FEUILLETON. Promotie en Proefschrift. Terechtgebracht. De Walchersche Zendingsdag. gebouw, dat beter aan haar behoefte voldoet dan het hui?, dat thans door haar bewoond wordt". Van de oud-üireeteuren overleden de heeren D. Schut en H. Bos Kzn.van de Hoogleeraren de Emeritus-professor dr. Rutgers van wien het verslag zegt„Emeritus was hy, maar toch leefde hy zoo van gacscher harte met de stich ting die hem zoo zeer lief was en waaraan hy het beste deel van zijn leven heeft, gewyd, mede. Groot is het verlies, dat de Universiteit door zyn heengaan heeft geleden. Maar groot moet ook zyn onze dank jegens den Heere, die ons zulk een man schonk en zoo vele jaren liet behouden". Meegedeeld wordt, hoe de medische faculteit een belangrijke uitbreiding kreeg door de eerste steenleggiug op 29 Nov. van het physiologisch laboratorium, dat onder leiding zal komen te staan van dr. F. J. J. Buitendijk. Het studiefonds gaat niet vooruit Het kapitaal voor een nieuw gebouw ver meerderde alleen met den interest. Bibliotheek en Hospitium worden goed ver zorgd. Een uitgebreid verslag wordt gegeven van de jaarvergadering te Rotterdam gehouden. Het referaat van Prof. Geessink is nog wel eens waard de moeite van het nalezen. Of 't nu nog debat zal uitlokken Ingeschreven werden als studenten in 1916 voor den nieuwen cursus 71 voor de godge leerdheid, 50 voor de rechtsgeleerdheid, 22 voor letteren en wijsbegeerte, 7 voor geneeskunde, totaal 150 studenten. Evenwel moet in aan merking genomen, dat ten gevolge van de mobilisatie vele studenten, die wel zyn inge schreven, verhinderd waren college te loopen en hun studiën te vervolgen. Er promoveerden 5 theologen en 4 juristen. Van de 40 examens werden 38 met goeden ui'slag bekroond. In Zeeland werden de kerkeolleeten getrouw gehouden. Van Brouwershaven evenwel is geen tweede collecte genoteerd. Hoe zit dat Het aantal leden der Vereenigiüg vermeer derde in onze provincie in het geheel niet, ter wijl het aantal begunstigers met slechts 51 klom. Die aanwas is te geriDg. Er moet o.i. meer geworven worden onder jongelieden, De jaarvergadering wordt 4 en 5 Juli ge houden te Zutfen. Ds. J. van der Sluis te Var- seveld leidt den bidstond, prof. Anema de ver gadering. Iu de openbare meeting zal prof Grosheide inleiden als onderwerp tot debat „Beginselen en feiten". Op Vrydag 1 Juni promoveerde aan de V. U. in de faculteitd er Godgeleerdheid de heer Hendrik Willem Smittijdelijk woonachtig te lerseke en in vele onzer Zeeuwsche Kerken geen onbekende omdat hy haar gaarne 's-Zon- dags- diende met het spreken van een stichtelijk woord. Hij had de vriendelijkheid ons zyn academisch proefschrift ter kennismaking toe te zenden. Het handelt over 3de Naiuurphilosophie en het Theïsmeen geeft blijk van de groote belezen heid des schrijvers zoowel als van de bekwaam heid om iets moois te leveren van den uitgever, Oosterbaan en le Cointre te Goes. Het is eene dissertatie, waarop iemand o i. even goed, zoo niet veel beter, kan promoveeren iu de philosophia als in de theologie. De Standaard noemde het een doorwrocht stuk werk, dat ongetwijfeld meetelt onder de beste proefschriften, die aan de V. U. het licht zagen. De Heraut stak niet minder de loftrompet. De keuze en behandeling der stof zyn uitne mend. De tegenwoordige natuurphilosophie rekent met geen openbaring Gods En vlak daar tegenover zet de heer S. de Christelijke wereldbeschouwing. Hy geeft in korte trekken de materialistische van Büchner en Darwin, de psyeho-monistische van prof. Heymans, de ideologische van Lotze weer. In het Theïsme ligt de harmonie van theologie en natuurphi losophie, gelijk wordt aangetoond by de leer der schepping, de voorzienigheid en de her schepping en voleinding. De problemen van het „wonder" en de „gebedsverhooring" worden hierby ook besproken. Een verhaal uit het volksleven onzer dagen dooe ANTffONIA MARGARETÏIA. 45) „Mijn kind, reeds lang heb ik het u vergeven Ik dank den Heere, dat Hy uw hart eindelijk voor my schijnt ontsloten te hebben Ontroerd stonden zy by elkander. Volders ondersteunde zyne vrouw, die zoo hevig be wogen was, dat zy dien steun behoefde. Gerrit stond naast zyn zuster. Met mede lijden z^g hy op naar dat vervallen gelaat, er glinsterde een traan, ook in dat anders zoo guitige jongensoog. Lena trachtte zich goed te houden, maar kon 't niet langer. Haar knieën begonnen te knikken, de krachten begaven haar. Vrouw Volders zag dat Lena vallen zou en dit bracht haar eensklaps tot bezinning. „Arm kind, wat hebt gij veel moeten lijden Kom ga zitten, en wy zullen u koesteren en liefhebben, en doen al wat in ons vermogen is om u de verlorene krachten te doen herwinnen Wy zullen trachten al het geledene leed je te doen vergeten." Liefdevol nam zy Lena by de hand en leidde haar naar haar plaatsje van vroeger, de stoel by het raam. Onder zyne 26 stellingen, aan de dissertatie toegevoegd, trok in het bizonder de aandacht der kerkelijke pers de laatste stelling, aldus luidende „De opleiding aan de Theologische School te Kampen is niet „kerkelijk" en de theolo gische opleiding aan de Vrye Universiteit gaat niet uit van een „Vereeniging". We willen een paar andere stellingen ook onder de aandacht van onze lezers brengen, niet omdat wy er mee instemmen, maar opdat zy er eens over nadenken No. 19. De Reformatie heeft niet het dogma, maar wel zyn onfeilbaarheid prijsgegeven. No. 23. De tegenwoordige dooppraxis in de Gereformeerde kerken eischt een korter doopformulier. Den heer Smit ons eeresaluut voor zyn vol tooiden arbeid, en onze gelukwensch met zyn verkregen docterstitel 1 Dat hy zich dien ook verder waardig betoone, door onze Calvinis tische levensbeschouwing te bepleiten tegen al hare aanranders. Kerkhof. N. B. Het proefschrift is in den handel verkrijgbaar gesteld. Pry's f 1,60. Z1NDING. Zooals ge weet, valt die op Woensdag 25 Juli. Een drietal sprekers werden bereid gevonden te komen, en hun onderwerpen werden reeds opgegeven. Ds. S. Groeneveld van Terneuzen koos„De Zending en de oorlog". Ds. D. Sikkel van Klundert behandelt de vraag: „Komt het Koninkrijk?" Ds. W. W. Meynen van Dordrecht, die op den classicalen Zendingsdag te Goes naar wy hoorden uitnemend moet gesproken hebben, zal ons nu voor oogen stellen „Het voorbeeld van den Meester". Dus flinke sprekers. En aantrekkelijke onderwerpen. Bewaar dus dien vrijen middag voor onze openluchtsamenkomst. Kerkhof. Magelang, 5 Februari. Amice Wanneer ik u een verslag ga geven van den stand van den arbeid, dan begin ik maar met mee te deelen wat gij het liefst weten wil hoe groot de aanwas der gemeente in het af geloopen jaar wa3. Degenen die ik doopen mocht waren 13 in getal, een getal dat op veel zegen wijst. De christelijke gemeente toch is klein, de invloed, die er van uitgaat is dus nog zeer geringalle aanwinst is in den middely- ken weg niet te danken aan den arbeid der gemeenteleden maar aan den arbeid dergenen aan wie de prediking van het Evangelie op gedragen werd. De Javaansche gemeente telde aan het einde van December 1916 70 leden. Ook al is het dat we de gemeedte veel groo- ter zouden wenschen, er is om wat God wilde geven, reden tot dankbaarheid te over. Van een ploegen op rotsen mag op het Magelang- sche terrein niet gesproken worden. Wanneer ge nu weet, dat de verschillende koempoelans bezocht worden door ongeveer 80 Mohamme danen, dan is er hoop, dat ook uit die 80 in dit jaar nog velen door den doop aan de ge meente zullen worden toegevoegd. Van een 10-tal weten we 't dat ze den doop begeeren. Bovendien zyn er heel wat luidjes van het Magelangsche terrein weggezonden naar Djokja om daar op de verschillende scholen bekwaamd te worden voor hun toekomstige taak. Onze gemeente verloor een lid door den dood, en een viertal door verhuizing naar elders. Het Europeesche gedeelte telt met inbegrip van de kinderen 37, zoodat de geheele gemeente 107 leden telt. Het aantal helpers voor den dienst des Woords bedraagt 4, terwijl er een op onze opleidings school door ds. Bakker voor zyn helperstaak wordt bekwaamd. „Ik hoop, dat ik het geledene leed nooit zal vergeten, moeder het heeft my zoo goed gedaan. O, hoe is het mogelijk, dat ik u zoo lang miskend heb Hoe hebt gy toch ooit zooveel geduld met my kunnen hebben?" „Kind, de Heere Jezus wil, dat wy van Hem leeren zullen, zachtmoedig te zyn en nederig van hart. Door genade ben ik bezig dat van Hem te leeren. En dan, er staat toch in den Bijbel, (wat menig Christen, helaas, wel eens voorbij leest als het hem minder gelegen komt dit te lezen,) dat wy onzen naasteD niet zeven maal maar zeventig maal zevenmaal vergeven zullen. God heeft my nog veel meer keeren moeten vergeven." „Een ding weet ik," zei Lena zacht, „dat ik blind was, maar nu zie." „Het smart my, u zóó veranderd te zien, een heel verschil toen gy weg gingt van hier of nu." „Maar ik ging in eigene kracht, en dat hoop ik nu nooit meer te doen." „En daar zal ik God myn leven lang voor danken," zei Volders ernstig. De ziel gaat boven het lichaam, het lijden dezes tegen woord igen tyds, is niet te waardeeren tegen de heerlykhed, die aan ons zal geopenbaard worden. My ver blijdt het dat, waar Lena in eigen kracht de wereld door wilde gaan, zy is staande gehou den, opdat zy er niet toe komen zou, ook in eigene kracht te willen sterven. Al bleef haar lichaam zoo zwak, als het op 't oogenblik is, welnu het zy zoo slecht een kleinen tyd zal zy het met zich ronddragen, eens zal de dag komen, waarop zy een verheerlijkt lichaam zal ontvangen." „Dat geve God," zeiden Lena en haar moeder Het aantal gewone zendingsscholen bedraagt 3, met een totaal van 82 leerlingen en 5 on derwijzers. De Hollandsch-Jav. school telt 160 leerlin gen en 3 Europeesche leerkrachten, die naar we hopen spoedig tot 4 uitgegroeid zullen zyn en 1 Javaansche onderwijzer. De Holl.-Chin. school telt 192 leerlingen met 5 Europeesche leerkrachten, terwyl een 6e leer kracht gezocht wordt. Bovendien werken hier 3 krantenverspreiders en een colporteur, die behulpzaam zyn by de verspreiding van 4000 Mardi-Rahardja's en den verkoop van ongeveer 300 bybels en bijbelge deelten per maand. Vooral is het de colportagearbeid, die om meerdere uitbreiding roept. Jammer dat het gebouwtje op de alow-alow alhier, onze boe- kenkiosk, zonder ons weten verkocht is ge worden. De huur werd ons opgezegd en zoo zyn we een middel kwyt, dat ons zoo schoone gelegenheid bood om aanraking te krygen met belangstellende Javanen. De Javaan, schuchter van aard, ziet er zeer tegen op om by my aan huis te komen, of zelfs maar in de huizen der helpers. De drang om te weten moet al heel sterk zijn, voor ze tot zoo'n bezoek overgaan Het gebouwtje op de aloon durfde iedere Javaan binnen te gaan en het aanknoopen van gesprekken viel daar makkelijk. Verleden jaar heb ik een tweetal Javanen mogen doopen, die voor het eerst het Evangelie gehoord hadden in onzen kiosk. Maar nu zyn we {zonder. Ge gevoelt hoe noodzakelijk het is om weer in 't bezit te geraken van zoo'n kiosk en dan als het kon een verplaatsbare. Zoo'n verplaatsbare kiosk toch heeft het voordeel, dat zy telkens op verschillende gedeelten van de stad kan opgeslagen worden en telkens weer de aandacht kan trekken van andere menschen. Zoo'n kiosk, die goed ingericht is, te laten maken, kost echter enkele honderden guldens en gelet op de hooge uitgaven, die de Zendingsarbeid reeds vereischt, heb ik dat bedrag nog niet durven aanvragen. Ik besloot daarom in Indië zelf eens een poging te wagen om het benoodigde geld by elkaar te krygen. Mijn vrouw is daarom druk bezig met het schrijven van een honderd brieven, waardoor we trachten willen een be drag van f 1500 bij elkaar te krygen voor de uitvoering van onze plannen. Dat plan is dan ten eerste een kiosk te laten maken en die op verschillende gedeelten der stad een tijd te laten staan en voorts de hoofdplaatsen der districten ermee af te reizen, waar zy dan telkens één maand moet staan. Gedurende die maand is er in zoo'n district gelegenheid genoeg om contact aan te knoopen, de be langstellende Javanen in zyn kiosk te ontvan gen en voorts al dien arbeid te verrichten die een begin vormt voor verderen arbeid alsdan door de helpers voort te zetten. De colporteur heeft dan in de kiosk ook zyn woning, zyn slaapplaats. Gedurende een maand moet de colporteur op ieder van die plaatsen vertoeven. Dat deze kiosk dus wel een beetje grooterzal moeten zyn, dan gy ze kent en voorts zoo in gericht moet wemn, dat de Javaan tot binnen treden wordt uitgelokt, behoef ik u wel niet nader te vertellen. Maar als ik door Gods zegen die f 1500 mag binnenkrijgen, dan is daarvan ook een groot deel bestemd voor den aankoop van een mul- tiplicator, een instrument, dat dienen moet om brieven te vermenigvuldigen. Wat voor brieven dit zyu zal ik u vertellen. Myn plan is om n.l. Hollandsche brieven te gaan schrijven aan Hollandsch-sprekende Javanen, waarin ik hun belangstelling wil wekken voor den Christe- lyken godsdienst, 't Is toch niet te ontkennen dat het moeilijker is om de prijaji-wereld te bereiken dan de kleine man en daarom was het ook by mij een voortdurend peinzen langs welken weg ik een groot gedeelte van die pri- jaji-wereld zou kunnen bereiken. Naar de koempoelans komen er slechts weinigen Kran ten en drukwerken die op den godsdienst be trekking hebben, worden vaak in de papier mand als waardeloos weggeworpen. Daarom besloot ik om me schriftelijk tot hen te wenden en een breede correspondentie te openen met de hier aanwezige Hollandsch-sprekende prijaji's, dus om iedere maand een 200 brieven te ver zenden. Daarom heb ik eenmultiplicator noodigt tegelyk. „Kom, vrouw, schenk nu eens een kopje koffie in," zei Volders, die bang was dat de groote gemoedsbeweging nadeelig zou zyn voor de pas herstelde zieke. Vrouw Volders deed hetgeen haar gevraagd was en Lena vertelde nu het een en ander van wat zy zich nog herinnerde uit haar ziek-zyn. ,Ik wou, moeder," zei ze, „dat u die zuster Christine ook eens gezien had, het was toch zulk een voorbeeldig meisje. Van haar komst herinner ik my niets meer, ik denk dat ik toen al zwaar ziek was." „Ja, dat was je, je was al heele maal buiten kennis." „Hoe weet u dat, moeder?" vroeg Lena ver wonderd. „Wel, zy is gekomen op denzelfden dag dat ik ben weggegaan." „Ben u dan bij mij geweest?" „Zeker, kind-lief, ik heb je den eersten tyd zelf opgepast, maar ik kon het niet volhouden en moest van den dokter naar huis." „Hoe is het mogelijk, hoe is het mogelyk!" riep Lena ten hoogste verbaasd uit. „Ik weet er niets meer van „Maar ik weet het des te beter, want toen ik thuis kwam moest ik dadelijk naar bed van overspanning, maar de Heere heeft me gelukkig spoedig hersteld." „Ik begrijp niet, hoe u dat heeft kunnen doen." „Ik vermag alle dingen door Jezus Christus, die my kracht heeft," zei vrouw Volders eenvoudig. Op dit oogenblik trad er iemand binnen en wel dominé van Limbeek. die afdrukken levert van rn'n geschreven brief tot een voldoend aantal, zoodat als ik den brief geschreven heb, ik al het andere daaraan ver bonden werk kan overgeven aan een der hel pers. Wel zal er in de toekomst wel eens een afzonderlijke brief geschreven moeten worden als antwoord op inkomende vragen, maar de vragen zullen in den regel wel vau dien aard zijn, dat ik het antwoord er op kan geven in den volgenden algemeenen brief. Wel is dit duurder dan wanneer ik den brief liet drukken, omdat iedere geschreven brief van 10 cents postzegel moet voorzien zyn, hetgeen een uit gave aan postzegels vereischt van f 20 per maand, maar ik vind de beteekenis van dezen arbeid wel zoo groot als de beteekenis van een helper, voor wien we iedere maand eenzelfde bedrag en meer moeten uitkeeren. Wanneer deze arbeid gezegend mag worden en alsdan om uitbreiding roept, zal zeker de Zeeuwsche en Brabantsche Zendingskas by moeten sprin gen. De uitgaven voor den arbeid loopen op. Nu, wanneer ook de Zendingskas deelen mag in de bijzondere oorlogswinten, die ook in Zeeland zoo ruim binnenstroomden, dan zullen die meerdere uitgaven niet moeilyk vallen. Zeer hoop ik, dat althans de algemeene klacht, dat voor den arbeid van Gods Koninkrijk zoo weinig van die bijzondere winsten wordt af gezonderd, niet mag gelden van Zeeland en Brabant. Met hnrtel. groete als steeds tt. A. Merkelijn. Kerk- «n Stolioolnlei&wM» BEROEPEN te Ridderkerk J. P. Klaarhamer te Womraels te SliedrechtB. Meijer te lerseke te KoudekerkeC. J. Wielenga te Hazers- woude te Loppersum T. L. Kroes te Coevordeu. AANGENOMEN naar N.-DordrechtM. Post te Gees naar SchoonoordJ. v. d. Meulen cand. te Yianen. De kerkeraad van Zwolle verlangt het voorstel te doen aan de Gener Syn. te Rot terdam te houden, om le. contact te zoeken met alle Protestantsche Christelijke kerken in en buiten het Vaderland, ten einde te ge raken tot een algemeenen biddag voor den vrede le. aan de regeeringen van alle in oorlog zynde landen kennis te geven van dezen biddag, waarin tevens de regeeringen, met het oog op hun aansprakelijkheid tegenover den Heere God, met den meesten aandrang worden verzocht pogingen aan te wenden voor het spoedig her stel van den vrede. Men moet toch wel een onverbeterlijke op timist zyn, om van zulk een voorstel nog iets te verwachtenStel u voor, de Engelsche kerken biddend om vrede terwyl de Engelsche geestelijken dezen oorlog als een soort heiligen oorlog willen beschouwen ter nederwerping van den antichrist, d.i. het HunnenvolkEn dan dat woordje: „Christelijk" by de „Pro testantsche kerken" gevoegd is kostelijk wordt daarmede bedoeld „orthodox" Als men in derdaad op zulk een voorstel inging, zou deze biddag misschien nog wel een jaar uitgesteld moeten worden want eerst moet er gecorres pondeerd worden met alle kerken, en daarna bericht gegeven aan alle oorlogvoerende regee ringen, ook aan Brazilië, Haïti enz.en dat by de tegenwoordige zoo vlot loopende corres pondentie met vreemde landen Doch wy zullen maar denken het is beter een optimist dan een pessimist te zyn. Ds. C. S. v. d. Voet, em. pred. van de kerk te Leimuiden, hield by gelegenheid van zyn 25-jarig ambtsjubileum een gedachtenis rede over 2 Cor. 9 15. Afscheid van Eestrum, wegens vertrek naar Kommerzyl, ds. M. P. Pel met Ps. 462-4 van Beetgum, wegens vertrek naar Bunschoten, ds. J. C. Aalders met Haüd. 20 32a. Intree te Ambt-Vollenhove (A) ds. J. Dekker, overgekomen van N. Vennip, met „Wel, wel, is Lena al thuis? Dat doet me genoegen. Wel meid, hoe gaat het?" „Goed, dominé ik dank u." „Weer beter?" „Gelukkig welik heb een harde les gehad anders." „Dat heb je, maar als je er uit heb mogen leeren, dat God ons wel straft, maar naar onze zonden niet, dan heb je veel geleerd." „Dat heb ik ook dominé." „'t Is te hopen dat je het niet vergeten «uit." „En jy, moedertje," zei hy, vrouw Volders vriendelijk op den schouder kloppende, „jij heb je goed gehouden. Gij hebt gezien en begrepen dat God aan Zyne kinderen een sleutel heeft gegeven, die toegang verleent tot elk menschelyk hart. Weet je hoe die sleutel heet, Gerrit?" Gerrit schudde verlegen van neen. „Die sleutel is de liefde, geheiligd in God." Weer scheen er iemand binnen te komen, maar Volders spoedde zich naar voren en nam de boodschop blijkbaar in ontvangst. Een oogenblik later kwam hy weer binnen en plaatste behoedzaam een grooten tulband midden op de tafel „Maar man „Ja, vrouw, die heb ik gisteren nu eens besteld, me dunkt, dat mag toch wel." „Het gemeste kalf wordt hier geslacht," zei dominé, half ernstig, half vroolyk. „Lena, onze dochter, onze eenige, was ver loren, en is gevonden zeide Volders, terwyl hy zyne trouwe gade een vriendelijk en blik toewierp. En zy begonnen vroolyk te zyn. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 2