EEUILLÏÏTON.
Terechtgebracht.
Drie Preeken.
Souburg.
Nog eensde Cultuur en de Zending.
Wolken en donkerheid.
orthodoxen en de modernen, want lip gelooft
nu eenmaal, dat er slechts heil te verwachten
is van onderlinge waardeeriüg en het verdra
gen van elkanders beginsel. Nu, we wisten
al lang, dat h\j er zoo over dacht, zoodat we
ons in 't geheel niet bevreemden. Maar wat is
het toch treurig, dat er zulke leidslieden zjjn.
H\j velt door zoo te spreken een veroordeelend
vonnis over de handelingen van de Reforma
toren der 16e eeuw, over de daden van de
Apostelen en de Profeten. Is dat nu eeni houding
voor iemand die een verantwoordelijke taak
heeft om te zeggenwe moeten elkanders be
ginsel verdragen, beginselen, die als vuur en
water tegenover elkander staan.
Aangenamer klinkt ons in de ooren wat ds.
Krjjkamp gezegd heeft. Er zit een zekere kloek
heid in. Recht hebben alleen de rechtziunigen,
de oudste bewoners van het huis. Na zulk een
krachtwoord is men-benieuwd, wat er volgen
zal. We waren eenigermate teleurgesteld, niet
veel, want we kennen langzamerhand, wat er
op zulk een forsche aanhef volgt. Evenwel er
zijn door de toestanden misstanden ontstaan.
De belijdenis is eeuwen oud, dit is juist
nimmer herzien met de Geref kerken erkent
hij blijkbaar niet ook daar zijn we aan ge
woon de toetssteen ontbreekt derhalve om
te beoordeelen wie Gereformeerd is en wie niet.
Wat zegt ge van een dergelijke bekentenis
Deze man staat heusch niet zoover van ds.
Weijland af, want als het niet uitgemaakt kan
worden wie Gereformeerd is, waartoe zou men
anders moeten komen dan tot dit besluitof
schoon in 't afgetrokken beschouwd de recht-
zinnigen alleen recht hebben om in onze kerk
te wonen, practisch geeft het niets, wijl we
niet meer uitmaken kunnen wie bet zijn, en
daarom laat ons voortaan alle twist er over
staken en in vriendschap samen te wonen. We
kunnen ons voorstellen, dat het voor de mo
dernen een heele geruststelling geweest moet
zijn uit den mond van dezen man, die eerst
alle verschillen wegdoezelde te hooren, dat hij
van uitbannen niet wil weten.
Dan komt voor den dag, welke vrees 'deze
predikant bezielt. Werd de modus aangenomen,
dan zou men niet een doleantie voorkomen.
Als men alleen afgaan moet op een verslag in
een blad, wat is dat lastig, want hoe wonder
lijk leek mij nu deze zinsnede toeTenminste
spreker zou dan niet meer in de kerk dienen.
Ware het een oorlogsbericht, dan had ik stellig
gedachtde censuur heeft het stellig geducht
gehavend.
De eerste eisch is: rechtzinnigen en vrijzin
nigen recht doen en het stemt tot blijde ver
wachting de verzekering, dat hij bezig is met
de voormannen van de Confessioneele vereeni-
ging overleg te plegen. Het is maar goed,
dat hij er bij gezegd schijnt te hebben, welke
gevolgen dit overleg waarschijnlijk zal hebben.
Ds. Talma was ook tegen den modus omdat
deze de kerk oplost. Hp verklaarde, dat hij
ook niet in de kerk wilde blijven van het
oogenblik af, dat de kerk ophoudt een kerk
te z\jn. Met deze verklaring waren zij nog al
gul naar het mij voorkomt.
We weten nu, dat er geen enkele op die
Class, vergadering was, welke het opnam voor
den modus-vivendi ingediend bij de Synode
en door deze in beginsel aangenomen. Nu
daar zijn ook heel wat bezwaren tegen in te
brengen. Maar het resultaat van de gehouden
besprekingen was dan toch heel pover. Nie
mand, die daar een enkel woord sprak, dat
aanwees in welke richting men een oplossing
zocht. Daar heerschte een neerslachtige ge
rustheid welke reeds van te voren het oordeel
harer zwakte in zich draagt.
Ja, het was wel waar, wat de voorzitter aan
't eind zeide dat de inleiding en de bespreking
duidelijk hadden gemaakt, de kerk is in treu
rige toestand geraakt en waar is het ook,
doordien niet allen den Christus als den Zone
Gods belijden.
De eene tpdpreek na de andere verschijnt.
Het is., onder zooveel verontrustends nog een
gunstig verschijnsel. Het oog van onze predi
kanten is open voor de vreeselijke gebeurtenis
sen van onze dagen, hun oor beluistert de luide
en krachtige stem des Heeren, welke tot ver
Een verhaal nit het volksleven onzer dagen
door
ANTHONIA MARGARETHA.
29)
„Ik had bij me zelf een plan gemaakt, en
dat wou ik je nu eens mededeelen," ging haar
man voort, vast besloten de belsngstelliog zijner
vrouw op te wekken in de opening van de
nieuwe school.
„Zoo, wat dan?"
„Je weet, Mina liep wel eens een enkele maal
met Pietje Moes, hier uit de buurtmaar je
herinnert je ook nog wel dat wy het liever
niet hadden, omdat zij uit zulk een goddeloos
huisgezin komt, en Mientje er waarschijnlijk
niet veel goeds van zou leeren."
„Ja, dat weet ikzij leven bjj Moes als
bestond er geen God en geen gebod."
Nu wilde ik Pietje onder de beademing van
het Evangelie brengen door haar vader voor
te stellen, het schoolgeld voor Pietje te betalen,
mits zij dan op de nieuwe school mag gaan.
Hoe vind je dat?"
„Ik vind het goed maar hoe ben je zoo op
die gedachte gekomen
„Wel gisteren kwam het zoo bij me op, dat
ik eerst bezwaar gemaakt had méér schoolgeld
ootmoediging en bekeering roept, en hun ijver
is ontwaakt om te vertolken, wat z\j voor oogen
zien en wat hun hart opmerkt.
Er zijn ook nog velen, die zulke preeken
willen hooren, en die ze willen lezen. Geklaagd
wordt er, dat er over 't geheel weinig ernst
gevonden wordt, en dit is helaas waar, maar
er is toch nog een kern onder ons volk, die
ter harte neemt, wat met zooveel nadruk ons
voorgehouden wordt.
De drie preeken, welke ons thans toegezon
den werden, zijn van de drie predikanten der
Geref. kerk te Leiden. De eene handelt over
Openb. 6 4—6 en richt ons oog op het roode
en het zwarte paard of op de profetie van
zwaard en weegschaal. Zjj gaat eerst na de
beteekenisdan de vervulling en eindelijk de les
dezer profetie.
Duidelijk is zij. Een degelijke verklaring en
een zeer goede aanwending op 't leven. Waarlijk
een zeer stichtelijke preek.
De andere: Klokkeklanken in donkere dagen
over Jeremia 10 1924. Deze klokkeklanken
getuigen van
I. onze trotsehe inbeelding en Gods oordeel
II. ons verstandeloos ongeloof en Gods be
dreiging en
III. onze geringheid en Gods genadetroon.
Ook deze preek heeft onze volle instemming.
Zij draagt het kenmerk van grondige Schrift
kennis en van rijke ervaring. Hier wordt de
hoogheid des Heeren en de geringheid en de
bedorvenheid des menschen juist geteekend, ter
wijl zjj een roerende uitnoodiging bevat om
terug te komen tot Hem, wiens Naam Ontfer-
mer Israels is.
De derde is de ontwikkeling van de gedach
ten, welke neergelegd zijn in 2 Sam. 24 10—14.
Onder den titel „Dwaze hoovaardp" verscheen
zij en zij geeft ons dan ook die zonde te zien
in haar afzichtelijkheid. Het is een woord tot
de consciëntie van ieder en allen, die het lezen
zullen tot zichzelf zeggen deze prediker legt
de vinger op de wonde Rechtstreeks op den
man af is het en elk zal moeten erkennen, dat
hier zonder eenige verschooning de ongerech
tigheid in 't licht gesteld wordt.
Hieruit blijkt, dat we deze preeken graag in
veler hand zagen, want onder den zegen des
Heeren kunnen zij het hart tot ware veroot
moediging brengen.
De eerste preek is van ds. W. Bouwman, de
tweede van ds. H. J. Kouwenhoven en de derde
van ds. H. Thomas.
De uitgave is bezorgd door Buurman en
de Kier te Leiden.
In dit nummer staat ook afgedrukt het
agendum van de openbare jaarvergadering van
den Bondsring Middelburg. Daarin kan men
zien, welk een belangrijke samenkomst er ge
houden wordt te Souburg. De hoofdschotel is
ditmaal een rede van ds. Kerkhof over „De
Evolutieleer van Darwin" en we vestigen de
aandacht er op in de verwachting, dat het
eenigen opwekken zal om de vergadering bp
te wonen. Allen hebben er vrijen toegang en
men kan tweeerlei doel bereiken. Op deze
wijze geeft men toch een bewps van belang
stelling in 't streven der jongelingsvereenigingen,
welke daaraan weieens behoefte hebben. Deze
werken steeds voort en doen inderdaad een
zeer nuttigen arbeid. Maar ofschoon allen
dit weten kunnen, toch zijn er nog altijd ouderen
en jongeren aan wie het schijnt te ontgaan.
Het is daarom goed, dat er zulke openbare
samenkomsten zijn, welke ook dienen kunnen
om de belangstelling te verlevendigen.
Bovendien kan men er iets goeds hooren.
De verslagen geven een overzicht van wat er
verricht werd en zp kunnen zeer leerrijk en
aangenaam zjjn. Tevens mag men veronder
stellen dat de rede van ds. Kerkhof over „De
Evolutieleer van Darwin" zeer duidelijk inlich
tingen zal geven.
Met den ring wenschen we, dat velen in die
vergadering tegenwoordig mogen zpn.
Boüma.
te betalen, dan eigenlijk noodzakelijk was, en
dat ik nu in 't geheel niets meer voor Mientje
kon betalen nooit meer de minste kleinigheid.
Ik dacht toen, dat ik in hare plaats wel een
ander kind op school kon laten gaan, misschien
dat haar heengaan dan nog een ander meisje
van dien leeftijd tot den Heere Jezus kon
brengen."
tf?„Godgkon ten minste dat eenvoudige middel
willen zegenen aan een jeugdig hart. Wanneer
men als kind hoort spreken van de dierbaar
heid en onmisbaarheid van een Borg en Zalig
maker, dan blpft haar dit zeker haar leven
lang bij
Volders sprak er, nu zijn vrouw zpn plan
goedgekeurd had, eens met Moes over, die, hoe
wel hp een beetje verwonderd was over 't
voorstel, toch geen bezwaar had het aan te
nemen.
Wat het kind op de nieuwe school zou leeren
was hem onvolmaakt onverschillig, en zijn
vrouw was tevreden als zp 't kind maar dagelijks
op de gewone uren kwpt was.
Ja zulke ouders zpn er ook in de wereld,
maar zp vergeten dat hunne kinderen voor een
eeuwig-leven geschapen schepselen zpn.
Pietje zelf was blp met de verandering
evenals alle kinderen blp zpn met elke veran
dering. Of verandering voor hen verbetering
zal zpn, daar bekommeren zp zich weinig over.
Bp de opening van de school zou er feest
zpn, dat zeide voor Pietje genoeg.
Voor de feestelijke gelegenheid wat netter
aangekleed dan gewoonlijk, liep Pietje tusschen
Volders en zpn vrouw in, toen zp de openings
ZENDINO.
Een ze6r groot gevaar voor de Zending moet
in de dusgenaamde hulpdiensten worden ge
zocht.
Niemand zal tegenspreken, dat school, hos
pitaal, landontgiuning enz. hoogst gewichtige
factoren zpn tot bevordering van de cultuur.
Denken wp een oogenblik de drie genoemde
zaken uit onze samenleving weg hoe verarmd
zouden wp zpnOok de Zending heeft zich
o.a, op school- en medischen dienst toegelegd
als hulpdiensten, d. w. z. deze (en andere) mid
delen worden aangegrepen, om ingang te vin
den bp het volk, vertrouwen te wekken en het
volk door het aanbrengen van beschaving ver
standelijk voor te bereiden voor de prediking
van het Evangelie. Doch daarbp moet het ook
blijven. Het is echter te vreezen, dat met het
oog op deze hulpdiensten de vraag gewettigd
is: „Is foreign mission work out of balance
(Heeft de Zending haar evenwicht verloren?)
(Intern. Rev. of Miss. III, 12, bl. 683-695).
Het is te verstaan, dat wp in het Moederland
en de arbeiders op het zendingsveld gaarne
alles zoo keurig en volledig mogelijk in orde
willen hebben, en ook de hulpdiensten daarbp,
die noodzakelijk schijnen om den hoofdarbeid
wel te doen gelukken. Doch waar is de grens
De armoede, de ziekte en onwetendheid zpn op
ieder zendingsveld zoo reusachtig groot, dat er
een sterken wil noodig is om zich te beperken
wie het gevoel laat spreken is verloren. Een
leerzaam voorbeeld hebben wp in onzen Hei
land. Hp bewaarde het evenwicht tusschen
zpn genezen der kranken en zijn prediken van
het Evangelie. Had Hp dit niet gedaan, zoo
waren er veel meer zieken genezen, maar wat
nuttigheid zou dat ons hebben gebracht? De
meeste gelden, de beste krachten mogen niet
worden besteed aan de, op zichzelf nuttige
hulpdienstenanders worden zp de vampyr,
die aan den hoofddienst, d. i. de prediking van
het Evangelie, het levensbloed afzuigt.
Het genoemde cultuurwerk moge door zpn
uiterlijk vertoon de aandacht trekken en den
lof ontpersen aan een van Kol en Augusta de
Wit, de gemeente van Christus vrage alleen
of en in hoeverre die cultuurarbeid de Zending
bevordert. Daarom mag en behoeft de Zending
niet opzettelijk de cultuur te brengen waar
men getrouw is in den arbeid komt de cultuur
vanzelf. De Zending zelf beoogt de realiseering
van het Godsrijk op aarde en mag haar waarde
niet laten bepalen door de vruchten, welke zp
direct voor de cultuur heeft gedragen.
Wie zoo handelt legt een aardschen maat
staf aan. Het Evangelie zegt den heidenen en
mohammedanen, dat zp in Christus gerechtig
heid, vrede en blijdschap kunneu vinden, en
als de volken dit zoeken heeft de Zending haar
eerste en hoogste doel bereikt
Vanzelf zullen de toegebrachten zich dan
aaneensluiten en een kerk stichteneen volks
kerk in den echten zin van het woord is het
ideaal. En in dien weg zal de Zending er ook
toe bijdragen om het volk als zoodanig te ver-
beffen, te kerstenen; „de godzaligheid is tot
alle dingen nut, hebbende de belofte van het
tegenwoordige en het toekomende leven".
„Het Evangelie, merkt dr. Bavinck in zpn
Wijsbegeerte der Openbaring op, doet ons een
maatstaf aan de hand, waarmede wij de ver
schijnselen en gebeurtenissen beoordeelen kun
nen het is een absolute waarde, die ons in
staat stelt de waarden van dit tegenwoordige
leven te bepalenhet is een leiddraad, waar
mede wp in den doolhof van de tegenwoordige
wereld den weg kunnen vindenhet verheft
ons boven den tpd en leert ons alles bezien
van het standpunt der eeuwigheid het veroor
deelt de zonden overal en altpd, maar het heeft
huwelijk en huisgezin, maatschappij en staat,
natuur en geschiedenis, kunst en wetenschap
lief. In weerwil van de vele gebreken zpner
belijders, is het in den loop der eeuwen voor
al die instellingen en werkzaamheden ten rijken
zegen geweest.
Zoo werkt de Zending als een zuurdeesem
op heel 't menschelpk leven in, en verheft,
kerstent, christianiseert een volk met al zpn
instellingen en werkzaamheden.
De cultuur echter, die zich emancipeert aan
plechtigheid gingen bijwonen.
't Was een mager, klein ding, dat Pietje,
maar zp had een ernstig gezichtje, en gaf haar
oogjes goed den kost.
Daar op den hoek van die voorste bank werd
haar een plaatsje aangewezen.
Met open ooren zat zp altpd te luisteren,
vooral wanneer meester uit deD Bijbel vertelde.
Nooit bad zp vroeger iets dergelijks gehoord,
en als zp tehuis gekomen, met haar oudere
broertjes en zusjes aan 't schooltje spelen is,
dan moet zp de onderwijzeres zpn, en dan
vertelt zp allerlei schoone geschiedenissen uit
den Bjjbel.
Zoo komt door middel van dit kind het
Evangelie dat Godevpandig huisgezin binnen.
Volders en zijne vrouw beginnen steeds meer
belangstelling in het kleine ding te stellen,
en dikwijls komt Pietje bij vrouw Volders
spelen, en dit biedt haar uitnemende afleiding
om niet in doffe onverschilligheid te vervallen.
Met vreugde vertelt Volders het aan zpne
vrouw, dat de meester heeft gezegd dat Pietje
een vlug kind is, en dat zp de meeste anderen
uit haar klasse verre achter zich laat.
Het doet hem goed haar te zien spelen in
zpn kamer als hp tehuis komt, en haar vroolpk
gesnap verdrijft de sombere wolk van zpn
voorhoofd.
Ja, ook hier bleek de waarheid weer van het
bekende Sshriftwoord:
„De zegenende ziel zal vet gemaakt worden
en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen
worden". (Spr. 11 25.)
het Evangelie, wordt vanzelf onze vijand. Het
is zeer wel mogelijk, dat deze emancipatie
zulke afmetingen zal aannemen dat het nog
een „Kulturkampf" wordt, waarbp die van Bis
marck tegen de Jezuïeten maar kinderspel was,
zegt Dr. Bavinck. Maar de Zending vreest
dezen strpd niet; zp zal er zich niet door laten
afbrengen van het rechte spoor, en het ook
aan de volken steeds weer voorhouden„zoekt
eerst het koninkrijk Gods en Zpn gerechtigheid
en alle dingen der cultuur zullen u worden
toegeworpen". Maar tevens houdt zp aan de
Christenvolken de roeping voor oogen, om met
het Evangelie, dat zp den heidenen brengen,
in te werken op de cultuur, die zich dreigt
los te maken van God en Zpn heilig Woord.
En eindelijk, of in de toekomst de Zending
en de moderne cultuur tot elkaar in de rechte
harmonie zullen staan, is een vraag, die wp niet
bevestigend durven beantwoorden. Eerder heb
ben wp het tegendeel te verwachten. Door den
tegenwoordigen oorlog heeft voor velen veel
meer het Christendom dan de cultuur bank
roet geslagen. En het gevaar is groot, dat de
moderne cultuur, als zp voortgaat op haar anti-
supranaturalistischen weg, ten slotte tegen het
ware christelijk geloof in het algemeen en tegen
het werk der Zending in het bijzonder zal
vergrimmen, en door dwang zal trachten te
bereiken, wat zp door redeneeriug en betoog
niet verkrijgen kan (Dr H. Bavinck). Iu dien
dag zal het eerst recht blijken of de Zending
waarlijk gezegend is geworden en de toege
brachten uit de volken, door de genade Gods
het hebben geleerd zich in deze cultuur-wereld
te bewaren van den Booze.
J. D. wlelenga.
UIT DIS PERS.
Het volgende stukje nemen we over uit de
„Utrechtsclie Kerkbode"
Er komen in het leven van een mensch, en
ook in het leven van een volk en der volken,
van die tpden, die de klacht van Jeremia in
het hart en op de lippen brengen „Gp hebt
U met een wolk bedekt, zoodat er geen gebed
door kan." (Klaagl. 3 44.)
En in zulk een tijd leven wp, dunkt mp, ook
thans.
Het is een dag voor de volken van Europa
„van benauwdheid en angsteen dag der woest
heid en der verwoesting een dag der duisternis
en der donkerheid een dag der wolk en der
dikke donkerheid".
Het zwaard verteert alom zpn tien- en honderd
duizenden er is onder alle volken weedom en
rouw, treuring en klagen in vele duizenden har
ten en huizener is in Oost en West en Zuid
verwoesting en vuur en rookdamp alle steunsels
en vastigheden zpn ontwrichter is dure tijd
en hongersnood.
En nog is het einde niet.
Integendeel. Het wordt nog steeds donker
der en dreigender.
En toch is er nu meer dan twee jaren lang
geen Dag der ruste voorbijgegaan, waarop niet
over heel de aarde de gemeente des Heeren in
haar samenkomsten, dien nood en ellende aan
God geklaagd heeft en met gebed en smeeking
tot den Heere geroepen heeft, of het Hem
believen mocht, het rumoer der volken te stillen,
de bloedstorting en verwoesting te doen op
houden
en er komt en gaat geen dag, waarin niet in
de binnenkameren van hen, die God vreezen,
dat klagen en smeeken tot den God der Goden,
den Heer der Heeren opgaat.
En wat is het antwoord
Dat de oorlogsbrand steeds heftiger oplaait,
dat de verwoesting al verder om zich heengrppt,
dat de volken al meer verleugend en tot blinden
haat worden vervoerd, dat Amerika, waarop
zoovelen hun hope hadden gebouwd, nu ook
naar het zwaard grppt, en dat God nu over
heel Europa een schrikkelijke koude zendt, die
de nood, de verwarring en het lijden nog zeer
vergroot en doet toenemen.
Is er geen reden, om te klagen„Gp hebt U
met een wolk bedekt, zoodat er geen gebed
doorkan".
HOOFSTUK XII.
Lena en haar mevrouw.
„Lena 1" werd er onder aan den trap geroepen.
„Ja Mevrouw
„Waarom heb je mpn groote melkglas niet
klaar gezet, zooals altijd?"
„'k Had het op't oogenblik niet bp de hand,"
stotterde Lena, „'t staat zeker nog vuil, ik dacht
Mevrouw zou voor deze ééne keer wel uit een
gewoon glas willen drinken."
„Nu, dat zal ik dan van morgen wel doen,"
was Mevrouw's wederwoord, maar bp 't naar
binnengaan zei ze bij zich zelf: „'t is niet mo
gelijk dat het glas nog vuil zou staan."
Na het ontbpt ging Mevrouw naar de keuken
en haalde het tpltje om de ontbijtboel om te
wasschen uit de kast. Bp het dichtdoen van
de deur viel haar oog juist op het groote melk
glas, dat, blijkbaar met opzet, achter een schaal
verborgen, toch nog even zichtbaar was. De
voet was er afgestooten en lag er nu als een
dekseltje boven op,
„Wel zoo, daarom was dus mpn glas niet
bp de hand," dacht Mevrouw, terwijl zp het
uit de kast nam en midden op tafel zette.
Lena kwam nu beneden met stoffer en blik
in de hand. Zp zag natuurlijk met één oogop
slag het gebroken glas op tafel staanmaar
nog zeide zp niets.
En toch was er afgesproken, dadelijk al, bp
Lena's komst, dat, zoo zp het ongeluk mocht
lebben iets te breken, zp dit zonder uitstel
linnen zon komen zeggen.
(Wordt vervolgd).