FEUILLETON.
Van het Zendingsveld te Magelang.
Terechtgebracht.
Een verhaal nit het volksleven onzer dagen
De Middernacht-Zending.
In de Pastorie.
lingschen broeders, die in bet ambt stonden,
maar niet in de kerk te Kapelle kerkten doch
met de gemeenteleden van Biezelinge afzon
derlijk vergaderden, zes weken bedenktijd te
geven om terug te komen van den weg, waarop
zij wandelden, doch wanneer zij volharden
mochten, hen daarna te schorsen.
De broeders in Kapelle hebben dit classicaal
advies opgevolgd door aan de broeders in Bie
zelinge een brief van dien inhoud te schrijven.
Toen hebben de Biezelingsche broeders zich
verongelijkt geacht. Helaas hebben zü toen
niet gevolgd den gewonen kerkrechtelijken weg.
Zij hadden moeten afwachten de uitspraak der
Particuliere Synode van Zeeland of zich moe
ten wenden tot de eerstvolgende Generale
Synode, tenminste indien zij zich onmogelijk
konden vinden in het advies der Classis Goes.
Evenwel hebben zij hunnerzijds ook nog al
voorbarig den knoop doorgehakt, door geheel
met de Gereformeerde kerken te breken, en zich
als een scheurkerk te institueeren. Ziedaar in
het kort de betreurenswaardige feiten opgesomd.
Aldus is ons de zaak meegedeeld.
Zoolang de officieele notulen van de Classis
Goes en het rapport van de commissie door de
Synode benoemd niet publiek zijn geworden
kunnen ook wjj slfchts afgaan op hetgeen wij
van anderen hoorden. Maar we meenen in
dezen in 't kort de juiste voorstelling te heb
ben gegeven. Welke motieven de Classis Goes
heeft gehad om in afwijking van het advies
der commissie tot schorsing der ambtsdragers
uit Biezelinge te adviseeren, is ons onbekend.
Als dus ds. G. vraagt„Aan wien de schuld?"
kunnen we daarop nog geen antwoord geveD.
Kebkiiof.
ZENDING
Het volgende stuk ontvingen wij ter plaatsing
van broeder P. Lok, onderwijzer aan de Holl.
Chin. School te Magelang. Kebkhof.
't Was een heerlijke morgen. De Chineezen
hadden, ik weet niet, welken feestdag. Maar
de school was gesloten en we besloten nu eens
de kamers van ons schoolhuis te verwisselen met
de kostelijke vrije natuur, 's Morgens vroeg op
pad, want tegen den middag is 't warm in Indië,
zelfs op het koele Magelang. We zouden het*
Progodal maar eens doorsteken en dan den weg
op naar het voorgebergte van den Soembing,
een der lieflijkste wandelwegen van Magelang's
9mstreken. In 't eerst spraken we niet veel,
want de weg daalde steil naar de rivier, 't Mach
tige bruisen van den woeligen bergstroom klonk
ons als weemoedige muziek inde ooren. Plots
daar hadden we de rivier voor ons. Een
oogenblik halt op de stevige, lange brug, die
een meter of zes boven de rivier uitsteekt. Om
uit te rusten, maar ook om voor de zooveelste
maal een oog van bewondering te slaan op
Gods heerlijke natuur, 't Water, byna huppelend
over de groote kalisteenen, de sawahs met het
frissche groen, tegen de hellingen, de steile
rotsen, waarbij vergeleken de zwoegende Java
nen zoo klein schijnen, 't doet u vol bewonde
ring stilstaan al komt ge er ook honderdmaal
langs.
Maar na eenige oogenblikken toevens ver
volgden we onzen weg. We kwamen in zacht
glooiend terrein en hier wilde 't gesprek beter
vlotten. Toen we daar beiden een oogenblik
met onze gedachten verwijlden bfl die trotsche
natuur, was in beider geest dezelfde gedachte
opgeklommenWaarom toch bljjven de Hol-
landsche onderwijzers van verre staan Waarom
kost het toch zoo'n moeite om op een plaats
als Magelang voldoende personeel te krijgen
Al wat het harte begeert is hier toch te vin
den. Magelang, de tuin van Java, beroemd
om het natuurschoon, een lief stadje met tal
rijke Europeanen, een koel klimaat, waar alles
doet denken aan een heerlijken Hollandschen
zomerdag, een plaatsje, waar alle Europeesche
luxe te verkrijgen is En bij zooveel stoffelijke
voordeelen het toch zoo oneindig groote belang
der Zending. Een prettige werkkring voor een
man, die voor Gods Koninkrijk wat wil wezen,
een onafzienbaar arbeidsveld, nooit uitgeput.
En toch ze blijven van verre staaD, al lacht
u hier een schoone toekomst tegen.
door
ANTHONIA MARGARETHA.
17)
Zulke overpeinzingen, zulke gebeden missen
hunne uitwerking niet.
God verhoort zulke gebeden en ziet in gunste
neêr op degenen die zich voor Hem veroot
moedigen
Dat ondervond vrouw Volders ook, en zoo
slaagde zij er in, in Gods kracht de booze op
wellingen van haar eigen zondig hart te be
strijden.
Eindelijk was de laatste dag, de morgen van
het vertrek, het uur van het afscheid, aange
broken.
Het ontbijt werd in alle stilte en eenigszins
haastig genuttigd.
Waar een afscheid wacht, is bijna iedereen
min of meer onder den indruk van het oogenblik.
Men spreekt gewoonlijk weinig, en wat men
zegt, is dan dikwijls nog onbeduidend boven
dien Later bedenkt men met spijt, hoeveel
men zich nog voorgenomen had te vragen of
te zeggen tot de vertrekkende of achterblij
vende personen.
Zóó ging het ook hier.
Zoo kwamen we in ons gesprek vanzelf op
ons arbeidsveld. Het verdeelt zich hier terstond
in drie zeer onderscheiden deelen de Javaan,
de Chinees en de Europeaan.
Maar van de bearbeiding van den laatsten
wilde mfln collega niets weten. We waren ge
komen voor den Javaan en den Chinees de
arbeid onder den Europeaan lag op den weg
van de Indische kerk. Zoo gevoelde men het
ook in Holland. Daar zond de kerk des Heeren
mannen en vrouwen uit om te arbeiden onder
den heiden en den Mohamedaan, maar niet
onder de naam-Christenen. Die waren met het
Evangelie bekend geweest, die hadden den nek
verhard, 't waren spotters geworden, bittere
vijanden die met opgeheven hoofde God tarteD,
die waren niet meer te behouden. Neen, alle
krachten aanwenden om den Javaan en den
Chinees aan de voeten van het Kruis te bren
gen desnoods er voor lijden er voor sterven.
Er kwam geestdrift in zijn stem, flikkering
in zijn oogen. En toch schuchter waagde
ik een opmerking.
In Holland, ja, daar kende men den Indischen
Europeaan alleen als den suikerkoning, den
ambtenaar, maar kende men- daar ook den In
dischen jongen, geboren te midden der Moha-
medanen en heidenen, dikwijls uit een Javaansche
moeder, kende men daar ook den Indo, die van
kindsbeen af omgeven is van het bijgeloof der
Javanen? Waren flie ook eenmaal verlicht
geweest Of waren ze weggezonken in onkunde
en rustte op ons ook de taak hen te brengen
aan de voeten van Jezus?
Moesten ook zy niet de heilsmare hooren en
leeren verstaan, dat bij God alleen hulpe is te
verkrijgen en vergeving van zonden Moesten
ook zij niet verlost worden uit de strikken van
Satan, die hen gevangen hield met het geloof
in booze geesten, wonderheden en wat dies meer
zij Waarin waren ze boven den hen dagelijks
omringenden Javaan verheven dan dat ze zich
Europeaan en Christen noemden
Was immers Hollander en Christen bfj hen
niet de tegenstelling van Javaan en Moha
medaan, van overheerscher en overheerschte
Neen, voorzoover onze arbeidstaak het toeliet,
moesten we ook den Indo bewerken.
Maar dan niet in de eerste plaats den blanke
uit Europa overgekomen. Die hebben, 't moet
helaas toegestemd worden, met den God der
Christenen afgerekend voor die is alleen pro
motie en geldverdienen 'teen en 'tal, 'theden
en de toekomst. En daarmee trekken ze een
wissel op de eeuwigheid. Werkelijk, waar de
velden elders wit zijn om te oogsten mogen
we de weinige arbeidskrachten niet besteden
om dien onvruchtbaren grond te bearbeiden.
Daarmee moeten we wachten tot de arbeiders
in menigte zijn aangekomen.
Eenige weken later werd Evangelisatie ook
een punt van behandeling op een onzer verga
deringen, die we bfj tijd en wijle houden met
de belijdende Europeesche leden der Geref. kerk.
En in beginsel werd besloten de arbeid onder
de Indo's aan te vangen. Er werd een Geref.
Evangelisatievereeniging opgericht die, zoo we
ter eeniger tijd tot een nadere institueering
mochten komen, zich zou oplossen in den ker-
keraad, opdat we van meetaf de goede lijn
blijve volgen Evangelisatie ga evenals Zending,
van de Kerk uit.
Slechts zes leden telt de vereeniging. Voor
zitter is ds. Merkelijn, secr. P. Lok, onderwijzer
a.d. Holl. Chin. School en penningmeester K.
v. Oosten, onderwijzer a.d. Holl. Jav. School.
We zouden verspreiding van bijbels en bijbel
gedeelten en christelijke lectuur zooals „de
Vredebode" en Indisch Weekblad voor Evan
gelisatie als punt 1 van het werkprogram nemen.
Als punt 2 stond huisbezoek en het houden van
vergaderingen, als punt 3 het oprichten van
Zondagsscholen.
Voor huisbezoek en vergadering werden ds.
Merkelijn en Lok aangewezen, voor de Zondags
school Siemons en v. Oosten.
Al spoedig begonnen we met onzen arbeid.
De Zondagsschool telt 8 leerlingen. Daar onze
eigene kinderen blijven bij mej. Jansz, de onder
wijzeres van de H. J. S., betrekken we onze
leerlingen alleen uit de Indo's. Beide Zondags
scholen liggen ver genoeg van elkaar verwijderd
om elkaar geen concurrentie aan te doen. En
met de behandeling der stof is het gewenseht
de leerlingen te splitsen. Kinderen, uit Geref.
Er werden enkele opmerkingen gemaakt over
het weder, over het al of niet vóór zijn van de
klok, maar daar bleef het dan ook bij.
Nu waren alle bordjes leêg, behalve dat van
Lena. Toen zij zag dat haar vader alleen op haar
wachtende was, schoof zij het bordje van zich
af, en zeide
„Wacht u maar niet op mij, vader, ik kan
van morgen mijn brood niet door de keel krijgen".
Volders, die reeds den Bijbel vóór zich had
liggen, sloeg Ps. 121 op en las dien voor.
Daarna bad hij overluid en droeg inzonder
heid zijne dochter den Heere op en smeekte
Hem, haar toch in gunste gade te slaan, en nog
bemoeienissen met haar te willen nemen. Hij
beval haar in alles den Heere en Zijne genade
aan.
Nadat hij het Amen uitgesproken had, stond
ieder op en hielp men Lena, zich reisvaardig
te maken door haar hoed en mantel te geven,
en enkele pakjes, benevens haar parapluie bij
elkaar te leggen.
„'t Wordt langzamerhand tijd, geloof ik,"
zeide vrouw Volders op de klok ziende.
„Ja", zeide Volders, „kind, 't wordt tijd!"
Zijn stem klonk ernstig en bewogen, toen hij
de hand op haar schouder legde en sprak
„De reden waarom je dit huis verlaat, doet
ons pijnlijk aan. Het is niet de rechte weg,
dien je bewandelt, 'tkan niet anders of God zal
je tegenkomen. Van harte hoop ik dat je het
zondige van je gèdrag zult leeren inzien, en
eens evenals de verloren zoon huiswaarts zult
keeren. Vergeet niet, dat er geen dag om zal
gaan, of wij zullen je gedenken in onze gebeden
gezinnen hebben een andere behandeling der
stof noodig dan de half-heidensch-gevoelende
Iodo.
Voor het huisbezoek namen we een vasten
avond in de week. Anders wordt het zoo licht
sleurwerk, en komt er van uitstel zoo gauw
afstel. Donderdagsavonds, ongeveer 5 uur, als
de felste middagwarmte voorbij is, en we zeker
zijn, dat de bezochten van hun middagslaapje
weer tot het dagelijksche leven zijn terugge
keerd, gaan we de kampong iD. 't Doel onzer
bezoeken is de Europeaan, die hier geboren en
opgevoed is en een zeer belangrijk element
vormt tusschen den totok (volbloed Hollander)
en den Javaan. Ook een zeer te waardeeren
schakel tusschen de Zending en den Javaan.
Zij toch, de Indo's, leven en denken dikwijls
geheel als inlanders, zij voelen wat er omgaat
in de Javaansche wereld, zij brengen den Zen
deling dikwijls in aanraking met zoekende Ja
vanen.
Treffende voorbeelden levert daarvoor de Zen
dingsarbeid op te Magelang. De eerste Ja
vaansche Christenen werden tot de gemeente
toegebracht door de eerste arbeid der Evan
gelisatie van ds. Merkelijn onder de Indo's.
Toen onze miss.-predikant te Magelang arri
veerde, zocht hij, zeer terecht, de eerste aan-
knoopingspunten met de Inlandsche bevolking,
ook door middel van onze Indo-bevolking.
Ook nu heeft de georganiseerde arbeid weer
opnieuw ons aanraking gegeven met den Javaan
en den Chinees.
Maar ik wou geen verhandeling geven over
het belangrijke vraagstuk in hoeverre de arbeid
der Evangelisatie onder de half-Europeanen de
eigenlijke Zendingsarbeid kan steunen. Slechts
onze ervaringen op dat gebied wilde ik u me-
dedeelen om u een blik te geven in de diepe
onkunde en het grove bijgeloof waarin deze
arme bevolking is weggezonken.
(Wordt vervolgd.)
Magelang, September 1916.
Amice.
Er zijn in den Zendingsarbeid tal van moei
lijkheden, maar vele van die moeilijkheden
zouden er niet zijn, wanneer van Europeesche
zijde, soms ook van de zijde der RegeeriDg,
een andere houding werd aangenomen. Dat
die houding van Europeesche zijde vaak be
lemmerend werkt, zult ge verstaan, als ge weet
hoe hier schier heel de pers in handen is van
ongeloovigen, die zeer benauwd zijn, dat de
Mohammedanen ontevreden zullen worden ten
gevolge van de Zendingsactie en daarom hun
uiterste best doen om vriendelijke woorden te
spreken over het Mohammedanisme en veel
kwaads te vertellen van de ZendiDg. Deindruk
die het ontwikkelde gedeelte onder de Javaan
sche bevolking van zulk geschrijf krijgt kan
niet anders bewerken dan afkeer van den Zen
dingsarbeid en ook afkeer van de Europeesche
pers, daar ze als bij intuitie gevoelt, dat heel
die houding van de Europeesche pers voor een
groot deel beheerscht wordt door vrees voor
Mohammedanen. Men bedoelt met zulk geschrijf
vriendelijke lonkjes te werpen naar de Moham
medanen en te kennen te geven wy bedoelen
het goed met u, ook uwe godsdienstige belan
gen zffn bij ons veiligmaar de indruk, dien
de inlandsche bevolking van zulke stukken
krijgt kan niet anders dan zeer ongunstig zijn,
daar men zulk een tegemoetkomende houding
zeer onnatuurlijk vind»-, en slechts verklaren kan
uit gebrek aan moed om eigen innigste over
tuiging uit te spreken.
Dat door zoo'n pers ook vele regeeringsamb-
tenaren beinvloed worden, valt te begrijpen,
en dat iedere Regeeringsdaad, die een beetje
lijkt op begunstiging der Zending, een vreese-
lijk gebrul in de Europeesche pers doet ont
staan, evenzoo. Hoe noodig is ook in Indië
een christelijk dagblad, dat we nog steeds
missen en dat den loop zou kunnen doen aan
vangen van onze christelijke opinie's.
Een van de opinie's, die tengevolge van de
Europeesche pers en de daardoor beïnvloede
Europeesche ambtenaren is ontstaan onder de
Javaansche prijaji's, is deze de Regeering stelt
er geen prijs op, dat we Christenen worden.
Wanneer onder de prijaji's een andere indruk
gevestigd was, zou dit voorbereidend voor den
Zendingsarbeid kunnen werken.
„Houd Gods Woord in eere. Vertrouw op
den Heere en doe het goede. Laat af van toorn,
en verlaat de grimmigheid, want de boosdoe
ners zullen uitgeroeid wordende zachtmoe-
digen daarentegen zullen de aarde erfelijk be
zitten en zich verlustigen over grooten vrede.
„Dat staat in Psalm 37, dien ik hoop datje
dikwijls zult lezen
Hij kon de aandoening, die zich van hem had
meester gemaakt, niet langer bedwingen. Op
hartstochtelijke wijze omarmde hij zyn dochter
en kuste haar herhaaldelijk.
„Dag kind, 't valt me zwaar je te zien ver
trekken", zeide hij ten laatste en wendde zich
af, om zijn aandoening voor de aanwezigen te
verbergen.
Nu liep Lena op haar moeder toe, die met
Mientje bij zich stond.
„Vaarwel," zei ze op afgemeten toon, met
kracht de opwellende tranen bedwingend, die
zich bij 't afscheid nemen van haar vader, baan
zochten te breken.
Van Mientje nam zij nauwelijks eenige no
titie.
„Dag lieve zusriep het kind, terwijl zij
haastig haar moeder beduidde, haar omhoog te
leffen om Lena goeden dag te kussen. Zij sloeg
de poezele armpjes om Lena's hals en vleide
om een kusje.
Lena voldeed aan dit verzoek, zonder woorden
gedaan, maar er sprak geen hart uit die liefde
betuiging. Hoe kon dat ook?
„Dag Gerrit," zei ze nu koel en haastig, als
verlangde zij niets vuriger dan dat het afscheid-
nemen een eind zou hebben.
Onlangs was een der invloedrijkste leden van
Boeda-Oetama, de Javaansche prijaji-vereeni-
ging, bij me gelogeerd en zei„Als de Regeering
morgen een bevel deed uitgaan, dat alle Ja
vanen Christenen moesten worden, zou dit bevel
slechts in een kleinen kring weerstand onder
vinden en ik zelf zou een der eersten zijn, die
dit bevel opvolgdenu doe ik het met het oog
op den Javaanschen adat, familierelaties niet
maar als ik een regeeringsbevel had, zou mijn
overgang als een heel gewone zaak beschouwd
worden". Wij wensehen zoo'n regeeringsbevel
nit-t, maar zooveel is toch wel duidelijk, dat
de indruk, dien de Javaan van de Regeerings-
houding opvangt, veel meewerkt om zijn hou
ding ten opzichte van het Christendom te be
palen.
En onlangs werd ik weer in die opvatting
versterkt. Een tweetal prijaji's, die voor in-
landsch ambtenaar studeeren, die dus later een
plaats zullen innemen onder de bestuurders
van het Javaansche volk, ontvingen catechetisch
onderwijs. Eindelijk hadden ze hun studie aan
de school voltooid en gaven my te kennen, dat
ze zoo gaarne Christen zouden willen worden,
maar, voegden ze er aan toe, dan kunnen we
nooit tot de hoogste betrekkingen geraken
immers aan een regent is de zorg voor den
mohammedaanschen godsdienst toevertrouwd
en een Christen kan daarom geen regent wor
den. Die opvatting was onjuist en ik heb ze
beter ingelichtmaar het leerde me wel, welke
opvattingen er onder de huidige en toekomstige
Javaansche ambtenaren bestaan en hoe noodig
het is, dat zulke verkeerde opvattingen bestre
den worden van regeeringswege, wier bepa
lingen en wetten tot deze onjuiste opvattingen
aanleiding hadden gegeven.
Het gebeurt meermalen, dat onjuiste opvat
tingen door de Regeeringsambtenaren bestreden
worden b\j rondschrijven. Onlangs waren er
vele Javaansche prijaji's, die meenden, dat de
Regeering er eigenlijk op tegen was, dat ze lid
zouden worden van de Sarikat-Islam. Nauwe
lijks was deze onjuiste opvatting bekend of een
onzer Residenten deed een schrijven uitgaan,
waarin uitdrukkelijk werd verklaard, dat ze
wel lid mochten worden en er van regeerings
wege geen bezwaar tegen het lidmaatschap werd
gemaakt. Dat zoo'n schrijven door den inlander
tenslotte wordt opgevat als een bedekte aan
beveling van den Sarikat-Islam weet ieder, die
de inlandsche bevolking kent, maar hoe goed
zou het werken, wanneer nu van de Residenten
ook eens een schrijven uitging aan de ambte
naren, dat er van regeeringswege ook geenerlei
bezwaar is indien zij Christenen begeeren te
worden. De Regeering zou dan in geenerlei
zin hare bevoegdheid te buiten gaan en voor
den arbeid der Zending was dan een struikel
blok weggenomen, dat den ingang onder dit
deel der bevolking belemmert. Maar hoogst
waarschijnlijk zou zoo'n schrijven geen geringe
verontwaardiging wekken by de Europeesche
pers, die daarin zou zien een aanranding van
den mohammedaanschen godsdienst.
Als steeds,
Uw Br. in Chr.,
A. Merkelijn.
De bijeenkomst, de vorige week Woensdag
avond belegd door de Middelburgsche afdeeling
van de Ned. Middernacht-Zending, mag zeer
goed geslaagd heeten. De groote zaal van het
Schuttershof was vol, en de beide sprekers
werden onder groote aandacht aangehoord.
Dr. Posthumus Meyjes van Den Haag sprak
een bezielend woord naar aanleiding van het
bevel van Jezus: „Waakt!" Wij werden ern
stig opgewekt de oogen open te houden voor
de listige omleidingen van Satan, en niet toe
te geven aan de aangeboren traagheid, en ook
onze bezwaren niet overwegend te laten zijn,
ziende den reuzenarbeid die moet verricht.
Het was een warm gesteld woord, dat met
groote kracht werd uitgesproken. De meer
dan 500 hoorders (en ook hoorderessen) waren
ODder den indrukdat bleek o.a. uit de col
lecten, die dadelijk werd gehouden en f 33,50
opbracht.
Na 5 minuten pauze trad de heer van Munster
uit Arnhem achter het bordje. Het bleek al
spoedig, dat in hem een man uit de praktijk
En het had een eind. Zoo verliet de oudste
dochter de ouderlijke woning, die voor haar
alle bekoring verloren had, met een gevoel van
wrevel en grimmigheid in het hart.
Ach, dat Lena leeren mocht, de grimmigheid
te verlaten, zooals de Schrift 't zoo kernachtig
noemt.
Ja, de ouderlijke woning had alle bekoring
voor haar verloren, doch aan wie lag de schuld
't Was dwaas van Lena immers, wanneer de
zon is ondergegaan, moeten wy het licht der
maan op prys weten te stellen.
Lena had zóóveel genot van haar tweede
moeder kunnen hebben, indien zy slechts ge
wild had
HOOFDSTUK VIII.
„Wel, vrouw, hoe zou je het vinden als we
van avond eens naar de pastorie gingen vroeg
Volders enkele dagen na Lena's vertrek, 't Was
aem opgevallen dat zyne vrouw er gedrukt
uitzag en zeer stil was, daarom wilde hy haar
afleiding bezorgen.
„Hoe kom je daar zoo bij?" vroeg zy.
„Dat zal ik je eens vertellen. Dominéheeft
ons getrouwd en na dien tijd zyn we nog niet
jy hem geweest, 'tls gewoonte, geloof ik,
dat men dominé na de huwelijksinzegening een
ïleine herinnering aanbiedt en ook bedankt,
en dat hebben we nog niet gedaan. Op't oogen
blik ben ik nog al goed by kas, als jij nu van
daag eens iets ging koopen, dan kon Gerrit
na schooltijd even belet gaan vragen, en als