Na vijf en twintig jaar. Een paar vragen. De vraag aan den Cand. tot den Heiligen Dienst. Het onderteekenings formulier. aiSNBIia Zomer-Conferenties voor Zendingsstudie te Ermelo, 30 Juli-4 Aug. en 6-11 Aug. Walchersclie Zendingsdag. UIT DE PEBS. Onbevredigend. KKBMaiJM LKVEI. Iu de eerste jaren na de vereeniging was er heel wat werk te verrichten om te laten door werken, wat overeengekomen was. De kleinere en grootere verschillen, welke er tot dusver geweeet wareD, deden zich gelden en de Classicale vergaderingen brachten duidelijk aan 't licht, wat er in den boezem der kerken omging. Warme en breedvoerige discuesie was er dik wijls noodig om tot een besluit te komen. Voor strijdlustige naturen was het destijds een lust om te leven, te meer omdat het van lieverlede duidelijk werd, dat men vaak veel dichter bij elkander stond dan men vermoedde. De kleine verschillen verdwenen nog al spoedig, omdat men inzag, dat zij den groei en den bloei van het kerkelijk leven niet mochten belemmeren. De strijd naar buiten nam af, en we kregen normale toestanden. De kerkelijke kwestie in ons land was ook nu nog niet opgelost en zij oefende haar invloed uit, maar we hadden op onze eigen erve arbeid in overvloed. Het was eisch, dat we eerst den weg effenden, waar langs onze kerken konden voorttrekken. Er bleven echter over de leergeschillen en de op leiding van onze aanstaande predikanten. Wie in die dagen nog niet meegeleefd heeft, kan niet begrijpen, met welk een ijver en scherp zinnigheid er gestreden werd over om maar iets te noemen de veronderstelde wedergeboorte bij den doop. In zeker opzicht was het een goede tijd, want het bleek met hoe grooten ijver men een antwoord zocht op vragen, welke vroeger en later naar voren gedrongen waren en die wrijving der gedachten heeft er toe medegewerkt, dat het inzicht in de waarheid zich verhelderde. In een ander opzicht werkte het schadelijk, wijl het een groot deel van de krachten in beslag nam en het ons niet verder bracht. Er kwam geen resultaat, dat recht gaf om over aanvulling van de belijdenis te doen denken. Het bleef bij meeningen, waaraan de namen van vooraanstaande mannen verbonden waren, maar men kwam niet tot een gemeen schappelijke overtuiging. Er was geen voort gang, zienswijze stond tegenover zienswijze, verder kwam het niet en we gelooven dan ook dat de Utrechtsche Synode wijs deed met er een einde aan te maken. Daarop volgde een tijdvak van rust, waarin vooral de jongeren niet meer begrepen, hoe het mogelijk was geweest, dat er over deze zaak zooveel onrust had kunnen ontstaan. Waar er vroeger overal in onze kringen gesproken werd over de onderscheidene beschouwingen, daar nam het langzamerhand af en zonder te genspraak te vreezen, kan men wel zeggen, dat van 1905 de stilte intrad. Moet voor een deel daaraan toegeschreven worden, dat de groote belangstelling in dogmatische punten onder ons verflauwd is, er waren nog andere oorza ken, welke daartoe medegewerkt hebben. De Heraut heeft steeds een machtigen invloed onder ons uitgeoefend en sedert deze begonnen was ons in te lichten over de „Gemeene Gratie" werden de gedachten meer geleid naar het breede, menschelijk leven in zijn rijke uitingen. Eerst trachtte men in te denken, wat ons voor gehouden werd en weldra ging ieder naar zijn aanleg en taak in een bepaalden richting. De school, de maatschappij, de staat trokken de harten en als ge in een kring kwaamt, was 't u al spoedig duidelijk, wat beslag gelegd had op de geesten. Allerlei vraagstukken doken op en eischten den tijd en de kracht op. We moesten niet alleen weten, welke de beginse len waren, waarvan we uitgingen, maar we moesten tevens kennen, wat er bij een voor komende moeilijkheid gedaan moest worden. Er kwam een verscheidenheid, welke ons leven verrijkte, maar ons tevens met het gevaar be dreigde, dat we ons hoe langer verwijderden van den hoofdweg en ons drong al onze aan dacht te wijden aan wat de praktijk van het leven ons voor de voeten legde. Het verleidde sommigen om te zeggen, al dat onderzoek naar de beginselen houdt ons maar op. Er moet wat gebeuren, het komt op daadzaken aan. Het hoofd werd geheel in dienst van de hand gesteld en van het kloek getuigen in raden en staten en vergaderingen werd niet al te veel meer gehoord. Aanpassen aan het leven werd de leuze en de beweeglijke dingen kwamen inde schatting hooger te staan dan de gedachten, door God in de Schepping, de onderhouding van alle dingen in de Heilige Schrift had neer gelegd. Wij werden weer gewone menschen met een eigen principe, maar dat behoort nu eenmaal zoo in een tijd, waarin ieder welopge voed en fatsoenlijk mensch een eigen beginsel heeft. Het is merkwaardig, wat onze tijd niet ver dragen kan en we achten dit niet gering, we wijzen er alleen op, dat schijnbaar in deze da gen de antithese van geloof en ongeloof niet meer werkt. Althans aan de oppervlakte van de wateren merkt ge het niet. Het stuurt alles aan op vereeniging, samenwerking en verbroe dering. De dagen, dat er kreten van vijand schap zich uit den borst loswringen zijn voorbij. We hebben 't oog op ons eigen volk, op de onderscheidene groepen, welke er zijn. Van die kleine venijnigheden is nog wel sprake, maar de klove, de onoverbrugbare klove tus- schen de kerk en de wereld ziet men haast niet meer. Daarmede bedoel ik niet, dat zjj er niet is, neen, we weten dit wel beter en het wil me zelfs voorkomen, dat als er ooit reden geweest is om te waken en te strijden, het juist thans de tijd is, want bedrieg ik me niet, dan dringen gedachten en voorstellingen in ons volk door, welke het afvoeren van God en Zijn Woord. Juist dit leven in wat van dezen tijd is, en wat voorbijgaat, voert zoo zacht en zoo gemakkelijk af van Christus en Zijn kruis. Het wandelt zoo aangenaam op die effen, breede wegen, zoodat men vóór men er vermoeden van heeft, reeds ver van huis is. De revolutionaire denkbeelden winnen zichtbaar veld zonder dat het inspanning kost en het is te vreezen, dat wat we in heeten strijd heroverd hebben ons straks geheel ontglipt. De dagen, waarin de Bazuin schalde en de belijders zich in de gelederen schaarden om op te trekken waren beter dan deze. Ontwaken uit den slaap en opstaan uit den zoeten dommel is een eisch, welke met verdubbelde nadruk gesteld moet worden. Boüma. Ds. C. Lindeboom van Amsterdam schrijft in het Geref Theol Tijdschrift een lezenswaardig artikel over „Eenheid in onze liturgie." Op twee punten zouden we van hem gaarne meer licht. Ie. De Paulinische zegengroet wordt door hem als de meest gebruikelijke genoemd. En hfl schrijftAan de toevoeging „in de gemeen schap des Heiligen Geestes is de gemeente zoo gewoon geworden, dat in meerdere kerken weglating ervan aanleiding werd tot verdeeld heid en twist. Wie zich eenvoudig hielden aan het apostolische voorschrift, zonder meer, wer den verdacht de godheid des Heiligen Geestes te loochenen, en hadden bij velen hun invloed verloren. Men kan echter zuiver schriftuurlijk blijven en toch aan dit bezwaar ontkomen." Hoedat schrijft ds. L. niet. Mogen we van hem eens weten, welke weg dan moet ingeslagen Is niet de beste, de gemeente te onderwijzen wat die 14 maal in den Bijbel voorkomende zegengroet van Paulus beteekent, en haar dui delijk te maken, dat er dus van weglating geen sprake is, ook niet van „weglating van den Heiligen Geest." 2e. In dat artikel schrijft ds. L. ook „Iu tal van Zeeuwsche kerken wordt des voormiddags de Wet gelezen, maar na het gedeelte der H. Schrift." Mogen wij eens van ds. L. hooren, waar dat gebeurt Ik sta verscheidene jaren in Zeeland, heb in allerlei deelen onzer provincie gepreekt, maar 't is mij nog niet voorgekomen. De Classis Middelburg bepaalde in hare vergadering van 10 Februari 1909 op voorstel van Dr. Wagenaar door bemiddeliug van den praeses aan candidaten, welke praeparatoir examen aflegden, de volgende vraag omtrent de beweegreden om te staan naar het ambt van Dienaar des Woords te stellen, opdat die met ja of neen zou worden beantwoord Broedermag ik TJ thans uitnoodigen om de Classis eenige meedeeling te doen van de beweeg redenen, die U geleid hebben om te staan naar het ambt van Dienaar des Woordsen daarom vraag ik TJMoogt gij voor God en deze Classis verklarendat TJ waarlijk bewogen heeft de be geerte om hierin Christus en Zyne Kerk te dienen en te zoeken de eere Gods Door het afdrukken in de Kerkbode wordt aan deze vraag meerdere publiciteit gegeven, wat misschien voor andere Classes nog wel profetelijk kan zijn. Tevens besloot de Classis in hare laatste vergadering, dat Deputaten ad Examina, den betrokken candidaat tevoren zullen in kennis stellen met deze vraag. Volgens art. 53 van onze K.O. moeten de Dienaren des Woords bij de Classis, waartoe zij behooren een formulier onderteekenen. Het blijkt, dat schier niemand op de hoogte is met den inhoud van dit formulier. We nemen het daarom in onze Kerkbode op. Het luidt aldus Wij ondergeschreven Bedienaren des Godde- lijken Woords ressorteerende onder de Classis van N. N. verklaren opreehtelijk en in goeder consciëntie voor den Heere, met deze onze onderteekening, dat wij van harte gevoelen en gelooven, dat alle de Artikelen en stukken der Leer, in de Belijdenis en den Catechismus der Gereformeerde Nederlandsche Kerken begrepeD, mitsgaders de Verklaring over eenige Punten der voorzeide Leer in de Nationale Synode Anno 1619 te Dordrecht gedaan, in alles met Gods Woord overeenkomen. Beloven derhalve, dat wij de voorzeide Leer naarstelijk zullen leeren, en getrouwelijk voorstaan, zonder iets tegen deze Leer, 't zij openlijk of heimelijk, directelijk of indirectelijk te leeren, of te schrijven. Gelijk ook, dat wij niet alleen alle dwalingen tegen deze Leer strijdende, en met name ook die in de voorzeide Synode zijn veroordeeld, verwerpen, maar dat wij ook genegen zijn, ze te weder leggen, tegen te spreken, en allen arbeid aan te wenden, om ze uit de kerk te weren. En indien het zou mogen gebeuren, dat wij na deze eenig bedenken of ander gevoelen tegen deze Leer kregen, beloven wfl dat wij het noch openlijk noch heimelijk zullen voorstellen, leeren of verdedigen met prediken of schrijven dat wij het vooraf den Kerkeraad, Classis of Sijnode zullen openbaren, om daar geëxamineerd te worden, bereid zijnde t' aller tijd ons aan het oordeel des Kerkeraads, Classis of Synode ge- williglijk te onderwerpenop poene dat wij hiertegen doende metterdaad (ipso facto) van onze diensten gesuspendeerd zullen zijn. En indien de Kerkeraad, Classis of Synode t' eeniger tijd om gewichte redenen van nadenken, om te behouden de eenheid en zuiverheid der Leer, goed vond van ons te eischen nadere verklaring van ons gevoelen over eenige Artikelen dezer Belijdenis, van den Catechismus, of van de verklaring der Nationale Synode: zoo beloven wij ook mitsdezen, dat wij t' aller tijd daartoe willig en bereid zullen zijn, op poene als boven. Behoudens nochtans het recht van appél, ingeval wfl misschien door sententie van Kerkeraad, Classis of Synode meenden bezwaard te zijn, gedurende welken tijd van appél wij ons met de uitspraak der Provinciale Synode tevreden zullen houden. Ter toelichting of tot nadere verklaring werd nog het volgende bepaald. De Kerken zullen indachtig zijn, als de Pre dikanten bjj de onderteekening van 't voren staande Formulier beloven, 't aller tijd bereid te zullen zijn, om hun gevoelen van de Leer stukken des Geloofs, op 't verzoek der Broede ren, breeder te verklaren, dat zulks niet zoo te verstaan zij, alsof zjj daartoe altijdop een iegelijks believen, gehouden zullen zijn, (opdat rechtzinnige Leeraars niet te vergeefs ver dacht worden gemaakt) maar dan eerst, als ze rechtvaardige redenen van nadenken gegeven zullen hebben, waarvan het oordeel zal staan aan de Kerkelijke Vergadering. Kebkiiof. Wegens uitstedigheid kan ik eerst nu de aandacht vestigen op deze bekende, gunstig bekende conferenties. Dit jaar worden ze ge houden te Ermeloals er niet genoegzaam deelnemers zijn, wordt alleen de tweede ge houden van 611 Aug. Wij kunnen het be zoeken hartelijk aanbevelen. De prijs (f 9, benevens f 3,50 inleggeld) is, met het oog op alles, wat men ervoor ontvangt, bepaald weinig te noemen. Evenals vorige jaren zullen de Ochtendver gaderingen dezer Conferenties gewijd zijn aan de behandeling en de praktische beoefening van Zendingsstudie. Na een eenvoudige Bijbel bespreking, waarmede iedere dag begonnen wordt, is aan de orde een der volgende be sprekingen Mcdedeehngen van gehouden Zen- dingssiudiekringen en andere werkzaamheden. De kinderen onzer groote stedendoor F. G. Beekman, Adj Directeur der Herv. Stadszen- ding te Amsterdam voorts enkele sectiever gaderingen. De tweede helft van iedere ochtend is bestemd voor het houden van eenige cur sussen en studiegroepen, voor de praktische vorming van leiders. Op de geestelijke en praktische voorbereiding tot het leiden van Zendingssiudiekringen en andere werkzaamhe den ten bate der Zending zal op de Conferen ties vooral de nadruk gelegd worden. De cursus zal gegeven worden door dr. A. M. Brouwer naar aanleiding van zijn boekje „De eerste schreden"bladzijde uit de Oud-Hol- landsche Zendingspraktijk. De vier onderwer pen van dezen cursus zijn algemeene inleiding, de opleiding, de taal, het onderwijs. In de avondvergaderingen zullen twee avond referaten gewijd zijn aan de Herdenking der Hervorming, speciaal bezien van Zendingszijde De Hervorming en het Zendingsleven der Ge meente, en de Hervorming en het Zendingswerk (dit laatste door Prof. Dr. H. M. van Nes, Leiden). Verder worden de volgende onder werpen besprokenDe Zendingsgemeente te Ermelo, door ds. M. Mooy, ErmeloLeidende beginselen bij den Zendingsarbeid, door Dr. J. F. Fokkema, Leiden Geestelijke stroomingen in Indië, door H. Kraemer, Leiden Ootmoed, Zwakheid en Kracht, door ds. J. B. Netelenbos, Middelburg (le Confds. G. J. Pontier, Heerle (2e Conf.) Getrouwheid, door ds. G. II. Bee kenkamp, OldebroekGebed en Zending, door ds. Th. Scharten, Gouda (le Conf.) en ds. P. Stegenga, Deventer (2e Conf) De middagen zullen geheel vrij blijven voor eigen ontspanning. Wfl hopen, dat onze aankondiging en aan beveling niet telaat zullen zijn, om sommige lezers en lezeressen op te wekken deze confe rentie bij te wonen. J. D. wlelenga. Woensdag 25 Juli a.s. komen we saam op de mooi gelegen weide van br. de Buck onder Koudekerke. Reeds lang tevoren hebben de broeders en zusters er op gerekend dien mid dag met hunne kinderen de openluchtsaamkomst bij te wonen. Moge onze God ons begunstigen met prachtig weder, opdat alles, wat zooveel voorbereiding eischt, welgelukke. Geve Hij den sprekers be zieling en de saamvloeiende schare een rijken zegen, opdat de vrucht strekke tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk. Voor allen is het terrein gemakkelijk te be reiken. De electrische tram brengt de Middel burgers en Souburgers tot aan het Vlissingsche Badhuis. Vandaar is het eene schoone wande ling van een kwartier a 20 minuten. Van uit Domburg en tusschengelegen plaatsen kan men per tram, die 11.45 ure uit Domburg vertrekt, reeds kwart voor één het terrein bereiken. Op verzoek stopt de tram aan de halte Zwanenburgvlak bjj de weide En ongeveer te 6 uur gaat er weer een tram naar Domburg terug. Fietsers vinden den weg vanzelf en komen er op hun gemak. Tegen be taling van 10 eents is er gelegenheid tot stal ling der fietsen. Bij den ingang kan men een bewijs van toegang ontvangen tegen 15 centszoo'n pro gramma is voor één volwassene of voor Twee kinderen. We verwachten ook een groote menigte kinderen, aangezien voor vele scholen reeds de vacanties zijn ingetreden. En de andere scholen geven toch zeker dien middag als 't mooi weêr is, vrij afSchoolbesturen en Hoofden 8 der Scholen, strijkt uw hand eens over uw hart 1 En gunt de jeugd een aangenamen en nuttigen middag. Onze Zending behoeft ook de liefde en het gebed en den ijver der jeugdigen. De saamkomst wordt te half twee geopend, Het terrein is reeds vroeger opengesteld. Men vindt er een bureau, waar tegen betaling van 7V2 cent per stuk bons te verkrijgen zijn. En voor die bons kunt ge aan de Cantine, die in eigen beheer is, zoodat alle winst de Zendings- kas ten goede komt, allerlei ververschingen bekomen. Maakt er maar druk gebruik van zoodat spoedig al wat de Commissie aanschaft, ver bruikt is. Bovendien zal de saamkomst op geluisterd worden door muziek en zang. Het christelijk Fanfarecorps uit Middelburg, onder leiding van den heer P. C. J. de Graaf, zal de te zingen Zendingsliederen, waaronder nieuwe en oude bekenden zijn, begeleiden. De namen en onderwerpen der sprekers hebben we vroeger reeds bekend gemaakt. In geval het weer ongunstig mocht zijn, wat we niet hopen, staat de Kerkeraad van Vlis- singen ons het gebouw der Noorderkerk af voor onze saamkomst. Dan wachten we ook daar een flinke opkomst, want het gaat toch niet in de eerste plaats er om zelf te genieten, maar om de Zendings zaak te bevorderen. Dat de gemeenten op a.s. Zondag deze bij eenkomst in haar publieke gebeden gedenken. En laten de voorgangers op elke plaats een opwekkend woordje doen hooren, opdat alles onder Gods gunst moge slagen. In andere classes onzer provincie zijn de Zendingsdagen dit jaar uitnemend geslaagd. Ook in Noord-Brabant. Dat onze Walchersclie Zendingsdag niet ten achter blijven. En u weet wel, er wordt op zoo'n dag nog eens extra voor onzen arbeid te Magelang gecollecteerd. Reken daarmee dus vóór ge uw huis verlaat. Het kan wel een milde bijdrage lijden. Kebkiiof. Dr. V. Hepp schreef in de Watergraafs- meersche Kerkbode" het volgende o.i. zeer juiste artikel: Middelburgs Kerkeraad verbood ds. Netelen bos weder in de Hervormde Kerk op te treden, gelijk hij gedaan heeft. Ds. Netelenbos schreef in de Nederlander dat hij hieraan gehoorzamen zal totdat de Kerkeraad zich aan zjjn besluit niet langer verbonden acht. Een zijner gemeenteleden heeft n.l. een gra vamen ingediend tegen de artt. 27 tot 30 van de Nederlandsche Geloofsbelijdenis en wanneer de Synode dat gravamen aanvaardt, zal, meent ds. Netelenbos, aan zijn praktijken niets meer in den weg staan. In plaats van het onderscheid tusschen de valsche en de ware kerk behoeft slechts de idee van de pluriformiteit der kerk te treden en de handeling, welke nu verboden werd is dan geijkt, zoo stelt hij het zich voor. Wij vragen ons af, of ds. Netelenbos niet van de eene begripsverwarring in de andere valt. Bestaat er volgens hem dan geen onderscheid tusschen de ware en de valsche kerk meer Is het kerkelijk indifferentisme dan zoozeer vleesch en bloed in hèm geworden Ziet hjj niet in, hoe de idee van de veel vormigheid der kerk het onderscheid tusschen de ware en de valsche kerk gansch en al on aangetast laat? Intusschen heeft het verloop dezer zaak iets onbevredigends. Velen meenen, dat Middelburgs Kerkeraad strenger had moeten doortasten. Dat hij met niets minder dan een openlijke schuldbelijdenis van ds. Netelenbos genoegen had mogen nemen. En ware deze daartoe niet bereid, welnu, dan moest h\j worden geschorst. Logisch is daartegen niets in te brengen: Wellicht zou dit ook in het profijt van al onze kerken zijn. Maar wij gevoelen zeer wel, dat de kerk van Middelburg in een moeilijk parket verkeert. Pas kwam zij tot samensmelting. Dit noopt vanzelf tot groote voorzichtigheid. Het kon zoo licht op scheuring uitloopen. Ook stemmen wij toemen kan beter te veel dan te weinig lankmoedig zijn. Maar men houde toch vooral trouw de wacht bij het beginsel. De uiterste grens is nu wel bereikt. Men mag stellig geen schrede verder gaan. En dit valt niet weg te redeneerener blijft in de verhouding tusschen Middelburgs Kerke raad en ds. Netelenbos iets scheefs, dat hoe eer hoe liever dient recht gezet. Ook de belofte van ds. Netelenbos om te gehoorzamen heeft geringe moreele waarde. Hij is het op zulk een belangrijk punt met zijn kerkeraad niet eens. Hij blijft op z\jn oude standpunt staan. Alleen zal hij er niet naar handelen. Toch hoopt hij, dat de weg naar de kansels der Nederl. Herv. Kerk hem eerlang zal wor den opengesteld. Welk een ongezonde toestand Hoe dikwijls zijn er niet zulke beloften van uiterlijke gehoorzaamheid afgelegd, die later toch weer werden verbroken. Niet uit onoprechtheid. Maar omdat men er op den duur geen vrede mede had. In die uiterlijke gehoorzaamheid schuilt geen kracht. Slechts innerlijke overeenstemming schenkt hier de noodige waarborg. En die ontbreekt. Ds. Netelenbos schijnt het met onze belijde nis niet eens te zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 2