De brochure van ds. Netelenbos.
De Zending op de Synode.
K«rk- @n Sehoolnienw».
kapittel, verzetten zich op de hevigste wflze
tegen dit verzoek. Men werd, gelflk het door
gaans gaat, van weerskanten bitter. Alle po
gingen tot vergelijk mislukten. Eindelijk maakte
Keizer Karei V op den 17 April 1529 aan dit
gehaspel een einde, door te beslissen, dat de
kerk te Biezelinge eene parochiekerk zoude
zijn. maar tevens ondergeschikt blijven aan het
kapittel der moederkerk te Kapelle, hetwelk
ook twee derde van alle inkomsten zoude ge
nieten, doch tevens verplicht wezen bij de twee,
reeds aanwezige kappellanen, eenen bekwamen
pastoor of priester te zenden, die het overige
derde deel der inkomsten genieten zou, maar
door de ingezetenen te Biezelinge van een be
kwame pastorie voorzien moest worden. Men
had er echter van deze bepalingen niet lang
genot. De in deze eeuw zich uitbreidende
kerkhervorming won ook hier veld. Op den
1 Dec. 1578 werd voor Kapelle en Biezelinge
een Hervormd predikant benoemd, en de eerste
Zuid-Bsvelandsehe klassikale vergadering werd
te Kapelle gehouden, op den 4 Mei 1579."
Ziedaar wat er in het boekje staat en meer
behoef ik er niet bfl te voegen.
Bouma.
I.
De vorige maand verscheen te Zutfen bfl den
uitgever J. B. van den Brink en Co. een bro
chure van ds. Netelenbos onder het motto
„Dat zij allen één zijn!", met de toevoeging
Een woord, naar aanleiding van mijn optreden
in eene Godsdienstoefening van Hervormden te
's Gravenhage.
De inhoud wordt gesplitst in 6 paragrafen:
1. Inleiding. 2. Het doel van mijn optreden.
3. Eenheid bfl verscheidenheid. 4. Mijne daad
getoetst. 5. Kennelijk heden en kerkelijke
toekomst. 6 Naschrift.
Daar deze brochure ons ter recensie werd
toegezonden, zullen we haar in ons blad kor-
telijk besprekan, door slechts hier en daar en
kele punten aan te stippen. Veel komt er in
deze brochure voor, waarin wij met ds. N.
pecoord gaan. Toch beeft zijne brochure ons
geenszins overtuigd, dat bij in allen deele het
gelijk aan zflne zijde heeft. En als bij meent
door dit vlugschrift zfln optreden in Den Haag
te hebben gerechtvaardigd, dan betwijfelen we
of zulks wel het geval zal zijn.
De schrijver bespreekt op kal men toon ver
schillende tegen zfln optreden ingebrachte be
zwaren. Het boekje leest prettig, zelfs zóó
prettig dat we best kunnen begrijpen, dat een
eenvoudig, niet dieper doordenkend lezer of
lezeres, ten slotte denkt: „ds. N. heeft toch
wel gelijk. Daar is niets tegen in te brengen".
Slechts één keer schiet de schrijver eens nit
zijn slof en viert zijn humor vrijen teugel, als
hij aan het adres van ondergeteekende schrijft
ik heb er hartelijk om gelachen: „O, col
lega, welk een fijne speurneus toont ge te be
zittenDe Pauselijke inquisitie is er een
beestje bh". Ja, zoo is ds. Netelenbos. En
zoo mag ik hem wel ook. Zijn humor doet
een mensch goed. Toch is eene humoristische
opmerking nog geen argumentatie. Hij heeft
er tenminste niet mee weggeruimd de bezwaren
geopperd tegen enkele uitdrukkingen op de
Utrechtsche predikanten-vergadering gebruikt.
Over die uitdrukkingen wordt in deze brochure
weinig gehandeld. Ds. N. houdt zich stipt
behalve in het Naschrift, aan een puntZjjn
preeken in Den Haag. Over dat ééne stuk
wil bij voornamelijk handelen, en geoordeeld
worden. Slechts met enknle woorden laat hij
ook over het andere zich uit.
Hij begint te zeggeD, dat preeken voor ds.
Cramer niet een gril is geweest, maar een uit
overtuiging verrichte daad, die moet getoetst
aan een door hem met ernst beleden beginsel.
Evenwel wordt ge bij het lezen teleurgesteld
als ge meent eene klare verantwoording te
zullen krijgen.
Feitelijk was zijn doel, velen op te wekken
eens wat ernstiger te gaan nadenken over de
eenheid aller geloovigen in Jezus Christup.
Dat doel nu is o.i. in het geheel niet bereikt.
Over 't algemeen vond de daad van ds. N.
besliste afkeuring en dat wel bij menschen,
die volstrekt niet ontkennen, dat er ook in de
Herv Kerk ware geloovigen in aantal te vin
den zjjn, met wie zij zich ook één weten in
Christus en met wie zjj ook wel in zichtbare
kerkelijke eenheid saam leven willen, mits ge
broken worde met het instituut, dat tegen Gods
Woord in handelt.
Over die eenheid is wel nagedacht vóór ds.
N. naar den H<»ag toog. En misschien wel
heter en dieper dan na zjjn optreden aldaar.
Want de propaganda die ds. N, maakt voor
zijn daad leidt m.i. meer tot oppervlakkigheid
en tot verflauwing der grenzen dan tot een
dieper nadenken.
Wanneer ge 't met ds. N. niet eens zflt, dan
behoort ge tot de fanatieken, die moeielflktot
rede te brengen zijndan ziet ge door een
verkeerden bril, zoo schrjjft hij. Maar m.i.
heeft het „idealisme" van ds. N. liever be
stempel ik 't met „eenheidszucht" hem ver
leid tot een „hekkenspringerfl", welke hij nu
met een beginselkwestie tracht te dekken.
Stel eens, dat 't bij ds. N. een weldoordacht
beginsel ware geweest, wat had hij dan moeten
doen? Ten le dat beginsel openbaar duidelijk
moeten uiteenzetten. En dan 2e zijn daad er
bjj moeten voegen als een bezegeling van het
openlijk uitgesproken beginsel.
Nn heeft hij door zjjn daad verrast
want niemand had ervan geweten noch het
verwachten van achteren komt nu de
verklaringja, maar menschen, dat deed ik
om een met ernst beleden beginsel te verdui
delijken en te propageeren. Daarom verrichtte
hfl 't in alle stilte, schrijft ds. N. zoo naief
mogelijk. Ik vermoed, dat zoo ds. N. het tevo
ren in Middelburg bekend gemaakt had, de
Gereformeerde broeders het hem met alle klem
en ernst en terechtals een zeer onvoor
zichtige stap zouden ontraden hebben. En dan
had er bij ds. N. eens kunnen komen wat
ernstiger nadenken over de gronden, die geleid
hebben tot Afscheiding en Doleantie en over
zjjne verplichtingen als Dienaar des Woords
tegenover de Gereformeerde Kerken, in wier
midden hy in het Ambt is gesteld.
Nu verweert hfl zich met een uiteenzetting
hoe hfl persoonlijk denkt over de Kerk. Hfl
verwflst naar art. 29 onzer Geloofsbelijdenis,
waar de kenmerken genoemd worden van de
ware en de valsche kerk; en beweert m. a. w.
de Ned. Herv. Kerk is geen valsche kerk, dus
mag ik er wel het woord bedienen. Onder de
verkeerde bestuursinrichting der Ned. Herv.
Kerk wordt ook nog wel de gemeente van onzen
Heere Jezus Christus vergaderd't is niet een
valsche, maar een minder-zuivere kerk. Want
welke kerk is er eigenlijk absoluut zuiver?
Niet één. 't Is maar een hradueel, geen prin
cipieel verschil, dat er bestaat tusschen een
Geref. Kerk en de Ned. Herv. Kerk
We stemmen immers in met de gedachte
van de pluriformiteitEn dan wordt een paar
malen een citaat gegeven uit Bavincks Dogma
tiek om te concludeeren, dat eigenlflk de Ge
reformeerden het standpunt der Confessie in
art. 2730 ingenomen, hebben verlaten.
Stel weer eens, dat ds. N. een ernstig bezwaar
had tegen de Confessie, dan had hfl eerst dat
bezwaar moeten kenbaar maken ter plaatse
waar zulks behoort, eer hfl overging tot een
daad, welke uit dat bezwaar voortvloeide. Maar
o.i. behoeft iemand, die de pluriformiteitsge-
dachte voorstaat, nog geen bezwaar te hebben
tegen de genoemde artikelen onzer Geloofsbe
lijdenis Toegestemd moet worden, dat de for-
muleeriog dier artikelen niet precies past op
onzen tegenwoordigen tfld. Maar dat geldt van
wel meer artikelen der Confessie. Dan mocht
onze geheele Geloofsbelijdenis wel worden
herzien. Art. 29 moet dan ook opgevat, zooals
het door onze Vaderen werd bedoeld. En dan
kan niemand er op schriftuurlijke gronden
eenige bedenking tegen inbrengen. En daar
gaat het toch in de eerste plaats om, of onze
Confessie overeenstemt met wat de H. Schrift
leert. Van de Hervormde Kerk, zooals die thans
leeft onder de synodale organisatie, is in dat
artikel geen sprake. Haar onschriftuurlijk
standpunt zou in geheel andere bewoordingen
moeten worden bestreden, 't Is wel te bejamme
ren, dat dit nog niet gebeurd is. Maar omdat
dit nog niet gebeurd is, daarom behoeft men
nog niet te concludeeren: „Dus de Herv. Kerk
in een ware kerk, alleen maar een wat minder
zuiver instituut dan de Geref. Kerken zfln."
Toen art. 29 werd opgesteld, waren er onder
de Room?che hiërarchie ook nog ware Christe
nen, en onze Geref. vaderen hebben getracht
ze te bewegen met de Roomsche kerk en leer
te breken. En zoo ligt het heden ten dage op
den weg van leeraars in de Geref. Kerken, om
de ware Christenen te overtuigen, dat onze
kerkinrichting zooveel mogelflk beantwoordt
aan de door Gods Woord gestelde eischen, en
dat zfl zich dus tot ons kerkelflk instituut heb
ben te voegen. Daarmee doet men zeer zeker
aan het eenheidsideaal geen afbreuk. Een sprong
buiten de omheining van eigen kerkelflk erf
bevordert de eenheidsgedachte niet. Ds. Nete
lenbos is dan ook zeer inconsequent, wanneer
hfl op blz. 17 schrflft: „mfln optreden in 's
Hage droeg een uitzonderingskaraker. En als
uitzondering kan goed zfln, wat als regel af
keuring zou verdienen. Geen predikant verlaat
tienmaal in 'tjaar zfln gemeente voor zulk een
doel." Vloeide zfln daad voort uit een ernstig
gemeend beginsel, dan moest hfl juist iedere
gelegenheid aangrflpen om dat beginsel weer
in toepassing te brengen. Dan moest hfl eiken
vacantiezondag gebruiken om op een de Herv.
kansels te preeken. En dan zou ook de eene be
leefdheid de andere waard zfln. Waar ds. Cramer
zfln plaats voor hem inruimde, moest ds. N.
uit kracht van dat ernstig gemeende beginsel
dan zfln plaats in Middelburg trachten open
te stellen voor een optreden van ds. Cramer.
Dan zou hfl spoedig gewaar worden, hoeveel
menschen in onze kerken er met zflne eenheids
opvatting sympathiseerden. Ik vermoed: niet
veel, misschien wel niet een.
Ds. Netelenbos haalt enkele malen aan de
Dogmatiek van professor Bavinck.
Best! Mag ik hem dan ook eens een stukje
daaruit voorleggen
Op blz. 344 van deel IV lees ik
„Het is te begrflpen, dat vele Christenen zich
telkens weer hebben laten verleiden tot de po
ging, om die vurig begeerde eenheid der kerk
van Christus, hetzfl door gewelddadige mid
delen, vooral door den sterken arm der over
heid, of op kunstmatige wflze, door tyncretisme
en fusie, tot Hand te brengen of in stand te
houden. Maar ter anderer zflde mogen wfl
toch ook niet vergeten, dat de mislukking van
al deze pogingen ons iets te leeren heeft. De
historie is evenals de natuur een werk Gods
zfl gaat niet buiten Zflne voorzienigheid om
Christus is door Zflne opstand en hemelvaart
verheven tot Koning aan des Vaders rechter
hand en zal dat blflven, totdat al zflne vflanden
onder Zflne voeten gelegd zfln. Hfl regeert,
ook over de verdeeldheden en scheuringen van
Zflne kerk op aarde. En zflne bede om hare
eenheid is niet voortgevloeid uit onbekendheid
met hare geschiedenis noch ook uit onmacht
tot hare regeering in en door de verdeeldheden
heen wordt zfl dagelflks verhoord en hare vol
komen vervulling tegemoet gevoerd. De diepe
geestelflke zin, waarin de eenheid Zflner dis
cipelen door Jezus opgevat wordt, sluit juist
alle gewelddadige of kunstmatige pogingen tot
hare invoering uit. Christus, die er om bad,
kan ook alleen haar tot stand brengen Zflne
bede is waarborg, dat zfl in Hem reeds bestaat
en te zflner tfld uit Hem ook in alle geloovigen
openbaar worden zal".
Als ds. N. nu op bladz. 15 schrflft: „die
geestelflke eenheid met den Heer moeten we
als Christenen dan ook toonen aan de wereld",
dan zfln we dat met hem eens.
Doch de vraag is maarhoe moeten we dat
doen
Daarvoor moeten we zoeken de eenheid te
toonen allereerst met hen, die ons h°t allernaaste
staan, die met ons éénzelfde gereformeerde
belfldenis hebben. Dat is het goede becin.
Daaruit sproot voort de vereenigiug in 1892.
En ons arbeiden en bidden moet erop gericht
zfln, dat in ons vaderland alle gereformeerden,
ook die in de Herv. Kerk zich bevinden, in
één kerkelflk iustituut saamgebracht mogen en
kunnen worden. Maar die eenheid toont geniet
door „bfl wflze van uitzoudering" eens „een
uurtje de gastvrflheid te genieten" in een
ander instituut.
Kerkhof.
Z1NBIIG.
Op de synodale tafel is de Zending steeds
een van de hoofdschotels. Ook ditmaal is dit
weer het geval geweest. Wfl zullen de acta
moeten afwachten, om een volledig beeld te
krflgen, doch uit de gepubliceerde verslagen
blflkt reeds dat de Synode voor gewichtige
zaken stond en er zich flink doorheen geslagen
heeft.
Dit laatste klinkt wat oneerbiedig, doch be
doelen wfl niet kwaad. Men oordcele echter
zelf. Er was een schrflven van Utrecht, of
het. geoorloofd was een Chineeschen toko-houder,
die tot bekeering kwam, in de kerk op te
nemen, en toe te staan des Zondags zfln winkel
open te lioudeD. De Synode nam over deze
zaak het volgende besluit:
„lo. Dat de vraag van de Kerk van Utrecht
of Chineesche tokohouders, die bekend zfln
met 't Christendom en begeerte hebben om
den (Chr.) doop te ontvangen, wel in de ge
meenschap der Kerk kunnen worden opge
nomen, zonder daarom verplicht te zfln des
Zondags hunne winkels te sluiten, in 't alge
meen genomen ontkennend moet worden be
antwoord.
2o. Dat bfl de toepassing van dezen regel
ieder bflzonder geval op zichzelf dient te worden
beoordeeld."
Dat ds. v. Dflk, de Miss. Dienaar van Fries
land, namens de Commissie deze conclusie aan
de Synode voorstelde, doet ons aan het ver
standige van het genomen besluit gelooven,
maar wfl achten het weinig bevredigend. Er
kan toch uit worden opgemaakt, dat het ge
oorloofd wordt geacht in sommige gevallen,
dat een toto-houder die christen wordt des
Zondags zfln winkel open houdten wfl kun
nen op dit oogenblik niet inzien hoe dit in
overeenstemming kan worden gebracht met
het 4de gebod.
Ter sprake kwam op de Synode ook de
kwestie van de uitbreiding van den Zendings-
arbeid in de Buitenbezittingen. Onze lezers
zullen zich herinneren wat dr. Kuyper in „De
Standaard" en ds. H. Dflkstra in het „Zendings
blad" over dit gewichtig punt hebben geschre
ven. De Synode nam de volgende, voorgestelde,
conclusie aan
„De Synode,
hoezeer toejuichende de gedachte, dat door een
machtige Zendingsactie de animistische volken
van den O.Indischen Archipel, aleer ook daar
de Islam doordringt, voor het Evangelie mochten
gewonnen worden
doch van oordeel, dat zulk een ondernemen
de krachten van de Gereformeerde Kerken bfl
al hetgeen op Java en Soemba reeds voor hare
rekening kwam en niet mag worden prflsge-
geven, thans verre te boven gaat en dat ook
op eene gemeenschappelijke actie met andere
Zendingscorporaties voor dit doel al heel weinig
uitzicht is
daarbfl overwegende, dat ook in dezen wel
dient gelet op de leidingen des Heeren, die
ons in de laatste jaren het spoor hebben ge-
teekend, en wfl, dit spoor volgende, de uitkomst
met biddend vertrouwen in Gods hand hebben
over te geven
spreekt als haar oordeel uit
a. dat het Zendingswerk zoowel op Midden-
Java als op Soemba behoort gehandhaafd te
blflven en met kracht te worden voortgezet
b. dat van eene nieuwe Zendingsactie, hoe
zeer gewenscht, vooreerst moet worden afge
zien, doch
c. dat, wanneer zich daartoe de gelegenheid
voordoet, het bezetten van eenig terrein in de
Buiten-Bezittingen door haar niet zal worden
gekeerd, maar veeleer met vreugde begroet,
weshalve zfl aan de nieuw te benoemen depu-
taten voor de Zending opdraagt, om, wanneer
naar hun oordeel die mogelijkheid zich mocht
voordoen, daarop de aandacht van de Synode te
vestigen."
Dit besluit achten wfl voorzichtig geformu
leerd, en toch ook krachtig gesteld. Wfl zfln
het er van harte mee eens, en gelooven dat de
onrust in onze kerken (zoo zfl er nog was) nu
geheel ?al zfln weggenomen. Het staat nu vast
als een paal boven water, dat er van verflau
wing van de actie op Java en op Soemba geen
sprake zfln zal, dat alle krachten zullen worden
besteed aan hetgeen de Heere ons in den weg
van Zfln Voorzienigheid heeft te doen gegeven
en dat wfl zullen afwachten wat er in de toe
komst gebeuren zal, om dan te overwegen, of
er terrein in de Buitenbezittingen naast Soemba
kan worden ontgonnen.
Wfl vinden het jammer, dat de Synode niet
is ingegaan op de zeer belangrflke en toch ook
wel dringende kwestie van de instelling van
het ambt van dienaar des Woords op het Zen
dingsterrein. Besloten toch werd „le. deze
belangrflke aangelegenheid nu niet in behan
deling te nemenen 2e. aan den nieuw te be
noemen deputaten op te dragen om over deze
zaak een praeadvies op te stellen voor de vol
gende Gener. Synode en daartoe vooraf ook
in te_ winnen het oordeel over deze geheele
materie zoowel van de miss. dienaren in Indië.
als van de inlandsche kerken op Java en
Soemba". Wfl zullen dus nog drie jaren ge
duld moeten hebben.
Yerblfldend was de mededeeling, dat het
Zendingsblad de oplaag van 50.000 exemplaren
is te boven gegaan. Is het niet prachtig?
Geen wonder dat de finantieele bate niet ge
ring is, n.l. f 24.000 Gelflk men weet, zfln
deze gelden voor de algemeene kas, die heeft
te zorgen voor de Keucheniusschool enz. enz.
Zonder groot bezwaar kan het cflfer van f 50,000
nog hooger. worden opgevoerd; hoeveel gezin
nen zfln er niet in Zeeland en Brabant, waarin
het Zendingsblad nog geen herberg vond En
het moet ons ideaal blflvenin elk. gezin het
Zendingsblad
Meer licht achten sommige misschien ge
wenscht over de volgende besluiten „d. aan
de nieuw te benoemen deputaten op te dragen,
in overleg met ds. H. Dflkstra, te regelen de
plaats van het deel der Zendings-bibliotheek
dat thans onder zfln berusting ise. om hun
volmacht te geven tot het aankoopen van en
kele werken van ds. Dflkstra voor de Zendings -
bibliotheek." Ter toelichting kunnen wfl
zeggen dat in het gebouw van de Theol. School
te Kampen een bibliotheek is van Zendings
werken, wel niet groot, maar toch niet zonder
beteekenis. Iüdertfld verscheen er een cata
logus van. Uit het op de Synode gevallen
b sluit blflkt, dat deze bibliotheek niet onbe
langrijk zal worden uitgebreid, door er aan toe
te voegen, wat tot dusver onder 't beheer van
ds. Dflkstra stond en sommige werken uit diens
eigen bibliotheek. Hieruit zal weer volgen de
noodzakelflkheid van het uitgeven van een
supplement-catalogus, opdat ook anderen dan
professoren en studenten van deze werken
kunnen profiteeren.
J. D. Wielenga.
TWEETAL
te Heinkenszand J. Bolinan te Oostwolde
H. Brouwer H.Mzn. te
Schoon dflke.
te Hoofddorp K. v. Anken te Pernis
N. J. v. Goor te Groningen.
BEROEPEN
te Waarder: Joh. S. Lancren te Gouda;
te Oldehove dr. H. W. Smit, cand. te Ierseke;
te Kapelle-Biezelinge A. Scheele te Veere
te Hylaard H. Brinkman te Glanerbrug
te OnstweddeH. Banning te Dwingelo
te Yeenendaal G. R. Kuyper te Alblasserdam
te GamerenJ. L. Jaspers te Beekbergen
te Den HamH. Hummelen te Breda.
AANGENOMEN
naar Oldeboorn H. Hasper te Schiermonnik
oog.
BEDANKT
voor Koudekerk a.d. RflnH. Ph. Ingwersen
te Berlikum.
voor KoudumC. J. Hakman te Harlingen
voor Waardhuizen II. Dekker te Yenlo
voor GenderenF. Staal te Colflnsplaat
voor LandsmeerA. J. de Boer te Garrelsweer
voor Anna JacobapolderM. M. Horjus te
Oud-Loosdrecht
voor N. LoosdrechtR. de Jager te Kamerik.
Dr. S. Greydanus heeft zflne benoeming
tot Hoogleeraar aan de Theologische School te
Kampen aangenomen.
Op 22 Mei j.l. is te Medan (Sumatra,
Ned. O. Indië) de Geref. kerk geïnstitueerd
onder leiding van Dr. H. v. Andel te Solo
(Java). Tot dusver werden 130 leden (belfldende
en doopleden) ingeschreven. De bedoeling is
Dr. W. G. Harrenstein van N. Scharwoude als
predikant te beroepen.
Vrfldag 28 Sept. zal D.Y. de cursus aan
de Theol. School geopend worden met een
toespraak van den pro-rector Dr. T. Hoekstra.
De Gener. Synode nam het besluit de
kerken uit te noodigen op Zondag 9 September
te gedenken hoe vóór 25 jaren de ineensmel-
tiug tot stand kwam tusschen de kerken der
Scheiding en der Doleantie.
De steenkolennood brengt de predikanten
in groote moeite. Zfl krflgen toch zoo weinig,
dat de studeerkamers dezen winter wel flskel-
ders zullen worden. Yolgens de Nederlandsche
wet vallen de studeerkamers niet onder werk
plaatsen enz., en krflgt men alzoo ook geen
extra toelage steenkolen er voor. Dit nu heeft
een schrflver in de N. R. Rt. aanleiding ge
geven o. a. het volgende te schrflven, dat wfl
met instemming overnemen
„Het ligt mflns inziens dan ook niet op den
weg der predikanten, doch allereerst op dien
der kerkbesturen, te trachten, hier alsnog ver
betering te verkrflgen. Mocht het, waarop
alle kans is, inderdaad de predikanten onmo
gelijk worden gemaakt zich voor hun prediking,
onderwfls en studie behoorlflk in te richten en
bezoekers voor vertrouwelijk onderhoud te ont
vangen, dan zal de schuld hiervan niet zoozeer
aan de rflkskolendistributie en haar organen
liggen, die zich moeilflk in de behoeften van
alle geledingen der bevolking kunnen verplaat
sen, doch voornamelijk bfl de rechtstreeks be
trokkenen, die niet hun uiterste best hebben
gedaan hun belangen te bepleiten.
Waar allerlei belanghebbende lichamen voor
de rantsoeneering van het door hen beschermde
bedrflf in de bres zfln gesprongen, en daarbfl
meest zeldzaam goed zfln geslaagd, mogen de
kerkelflke besturen niet achterblijven. Dezer
dagen hoorde ik nog van een geneesheer, dat
door een of ander lichaam een welgeslaagde