FEUILLETON. Tereehtgebraeht. Een verhaal alt liet volksleven onzer dagen ZENDING. 1.1. Karb- en School nieuws. liet geloof is in de eerste plaats cognitio en daarom moet kennis aan de geopenbaarde waar heid worden bijgebracht. Dan volgt om het zieleleven te sterken en eindelijk mag het ge voel niet vergeten worden. Dan wordt nog gesproken over de methode, over den weg, langs welken de catechese de ziel zijner leerlingen zoekt te benaderen. Of schoon het bestek eener rede niet toelaat de methodiek volledig eenigszins breedvoerig te behandelen, zoodat er slechts voor enkele pun ten de aandacht gevraagd kan worden, toch achten we dit gedeelte zeer belangrijk. De beteeken is van de opmerkzaamheid, de apperceptie, het geheugen en het denken wordt in het licht gesteld. Deze uiteenzetting is dui delijk en leerzaam. In een kort bestek worden hier aan een catecheet gewichtige lessen ge geven en we hebben met klimmende belang stelling gelezen wat ons over de beteekenis van de vier genoemde functies in het denk leven gezegd wordt. Wat we steeds in deze rede epmerken, is vooral hier waar gewich tige waarheden worden bevattelijk voorgesteld. Niet minder juist is naar me voorkomt wat er geëischt wordt van de catechese inzake het wilsleven en het gemoed. We wisten uit ervaring, hoe moeilijk het is om goed catechetisch onderwijs te geven en deze rede is geschikt om het ons nog eens met nadruk te herinneren, Ider, die voor deze taak is aangewezen en haar met toewijding verricht weet het, dat het niet gemakkelijk is om met alles rekening te houden, wat ons dienstig kan zijn. Hij houdt van zijn catechesanten en zou ze zoo gaarne zien rijpen tot mondige leden in Christus' kerk, die haar tot sieraad verstrek ken, maar hij ondervindt teleurstellingen, welke vaak bitter zijn en hij vraagt zich zelf af: heb ik er ook schuld aan, ligt het ook mede aan de wijze, waarop ik het onderwijs gaf. Dit is niet aangenaam, maar het kan toch goed zijn. Waar nu deze Professor zoo hoog deze taak opvat, daar zou het niet anders dan tot voordeel kunnen zjjn dat elke catecheet eens nauwkeurig overwoog, wat hjj ons te zeg gen heeft. Bij het lezen wordt ook het besef verleven digd, van welk hoog belang de catechese is voor de jeugdige leden en voor de toekomst van Christus' kerk. Welk een eere is het om voor dit doel te arbeiden en wie dit erkent, zal ook verstaan, dat het der moeite waard is om pijn krachten daarvoor in te spannen. Waarlijk het is schoon om de lammeren der kudde te mogen weiden en om jeugdige men- schen te mogen leiden in de waarheid, welke naar de Godzaligheid is. Het ideaal waarnaar de catechese heenwijst, is hoog en moeilijk is het om het te grijpen, maar onder den zegen des Heeren ondervindt men toch ook, dat deze arbeid niet ijdel is in den Heere. Er worden op de catechesatie banden gelegd tusschen den Herder en jonge leden, welke nooit meer ver broken worden. Ik zou ook willen, dat alle ouders die kin deren ter catechisatie zenden, eens kennis namen, wat er in deze rede staat, want het zou hen helpen om hunne kinderen op de rechte wijze te leiden en te helpen. Met het oog daarop is het jammer, dat er zoovele vreemde woorden en termen in voorkomen, want dit maakt voor menigeen de lezing hoog bezwaarlijk, dcch er zijn bladzijden in het tweede en derde deel, welke ieder ontwikkelde verstaan kan. Vooral indien zjj gevoelen, welke een wijsheid, kracht, geduld en liefde er noodig is om zich te kwijten van de taak der opvoeding, waartoe zij zich vrijwillig door een gelofte bij den doop van hunne kleinen verbonden hebben. Zy zouden in dit geval wellicht beter zien, wat zy te vermijden en te doen hebben en zy zou den een grooten steun kunnen bieden aan den Catecheet. Samenwerking van het gezin met den predikant is toch zoo noodig en in 't we zenlijk belang van de catechesanten. Laten de ouders het ook beter verstaan, dat de Christus, de Koning der kerk de catechesatie gegeven heeft, opdat zy daarvan voor hun kinderen een recht gebruik zouden maken. Niet sierlijk vond ik in deze zoo voortref felijke rede, dat er nog al eens in voorkwam enzoovoort en wanneer de inhoud meer ver gehouden was van wat er zonder schade gemist had kunnen worden, dan zou m. i. de rede nog krachtiger hebben kunnen zyn. dook ANTHONIA MARGARETHA. Met den wenschtBloeie de catechese in onze kerken en wordt er een geslacht gekweekt dat de geopenbaarde heilswaarheid assimileert, verwerkt en overdraagt aan zyn zonen en doch- teren, een geslacht, dat, wandelend langs nieuwe banen, toch blijft vragen naar de oude paden", stemmen we geheel in. 2G) „Ja, dat is nu allemaal goed en wel, en daar is veel van aan, maar ik zeg dan toch ook weerdaar gaan ze voor op de catechisatie en op de Zondagsschool". „Ge hebt gelijk: een gansche week wijden enkel aan de tydelyke belangen van het kind, en dan zien Zondags de scha weer in te halen. Minstens twintig lesuren besteden om op de hoogte te komen met dingen van dit leven, en dan één catechisatie-uur er tegenover te stellen, om in dat ééne uur de dingen der eeuwigheid te leeren omvatten 'k moet zeggen, Volders, ge hebt gelyk, volkomen geljjk, man Volders zweeg en keek voor zich; wat zou hy hierop ook kunnen antwoorden „Stel je eens een huismoeder voor, Volders," begon dominé opnieuw, die het eten moet be reiden voor haar talrijk gezin. Deéénwenscht niet veel zout, terwyl de andere gaarne iets hartigs mag hebben, Het ieder naar den zin te maken, gaat niet. „Ik weet het goed ge maakt," spreekt moeder de vrouw nu, ,ik geef voortaan door de week geen zout meer in 't Camperland 28 Febr. 1917. Aan ons werd onder dit opschrift een be richt van ongeveer dezen inhoud gezonden Verleden Zondag was het voor onzen Leeraar en voor de gemeente een feestdag. Vyf en- veertig jaar was het geleden, dat ds. Baay be vestigd was door ds. Sieders, nog predikant te Vlaardingen, met een leerrede over Ezechiël 3 17. Slechts drie kerken heeft hij in al die jaren gediend n 1. die te Leerdam, 's Graven- zande en Camperland. Na een voorbereidende studie van slechts een half jaar genoten te hebben, sprak by reeds een stichtelijk woord te 's Gravenzande. Ds. Baay behoorde oorspronkelijk tot de gemeenten onder 't kruiszoodoende kreeg hy zyn op leiding niet aan de Theologische School te Kampen. Twee jaar later legde hy met goed gevolg zyn examen af in de Classis Gorinchem. Vooraf werd hem als tekst zijner prediking opgegeven Openb. 22 17. Slechts een half uur kreeg hy om na te denken, wat hy over dit Schriftwoord zeggen zou. In al die jaren genoot hy voortdurend een goede gezondheid. Wegens een lichte onge steldheid moest hy één keer zijn prediking na laten. Welk een voorrecht is hem daarin te beurt gevallen. Zes-duizend-zeven-honderd en achttien keer heeft by mogen prediken en nog eiken Zondag treedt hy driemaal voor de gemeente op. Des namiddags is de kerk te klein. De verhouding tusschen den leeraar en de gemeente blijft goed en onder de kerkeraadsleden heerscht liefde en vrede. Zoolang ds. Baay het leven en den welstand mag genieten, wil hy blijven arbeiden, al was het tot zyn tachtigste jaar. Hy hoopt, dat God hem vergunt in 't midden van zyn arbeid weggenomen te worden. De Kerkbode wenscht, dat de Koning der kerk, die dezen zyn dienaar zoo lang gespaard en bekwaam gemaakt heeft, hem verder sterke en een rijken zegen geve op zyn arbeid. Bouma. Amice Magelang, Nov. 1916. Nu wil ik u eens iets vertellen van Kasan- doerijat, een dergenen, die de begeerte heeft uitgesproken om Christen te worden en wiens geschiedenis wel bewijs levert van den zegen, dien God ons geeft. Deze Kasandoerijat is een santri, dus iemand, die Godsdienstonderwijs geeft, een mohammedaansche godsdienstleeraar. Ge moet dit woord niet te grootsch opvatten. Het zijn in den regel menschen, die een beetje boven het gewone gros der Javanen uitsteken, maar wier kennis zelf nog veel te wenschen overlaater zyn er onder, die hun taal in de eigen lettersoort niet lezen kunnen, en nooit op school hebben gegaan. Deze Kasandoerij at is echter een santri, die boven veel van zyn collega's uitmunt, daarom ook vele leerlingen had, en door de bijdragen en geschenken van zijn leerlingen en door de opbrengst van de hem toegewezen sawah een goed bestaan had. Naar mijn helpers ver halen, kon hy op ongeveer f 40 per maand rekenen. Nog meer invloed oefende hy uit door zyn voorzitterschap van een vereeniging, die een godsdienstig doel nastreefde, zoodat hy ver buiten zijn desa aanzien genoot. Deze Kasandoerij at nu ontving iedere maand onze krant, die hy ook trouw las, en die bij hem 't verlangen deed ontstaan, om wat meer van den Christelyken godsdienst te vernemen. Hy zocht aanraking met onze helpers, met wie hy uren sprak over den Christus, om dan het ontvangen onderricht te vergelijken met wat hy over Jezus uit den Koran had opgediept. Hetgeen hy van onze helpers vernam waren eten, maar dan zullen we voortaan ook Zondags enkel zout etenieder kan dan naar welge vallen veel of weinig er van nemen." Wat zou je zeggen, als je vrouw zóó eens rede neerde?" „'k Zou er mij niet best in kunnen vinden, dominé," moest Volders lachende toegeven. „En toch is de Openbare School gelijk aan zulk een huismoeder. Maar, helaas, evenals men in bovengenoemd gezin spoedig een walg van het zout had, zoo krygt het kind weldra een walg van God en Zijn dienst, omdat het dit als iets op-zich zelfs-staands gaat beschouwen Zoo echter alles doortrokken is van de vreeze des Heeren, dan zal de godsdienst het welgevallig zijn en aangenaam voor 't gemoed." „Ja, Ja, dominé kan alles goed beredeneeren ik kan er natuurlijk niet tegen op, ik heb dat zoo niet geleerd," zei Volders, om toch iets te zeggen. Hy begon in te zien, dat dominé het bij het rechte eind had, maar hy gaf het niet graag op, en werd zoodoende verlegen met zichzelf. „Hoe is het mogelijk, man," zei vrouw Volders nu, „dat je 't niet opgeeft, en zegt datje over tuigd ben." ,'k Ben half overtuigd, maar nog niet heele- maal." ,Er is dan wel veel noodig om jou te over tuigen," „Dat is er ook." „Eens iets anders, Volders," zei dominé, al weer het woord opvattend, „ge kent het gebod van den Heere Jezus Laat de kinderen tot My komen, en verhindert hen niet, want derzulken andere klanken, die hem boeiden, tot nadenken brachten, en telkens weer verlangde hy meer te vernemen ook wilde hy, dat zyn moerids (leerlingen) die door hem onderwezen werden in den langgar (een mohammedaansch bedehuis in de desa) nu ook het onderwijs van mijn helpers zouden hooren en nu deed het zeker nog zeldzaam voorgekomen verschijnsel zich voor, dat een onzer goeroe's het Evangelie predikte in den langgar. In het begin begrepen die leerlingen niet wat de aanwezigheid van dien nieuwen goeroe beteekende op verzoek van Kasandoeryat werd toch zorgvuldig vermeden om het woord christen te gebruikendit woord zou maar afschrikken en een noodelooze hinderpaal voor de bekend making van het Evangelie oprichten. Myn helpers dienden zich daarom aan, niet als on derwijzers van den Christelyken^ godsdienst, maar als onderwijzers van den heiligen gods dienst maar die voorzichtigheid kon toch niet belemmeren, dat de leerlingen van den santri niets van dien „heiligen godsdienst" wilden weten. De leerlingen kwamen niet meer terug de santri was zyn leerlingen kwyt en daarmee ook kwijt zyn inkomsten, de geschenken, die hij anders in ruime mate ontving, terwijl hem ook weldra aangezegd werd, dat de opbrengst van zijn sawah dit jaar voor het laatst zou worden toegestaan. Kasandoerijat was zoo plotseling van alle inkomen verstoken. Toch hield hy vol, ook toen de hulp, die hy natuurlijk van ons ont ving, ver onvoldoende bleek om zyn gezin van 't noodigste te voorzien en zyn vrouw hem vroeg, waar ze nu van moesten leven, als hy Christen werd. Kasandoeryat zette door, on danks de vele onaangename bejegeningen, die hy moest ondergaan. Daar was echter nog iets, waar hy mee breken moest en dat hem zwaarder zou vallen dan het breken met zyn moerids en de vele vrienden, die hy telde. Hy was tot hiertoe verslaafd aan het opiumgebruik en het was hem schier onmogelijk het gebruik er van na te laten. Wjj hebben hem toen een poosje naar 't Petronella-hospitaal gezonden, waar hy eenigen tyd vertoefde en waar het verblijf door God gezegend werd. Ook nadat hy het hos pitaal verlaten heeft, kan hy het gebruik na laten en vindt hy in den arbeid, dien hy ver richt, ook een welkome afleiding en steun in zyn stryd tegen opkomende begeerte naar opium. lederen dag toch gaat deze Kasandoeryat er op uit, alleen of met myn helpers, om aan heel den kriDg zyner kennissen te vertellen welke verandering er in zyn leven heeft plaats gegrepen en te verkondigen, dat de Heere Jezus de waarachtige Zaligmaker is. Hy ver kondigt dit by andere santri's, loerah's, die vroeger zyn leerlingen waren. Op die tochten hebben er telkens twistge- spreldten plaats, en daar deze Kasandoeryat doorkropen is in de kennis van verschillende elmoe's, goed op de hoogte is met den eigen- aardigen Javaanschen redeneertrant, valt het niet moelyk om den tegensprekers den mond te stoppen. Zyn ijver is voorbeeldigtot diep in het gebergte zet hy zyn tochten voort en welken indruk deze verandering heeft gemaakt, blijkt wel uit de velen, die hem in zyn desa opzoeken om te zien en te hooren wat er met dezen Kasandoeryat is gebeurd. Het is een heerlijke aanwinst. Als toch niet alles bedriegt zullen we in dezen Javaan niet alleen spoedig een flink Christen meer tellen, maar evenzoo een bekwaam helper, die uit het Javaansche vo'k opgekomen, behoort tot het hout waaruit de goede helpers worden gesneden. Het is een lust hem te hooren spreken. De radheid van taal, de levendigheid van beweging, de vurigheid van geest, zijn vele kennis van de verschillende elmoe's, maken hem tot een kracht, die onder Gods zegen nog van veel beteekenis kan zyn voor de komst van Gods Koninkrijk op Zeelands terrein. Laat deze Javaan in uwe gebeden gedacht mogen worden. De tegen stand tegen hem is groot en er is veel genade voor noodig om ondanks dat alles met opge wektheid trouw te blyven. Met hartelijke groeten, Als steeds, A. Mereelijn. is het Koninkrijk Gods. Gelooft ge niet, dat ge uw kind verhindert tot den Heiland te komen door het naar de Neutrale School te zenden „Dat weet ik niet, hoe denkt u dat zoo?" „Wel, gij laat toe, dat het kind op school weer afgeleerd wordt, wat het thuis geleerd wordt: tracht gij het geloof in 't jeugdig harte te zaaien, op school wordt het ongeloof er met veel kwistiger hand over heen gezaaid gij tracht het ongeloof uit te roeien, maar de onderwijzer doet willens en wetens of zonder erg niets anders dan het geloof den wasdom benemen. Om u ook dit met een voorbeeld duidelijk te maken Zeker echtpaar was in het bezit van een klein plekje gronds. Nu gebeurde het op zekeren dag dat de man het tuintje omspitte en er worteltjes in zaaide, wijl zyn vrouw daar zoo veel van hield. Binnengekomen vertelde hy wel aan zyne echtgeuoote dat hy het tuintje omgespit had, doch niet dat hy 't al bezaaid had ook, dit wilde hy verzwijgen tot dat de worteltjes op zouden komen. Dan zou het een verrassing zyn voor zyne vrouwDeze dacht echter, nu myn man het omgespit heeft, zal ik er stilletjes eens wat op zaaien me dunkt, ik moest wat slazaad halen, myn man houdt zooveel van sla. Zoo gezegd, zoo gedaan. Na verloop van enkelen tyd ging de man eens kijken, of er al iets boven den grond uitkwam, en ja, daar zag hy enkele jonge scheutjes. Maar 't waren geen worteljes, dat zag hij aanstonds, dus't was onkruid meende bij. Haastig trok hy de eerste sprietjes uitMet zyne vrouw ging het evenzoo. Gevolg was, dat er niets opkwam Zóó gaat het nu ook by de kinderen van BEROEPEN te HaastrechtH. H. Binnema te Munnekezyl te LangeslagH. Fokkens te Dronryp te Sellingen J. Bolman te Oostwold (Old te Bunschoten (B)D. Hogenbirk te Charlois. AANGENOMEN naar Boskoop D. Pol te Vlissingen. BEDANKT voor O. en N. Bildtzyl en Ridderkerk J. G. Feenstra te Dirkshorn voor Midwolda J. H. Broek Roelolfs te Sehild- wolde voor Koudekerke J. v. Loo te Mijdrecht. Naar wij vernemen zullen de gemeente besturen de bevoegdheid verkrijgen om aan de Kerkbesturen bons uit te reiken waarop deze zich de voor de viering van het Heilig Avondmaal benoodigde hoeveelheid brood zul len kunnen verschaffen. (Vad.) Door wijlen mej. R. A.K. is gelegateerd aan de Geref. Kerk te Roden f 1000, aau de Christ. School aldaar f 1000 en aan de Theol. School te Kampen f 500. De Bode, orgaan van de Geref. kerken in N. Brab. en Limb zal waarschijnlijk niet meer verschijnen wegens de hooge prijzen der ex ploitatie. Een van de ouderlingen der Geref. kerk te Noord-Scharwoude deed een rondgang door de gemeente, teneinde een deel van de schuld der kerk, groot f 6000, te dekken hy haalde niet minder dan f 5400 op Aan de Vrije Univ. slaagde voor het cand. ex. in de theol. de heer F. L. Bakker. Afscheid van Purmerend, wegens vertrek naar An j urn, ds. Tj. Petersen. Ds. D. Ringnalda van Den Haag herdacht zyn 25 j.-ambtsjubileum met 1 Cor. 1 23 en 24; en ds. L. M. A. Scheps van Deventer zyn 45 j. ambtsbediening met Mare. 14 12. Soli Deo Gloria. Wel mag dit gezegd worden met het oog op wat gebeurd is op het terrein der Gereformeerde kerk van Middel burg, sinds 1897 onderscheiden in drie afzon derlijke kerken, A, B en C, maar nu door de gunste onzes Gods zy het ook inderdaad tot Zyn eere tot één saamverbonden, samen gesmolten. De gedachte om aan dit feit eene gemeenschappelijke samenkomst te wyden, vond algemeen instemming en de uitvoering ervan op den avond van den laatsten dag van Februari, die tevens de laatste dag was van het gedeelde kerkelijke leven, mag zonder te genspraak als gelukkig geslaagd worden be schouwd Eene talrijke schare vulde de vry ruime Noorderkerk geheel en met gespannen aandacht werden de drie toespraken aangehoord. Ingezet werd met den psalm, die terstond het oog deed richten op Hem, Die dit werk had doen gelukken 'k Sla d' oogen naar 't ge bergte heen, Van waar ik dag en nacht, Des Hoogsten bijstand wacht!" Ds. Bouma gaf een historisch overzicht van wat geschiedde in vroeger eeuwen, vergeleek 1618 met 1816, herinnerde aan 1834 en 1886, waardeerde wat 1892 bracht en dankte God voor wat 1917, wat de huidige avond voor de Gereformeerde kerk alhier opleverdewaarbij hy voegde, dat er reden is voor weemoed, voor ootmoed, maar zeker niet voor ontmoediging de blijdschap had den boventoon. Ds. Wielenga sprak naar aanleiding van Ex. 33 15, waar Mozes' gebed ons er op wijst, dat 't beter is niet op te trekken „zoo des Heeren aangezicht niet medegaan zal". Zoo ook vermaande hy, op Hem te blyven vertrouwen, alles verwachtend van Zyne leiding en hulp. De blik dus naar boven, voor 't heden en voor de toekomst. Dan trad Ds. Netelenbos ten slotte op, om aan de hand van het Hoogepriesterlyk gebed Dat ze allen één zyn" de gemeente op te wek ken, naar die eenheid te streven, die onze Heiland zoozeer wilde eenheid in Hem en door Hem in den Vader. Dat streven brengt mee een vergeten van, althans een niet meer vragen naar der broederen afkomst: „'34 of '86" maar een samen bidden en samen strijden voor het heerlyke doelGods eere en elkanders op bouw. Christenouders, als zy hun kroost overgeven aan ongeloovige onderwijzers. De een zaait het geloof, de ander het ongeloof en wat is nu het gevolg? Dat gij Gods Woord hebt krachte loos gemaakt door uwe inzetting." Dominé verwachtte eenig antwoord ofbewjjs van instemming van Volders, doch daar hy bleef zwygen, stond hy op, en zei by 't afscheid nemen „'t Wordt tyd voor ons om verder te gaan, wy hebben nog heel wat bezoeken af te leggeu. Denk over alles wat we nu besproken hebben, nog maar eens ernstig na, Volders! Mocht ge dan later nog eens iets over hebben voor de op te richt-n Christelijke School, welnu, kom het my dan zelf eens brengen. Maar ge moet uw gave niet afzonderen om mijnentwille, noch ook voor uw fatsoen, maar alleen om Godswille. En nu nog dit ééne woord, en dan ga ik heen: In het Nieuwe Testament lezen wy, dat Jezus Zyne discipelen één enkele keer iets zeer kwalijk genomen heeft. Wanneer denkt ge dat dit ge weest is B. v. toen zy meenden dat er een aardsch koninkryk opgericht zou worden, of toen zy onder elkander twistten wie de meeste van hen was? Neen, dat gebeurde, toen Hij zag dat zy de kinderen verhinderen wilden tot Hem te komen." Volders en zyne vrouw bevonden zich weder alleen. Het laatste woord van den predikant had blijkbaar een diepen indruk gemaakt op Volders, Hy had den Statenbijbel genomen en was nu bezig de plaats op te zoeken waarop dominé gezinspeeld had. Weldra had hij ze gevonden, en in gedachten verdiept, bleef hjj lang op dat tekstwoord staren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1917 | | pagina 2