TÏt het woord. Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland Bericht aan onze Abonne's 31e Jaargang. Vrijdag 20 April 1917. No. 16. RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Viste MedewerkersD.D. R. J. i. d. VEER, J. D. WIELEMGA, B. MEIJER, F. J. d. EIOE, 0. POL, k. k. SCHELVEN en F. W. J. WOLF. Abonnementsprijsper kwartaal by vooruitbetaling 50 cent. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentieprijs10 cent per regelb\i jaarabonnement van minstens 500 régels belangrijke reductie. PERSVERBENIG1NG ZEBUWSCHB KERKBODE. Adres van de Administratie: A. D. LITTOOIJ Az. Middelburg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D. LITTOOIJ Az., Middelburg. Door het steeds hooger worden der prjjzen van papier en drukloon zien we ons genoodzaakt den abonnementsprijs van ons blad te verhoogen op 50 CBIltS per drie maanden bij vooruitbetaling. De Administratie zal daarom zoo vrjj zijn, dezer dagen te disponeeren over 40 ets voor het eerste kwartaal en 50 ets voor liet tweede kwartaal, plus de incasso kosten. HET BESTUUR. HU, DiE HET BEGIN IS, DE EERST- GEBOORNE UIT DE DOODEN. Uit de tegenstelling wordt het schoon geboren. De zoele lentelucht wordt het meest genoten na een dag, waarop het duidelijk voelbaar was, dat de winter zich niet gemakkelijk onttroonen laat. Zoo ook wordt Paaschvreugde het meest genoten, waar de sombere Goede-Vrijdag stemming het meest drukte. Vandaar dan ook, dat het Paaschfeest begint met ons naar het graf te roepen niet om daar te weeklagen over den dood, maar om daar den psalm des levens te zingen. Eerst wie met de sombere scha duw des doods werd overdekt geniet in den glans des levens, die het Paaschfeest verspreidt. Bij de overdenking van de weldaad, van het heilsfeit, ons door Paschen gewaar borgd moet ge uitgaan van de gedachte aan dood en graf. De gelijkmaking aan Christus' opstanding is slechts gevolg van de gelijkmaking aan Christus' dood. De werkelijkheid van het sterven, de wreede werkelijkheid van den dood te kennen is voorwaarde om te kunnen genieten van het levendpredikend Paaschevangelie. Eén der vruchten van Christus'opstan ding uit de dooden, waarom zij oorzaak van groote vreugde is, dat Christus' opstanding waarborgt onze zalige opstan ding. In den brief van de Colossensen spreekt de apostel over de rijke beteekenis van den persoon van Christus als Middelaar. Als Middelaar in het rijk der Schepping en in het rijk der Herschepping. Als schep pingsmiddelaar en als heilsmiddelaar. Als zoodanig stelt hij den Christus voor als in alles en in alle opzichten de eerste. Hij is de eerstgeboorne aller creaturen. Aller creaturen eerste. De eerste, de voor naamste, het hoofd aller schepselen. Voorts is Hij het Hoofd des lichaams, het hoofd, het voornaamste, het eerste des lichaams, dat is, het hoofd, de eerste van alle ge- loovigen tezamen, tot een eenheid veree- nigd. Verder is Hij het begin, de eerstge boorne uit de dooden, dat is de eerste van alle uit den dood tot het eeuwig leven verrezen. En eindelijk is Hij de eerste in allen. Dat laatste is eigenlijk nog een wensch. Het is het ideaal, het is het doel, dat Christus in allen de eerste zal zijn. Maar een wensch, die zal vervuld, een ideaal, dat zal verwezenlijkt, een doel, dat zal bereikt worden een toekomst, die heden een gedachte, die werkelijkheid zal worden. Want al wordt nu nog, zoolang deze bedeeling duurt, het door de wereld niet erkend, dat Jezus de eerste is en al is haar verzet tegen zijn opperheerschappij, naar de teekening daarvan gegeven in den tweeden psalm, steeds heftiger en zal dat verzet voortduren tot den laatsten dag dezer bedeeling toch zal dan voor goed alle weerstand gebroken worden, terwijl nu reeds dat verzet niet verder kan gaan en geen grooter hoogte kan bereiken dan Christus toelaat in Zijn wijsheid, want ook dat gestadig zich tegenstellen van de we reld moet dienen tot bevordering van het Koninkrijk Gods. Christus is het Hoofd des Lichaams, namelijk der Gemeente der kerk. En ook is Hij wat in verband met het pas ge vierde Paaschfeest allereerst onze aandacht vraagt het begin, de eerstgeboorne uit de dooden. Als zoodanig is Hij het onder pand van der geloovigen zalige opstanding. Want Hij is de eerste, niet alleen wat den tijd betreft, maar ook als oorzaak. Daarom zegt de apostel ter verklaring van de woor den Hij, die het begin isomdat Hij de eerstgeboorne uit de dooden is. Elders zegt de apostel in gelijken zin: Chris tus is o p g e wek t ui t d e do o d e n en is de eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. 1 Cor. 15 22. Door Zijn kracht zijn alle anderen opgestaan en zullen hiernamaals opstaan. Hij is de eerste, die lichamelijk tot de eeuwige heerlijkheid is opgestaan, opdat Hij al Zijne geloovigen met Hem tot dezelfde heerlijkheid hiernamaals zou ver wekken. Maar een iegelijk in zijne orde; de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn in Zij ne toekomst. 1 Cor. 15 23. Dat Hij het begin is en de eerstgeboorne uit de dooden zijn dus niet twee, maar dat is één. Al werden Lazarus en anderen eer uit de dooden opgewekt dan Christus, toch waren zij het begin niet. Christus is door den dood tot het leven gekomen. In en door Hem geldt dat van al de Zijnen. Hij heeft voor hen den weg gebaand, waar zij allen doorgaan. Hij is het eerst opgestaan tot een onsterfelijk leven. Hij is de oorzaak van alle opstan dingen. En niet alleen zullen alle geloo vigen opgewekt worden na Hem en door Hem, door Zijn kracht, maar ook gelijk aan Hem, vernieuwd naar Zijn evenbeeld. Dat is juist op het Paaschfeest bij het geopend graf het uitgangspunt onzer ge heiligde overdenking. Ook al blijft de Vleeschwording van Christus het groote wonder, de diepe verborgenheid en al blijven wij in Zijn verzoenend lijden en sterven het rustpunt van ons hart zoeken, toch hebben we met het oog op de toe komst, op onze eeuwige bestemming in de opstanding van Christus al onze hoop en verwachting gegrond, want daarom zal ook ons lichaam, opgewekt uit den dood en vereenigd met onze ziel, in eeuwige zalig heid leven. Aan de waarheid van Christus' lichaam hangt alles. Ook in Zijn verrijzenis. En daarom is het Paaschfeest een feest van groote vreugde. Op het Paaschfeest ge denken we, dat Christus lichamelijk op stond uit de de dooden. Hij kreeg, korten tijd van Zijn lichaam gescheiden, Zijn lichaam weer terug. Wij krijgen ook, langer tijd van onze lichamen gescheiden, onze lichamen weer terug, la heerlijkheid en zaligheid. Sterven zullen we ja, maar daarna met onze lichamen vereenigd, weer zalig leven. We zullen ais vernieuwde menschen, naar ziel en lichaam, God den Heere eeuwig loven. Daarvan is Jezus' opstanding uit de dooden het vaste onder pand, de zekere waarborg. Want Hij, die het begin is, is de eerstgeboorne uit de dooden. i Het slotwoord van den Apostel is ook wel waard in dit verband overdacht te worden. Opdat Hij in allen de eerste zou zijn. Eens wordt Christus in allen en in alles de eerste. Zijn heerschappij, nu nog fel bestreden, zal eens algemeen erkend worden. Eens zal in den naam van Jezus alle knie zich buigen dergenen, die in den hemel zijn en die op de aarde en die on der de aarde zijn. Eens zal alle tong be lijden, dat Jezus Christus de Heere is tot heerlijkheid Gods des Vaders. Eens zullen allen, al is het ook bij sommigen met een vloek in het hart, moeten toegevenGe hebt toch overwonnen, o Nazarener! Die ure komt eens. Eens is Christus in allen de eerste. Ook in u. Maar bedenkt wel, dat het zooveel ver schil maakt, hoe Christus de eerste in u zal zijn. Dat kan wezen uws ondanks. Tegen uwen wil. Omdat Hij u heeft overmocht. Daar is geen heil van te verwachten. Want dezulken verwijst Christus' opper heerschappij naar den eeuwigen dood. Neen zal het zaligheid beteekenen, dat Christus in u de eerste is, dan moet ge Hem gewillig en blijmoedig als den eerste in u erkennen. Doch daar kunt ge niet mee wachten, totdat die ure is aan gebroken, wanneer Christus in allen de eerste zal zijn. Dan is het telaat. Dan hebt ge geen keuze meer. De keuze moet hier en nu tijdens uw leven geschieden. Nu moet ge zeggen Ja, U kiest mijn hart, eeuwig tot zijn Koning. Nu en hier. Christus heeft daar recht op in u de eerste te zijn. Niemand, die in Zijne liefde zooveel voor u deed en leed. Volkomen terecht zei Hijwie vader of moe der liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig. Kiest Hem tot uwen eerste, straks hebt ge geen keus meer en dan wordt Chris tus toch in u de eerste maar tot uw eeuwig verderf. Is Christus nu en hier, naar de keuze van uw hart, de eerste in u, dan zal, dat Hij in den dag der dagen de eerste in allen is, u tot eeuwige zaligheid zijn. Warmenhoven. KERKELIJK LETEH. Twee wegen. Vóór den oorlog was er in allerlei kringen een beweging om zjjn inkomsten te vermeer deren. Men zou kunnen zeggenwas dit niet ten allen fcjjde zoo. Tot op zekere hoogte gewis. Maar zoo algemeen en zoo dringend toch niet. Voor een deel moest het toegeschreven aan de toenemende welvaart, welke doordrong in ste den en dorpen. De gelegenheden om te ge nieten, wat de aarde aan den mensch bood, vermeerderden van jaar tot jaar en zjjj wekten van zelf de begeerte op om er gebruik van te maken. Kortheidshalve werd het aangeduid op deze wyze minder arbeid en meerder loon. Deze beweging heeft door de tijdsomstan digheden nieuwe kracht ontvangen, wjjl alle artikelen bjjna duurder zyn geworden. Nu staan er twee wegen open om de ontvangsten en de uitgaven in evenwicht te houden: n.l. bezuiniging en vermeerdering van de inkomsten. Er is een oud spreekwoord„men moet de tering naar de nering zetten" en algemeen wordt er beweerd, dat men daar vroeger uit- nemenden slag van had. Oud-Hollandsche zuinigheid en spaarzaamheid zjjn even algemeen bekend als Van Houtens cacao, maar of deze deugden nu ook zoo algemeen beoefend werden zou ik niet met zekerheid durven zeggen. Het zal voorheen ook wel geweest zyn als tegen woordig, dat er zeer yerschillende menschen waren. Om dit goed uit te maken, zou men precies moeten kunnen nagaan, wat ons volk meer gespaard heeft dan een ander volk onder dezelfde omstandigheden. En nu zjjn er misschien wel statistieken, welke eenig licht geven, maar nooit het volle, zoodat ze ons nog niet veel verder brengen. Ik heb wel eens opgemerkt, dat sommigen de kunst verstaan om er mede te bewijzen, wat hun by zulk een gelegenheid in 't gevlei kwam. Doch we kun nen dit veilig laten voor wat het is en alleen vragen of we dien weg in den laatsten tjjd reeds opgegaan zjjn. Het ljjkt me verbazend moeilyk toe om het uit te maken. Waaruit moet het blijken Bezuiniging zou moeten beginnen bij de geheel onnoodige uitgaven. En nu noem ik enkele dingen. Worden de bierhuizen, herbergen, [sociëteiten minder be zocht dan vóór den oorlog Ik weet het niet. Maar zonder overdrijving kan er gezegd worden, dat het nog niet duidelijk merkbaar is. Is het aantal van hen, die de plaatsen van openbare vermakelijkheden, als bioscoop, comedies en dergelijke bezoek, veel kleiner dan het placht te zijn Al weder, ik weet het niet, maar wie gelooft het? Wordt er minder gerookt dan in de dagen toen de tabak en de sigaren veel goedkooper waren Ik kan het niet uitmaken. Maar hier in de stad vermeerderen de sigaren winkels. Dit zegt wel niet alles, maar het geeft tooh te denken. Wy willen niet voortgaan. Wel meen ik, dat velen bezuinigen, omdat het nu eenmaal niet anders kan. De wal keert het schip en de inkomsten in menig gezin laten niet toe, dat men op den ouden voet voortgaat en ik vrees, dat er woningen zijn, waarin het rant soen inderdaad karig en schaarsch is. Ieder kan dit inzien, die bedenkt, wat menige man verdient, en dat van zulk een verdienste een gezin van zeven menschen leven moeten. Te meer omdat vele levensmiddelen minstens twea maal zoo duur zyn als anders. Het ware wen- schelyk, dat in zulke gezinnen de inkomsten ruimer waren, want daar is geen sprake van bezuiniging maar van bekrimpen tot schade van het leven. De andere weg is dan ook uitlokkender. Rijk, provincie en gemeente z\jn voorgegaan. Zjj zyn begonnen met aan hen, die in hun dienst waren, een duurte-toeslag te geven of de salarissen te verbeteren. Andere corporaties volgden. Vele particulieren eveneens. Nog is het einde niet. We leven nog midden er in. Of we komen zullen tot een tydstip, waarop heel deze beweging afgeloopen is, valt te be- UITGAVE VAN DE En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente. Hij, die het begin is. de eerstgeboorne uit de doo- den, opdat Hij in allen de eerste zou zijn. Coll. 1 18.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 1