Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
31e Jaargang.
Vrijdag 25 Mei 1917.
No. 21.
UIT HET WOORD.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vasts Medewerkers: D.D. R. J. v. d. VEEN, J. D. WIELENGA, B. MEIJER, F. J. v. d. EIRE, A. A. v. SCHELVEN en F. W. J. WOLF.
PERSVERBENIG1NG ZEEUWSCHE KERKBODE.
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
TONGEN ALS VAN VUUR.
Bij het hoorbare teeken van een geluid,
gelijk als van een geweldigen, gedrevenen
wind, voegde de Heere op den Pinksterdag
ook het zichtbare teeken van verdeelde
tongen als van vuur. Daarin werd zeker
allereerst de profetie vervuld van Johannes
den Dooper, die het volk had aangezegd,
toen zij tot hem kwamen om gedoopt te
worden»Ik doop u wel met water, maar
die na mij komt zal u met den Heiligen
Geest en met vuur doopen".
Het blijkt niet, dat de feestvierende
menigte te Jerusalem aan dit woord van
Johannes heeft gedacht; misschien waren
zij het vergetenmaar onmogelijk is het
niet, dat bij sommigen van hen de her
innering van dit woord mede de oorzaak
was van de groote ontroering, waarvan
wij in vs. 7 en 12 lezen. Voor de disci
pelen is dat vuur echter duidelijk het
bewijs, dat de belofte nu is vervuldde
Trooster is gekomen, en zijn werking, die
gelijkt op de werking van vuur, wordt
door hen ervaren.
Lucas, die een zeer nauwkeurig geschied
schrijver is, zegt niet, dat de tongen waren
van vuur, doch a 1 s van vuurhet was
geen vuur wat gezien werd, doch het ge
leek er opvuur verbrandt of verschroeit,
doch dat deden deze vlammen niet; maar
omdat zij in uiterlijke verschijning zooveel
van vuur hadden, en omdat niet te zeggen
viel, uit welke stof deze tongen dan wel
waren gemaakt, schrijft Lucaszij waren
als van vuur.
Het is niet zonder oorzaak dat de ver
hoogde Christus den Heiligen Geest zendt
mede onder het teeken van vuur. Het
deed denken aan de profetie van Johannes,
maar ook aan de velerlei werking van
vuur. Onze kantteekening zegt dat er
door wordt afgebeeld de verlichting des
verstands, en dat is het, wat wij of voor
het eerst of bij vernieuwing noodig hebben.
De wrange vrucht van de zonde is, dat
wij onszelf niet kennen in onze verdor
venheid en verlorenheid wij vergapen ons
aan den schijnen zoo men het geloof
in God niet heeft verloren, roemt men in
Hem als een Vader, die buiten Christus
den mensch lief heeft.
Aan deze zelfverblinding maakt alleen
de Heilige Geest een eindeomdat Hij als
het vuur verlichtend werkt, doet Hij ons,
wat tot dusver verborgen was, zien en
een blik slaan in de schuilhoeken van ons
hart; Hij doet ons kennen het Godont-
eerende en zielverwoestende karakter van
de zonde, zoodat gij het gevoelt verloren
te zijn, en tevens opent Hij ons oog voor
de genade Gods, die in Christus Jezus is.
Want de Heilige Geest verlicht niet het
verstand, om tot wanhoop te brengen
de lichtstraal, die in uw ziel valt, is vrucht
van genadehet is de eerste stap op den
weg des behouds. Hij laat u zien en ge
voelen den last der zonde, die u als Christen
in Bunjan's Pelgrimsreis naar beneden
drukt, opdat gij dien last door te blikken
op het kruis van Christus van de schou
deren zult zien glijdenwant het is de
Heilige Geest, die u gehoor doet geven
aan de noodiging»Zie het Lam Gods,
dat de zonde der wereld wegneemt". Dan
valt gij den rechtvaardigen God als een
verzoend Vader te voet en leert het bidden
»Abba Vader", omdat de Geest getuigt
met uwen geest, dat gij kinderen Gods
zijt.
De verlichtende werkzaamheid van het
vuur mag nog verder op den Heiligen
Geest worden toegepast. Toen Jezus aan
zijn discipelen den Trooster beloofde, zeide
Hij »Die zal u leiden in alle waarheid",
waarmede ook bedoeld wordt, dat wij door
zijn werking de Schriften leeren verstaan.
O zeker, menig schriftgedeelte blijft voor
u geslotenin dezen goudmijn ligt nog
veel edel metaal als onaanzienlijke erts
verborgen, waarvan de waarde niet wordt
begrepen maar toch als één geheel wordt
u dit Woord dierbaargij vindt er den
weg des heils in en beluistert in de sprake
van profeet en apostel de stem van den
Goeden Herder.
En dan zouden wij ook nog kunnen
wijzen op 't feit, dat de Heilige Geest
onder het teeken van vuur kwam, omdat
hij uw levensweg verlichtHij geeft het
u te verstaan, waarom dat de Heere zulk
een weg met u moest bewandelen. Wat
u tevoren zoo raadselachtig scheen, wordt
later door Hem opgehelderd. Het wierp
u wellicht eerst neer, toen gij in het liefste
werd getroüen, of lang gekoesterde wen-
schen in rook zaagt vervliegen, maar het
was de Heilige Geest, die u deed inzien,
dat de Heere niet onrechtvaardig met u
handelde, dat Hij in zijn trouw niet wan
kelde en u hartelijk liefhad, en dat Zijn
kracht u schraagde. Zoo valt in den af
grond van smart, de lichtstraal van den
Geest der genade en der vertroosting.
Vuur verlicht, doch verwarmt ook. En
ook deze werkzaamheid mag aan den Geest
van Christus worden toegeschreven. Deze
gedachte treedt hier niet op den voorgrond,
want wij lezen niet, dat de discipelen
de vlammen op hun hoofden voelden,
maar alleen, dat zij ze op hun hoofden
zagen. Toch weten wij, dat de Heilige
Geest het hart met warmte, met bezieling,
met geestdrift vervult.
En hebben wij dit niet noodig? Er is
wel vuur, vooral bij onze jonge menschen,
doch menigmaal meer voor de dingen
dezer wereld, dan voor het koninkrijk Gods;
en er wordt ook wel eens vreemd vuur op
het altaar gelegd. Over den ijver om God
te dienen, valt meer te klagen dan te
roemen hoevelen hebben hun eerste liefde
sinds lang verlaten En de vermaning van
den apostel wordt in den wind geslagen
»Bluscht den Geest niet uit". Daarom
vermenigvuldige zich ook onder ons het
gebed om den Heiligen Geest, opdat Hij
ons verlichte, maar ook ons hart in gloed,
in vuur, in vlammen zette en het bij ons
weer zijn mag: »Mijn liefde en ij verbrandt".
Deze werking van den Geest Gods gaat
nog met een andere gepaard, n.l. meteen
reinigende en louterende. Vuur verlicht en
verwarmt, maar verteert ook. Zal uw hart
geschikt zijn als woning van Christus, dan
moet het worden gezuiverd en uitgebrand.
En dit doet de Heilige Geest. Hij buigt
den boozen wil, Hij onderdrukt de zon
dige begeerten, Hij leert u het vleesch
kruisigen, de wereld verloochenen, de zonde
afsterven, in een woord Ilij hernieuwt het
hart. Dit gaat slechts in den weg van
veel strijd, van bange worstelingen, en ook
van groote nederlagen. Het dooden van den
ouden mensch veroorzaakt groote smarten.
Gij zult er veel om moeten laten en om
moeten lijden. Doch deze uitbrandende en
louterende werkzaamheid van den Geest
brengt u rijke winsthoe losser van de
aarde, hoe vaster aan den hemel. De dienst
van God wordt een liefdedienst die niet
verdriet en Christus wordt uw dierbaarste
schat.
Wij mogen niet voorbijzien, dat hetgeen
gezien werd op de hoofden der jongeren,
tongen waren als van vuur. Het was
geen vuurstraal als de bliksem, die even
plotseling verdwijnt als hij gekomen is
en ook geen vuurzee, zooals neerdaalde
op Sodom en de andere steden des vlakken
velds en ze verteerde tot asch. O, wij
zouden kunnen wenschen, dat dit geschied
wareStel u voor, dat een vuurregen een
deel van de heilige stad had verwoest, of
een felle bliksemstraal den Hoogepriester
had gedood. Dat zou een geweldige predi
king zijn geweest 1 Maar zoo mocht het
nu niet zijn dat is voor de toekomst weg
gelegd, als in vervulling gaat het profe
tische woord
Een vuurgloed gaat Hem voor,
Den ganschen hemel door,
En blaakt aan alle zijden
Hen, die zijn macht bestrijden.
Dan wordt ook waargemaakt
't Gebergte smelt als was,
En wordt geheel tot asch,
Voor 't aangezicht des Heeren.
Maar dat zal eerst zijn als de Heere als
Rechter komt. Op den Pinksterdag echter
verschijnt Hij in zijn Geest als Heiland
en Zaligmaker.
Het licht van vuur wordt dan ook in
de gedaante van tongen gezonden. Er
wordt mede gezegd, dat het Woord van
God ons is gegeven en in menschelijke
taal bekend gemaaktook zijn de heilige
mannen door den Heiligen Geest gedreven
om dat Woord vast te leggen in de Schriften.
Maar eveneens is het noodig, dat het door
menschelijken mond gesproken wordt en
verkondigd. Dit doen dan ook de Apos
telen dadelijkhet geluid sterft weg en
de tongen llikkeren nog, als zij reeds gaan
spreken, verkondigende de groote daden
Gods. Zij richten niet dadelijk het woord
tot de toestroomende menigte, maar tot
God, loven Zijn Naam, roepen zijn heer
lijkheid uit. Maar het was toch hun be
doeling, dat anderen het zouden hooren
het was een soort getuigenisen daarom
gaf de Heilige Geest het hun te spreken
met andere talen.
Dit nu is mede het wonder van Pink
steren de nationale kerk van Israël wordt
alzoo wereldkerk. Terwijl de spraakver
warring de ééne menschheid in vele vol
ken verdeelde, vereenigt het Pinkster-
wonder alle volken weer tot één volk in
Chaistus.
Deze tongen wijzen den discipelen alzoo
op hun roeping en ook ons op de onze. Zij
zijn een vernieuwd zendingsbevel, en be
vatten een rijke zendingsbelofte. Wat
Juda in deze ure mocht hooren, is uitge
dragen naar Syrië en Egypte, naar
Klein-Azië en Griekenland, naar Rome
en geheel Europa door. En wij in onze
dagen zijn bezig het Evangelie van Pink
steren te brengen naar Java en Soemba. En
dat de kerk tot deze taak geschikt is, dankt
zij aan den Geest, die de kracht is, waar
mee zij is aangedaan uit de hoogte.
Het feit, dat de tongen verdeeld
waren, heeft ook iets te zeggen. Het be-
teekent niet, dat iedere vlam gespleten
was, maar dat het ééne vuur, hetwelk de
Heere zond, zich verdeelde in zooveel ton
gen als er discipelen wareneen ieder
kreeg dus een deel van het vuur. En dit
nu is van groot gewicht. Ieder lid der
kerk heeft den Heiligen Geest, en elk kind
van God heeft tevens zijn eigen gaven
niemand van Gods volk staat buiten de
werking van den Geest. Doch omdat H ij
in ieder geloovige zijn bijzondere krachten
werkt, heerscht er in de gemeente des
Heeren de rijkste verscheidenheid, welke
aan de eenheid geen afbreuk doet.
Wordt van deze uw gaven meer en meer
bewust, woekert er mede tot eer van uw
Goden zij de Heilige Geest vooral uw
deel in het werken van de reinigmaking
door het bloed van Christus.
J. D. WiELENGA.
EËBKELIJK LETBM.
RAPPORT inzake herziening van de
Statenvertaling des Bijbels, van de
commissie ad hoe aan de Generale
Synode van de Gereformeerde Kerken
in Nederland, saam te komen te Rot
terdam in den jare 1917.
Abonnementsprijsper kwartaal bij vooruitbetaling 50 cent.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Advertentieprijs10 cent per regelbg jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE TAN DE
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentidn tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
En van ben werden gezien ver
deelde tongen als van vuur, en bet
zat op een iegelijk van ben.
Hand. 2 3.
III.
De commissie geeft een antwoord op de vraag,
of herziening noodig of wenschelgk is. „In
het algemeen is het noodig, het bestaande te
herzien of door iets nieuws te vervangeü, wan
neer het niet meer aan zgn doel beantwoordt.
Nu is het doelvau een Bijbelvertaling als deze
Het Woord Gods aan te bieden in zgn eigen
taal. In verband met dit doel zou verandering
noodig kunnen zgn in absoluten of in relatieven
zin
Ziedaar met enkele woorden duidelijk aan
gegeven den maatstaf, waarnaar geoordeeld
moet worden, en het zal niemand bevreemden,
wanneer gezegd wordt, dat in volstrekten zin
een herziening niet noodig is. De zaak toch
is deze „Welk verschillend oordeel er in bij
zonderheden ook over haar geveld moge worden,
aangaande dit ééne kan onder ons wel geen
verschil van meening bestaan, dat ze als geheel
genomen het Woord Gods bieden in zgn eigen
taal met zulk een betrouwbaarheid en klaar
heid, dat ze geenerlei grond laat voor onzeker
heid aangaande den ons geopenbaarden Wil van
God tot onze zaligheid en tot verheerlijking
Zijns Naams".
Waar het zoo staat, daar kan men nietzeg-
geD, dat een herziening strikt noodzakelijk is.
Een duidelijke uiteenzetting wordt gegeven
ter toelichting van de vraag, of herziening
betrekkelijk noodig is. Wie zich de moeite ge
troost om dit gedeelte van het Rapport met
belangstelling te lezen, zal erkennen, dat het
met groote onpartijdigheid en bezadigdheid is
gesteld. We geven alleen weer het resultaat,
waartoe de Commissie is gekomen„Ofschoon
herziening van de Statenvertaling des Bijbels
stellig niet noodzakelijk kan worden genoemd
in dien zin, als zon de Statenvertaling niet