Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 31e Jaargang. Vrijdag 26 October 1917 No. 43. UIT HET WQOR1). Redacteuren Ds. L. BOÜMA te Middelburg en Ds. O. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Vasts Medewerkers0.0. R. J. i. d. VEER, J. D. WIELEM6A, B. MEIJER, F. J. i. d. EMOE, A. A. SCHELVEN en F. W. J. WOLF. Abonnementsprijsperkwartaal bij vooruitbetaling 50 cent. PERSVERBEN1GING ZEEUWSCHE KERKBODE. F. Staal Pz. MERKELIJK LEVEK. Over de Schelde. Afzonderlijke nummer» 5 cent. Advertentieprijs10 cent per regelb\j jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGrAVB YAN DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHÖFF, Middelburg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. EEN MACHTIGE DE VANGST ONTNOMEN. Zou ook een machtige de vangst ontnomen wordenof zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ont komen Doch.alzoo zegt de Heere Ja, de gevangenen des machtigen zullen hem ontnomen worden want met uwe twisters zal Ik twisten en uwe kinderen zal Ik verlossen; Jezaia 49 24, 25. Jezaia is de trooster van het Sion Gods. Het volk zijner dagen had er ook wel be hoefte aan. 't Hart des oprechten was zoo bedrukt; de ballingschap kwam. Het machtige Babel zette Israël den voet op den nek. Wat uitzicht was er, dat ze uit zoo sterk geweld ooit zouden verlost wor den? Was het niet alsof Israël in Babel als in het graf gevoerd werd In die benauwing roept de Heere Jezaia en zegt tot hem: »troost, troost mijn volk!" Maar de Heere heeft wat te doen met zijn volk. Sion betrouwt Hem niethet acht zich der verdwijning nabij en heeft geen andere verwachting dan dat Babel het zal verpletteren. Neen, zegt de Heere, Babel zal u niet vernietigen. Ik zal integendeel u rijkelijk vermenigvuldigen. Ik zal de eilanden roepen en de volken van verre en de heidenen zullen u toevloeien. Doch Sion vreest en klaagt: De Heere heeft mij verlaten; de Heere heeft mij vergeten". Het is haar in de benauwing of de Heere zich gansch en ai van haar heeft afgetrokken. In de donkerheid waarin ze nederzit, vertrouwt ze Hem niet. Doch de Heere troost nogmaals en zegt: »Kan ook een vrouw hare zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over de zoon baars buiks Ofschoon deze ver- gete, zoo zal Ik toch u niet vergeten". Hef uwe oogen rondom op en zie, alle deze vergaderen zich, zij komen tot u. Nog zullen de kinderen, waarvan gij be roofd waart zeggen voor uwe ooren »De plaats is mij te nauw dat ik wonen mag" en gij zult zeggen in uw hart: wie heeft mij deze gegenereerd, aangezien ik van kinderen beroofd was en eenzaam Ik was in de gevangenis gegaan en wegge- weken, wie heeft dan deze opgevoed Zie, ik was alleen overgelaten, waar waren •deze Die verwachting is Israël weer te groot. Verlost te worden en nog uitgebreid zijn dat is te wonderlijk daarom rijst de vraag »hoe zal dat En de Heere ant woordt andermaal en zegt»Ik zal de middelen daartoe verschaffen". »lk zal mijne hand opbellen tot de heidenen en tot de volkeren mijne banier". Is Sion nu tevreden Neen, nog rijst een vraag des twijfels en des ongeloofs, want het wonder der verlossing is te groot in haar oog. Ze roept uit: »Zal ook een machtige zijne vangst ontnomen worden of zouden de gevangenen eens rechtvaar digen ontkomen Ja, zegt do Heere. Dat zal geschieden. Ik zal het doen, uw Heiland, uw Verlosser, de machtige Jacobs, O 't Is geen wonder dat onder dat be nauwde volk de vraag der vreeze en des twijfels rees»Zal ook een machtige zijn vangst ontnomen worden Of zouden de gevangenen eens recht vaardigen ontkomen?" De macht, die Sion overheerschte was zoo schrikkelijk. Het was Babel, dat gewel dige Babel, dat met zijn ijzeren vuist de volken gekneld hield. Wat grond van verwachting zou er zijn, wat hope op be vrijding? Waren Babels vorsten goeder tieren Immers niet. Was Babel ge noodzaakt, ze los te laten Ook dat niet. Wat geweld zou dan de macht diens ster ken breken Voor menschelijk oog lag er geen weg van verlossing open. Israël is een vangst geweest van Babel een buit van den oorlog. En dien houdt Babel met geweldige kracht vast. Israül was de gevangene eens rechtvaardigen. Niet alsof Babel zoo rechtvaardig ware in alles, maar in den oorlog was Israël een rechtmatigen buit geweest. En ook naar Gods heilig recht was het om zijner zon den wil aan Babel overgegeven. Daarom, zoo ver Israël zien kon, was er niets dan ballingschap te verwachten. Verlossing was een afgesnedene zaak. Hoe heerlijk is dan het troostwoord, dat Jezaia voor zijn volk heeft, dat nochtans, de gevangenen des machtigen hem zullen ontnomen worden en dat de vangst des tirans zal ontkomen. Is Babel een mach tige om zijn buit vast te houden, de Heere is nog machtiger om 't hem te ontnemen. Hij zal wegen en middelen weten te vin den waardoor Israël verlossing wordt be reid. Toen Israël in Egypte's dienstbaar heid zuchtte scheen het onmogelijk dat die slavenketen zou gebroken worden. Doch de Heere verwekte Mozes en Aaron Hij sloeg Farao met plaag op plaagHij baande een pad door de zee en zoo leidde Hij op wonderbare wijze, met sterke hand Israël uit. En zoo doet Hij ook hier. ik de Heere, die uw Heiland ben en uw Verlosser, de Machtige Jacobs zal het doen. Ziet, Hij verwekt Cores, den Persiaan, maakt hem tot zijn knecht en laat hem de banden breken, Hij zegt tot Jeruzalem wordt ge bouwd en tot den tempel wordt gegrond. 't Is een troost voor alle eeuwen, dat de vangst eens machtigen ontnomen zal worden en de gevangenen eens rechtvaar digen ontkome. Zoo menigmaal zucht het Sion Gods onder de overheersching des sterken. Door eigen zonden voert het zich in ballingschap. En God alleen kan daar uit bevrijden. Was het zoo niet met de kerk des Hoe ren vóór de Reformatie der 16e eeuw. In sterke banden van onwetendheid en dwa ling lag de christenheid gebonden. Leugen macht en priesterheerschappij hielden ze bekneld. Rechtvaardig, want ze had de rechte kennis des Woords niet behouden. Een onverbrekelijk net was als om haar heen gespannen in dat listige stelsel van het pausdom. Dat Babel van Rome scheen wel het graf van de kerke Gods. Telkens rees wel de zucht op naar verlossingge durig werd een poging gewaagd tot bevrij ding der reformatie in hoofd en leden, maar de banden werden niet geslecht. Is het wonder dat uit oprechte zielen de klacht der vreeze rees »Zoude ook een machtige zijn vangst ontnomen worden of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ontkomen Eene verzuchting, waarop het ongeloovig hart antwoordde neen, dat zal niet gebeuren. Doch waarop de Heere antwoordde »ja, gewisselijk, dat zal geschieden". Want Gods belofte blijft on wrikbaar vast. Ja ook nu zou die machtige de vangst ontnomen worden. De Heere wist middelen en wegen. Hij verwekte Luther en schiep in hem een heldenhart om te staan tegen dien machtigen vijand als weleer David tegenover Goliath. Door dat in zichzelf zwakke instrument, dien zoon van een bergwerker, dien eenvoudigen priester be reide God zijne kerk bevrijding. Luther stak die leugenmacht met het zwaard des Geestes. llij riep de waarheid Gods uit voor koningen en keizers, voor den Paus en zijne bisschoppen, ja voor heel de we reld. En zoo scheurde hij dat leugenweefsel met zijn kloek belijden »de rechtvaardige zal door zijn geloof leven Zóó werd de vangst aan den machtige ontnomen. De kerk des Heeren werd uit Rome's banden bevrijd. Dat is van den Heere ge schied, onzen Heiland Jsraëls Verlosser, de Machtige Jacobs. Blijve dan die jubeltoon onder ons leven, als een danktoon tot Gods lof en ook tot sterking van ons geloof Een vaste burcht is onze God, Een machtig schild en wapen, Hij redt ons uit het bangste lot, Hoe donker 't zij geschapen. Ge merkt wel, het profetische woord reikt verder dan O ud-Israëls historie. Israëls ballingschap in Babel is beeld van de geestelijke ballingschap in satans geweld. En evenzoo is de verlossing uit Babel type van de bevrijding uit de geestelijke dienst baarheid, ook van het persoonlijke leven. Heel de wereld is in satans geweld. Gij en ik van nature. Kinderen des toorns zijn we. En die gevangenschap is verschrik kelijk. Wij zijn de vangst van een mach tige; een geweldige, zooals het grondwoord zegt, een reus, een overweldiger. Past dit niet op satan In dat schrikkelijk geweld van dien helschen vorst is de natuurlijke mensch naar recht door eigen zondo en overtreding. Als het oog open gaat voor die macht des satans en 't recht erkend wordt van zijne heerschappij, door eigen schuld, dan is het bange. Dan komt de vreeze voor eeuwig onder zijn geweld te blijven. Ja, de vraag der benauwdheid rijstZoude ook een machtige zijn vangst ontnomen worden Of zouden de gevan genen eens rechtvaardigen ontkomen". Want geduchter dan Babels geweld zijn satans sterkten. Aan onze zijde is het eene gansch afgesnedene zaak, zoodat het heet 'k Wou vluchten, maar kon nergens heen, Zoodat mijn dood voorhanden scheen, En alle hoop mij gansch ontviel, Daar niemand zorgde voor mijn ziel. En toch zorgde er Een. De Heere maakt de gevangenen los. Hij ontsluit een weg. Hij weet middelen en wegen te vinden. Hij heeft bij eenen Held voor Israël hulp beschoren. Door eenen weg, die niemand ooit zou hebben uitgedacht; die door de menschelijke wijsheid zelfs dwaas wordt geacht. Of is het niet zoo met den weg der verlossing? Hetzij ge naar Bethlehem's kribbe of naar Golgotha's kruis het oog wendt, voor 't menschelijke denken is het ongerijmd, dat langs dien weg en door dat middel de machtige ban den der zonde zouden verbroken worden. Inzonderheid dat kruis is voor den Jood eene ergernis en voor den Griek eene dwaasheid. Maar hun die gelooven, de kracht Gods en de wijsheid Gods. Christus is de Held onzer hulpe, die met onze twisters kwam twisten. Hy heeft satan overwonnen aan het kruis. Hij is in het huis des sterken gedrongen en heeft hem zijne vaten ontroofd. Zóó is Hij de verlosser van alle Sions kinderen. Is uw hart aan dat Sion van weleer gelijk, zuchtend in zondebanden? Ziet ge voor uw eigen hart wel eens bang aan tegen 's viiands macht? Zucht ge vol vreeze Zoude ook een machtige zijn vangst ontnomen worden of zouden de gevan genen eens rechtvaardigen ontkomen Ziet dan op des Heeren macht en genade, die ons toeroeptJa gewisselijk, zij zullen ontkomen. Komt tot Jezus, dien Held der hulpe. Vlucht naar den Machtige Jacobs als uw Verlosser. Hij zal u bevryden, zoodat uwe ziel ontkomt als een vogel uit den strik des vogelvangers. Dan zal uw mond vervuld worden met lachen en uwe tong met gejuich, zeggendeDe Heere heeft groote dingen aan ons gedaan, dies zijn wij verblijd. Nationaal gevoelen de inwoners van het land van Axel en Cadzand wel en de veelvuldige aanraking met hun zuidelijke buren levert in dit opzicht ook geen dreigend gevaar op. Of schoon zeer zeker de Vlamingen, die het meeat met deze bevolking verkeeren, over 't geheel niet een al te levendig besef van hun afkomst hebben, toch zal de Vlaamsche beweging lang zamerhand allicht eenige vrucht dragen, wjjl er hier en daar enkele mannen zijn, die goed weten, hoe het eigenlijk staat. Voor eenigen tijd sprak ik nog al eens met een Antwerpe naar en deze oordeelde, dat het een ramp was geweest voor de Vlamingen, dat zij in de 16e eeuw geheel in 't staatkundige gescheiden waren van de Noordelijke Nederlanders, en hy betreurde het, dat de Vlamingen zoo weinig nog afwisten van hun historie en van de plaats, welke zij eigenlijk moesten innemen. Hoe ge heel anders had het kunnen zijn. Dit is ook zoo. Maar gedane feiten nemen geen keer. En daarom zullen we ons niet inlaten met wat mogelijk geweest was en moeten we rekening houden met de werkelijkheid. Bovendien kun nen we nog niet weten, welke veranderingen de tegenwoordige gebeurtenissen brengen zul len in dat land. Zullen de Vlamingen meer dan tot dusver ijveren voor hun aloude traditie of zal de invloed der Walen nog meer over wegend worden. Doch er zijn andere gevaren, waarop we nog even wijzen willen, we vestigen eerst t oog op 't land van Axel. Er is daar ontegenzeggelijk veel meer godsdienstig en kerkelijk leven dan een eeuw vroeger. De bevolking, welke leeft in Axel, Terneuzen, Zaamslag tot aan Hulst en Philippine is over 't algemeen orthodox en kerkelijk. Vooral de kerken van Axel, Terneu zen en Zaamslag zjjn bloeiend en krachtig. Daar vindt men in de Hervormde kerken ook

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 1