K«rk- «n Bchoolnleuws. Offieiëele Berichten. Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. Koninkrijk. Laten er uit onze mannenscharen vrijwilligers zich geven voor den dienst van Koning Jezus in IndiëDuitsche zendelingen hebben tot op heden wel in onze koloniën gearbeid, maar dat zal na den oorlog waar schijnlijk ophouden, omdat Duitschland dan zelf zijne mannen noodig heeft. Nederlandsche mannen moeten dan hun plaats kunnen inne men. En zij moeten ook voor Christus willen arbeiden in Indië als onderwijzers, of in rne- dischen dienst, of als ambtenaars, aan wier invloed men in Indië zoo groote behoefte heeft. Worde Nederland een lichtende ster, een bron van troost v or de bevolking zijner Koloniën, om het zijne voeten te richten op het pad des vredes. Terwijl wij zongen „Amen! Jezus Christus, Amen! Ja, Gij zult in 't groot heelal 't Rijk der duisternis beschamen Tot het niet meer wezen zal", trad de tweede spreker voor de inmiddels nog aangegroeide schare op Ds. Sikkel van Klun- dert, met het onderwerp„Komt het Konink rijk ZendiDg zoo verklaarde spreker is gezonden worden uit den hemel, waar 't zalig is, naar deze aarde, die gevloekt is uit den hemel, waar 'talles God looft, naar deze aarde, waar 't alles Gode vijandig is. Zending, is niet een werk van den mensch, maar van God. Valt van dat zendingswerk nu ook iets te aan schouwen in onze dagen Komt het Koninkrijk ook te Magelang? Wordt daar de lof des Heeren verkondigd Wordt daar een troon, n.l. die van Satan, omgestooten, en een andere troon, n.l. die van Christus, opgericht Spreker teekent in korte trekken, welke gunstige berichten uit Magelang komen. Gaar is sprake van bekeerden, gedoopten, belang stellenden, etc. Zijn die teekenen een bewijs, dat dan het Koninkrijk komt? Is er al een troon omge stooten? Ja, breeder genomen, mag gevraagd: Komt het Koninkrijk wel in Indië Wordt de wereld wel aangevallen van uit den hemel Toen riep spreker voor ons op het beeld van Johannes den Dooper in den kerker, die Chris tus vragen liet: „Zjjt Gjj degene, die komen zoude, of verwachten wij een anderen En die Johannes was toch wel een echte zendeling hij was een man van God gezonden. Hjj had oog voor den aanval van den hemel op de aarde. Hjj wachtte op den uitslag, maar die kwam niet zooals hij dien verwachtte. Als Johannes hoorde dat het Koninkrijk in Israel kwam, dan had hij zendingsvreugde. Maar zijn blijdschap was weg, toen zijne dis cipelen hem kwamen meedeelen, hoe het ging met Jezus' optreden onder Israël. Dat waren heel mooie, lieve zendingsverhaaltjes, wel de moeite waard om naar te luisteren, hoe al die kranke menschen genezen werden, maar maarkwam nu wel het Koninkrijk Dat was de bange vraag, die Johannes' ziel in beroering bracht. Dat bracht spreker nu over op ons zendings werk in Magelang, vanwaar we ook van die mooie verhaaltjes hooren, van scholen, hospi talen, colportage van kranten en boeken, enz. Toch beteekent dat alles niets, als Jezus niet zijn Koninkrijk sticht. Johannes was niet tevreden, al hoorde hij dat heel Israël van den lieven Jezus sprak en zong, want de vraag bleefKomt het Koninkrijk wel? en dan verwachtte hij nog een anderen Christus. Dan moeten ze weer roepen Wie zal ons troosten? Zien we in Indië den troon des Satans wan kelen Komen daar al de koningen der aarde om te hooren de redenen Gods? Zoo niet dan kan er nog geen zendingsvreugde zijn, dan hebben we ons schier weg te schamen in deze dagen, waarin Satan zijn triumfen viert op aarde. Tenzij wij doen als Johannes. Die liet vragen aan ChristusZjjt Gij degene, die komen zou? En toen kreeg Johannes een antwoord, dat hij al lang wist, maar dat hem toch tot nadenken moest brengenop andere wijze dan Johannes dacht, kwam het Koninkrijk. Die genezingen waren teekenenwaardoor Christus zich openbaarde als de Zaligmaker, die den vloek breekt, a's de Verlosser der wereld. Toen jubelde Johannes' ziel weer van zendings vreugde Satan moest telkens een prooi los laten. Jezus was machtiger dan Satan. Ja, 't Koninkrijk kwam Als in Magelang komt een vragen naar het Evangelie, een belijden van den Christus, dan is dat een teeken dat daar ook het koninkrijk komt. Een bekeerde ziel is eene openbaring van den verlossenden Christus, den overwinnaar des Satans. De berichten, die van daaruit tot ons komen, mogen ons ook van Zendingsvreugde doen juichenJa, waarlijk het koninkrijk komt Christus openbaart zijn kracht daar. Daar wordt SatansJtroon omvergeworpen en een troon voor Christus opgericht. De spreker liet ons zingen het 9de lied van ons program, over Christus Triumfator „Gezeten op het witte paard, Rjjdt onze Heiland over d'aard, En viert alom victorie." enz. Onder het spreken was in alle stilte een collecte gehouden voor onzen arbeid op Java. Daarna werd ongeveer drie kwartier pauze gehouden. Het weer was schoon geworden De cantine werd druk bezocht. Het fanfare korps liet een paar muziekstukjes hooren. Te 4 uur werd de saamkomst heropend. Nadat gezongen was „Kom over en help ons" sprak ds. W. W. Mejjnen van Dordrecht over „Het voorbeeld van den Meester", wiens rede geheel aansloot bij de beide voorgaande sprekers. Gelijk ieder mensch een crisis door maakt en vraagtIs er leven ook in mij zoo maakt de zending in dezen oorlogstijd een crisis door en komt de vraag op Wie wint nu, Satan of Christus? Het ligt soms alsof heel 't werk van Christus lijkt ter neergeslagen en de altaren van de afgoden weer worden opgericht. Spreker vergeleek het bij de dagen van Elia, toen hij uitriep„zjj hebben uwe profeten gedood en uwe altaren omvergeworpen en ik ben maar alleen overgebleven." In aansluiting aan het door ds. Sikkel ge sprokene wees ds. Mejjnen op den tweeden Elia, Johannes den Dooper, die twijfelmoedig zuchtte in den kerker, en daar een tijd door maakte, welke niet vreemd is aan het geloof der beljjdenis van den Christus. Als alles tegenloopt, durven de spotters vragen „Waar is nu God, dien gij verwacht Bedriegt gij u niet met uw ijveren voor den Naam van Christus „Zjjt dan navolgers Gods als geliefde kin deren." Spreker wees ons op het voorbeeld dat Chris tus gaf aan Zijne discipelen. Jezus verdedigt zich niet met vele woorden tegenover Johannes den Dooper, maar arbeidt voort. Ook temidden der wereldberoering, waarbij we aan ps. 98 denken, gaat Christus van uit den hemel voort Zijn werk te doen. Wij zijn zjjne dienstknechten en instrumenten. Moeten onze roeping ons voor oogen stellen temidden van onzen tijd van afval en ongeloof. De beroeringen moeten ons niet ontroeren of doen verslappen. „Zegt den kinderen Israëls dat ze voorttrekken." We moeten Gods zaak als onze zaak behartigen. Het Koninkrijk van Christus komt met de omverwerping van alle koninkrijken die onder de menschen gevonden worden. En dan moeten we letten op Gods orde in zijn werk: eerst praktisch. Jezus geneest eerst de lichamen. Daarna geneest Hij de ziel. Door den melaatsche van zijne lichamelijke krankheid te bevrjjden, weet Jezus ook door te dringen tot Zijne melaatsche ziel. Medische dienst is daarom bij de zending van zoo groot belang. Op de andere terreinen der Geref. kerken op Java is al medische dienst. Te Magelang nog niet. Ook daar zal ze noodig zijn en goeden dienst bewijzen voor menschen, die veel geleden hebben van onkun dige Javaansche medicijnmeesters, maar die den weldadigen invloed der Christelijke barm hartigheid ondervindende in Christus ook vin den zullen den Heelmeester van hun hart. De levende Heiland staat temidden der menschen, arbeidende tot hunne verlossing, en Hij toont macht te hebben over lichaam en ziel, over dood en leven. In dat werk van Christus moeten wij ijverig zijn, want Christus bedient zich van ons, opdat wie roemt straks roëme in den Heere. Maar als 't dan anders gaat dan wij verwachtten, mogen we ons nog niet erge ren Gods wegen zijn hooger dan de onze, ook in zendingsarbeid. Het gaat door diepte heen, door lijden heen, met smartelijke ervaringen gepaard. Evenwel, Christus overwint. De aarde zal vol worden van de kennis des Heeren. Christus zal zijn volk, die evenals Hij ziehzel- ven opoffert voor den Naam des Heeren, ook doen deelen in zijne heerlijkheid. Aan het einde geeft God zijn volk een blik over den afgeloopen weg, over de kronkelingen waarlangs zijn Koninkrijk kwam onder de volkeren, en wij zullen stof hebben om Zijn wijsheid te verheffen, Zijn Naam te heiligen. Dus na dezen zullen we verstaan, wat ons nu raadselachtig toeschijnt. Intusschen, wij moeten volstandig voortar- beiden. Het voorbeeld van Christus navolgen. Wrij zullen ons opmaken en bouwen en de Heere zal het ons doen gelukken, want Zijn Koninkrijk komt. Daarna zongen we psalm 86 5. Nadat ds. K. aan de verschillende, personen, die tot het welslagen van deze saamkomst hadden meegewerkt, dank had gebracht,.liet hy de schare nog aanheffen een tweetal coupletten uit het „Lied des Geloofs," waarna hij voor ging in dankgebed. Aan den uitgang werd nogmaals voor de zending gecollecteerd. We mogen met dankbaarheid aan den Heere op dezen schoonen Zendingsdag terug zien. Finantiën. De netto-opbrengst kan nog niet worden meegedeeld. Ontvangen is Aan verkochte programma's f 123,36V2. opbergen fietsen 8,30. collecte 93,78. In de cantine is verkocht voor f 155,14%* Afrekening der uitgaven had nog niet plaats. In elk geval zal er wel een batig saldo over blijven Kebkhof. TWEETAL te BaarlandJ. H. Beumee te Stedum A. v. d. Vegt te Ureterp. te Tholen F. J. v. d. Ende te Westkapelle K. Veen te Meliskerke. BEROEPEN te WitmarsumJ. Voerman te Warns te Oosterzee A J. Fanoy, cand. te Middelburg te FerwerdJ. de Waard te Donkerbroek. AANGENOMEN naar RidderkerkD. J. Couvée, cand. te Rotterdam. BEDANKT voor Wormerveer, Willemstad, Leidschendam en GrijpskerkeD. J. Couvée, cand. te Rotterdam; voor N.Weerdinge G. de Jager te Wolfaartsdijk; voor Den Ham A. J. de Boer te Garrelsweer voor Oldehove U. Ubbens te Enumatil. In plaats van ds. J. Kok te Bedum, die op medisch advies zijn redacteurschap van „De Wachter" heeft neergelegd, is thans tot redacteur benoemd ds. G. Doekes te Nieuwdorp. Op 1 Aug. j.l. was het 25 jaren geleden, dat de Christ. School te Koudekerke werd ge sticht. Al die jaren was de heer G. ten Brink het hoofd. De school breidde zich onder zijn arbeid uit van 35 tot 150 leerlingen. Moge de Heere hem nog vele jaren in het christelijk onderwijs sparen. Ds. van de Loosdrecht, zendeling van den Gereformeerden Bond op Celebes, is door de inlanders vermoord. De oorzaak is tot dusver onbekend. Sinds 1913 arbeidde hij er onder de Toradja's met grooten zegen. In den ouderdom van 68 jaren is over leden Dr. J. Woltjer, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De vereeniging van Predikanten der Geref. Kerken houdt 19 en 20 September te Utrecht haar algemeene vergadering. Dr. S. Greydanus van Paessens zal spreken over „de Christus- regeering en de tegenwoordige wereldoorlog" ds. F. Kramer van Beverwijk over „de ver schillende behandeling der Oud-Test. proble men bij ethischen en gereformeerden" prof. dr. H. H. Kuyper van Amsterdam over „revo lutie en reformatie"prof. L. Lindeboom van Kampen over „nieuwe teekenen bij nieuwe tijden" en dr. J. C. de Moor van Amsterdam over „het meeleven der hemellingen met Gods kerk op aarde*. Te Zevenhoven wordt de Ger. kerk met brongas verlicht. Ds. R. J. Schoemaker van Heemse ligt in „Eudokia" te Rotterdam wegens nierziekte. „Als bijzonderheid kan worden vermeld, dat 1. 1. Vrijdag een huwelijksinzegening plaats vond in het Militair Tehuis te Numansdorp door ds. Jansen, den veldprediker*. Zoo schrijft de Standaard. Inderdaad iets bijzonders. Daar ds. Jansen Christ. Ger. predt. is, en te Numansdorp wellicht geen Christ. Ger. Kerk bestaat, heeft men zich op deze wijze misschien willen behelpen. In elk geval, de menschen, die van iets bijzonders houden, kunnen hun hart weer ophalen. In Patrimonium wordt een artikel gewijd aan het feit, dat de kerkeraad der Geref. Kerk te Kampen aan enkele stakers aldaar het Avondmaal zou hebben ontzegd, terwijl dit aan de patroons niet is gedaan. Wij kunnen over het geval niet oordeel en, doch zeggen met Patrimoniumdat de schijn is, dat de kerkeraad tegen de arbeiders en voor het kapi taal partij koos. Doch kan de schijn hier ook bedriegen Allereerst zegt het officieele bericht, dat enkele stakers niet aan het Avondmaal mochten deelnemen hieruit is af te leiden, dat deze zich in de staking, volgens het oordeel van den kerkeraad, hadden misdragen. En boven dien, is het nu niet mogelijk, dat aan enkele patroons hetzelfde is gezegd 't Bericht meldt, dat enkele patroons aan het Avondmaal deel namen, dus niet allen; en 't geval is denkbaar, dat de wegblijvende patroons in dezelfde con ditie verkeerden als de enkele stakers, die zich tot het Avondmaal ontzegd zagen. Een vraag heeft de persoon of corporatie die het bericht in de wereld zond, ook eerst met den kerkeraad gesproken en op het vreemde van zijn houdig gewezen Het is^te vreezen (en wij doelen nu volstrekt niet alleen op de gebeurtenis te Kampendat onder ons, Ge reformeerden, het woord van Jezus uit Matt. 18 kortweg op non-activiteit wordt gesteld maar dat is ongehoorzaamheid aan onzen Ko ningNogmaals, wij zeggen niet, dat de Ge reformeerden te Kampen hieraan schuldig staan. De Synode der Herv. Kerk heeft met 10 tegen 9 stemmen den befaamden „modus vivendi" verworpen Een roemloos einde van een zaak waarmee men nooit begonnen moest zijn. De heeren der Synode zullen nu zeker weer op zoek gaan naar de quadratuur van den cirkel, of zal men eindelijk gaan inzien, dat de Herv. Kerk, zal zij een kerk van Christus zijn, allen „die niet van de ware kerk zjjn" heeft uit te werpen Wolphaartdijk SI Juli. Zondag 29 Juli was voor kerkeraad en gemeente een dag van blijdschap en verheuging, want na den dienst des namiddags, maakte onze geliefde en zeer beminde Leeraar Ds. G. de Jager aan de ge meente bekend, dat hij voor de roeping van de kerk van Nieuwe Weerdinge heeft kunnen be danken. De Heere sterke ZEerw. verder voor Zjjnen dienst en als een instrument in de hand des Heeren ten zegen voor de gemeente en voor het Koningrijk Gods moge zijn. Namens den kerkeraad, A. Nagelkerke, Scriba. D. V. Vergadering der Classe Zierikzee op Woensdag 12 September e.k. op gewone tijd en plaats. Punten voor het agendnm in te zenden vóór 1 September aan het adres van den scriba der roepende kerk. Namens den kerkeraad der roepende kerk Zierikzee, Ds. J. Sybesmaj praeses. D. Mulder, scriba. Met vriendelijken dank ontvangen het busje van S. d. V., inhoudende f 4,58V2 Namens de Zendingscommissie, S. Verlare, Penningm. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Geachte Redacteur, Nu u onder het opschrift „Ter Classis" in No. 28 van uw blad het tweetal punten, door den Kerkeraad van O. en W. Souburg bij de j.l. gehouden classis ter overweging ingediend, liet afdrukken, meende de Kerkeraad te Arnemui- den de vraagOf volledigheidshalve ook zijn voorstel, op de vergadering der classis gedaan publiciteit behoorde te ontvangen toestem mend te moeten beantwoorden. Want wel miste genoemd voorstel eenigszins het officieel cachet, daar het, ofschoon schrif telijk, staande de vergadering werd ingediend en toegelicht, doch aan de wettigheid van het voorstel zelf, alsmede aan het gewicht der zaken, waarop het betrekking heeft, doet dit z.i.z. niets af. Bezwaar tegen de opname van het onder staande zal er dan ook uwerzijds wel niet bestaan en evenmin zult u het ons euvel duiden, dat wat door onzen afgevaardigde ter classis mondeling tot motiveering en toelichting van ons voorstel te berde werd gebracht, thans schriftelijk, slechts in hoofdzaak, en in een voor ons blad voegzamen vorm wordt weergegeven. Vergun ons echter nog een opmerking van meer algemeenen aard. Van zekere zijde heeft men het doen voorkomen, alsof wij uit min edele motieven, met ons voorstel bedoelden, ds. Nete lenbos persoonlijk te treffen. Op deze beschuldiging nu, 't best gequali- fieeerd: als onbroederlijke verdachtmaking, gaan we niet nader in. Wie iets beseft van den ernst der zaak, die aan de orde isvan de hooge belangen, die daarmede gemoeid zijn en van hetgeen bij de behandeling daarvan eisch der broederlijke liefde is, zal anders oordeelen. Immers, eisch der broederlijke liefde kan nooit zijn, dat men, ter wille van den dissen- tiëerenden broeder, de belangen van Christus Kerk uit het oog verlieteigen overtuiging geweld aandoet en ten slotte maar eindigt, omdat men zoovele moeilijkheden voorziet, met te zwijgen. Integendeel, toont de oprechte broederliefde juist daarin haar ongeveinsden aard, dat zij ons dringt, den broeder wiens dubbelzinnige handeling schade dreigt te berokkenen aan wat ons het hoogste is, n.l. de eere Gods in den geestelijken welstand zijner Kerk in 't aan gezicht te wederstaan, en hem het verkeerde van wat hij deed onder het oog te brengen doch ons tevens dringt, dat zóó te doen, dat de smart van het hart uiting zoekt in de verzuchting, tot God: Och, Heere, breng Gij hem van zjjn dwaling terug 't Standpunt dat onze kerkeraad van meetaf innam ten "opzichte van de zaak ds. N. was dit, dat hem eenerzjjds het optreden van Middel burgs dienaar diep bedroefde maar dat hfi ook anderzijds gevoelde van welke ver strekkende gevolgen zulk een optreden voor onze kerken kon zijn. Vandaar ons besluit om onze roeping ge trouw er bij de classis op aan te dringen, dat deze, naar den eisch onzer Gereformeerde beginselen, over een dergelijk optreden uitspraak deed, en maatregelen nam, naar den eisch dier- zelfde beginselen, om een zoodanig optreden voor 't vervolg te voorkomen. Of we van dit standpunt afweken, moge blij ken uit het volgende Aan de Eerwaarde Classis Middelburg der Gereformeerde Kerken in Nederland, vergaderd te Middelburg, den 11 Juli 1917. Weleerwaarde en Eerwaarde Broeders. De Kerkeraad van Arnemuiden, pijnlijk ge- getroffen door het droeve en verontrustende feit, dat een onzer gereforme:-rde predikanten optrad in den dienst des Woords bij de Her vormde Kerk te 's Gravenhage Daarbij overwegende hoe, sinds de vrijmaking onzer kerken, en 't Hervormde Kerkgenoot schap geen zoodanige verandering ten goede intrad, dat daardoor de in 1834 en 1886 in 't aanzijn geroepen tegenstelling, tusschen dit ge nootschap en vrije kerken zou zijn opgeheven, waardoor het optreden onzer dienaren in de Hervormde Kerk althans nog eenig recht op verschoonende beoordeeling zou kunnen er langen Voorts constateerendehoe meerdere ver schijnselen in ons kerkelijk leven duiden op 't opkomen eener richting, wier voorstanders uitgaande van een valsch begrip over de eenheid der kerk en onder de leuze ,om te getuigen*op allerlei conferenties, steeds meer gemeenschap zoeken met besliste tegenstanders onzer belijdenis, ja, zelfs de broederhand der gemeenschap reikeD aan hen, die de fundamen- teele stukken der waarheid ganschelijk looche nen, zoodat de vraag ten volle gewettigd is: Of in sommige onzer kringen de verflauwing der grenzen niet reeds voortschreed tot 't nog bedenkelijker stadium van welbewuste, opzette lijke bedoelde uitwissching der grenzen? en van oordeel zijnde, dat een optreden in den dienst des Woords in de Hervormde Kerk, als consequente uiting van vorenstaande beginselen, noodwendig zijn schadelijken invloed moet laten gelden, op heel den breeden kring van ons kerkelijk leven, daar het 't besef der roepiüg om ook op kerkelijk gebied zich te richten naar den Woorde Gods zal verzwakken het onzuivere kerkbegrip van vele, vooral onvaste zielen, nog zal verdonkeren en den ambtelijken arbeid in 'fc midden der ge meente aanmerkelijk zal verzwaren, zoo niet vruchteloos maken gevoelt zich gedrongenopdat voor 't vervolg een optreden, als bovengenoemd, met alle ge paste middelen worde tegengegaan, de ont roerde gemoederen van velen en vrije Kerken werden gerustgesteld, en onze eigene consciën tie worde ontlast, U het volgende voor te stellen De Classis Middelburg der Gereformeerde Kerken in Nederland ten diepste betreurend, dat door het optreden van een harer dienaren des Woords in een godsdienstoefening der Hervormde Kerk, niet slechts de naam der Gereformeerde Kerken in opspraak werd ge bracht, en den tegenstanders het booze wapen der verdachtmaking in handen werd gespeeld maar ook aan den arbeid in 'fc midden der

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 2