, dat
Groen eigenlijk had afgedaan.
Gelukkig! Groen dood. De man van de
Archives on correspondauce inédite de la Mai-
son d'Orange-Nasaau.
De man, die de geloofstaal van de helden
en de martelaren der Hervorming had leeren
verstöan èn spreken.
Die ware hg nóg in leven willicht ons
anti-Hervormde verdoezelingsfeest met holen
van toorn overgoten had, en gezegd, dat nog
de waardigste hulde aan den zegen der Her
vorming zou wezen verootmoediging over zoo
diepe ellende op het gebied van Staat en Kerk,
dat we, als verbasterd nageslacht, bg eenen
onvervalschten hervorraingstoon in benauwd
heid de ooren stoppen, en in geestelijke ver
dorring en onmannelijke lafheid zoeken alge-
meeuen vrede, terwijl de geest der Hervorming
roept' om, en kweekt helden, gewapend met
een zwaard, het machtigste zwaard, het zwaard
des Geestes, hetwelk Gods Woord, om te voe
ren eenen algemeenen, eenen heiligen strgd
strgd op het gebied van Kerk, en Staat en
wetenschap.
leder kan nu zelf oordeelen over de lectuur,
welkè ons bier aangeboden wordt. De uitgever
is: G. J. A. Rugs te Utrecht.
De Schrift vermaant ons in Hebr. 13 16
Vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid
niet want aan zoodanige offeranden heeft God
ten'welgevallen*.
De geest des ontfermens moet ons voortdu
rend doen bezig zjjn met allerlei elleudigen,
die zelf onze hulp niet kuenen inroepen. Onze
Stichtingen van barmhartigheid vragen met
recht en met klem onzen steun. Vooral ook
in deze möeiefgke en dure tijden.
Als Christenen, als Gereformeerden mogen
wg - haar niet vergeten, maai zgn veeleer ge
roepen ook nu haar meer hulp te bieden.
Vrederust", „Effafcha", „'s Heerenloo" ze
vragen reeds jarenlang een plaatsje in ons hart
en een gave in klinkende munt uit onze beurs.
Zouden we niet. dankbaar voor het voorrecht,
dat de Heere ons het heerlijk gebruik van
onze geestelijke en lichamelijke vermogens
schonk;'-- uit barmhartigheid jegens allen, die
dit voorrecht missen, helpen lenigen die smart
en ellende? Zóó helpen, dat die ellendigen
kunnen verpleegd worden in Stichtingen, waarin
hun ook 't Evangelie Daar hunne bevatting
gebracht wotdt?
Onder die Stichtingen, welke uwe hulp in
roepen, verheft als jongste zuster „Bartimeüs"
haar smeekstem.
De: Liman van Assen schreef daarover in
het jongste nummer van het Geref. Kerkblad
voor Drente én Overgsel het volgende stukske
Ge ként hem immers wel dien blinde van
Jericho, wien de harde menschen wilden be
letten, dat de ontfermende Heiland zgn barm
hartigheid aan hem openbaarde?
Verhaal alt het ZeeuwscUe Volksleven
DOOR
H G O K I N G M A N S.
fAuteursrecht voorbehouden).
1)
I.
Roerloos lag het naaiwerk op haar schoot...
Zg liet het hoofd in beide handeu rusten en
staarde voor zich uit, schgnbaar gedachtenloos.
'tiaar in werkelijkheid stormden de gedachten
op haar af, niet geen rust latend haarUit
de verte, o, wat- leek het 'n oneindige verte
kwam het leven, het roezemoezige leven der
wereldstad. Maar het getjingel der electrisehe
trams, het getoeter der auto's, het gedraaf der
paarden, het gedreun der zware vrachtwagens
over de keien, niets vermocht haar aandacht
af te leiden. Het was ook zoo hard, zoo on
meed oogen loos. hard...Ze had van morgen
dien joDgen dokter wel naar de keel kunnen
vliegen, toen bg daar stond bg het bed van
haar jongetje In ijlende koorts lag het ventje.
De arts wendde zich om en keek haar aao
met in z'n blik 'n intens medelijden, als hg
haar angstige vraagoogen zag.
Toen vroeg zg het
Beide handen stak hg in de zakken, keek
En nu zgn er altgd nog vau zulke blinden}'
Sommigen hebben al jaren lang in het donker
gewandeld, en nog nooit het vriendelijk licht
aanschouwd. Ook zgn er vele jeugdigen, die
nog aan bet begin van hun lijdensweg staan.
Men kan er niet aan denken zonder met een
gevoel van innerlijke ontferming bewogen te
worden. Wat moet dat wezen, altgd inJiet.
donker of in het schemerduister te tasten,
nimmer Gods schoone schepping te zien, nooit
eens het gelaat te kunnen aanschouwen, van
wie u dierbaar zgn aan het hart. Er wordt
dan wel gezegd, dat zulke menschen op den
duur aan hun toestand gewend raken, maar
dit zal dan toch wel zgn, zooals een vogel ge
wend raakt aan zijn kooi en de leeuw aan
zgn tralieswanneer deze kunnen ontsnap
pen, laten zg het niet na.
Nu zgn er ook in onze dagen harde men
schen, die uiet kennen de ingewanden van
Christus. Wanneer er een vereeniging opge
richt wordt, die zich ten doel stelt aan blinde
kinderen te brengen den zegen van het Chris
telijk onderwijs, dan gaat er een bestraffend
woord van hen uit, en dan zeggen zij: „alweer
een vereeniging, moet er al niet genoeg opge
bracht worden En zg sluiten hun hart, en
hun deur, en bun beurs voor deze zaak.
Maar daar zgu ook anderen, in wie de barm
hartige Zaligmaker een gestalte verkreeg, in
wie dat gevoelen is, hetwelk ook in Christus
Jezus was, en die met innerlijke ontferming
bewogen aanstonds zeggen„deze kostelijke
zaak moet van ganscher harte worden ge
steund
Op deze leden van Christus rekent de ver
eeniging, die den naam van „Bartimeüs"
draagt, en die zich ten doel stelt eerlang een
instituut te openen, waar jeugdige blinden
kunnen worden opgevoed en onderwezen in
de vermaning en vreeze des Heeren.
Vergissen we ons Diet, dan is Prof. Linde
boom ook hier weer de man van initiatief ge
weest, die tot de oprichting van deze vereeni
ging den eersten stoot heeft gegeven, opdat
ook hier het christelijk gevoel zal worden om
gezet in christelijke daden
De jeugdige vereeniging zond ons haar
tweede jaarverslag toe. We nemen er eenige
zinsneden uit over.
„De drukkende tijdsomstandigheden hébben
het bestuur van „Bartimeüs" doen besluiten
de tweede jaarvergadering voor onbepaslden
tgd uit te stellen, maar evenwel toch een jaar
verslag uit te geven.
De oorlog heeft ons verhinderd zooveel te
doen als wg begeerden te doen. Toch geloo-
ven wg, dat het doelhet verkrijgen van een
christelijk blinden-instituut niet zoover meer
van ons verwijderd ligt als het vorige jaar.
Voor een instituut is een stichtingskapitaal
noodig van f 25.000. Het bestuur overweegt,
op welke wgze den te benoemen directeur voor
zgu taak te bekwamen. Wg danken God, dat
ons een weg geopend schijnt. Over de plaats
van vestiging denkt het bestuur eenstemmig
het zal n.T. in het midden van het land-moeten
zjjn, b v. Utrecht. iU
Langzaam maar zeker breidt zich de Igst
onzer contribuanten en leden uit. Mej.
Werf te Meppel heeft op haar collectereizen
binnen den tgd van drie jaren meer dan f'5ööÖ
bijeengebracht. Het aanstaande voorjaar zal
zij afzakken naar het Zuiden, naar Gelderland
of Zeeland. :V;
Van onze correspondenten vernamen we nog
niet veel. Hopen wg, dat allerwege ijverige
correspondenten kunnen worden aangesteld.
De relaties met onze moedervereeniging
„Effitka" bleven uitstekend. Op de jaarver
gadering in October zal worden voorgesteld de
blindenbibliotheek aan ons over te dragen, en
eveneens het kapitaaltje van pl.m. f 4000, dat
door „Elfatha" reeds voor een blinden-instituut
was bijeengebracht.
Samenwerking is gezocht met de vereeni-
giDg „Christelijke blindenbibliotheek" te Am
sterdam, om uitwisseling van catalogi en le-
zerslgsten. Ook is het plan om gezamenlijk
een blindentgdschrift uit te geven in braille
schrift.
Van de christelijke pers ontvingen wg alle
mogelijke medewerking. Wg stelden ods ook
weer naar haar lieveÜDg en sprak. Had hg
vooraf 'n strijd gestreden in z'n binnenste, 'n
strgd, die moest beslissen tusschen waarheid
spreken en paaien met-valsche-voorstellingen
Zeer waarschijnlijk wel. Zg had verwacht,
dat hg, evenals zooveel doktoren, met z'n handen
door het haar had gewoeld, 'n bedenkelijk ge-
ziebt had gezet en gezegd: „Het kind is nog
jong; wel niet sterk. Maar misschien komt
nog wel beterschap. We zullen er het beste
maar van hopen", of iets dergelijks.
Dat zou haar moed hebben gegeven. Een
drenkeling klemt zich immers vast aan een
stroohalm Maar niets van dit alles
Zoo koud, schijnbaar zoo ijskoud, stond ie
daar, beide handen in de zakken en hg had
haar gezegd, dat hg als medicus al het moge
lijke zou doen, maar dat meDschelgke (en hg
drukte sterk op dat „menschelgkehulp niet
meer zou baten.
Als van den donder getroffen stond zg naast
hem. „Kunt gij dat maar zoo kalm zeggen
Hebt ge dan geen hart? Kunt ge u dan het
lgden eener moeder niet nadenken
Onbekookt, woest was het er uitgekomen,
zonder dat ze wist, wat ze zei, in haar rade-
looze angst.
Zgn hand had ie toen kalmeerend op haar
arm, haar uitgestrekte arm gelegd
O, hoe kon men hem, hem, die zoo mééleed
met het schreiend leed der menschen, het leed,
dat h|j dagelijks met eigen oog aanschouwde,
hoe kon inen hem harteloosheid toedichten
Maar onmiddellijk werd ie weer zachter gestemd.
Hier stond 'n moeder. En die moeder zou eerst-
iu verbinding met de Centr. Ditie. Conf. der
Geref. Kerken iu Nederland.
Een Staatscommissie is ingesteld tot ver
betering van het lot der blinden en bgua-blin-
den om te overwegen, op welke wgze aan
bestaande of in voorbereiding zijnde particu
liere inrichtingen hulp zou kunnen worden
verleend.
Overwogen wordt of op de jaarvergadering
ook aan anderen dan de leden van het bestuur
en afgevaardigden van corporation en afdeelin-
geu stemrecht zou kunnen worden gegeven.
De inkomsten over 1916 bedroegen f3264.09,
waaronder f248 aan contributies. Het kapitaal
is tot dusver iu zgn geheel f 8785.84Vs- Onder
de giften is er een van f40."
V
Ziehier de hoofdzaken uit het verslag.
Aan deze vereeniging ontbreken twee dingen.
Ten eerste een groote schare vaste contribu
anten. Deze kan een vereenigiug, die zich aan
het werk der barmhartigheid wijdt, niet missen.
Eu ze behoeft ze ook niet te missen, want er
zgu talloos vele christenen, die o zoo gemak
kelijk jaarlgks een gulden of een rijksdaalder
of meer, zonder dat het hen iets deert, zouden
kunnen beloven en geven, indien ze maar iets
meegevoelen van de ontroering der barmhar
tigheid, die in Christus Jezus is, indien ze
maar geen harde menschen zijn, harde afwg-
zers van het nooddruftige, dat daar roept, en
van het ellendige, dat geen helper heeft. Er is
veel gebedel, dat wel anders kon. Maar de
zaak der christelijke b .rmhartigheid mag nim
mer kloppen aan een gesloten deur.
Ten andere ontbreken aan deze vereem'ging
goede correspondenten. De vereeniging, die een
correspondent heeft gevonden, is even gelukkig
als een man, die een goede vrouw heeft ge
vonden een goede correspondent is een zaak.
Doch er zijn meer goede vrouwen dan goede
correspondenten. Een correspondent van het
echte hout heeft een hart voor ?\ju werk, hg
gaat er op uit, vermeerdert gestadig de lgst
der contribuanten, hg houdt aan tgdig en
ontijdig. Men moet er voor hebben een broeder
of een zuster met een priesterlijk hart, dat tot
dienen bereid is, en zich door de ongemakkeu,
vau het werk niet ontmoedigen laat.
Tot zoover het woord van ds. Laman.
Ook ons werd dit Jaarverslag gezonden, op
dat wg er de Zeeuwsche Broeders en Zusters
opmerkzaam op zouden maken. In onze pro
vincie worden alleen iu Middelburg een 7-tal
en in Krabbendgke 1 begunstiger gevonden.
Ds. Wielenga van Middelburg is de ijverige
secretaris, die het jaarverslag opstelde, maar
dia zich bovendien zeer verblijden zou indien
uit allerlei deelen onzer provincie contribuanten
of correspondenten zich bg hem aanmeldden om
„Bartimeüs" te steunen. Gg, dia het licht der
oogen, gewapend met een bril of ongewapend,
geniet en daardoor ten volle meeleeft met uwe
omgeving en u verlustigt in den rijkdom van
Gods schepping, vergeet de weldadigheid en
de mededeelzaamheid niet, en gun daarbij ook
aan die jongste zuster een bescheiden plaats.
Nauwelijks vijf jaren werkt ds. A. Merkelgn
te Magelang, en reeds wordt de mogelijkheid
overwogen van de institueering der kerk aldaar.
Dit feit bewgst reeds afdoende den groöten
zegèD, dien God geeft op den arbeid van onzen
Zendeling. De Heere heeft de gebeden van Zgn
volk tot dusverre wonderlijk willen verhooren,
en dit versterkt onze vrijmoedigheid in het
roepen: „Uw Koninkrijk koom' toch, o Heer,
ook in Magelang
Tot den kring, dien ds. Merkelgn rondom
zich heeft weten te verzameleu, behooren
eenige tientallen Europeanen, waaronder het
personeel van de Hollandsch-Javaansche en
Hollandsch-Chineesche scholen, met hnu ge
zinnen dan een paar Chineezenenkelen uit
de vele duizenden, die in en om Magelang
wonen vervolgens een paar Jwdo's, dat zgn
afstammelingen van een Europeesehen vader
eu een inlandsche (Javaansche) moed r; en
daags haar kind verliezen, dat wist ie, als geen
wonder tussehenbeide kwam! En kg wist ook,
dat bad ie reeds gemerkt, in dien korten tgd,
dat ie er in huis kwam, dat die moeder alleen
stond, alléén met haar smart... Haar man en
zij, ze verstonden elkaar niet. De man zou de
yrouw Diet kunnen troosten. En hoogerzouze
het niet zoeken, niet kunnen zoeken, want dien
vrede, die alle verstand te boven gaat, bezat
zg niet. Of zij d'r naar hunkerde. Hg wist het
niet, vermoedde het alleen
En daarom werd ie direct medelijdend
jegens haar gestemd. Kalmeerend legde ie z'n
hand op haar arm. „Stil, stil" zei hg. „Ge
vergist u, ik ben niet gevoelloos. Maar als ik
had gezegd, dat uw kind beter zou wordeD, en
over eenige dagen ging het, zonder eenige
waarschuwing, de Eeuwigheid in, wat liadt ge
dan gezegd Zou ik dan als dokter, als mensch
en als Christen verantwoord zgn geweest Im
mers neen Bedenk, dat hier 'n ziel te verliezen of
te winnen is. Ge moet het ventje, als hg tot
bewustzijn is, en dat zal zoo lang niet meer
duren, denk ik, er op voorbereiden. Noemt ge
dat gevoelloosheid Neen, dat is niets anders,
dan het bevel opvolgen van mgn Zender, om
het Evarigelie te prediken en te wijzen zondaren
den weg tot bekeeriug. Dat geldt ook voor
kleine kinderen
Verwonderd keek ze hem aau. Even schokte
hetO, dat waren al oude klanken voor
haar, klanken uit vroeger jaren. Het leek zoo
lang, zoo oneindig lang geleden en iu waar
heid was het nog maar 'n luttel twaalftal
jaren! Daar ginds, in het kleine huisje, in
eindelijk eenige tientallen Javanen. Naar wg
meenen. bestaat de gemeente nu uit ongeveer
100 belijdende leden en gedoopten.
Wg noemen daar het woord „gemeenten"
de christenen hebben zich georganiseerd, zij
gaan des Zondags naar de kerk, den Doop
wordt toegediend en het Avondmaal wordt
gevierd maar dit alles geschiedt gelgk het
°P het Zendingsveld geschieden moet en kan.
Geïnstitueerd is de kerk echter nog nietds.
Merkelgn is alles, en ouderlingen en diakenen,
die hem terzijde staan, lie* ft hg niet. Natuur
lijk heeft hg veel hulp van zgn inlandsche
helpers, doch dit betreft het eigenlijke Zen
dingswerk; en ook wordt hg bijgestaan door
eenige der Europeaansche christenen, met name
uit het corps onderwijzers, doch deze zgn geen
ambtsdragersde institueering der kerk bleet'
tot dusverre achterwege, d. w. z. er werd nog
geen kerkeraad gekozen.
Dat het toch eenmaal daartoe komen zal, is
onze wensch en bede. Doch die gelooven haas
ten niet. Ook dit kan niöt gemaakt worden
het moet groeienen 't is God alleen die den
wasdom geeft, op zgn tgd en op zgn wgze.
En daar uit groeien moeilijkheden op, als
men de vraag kerk-institueering onder de oogen
gaat zien. Persoonlijk denkt men alleen aan
liet bezwaar, om geschikte en bekwame ouder
lingen te vinden; de gemeente is nog joDg
zjjn er wel mannen, die voldoende onderlegd
en geestelijk rgp zgn om in het ambt te wor
den gesteld
Maar er is nog een ander en niet minder
groot bezwaar, n.l. het taalverschil. Wij noem
den zooeven vier soorten christenen, n.l. Euro
peanen, Javanen, Chineezen en Indo's. De
laatste twee kunnen wg echter wel uitscha
kelen, maar op de Europeanen (in dit geval
Nederlander) en Javanen komt het voor.
beiden leveD een geheel verschillend leven,
zgn vau zeer onderscheidene ontwikkeling en
cultuurvorming, en spreken ook niet dezelfde
taal. Wel zgn er Nederlanders die Javaansch,
en ook Javanen die Nederlandsch kunnen,
doch dat zgn uitzonderingen om elkander te
verstaan gebruikt men het Maleisch.
Nu is echter de vraag zal men te Magelang
één kerk stichten, en al deze Nederlanders en
Javanen samenvoegen? of zal men twee ker
ken institueeren een Hollandsche en een Ja-
vaausehe kerk Tegen beide gedachten valt
veel te zeggen, maar er valt ook veel vóór
beide gedachten te zeggen. Wg hebben niet de
pretentie te meeneu, hier dadelijk een keuze
te kunnen doen doch in elk geval is het goed,
dat onze Zeeuwsche kerken vast voelen welke
problemen hier schuilen, opdat zg er over kan
gaan denken, en ook te vuriger mogen bidden,
dat de Heere aau de zendende kerk en de
zendiDgsdeputaten, en aan ds. Merkel|jn met
de zijnen een goede gids moge geven in deze
zaak, opdat, wanneer het straks tot kerk-iusti-
tueering komen zal, wg mogen weten hoe te
handelen.
Wg zijn voornemens otn eerst, uiteen te zet
ten, welke bezwaren er zgn tegen heb institu
eeren vau één kerk, waarin Nederlanders en
Javanen worden vereenigd en daarna welke
bezwaren er zgn tegen het vormen van twee
kerken, .-één vftor de Hollanders; en ;één Voor
de inlanders. Tevens moeteu wg dau nagaan,
wat er vóór beide opvattingen valt te zeggen.
J. D. WlBLENGA.
K«rk> tn iohoolnievwi.
TWEETAL
te Deventer (A.)G. Bax te Holten;
H. Ph. Iugwersen te Berlikuöi.
BEROEPEN
te Haarlem (vac.-W. Ringnalda)G. R. Kujjpec
te Albasserdain.
te Stellendam: G. W. Akkerhuis te Sleeuwgk
te Ter AarJ. H. A. Bosch te Audel
te Hendrik-Ido-AmbacbtM. M. Horjus te
te Oud-Loosdrecht;
AANGENOMEN
na r Nieuw-Weerdinge (Dr.): H. Lanning te
Dwingeloo.
Zeclanda' tuin, op Walcheren, bad ze ze
voor het eerst en ook voor het laatst gehoord.
Sedert had zg er geen aandacht meer aan ge
schonken. Het volle, rgke leven eisehte zoo
ontzaggelijk veel, immers En nu, bg het
ziekbed vau haar lieveling, haar eenig zoontje,
een ziekbed, dat weldra een sterfbed zou zgu,
hoorde zg die klanken weer. Nu niet vau
moeder, met haar door zorgen gerimpeld gezicht
of vau vader, met zgu door-zwaar-werken-ver
eelte handen, maar van den jongen dokter, die
haar zoo8?en had verteld, dat haar zoontje niet
meer genezen zou
Diep zuchtte zjjNog steeds keek de arts
naar het zieke ventje In haar op kwam intens
zelfverwijt. Het kind zou hééugaau, zonder dat
zg ooit het had verteld van Jezus. Ze had hem
voor zichzelf niet noodig gehad, of liever, zg
had zich door haar man laten overhalen, omdat
het zaad niet diep wortel had geschoten. Eu
zg wist maar al te goed, dat het met haar niet
was, zooals het moest zgnDe woorden
van den dokter wekten weer op dien ouden
strgd. Zg meende, dat zg alle bruggen, die haar
verbonden met genoten opvoeding achter zich
had afgebroken. Maar al te duidelijk bleek nu,
dat het Diet waar was. Eu dat kan immers Diet
anders? Wanneer een godloochenaar, een over
tuigd atheïst, bg zgn verscheiden tot de om
standers zegt met vaste overtuiging: „Er ia
een God!" en dan de laatste adem uitblaast,
zou zg dan, wie het van joDgs aan is inge
prent, maar onverschillig kunnen voortleven,
zonder zelfs maar een oogenblik te kennen vau
strgd en van wroeging Immers neen Neen,