Aalders Referaat.
Kerk- en Schoolnlenws.
Ofiiciëcle Berichten.
Vacaturebearten Classis middelburg.
Voor de Classis Axel,
Vacaturebeurten Classis Tliolen.
Verantwoording van Liefdegaven.
Kerkbouw te Magelang.
BOEKAANKONDIGING.
Gereformeerd Theologisch Tijdschrift. 17e
De Macedoniër. 20ste jaargang. Afl. 11.
Nov. 1916.
door de aderen daarvan dus ook na nog altoos
eenig calvinistisch bloed."
Een volgend mial willen we herinneren, wat
dit Referaat ons nog te zeggen heeft over de
afwijking van den Gereformeerd-dogmatisclien
weg door het Zeeuwsche Mysticisme.
Bouma.
II.
Reeds bleek ons in één week tjjds van ver
schillende zijden, dat de inhoud van ds. Aalders
referaat, in de vorige Kerkbode gegeven, met
buitengemeens belangstelling en tendeele ook
met instemming werd gelezen. Dat komt naar
ons oordeel daarvandaan omdat de schrijver op
menig punt een juiste diagnose gaf van ons
intiemere kerkelijk leven. Hij wees op niet te
ontkennen verschijnselen als bijv. verkoeling
van de eerste liefde voor de beginselen, een
minder ernstige levenstoon, weinig spreken over
geestelijke zaken, gebrek aan geschikte candi-
daten voor ambtsdragers. En terecht beant
woordde hfj de hem gestelde vraag zeer voor
zichtig, door niet reeds een veruitwendigings-
proces te constateeren, maar door te zeggen
„die verschijnselen doen gevaar duchten't zou
er wel eens toe kunnen geraken, dat ons ge
reformeerd kerkelijk leven veruitwendigd werd."
Zijn ernstig gesteld referaat is als een waar
schuwing caveant consulesd. i. laten de leiders
des volks vooral waakzaam toezien, opdat zulk
een ramp geweerd blijve.
Die hoofdstrekking van het referaat heeft
onze volle sympathie. We mogen ds. A. dank
baar zijD, dat hij op zoo teedere wijze een wonde-
plek ons heeft aangewezen, 't Is de ware vriend
die ons onze feilen toont.
De manier waarop buitenstanders, vooral
predikanten en hoogleeraren in de Herv. Kerk,
over ons intiemer kerkelijk leven zich laten
hooren, getuigt nu juist niet van warme vriend
schap. Daar wordt elke afwijking op eenigszins
overdreven toon geschetst en dan met zeker
leedvermaak die carrieatuur ten toon gesteld.
Dat doet ds. Aalders niet. Ge proeft uit zijn
woorden naast een nauwgezet eerlijk onderzoek
naar den waren stand van zaken ook zijn van
liefde kloppend hart in de ernstige poging om
voor onze kerken het goede te zoeken en te
bevorderen. Daarom moeten wij ook naar hem
luisteren. Niet na kennisneming van zijn woord,
op het oude pad doorgaan, maar ook metter
daad zoeken te komen tot reformatietot bete
ring van wat in verkeerd spoor liep.
Na de verschijnselen geconstateerd te hebben,
speurt hij in de 2e plaats de oorzaken na. Eu
dan kunnen we helaas niet ia alles met den
schrijver accoord gaan.
Twee oorzaken worden met name genoemd
le. de kennis en toepassing van het leer
stuk der gemeene gratie.
2e. de eenzijdig objectief-verstandelijke op
vatting der waarheid.
Daarover willen we onze gedachte meedeelen.
Allereerst, dat men nooit aan een op zich
zelf schriftuurlijk en dus gereformeerd beginsel,
toe mag schrijven kwade gevolgen in de prak
tijk. De goede en ware leer is als zen zuivere
Ironwaaruit ook, als ze maar recht wordt
toegepast, een zuivere praktijk der godzaligheid
vanzelve voortvloeit. Kwade praktijken komen
voort uit misbruik van de waarheid. Ieder
onzer staat in dit geval voor oogen de welbe
kende vraag uit onzen Heidelbergschen Cate
chismus, nadat hij de gezonde leer van de
rechtvaardigmaking door het geloof heeft uit
eengezet „maar maakt deze leer niet zorgelooze
en goddelooze christenen?" De Roomscken
beschuldigen ons, Gereformeerden, immers,
dat onze opvatting omtrent de rechtvaardig
making een zorgeloos en goddeloos christendom
verwekt en bevordert.
Daarop zeggen wij„Neen. Alleen misbruik
van die leer kan tot zorgelooze praktijken leiden".
De Antinominiaan misbruikt die leer, maar
een goed-Gereform eerde niet.
Precies zoo staat het o.i. bij de onderhavige
kwestie met de leer van de gemeene gratie.
Die is in zichzelve goed en waar, echt-schrift
uurlijk, en behoeft dan ook, goed toegepast,
geenszins te leiden tot verwereldlijking van de
leden der gemeente.
Doch wat schrijft Ds. Aalders Dit
„Het leerstuk der Gemeene Gratie beleden
en beleefd "opent met de wereld tegelijk het
gevaar van wereldgelijkvormigheid en werelds
gezindheid voor het opgroeiende Yerbondszaad".
Hij doet het voorkomen, alsof door de nadere
ontplooiing van dat leerstuk ons jonge volk
met name op een gevaarlijk pad is gebracht.
En dat is niet zoo.
Het gevaar schuilt in de cultuur van onze
dageD, in de populariseering van de resultaten
van wetenschappelijk onderzoek, in de met
geen openbaring Gods rekenende geestesstroo-
mingen van tegenwoordig. Als wij in onzen tijd
eens niet gehad hadden de nadere ontvouwing
van het leerstuk der Gemeene Gratie, dan zou
den er o.i. heel wat jeugdigen aan de kerk
ontvallen en door den stroom van ongeloof mee
afgevoerd zijn. O.i. is het stuk van de Gemeene
Gratie juist ter rechter tijd klaar ontvouwd,
en voor menigeen die dreigde schipbreuk te
lijden geworden als een vuurtoren aan de kust,
door wiens schijnsel zijn levensscheepje in de
branding behouden bleef instee van op een
klip te pletter te slaan. Goed-toegepast leidt
deze leer niet tot verwereldlijking, maar tot
het krijgen van een helderen kijk op het alge
meen menschelijk leven. Die wereldgelijkvor
migheid bij jeugdigen van jaren is niet te
wijten aan het leerstuk der Gemeene Gratie,
maar is ondanks de klare ontvouwing van
dat zuiver schriftuurlijk beginsel te wijten
aan het zich laten bekoren door den bedrie-
geljjken glans eener hoogopgevoerde cultuur.
Deze of gene moge, om zichzelven te dek
ken, misbruik maken van de leer der Gemeene
Gratie dat komt metterdaad voor maar,
als de vreeze des Heeren in het hart woont
welke het beginsel van alle wijsheid is, dan
zal in onze dagen door kennis van 't beginsel
der Gemeene Gratie het geestelijke of kerkelijke
leven niet veroppervlakkigd of veruitwendigd
maar veeleer verrijkt en verbreed en verdiept
worden.
Het bestaan van de 2e oorzaak te eenzijdige
objectieve richting geven we ten deeletoe,
Maar dat mag niet gegeneraliseerd worden
Die objectieve eenzijdigheid kwam en ook
weer als reactie tegen bestaande en dreigende
subjectieve eenzijdigheid. Het is niet gemakke
lijk altoos het juiste evenwicht tusschen beiden
te bewaren. Bij objectieve beschouwing wordt
in den regel een gezond kerkelijk en geestelijk
leven gekweekt, terwijl bij subjectieve be
schouwing dit bij beiden veel te wenschen
overlaat.
Op een andere oorzaak had o. i. gewezen
kunnen worden de hedendaagsche lectuur. Een
stroom van christelijke romannetjes heeft ver
drongen de lectuur van opbouwende degelijke
boeken. Van de laatste soort verschijnen er
slechts weinige. Ze worden niet druk verkocht.
En eenmaal gekocht, worden ze niet dan schaarsch
gelezen en bestudeerd. Ze prijken meer in een
prachtbandje op boekenhanger of salontafel ij e.
De oppervlakkige dagbladen oefenen meer in
vloed op hart en leven dan een degelijk week
blad als de Heraut. De tijd, dat men in ieder
gezin met gretige hand greep naar de binnen
komende Heraut, is voorbij. Wordt hij vaak
zelfs niet ongelezen gelaten Kranten en boeken
die over cultuur en kennis der maatschappelijke
ontwikkeling handelen, hebben de voorkeur
gekregen.
De beantwoording van enkele opmerkingen,
die ter Conferentie gemaakt werden, is in aan-
teekeningen ondergebracht. Daaruit nemen
we het volgende over
„Met ds. v. Kasteel stem ik in, die opmerkte
dat heel onze tijd zich kenmerkt door eene
koudheid tegenover de zuivere waarheid Gods.
Noch Afscheiding, noch Reveil hebben ons volk
als volk teruggebracht tot der vaderen God.
Ook de Doleantie ofschoon een beving Gods
genoemd heeft niet uitgewerkt, wat gehoopt
werd. De verwachting is te hoog gespannen
geweest. Principieele en totale volksommekeer
bleef uit. Het is veeleer te vergelijken met
de reformatie van koning Josia, die wel het
oordeel tijdelijk vermocht op te schorten, maar
niet het hart des volks winnen voor God. De
zuivere Jehova dienst werd veel meer uitwen
dig vormelijk hersteld, dan innerlijk oprecht
aanvaard".
Het trok ook de aandacht, dat ds. A. zoo
pertinent alle buitengewone middelen tot wering
van het veruitwendigingsproces afwees. Daar
omtrent nader gevraagd, antwoordt hij o.i.
terecht
„Mijne afwijzing van buitengewone middelen
slaat op den tegenwoordigen toestand onzer
kerken. M.i. vereischt die, ofschoon ernstig,
nog niet het ingrijpen met buitengewone mid
delen.
Zoolang medische behandeling mogelijk is
(het gewone), blijve de operatie (het buitenge
wone) achterwege. Men pleegt ook niet tot
het buitengewone der chirurgische behandeling
over te gaan, eer de gewone medische weg
ernstig beproefd is of wel duidelijk blijken
mocht dat dit de eenige weg is tot behoud".
Ten slotteDe schrijver meent niet, alles te
hebben opgelost. Met zijn referaat sprak hij
pas een eerste woord. Moge het leiden tot
nader onderzoek en tot afwending van het ge
vaar.
Met zijne opmerking over harmonie tusschen
het verstandeljjk-voorwerpelijke en het mystiek
onder werpelijke in de prediking gaan we accoord.
Toch is het in dit referaat niet duidelijk genoeg
omschreven. Wat zoo in 't kort wordt gezegd
op bladz. 25, zou nog wel eenige nadere toe
lichting noodig hebben, om voor ieder duidelijk
te zijn.
Prof. Geesink schreef in de Heraut nog in
zijne recensie deze goede woorden
„Daarbij komt, hetgeen trouwens niet anders
te verwachten was, in dit referaat Aalders' trouw
aan het Calvinistisch beginsel, zijn hartelijke
liefde voor onze Kerken en zijn frissche kijk
zoo op het leven in het algemeen als in het
bijzonder op het kerkelijk leven." Kerkhof.
DRIETAL
te Alphen a.d. Rijn: T. Gerber te 'sHertogen^
bosch
D. Pol te Vlissingen
W. Veder te Zwolle.
BEROEPEN
te Westmaas: S. Verlare te Kommerzijl;
te Wezep (Geld.)N. Duursema te N. Am
sterdam
te VijfhuizenS. G. de Graaf te Oosterzee
te N. Dordrecht: G. de Jager te Wolfaartsdjjk
te Hattem dr. C. N. Impeta te Avereest
te Loenen-VreelandH. Brinkman te Glaner-
brug.
BEDANKT
voor AmerongenA. Voogel te Puttershoek;
voor Ambt-VollenhovenS. Verlare te Kom
merzijl
voor Oldeboorn E. v. d. Laan te Onstwedde
voor SliedrechtJ. D. Heersink te Nieuweroord
voor EdeS. Doornbos te Doetinchem.
Te Deventer wordt opnieuw een poging
gedaan, om de Geref. kerken A en B te ver
eenigen. De kerkeraden zijn het eens geworden.
Afscheid van Haastrecht ds. B. van Hal-
sema wegens vertrek naar Hallum, met Hand.
8 39.
Een Hervormd predikant in Friesland is
benoemd tot bezoldigd kassier der Boerenleen
bank in de gemeente Sehoterland en zal deze
betrekking naast het predikambt waarnemen.
De heer J. K. v. Baaien, zoon van den
Geref- emeritus-predikant ds. H. J. W. v
Baaien te Nijmegen, die in 1914 cand. ex. deed
aan de Theol. School en zijn studiën in Amerika
voortzette, heeft thans een beroep aangenomen
naar de Chr. Ger. kerk te Ada, in de classe
Grand-Rapids.
Na peremptoir examen is door de classe
Edam toegelaten tot den dienst desWoordsen
der Sacramenten de heer P. C de Bruijn, cand
te Arnhem, ber. pred. te Edam.
Wijlen den heer G. Boormsma te Wor-
kum heeft f 5000 vermaakt aan de Ger. kerk
aldaar.
De Ger. kerk te Valthermond herdacht
haar 25-jarige institueering haar voorganger
de heer P. Koster sprak bij die gelegenheid
een gedachtenisrede uit naar aanleiding van
Ps. 48 10.
De kerkeraad der Geref. kerk te Den Haag
heeft de wenschelijkheid uitgesproken een vijfde
kerkgebouw te stichten. Reeds kwam een gift
van f 1000 in.
Afscheid van Scherpenzeel ds. R. de Jager
met Hand. 20 32.
De heer A. Goote, onderwijzer aan de
Chr. M. U. L. O. school, Heerengracht, Mid
delburg, hoopt eerlang te vertrekken naar
Rustenburg in Zuid-Afrika, om aldaar in ge
lijke betrekking werkzaam te zijn.
Op 29 Nov. a.s. hoopt ds. F. Staal te
Colijnsplaat zijn 25-jarige ambtsbediening te
gedenken. Het zal den sympathieken predikant
van Colijnsplaat op dien dag ongetwijfeld niet
aan blijken van belangstelling ontbreken.
Christelijke onderwijzers Voor de scholen
der vereeniging tot het oprichten, besturen en
instandhouden van scholen met den Bijbel te
Batavia worden zoo spoedig mogelijk gevraagd
drie onderwijzers met hoofdacte en acte Fransch.
Brieven te richten aan ds. G. W. Pohlmann
em. Luth. pred. te Utrecht, Koningslaan.
Door de classe Gouda zal een voorstel
worden doorgezonden aan de Gener Syn. te
Rotterdam te houden, om in 1918 de Dordtsche
Synode van 1618/19 te doen herdenken.
Afscheid van Loppersum, wegens vertrek
naar Rouveen, ds. B. J. Lambers, met Matth.
28 20.
Intree te Roden, ds. H. Haspers van N.
Weerdinge overgekomen, met 2 Cor. 5 18,
na bevestigd te zijn door ds. J. Scholte van
Drogeham B, met Jes. 52 7 te Jutrijp-Hom-
merts ds. W. Goedhuis, overgekomen van Weesp,
met 1 Cor. 2 2, na bevestigd te zijn door ds.
Dethmars van Sneek met 1 Cor. 3 1015.
Wolphaartsdyjk14 Nov. 1916. Verblijdend
om de eere, maar toch ook opnieuw veront
rustend was voor de Geref. kerk van Wol-
phaartsdjjk het bericht, dat haar leeraar ds.
G. de Jager beroepen werd door de kerk van
Nieuw-Dordrecht. Geve de Koning der kerk
Z,Ew. wijsheid van boven en mogen wij ook
nu weer verblijd worden.
Namens den raad der Geref.
kerk te Wolphaartsdijk,
W. A. v. Wijk, Scriba
GAPINGE.
14 Jan.
28
11 Febr.
25
11 Maart
25 -
ds. van Schelven,
ds. Netelenbos,
ds. Veen.
ds. v. d. Ende.
ds. v. d. Hoorn,
ds. de Kruijter.
GRIJPSKERKE.
10 Dec. ds. Warmenhoven.
7 Jan. ds. Toebes.
4 Febr. ds. Wolf.
KOUDEKERKE.
17 Dec. ds. Scheele.
14 Jan. ds. Runia.
11 Febr. ds. Bouma.
HULPDIENST TE OOSTKAPELLE.
3 Dec. ds. van Schelven.
10 ds. Veen.
17 ds. Pol.
24 ds. v. d. Hoorn.
25 ds. Kerkhof.
31 ds. v. d. Ende.
AARDENBURG.
18 Febr. ds. Pol.
OUD-VOSSEMEER.
26 Nov. ds. A. H. v. d. Kooi.
24 Dec. ds. A. H. Nieboer.
ANNA-JACOBA-POLDER.
17 Dec. ds. A. H. v. d. Kooi.
14 Jan. ds. A. H. Nieboer.
RILLAND-BATH.
14 Jan. ds. A. H. v. d. Kooi.
11 Febr. ds. A. H. Nieboer.
KORT VERSLAG van de vergadering
der classis Tholen, gehouden te
Bergen op Zoom Woensdag 8 No
vember 1916.
1. Namens de roepende kerk van Oud-Vos-
semeer opent de consulent ds. P. E. v. Schaik
de vergadering op gebruikelijke wijze.
2. De brs. De Graaff en Verlare worden
jenoemd tot het nazien der credentialen.
Eerstgenoemde rapporteert, dat de kerk van
A. J. P. eene instructie heeft, en dat al de
kerken regelmatig vertegenwoordigd zijn.
3. Het moderamen wordt aldus samengesteld
ds. A. H. Nieboer, praesesds. P. E. v. Schaik,
assessords. A. H. van der Kooi, scriba.
4. De scriba der vorige vergadering leest
de notulen. Onveranderd goedgekeurd.
5. Uit de ingekomen stukken blijkt, dat
het adres voor de storting van gelden voor
Hulpb- kerken in onze provincie is ds-F. Staal
te Colijnsplaat.
De mededeeling van de losmaking van ds.
K. te W., gedaan door de cl. Winschoten,
wordt voor kennisgeving aangenomen.
6. De collecten en quota worden geïnd.
7. Na onderzoek van de stukken wordt aan
ds, P. E. v. Schaik van Anna-Jacoba-Polder
acte van losmaking verleend, met het oog op
zijn aanstaand vertrek naar de Geref. kerk van
Strijen.
8. De rondvraag naar art. 41 D. K. O.
geschiedt. Niets bizonders.
9. Aan de genabuurde classes zal verzocht
eventueele aanvragen van vacante kerken uit
dit classicaal ressort, ter vervulling van de
bediening des Woords te doen aanbevelen,
aangezien deze classis slechts twee Dienaren
des Woords vooralsnog mocht behouden.
10. De consulentschappen worden geregeld.
Ds. A. H. v. d. Kooi wordt consulent van
Anna-Jacoba-Polder, Tholen en Oud-Vossemeer.
Ds. A. H. Nieboer van Poortvliet en Rilland.
11. Anna-Jacoba-Polder zal de volgende
vergadering saamroepen op den 7en Febr. 1917
te Bergen op Zoom. Alsdan moeten gestort
de collecten voor de Theol. School en de Hulp
behoevende kerken.
12. In de plaats van ds. v. Schaik worden
benoemd als class, quaestor en voor Hulpbe
hoevende kerken oudl. J. van Strien van Anna-
Jacoba-Polder.
Als Dep. ad examinads. A. H. v. d. Kooi.
Als Dep. voor de predikantstractementen,
als primus visitator en voor de inning der coll.
voor de Theol. faculteit ds. A. H. Nieboer.
13. Ds. Van Schaik neemt met een harte
lijk woord afscheid van de classis. Dit wordt
door den praeses beantwoord met dankzegging
voor den verrichten arbeid, gedurende 5Vs jaar.
De vergadering zingt Z.EW, Ps. 121:4 toe.
14. De praeses eindigt met dankzegging en
sluit de vergadering.
Op last der classis
Ds. A. H. Nieboer, Dept.
Ontvangen van ds. H. Brouwer te Schoon-
dijkeBijdrage Zending-commissie Zaamslag
voor kerkbouw le Magelang f 10,46.
C. J. Hondius, penningm.
Weer eenige giften, De heer F. Wisse, gec.
tot de Zending te Nieuwendijk zond mij, be
halve f 100 als bijdrage voor de Zending ook
nog f 20 voor den kerkbouw den Brabantschen
broederen onze dank
Iu de collecte te Meliskerke werden f 2
gevonden, en van N. W. te N. ontving ik f 2,50.
J. D. wlelenga.
In de brievenbus gevonden een zilverbon
van 1 gulden. Bouma.
Middelburg G. Ontvangen in de collecte van
1.1. Zondag een zilverbon ad f2,50 met bij
schrift: Uit dankbaarheid voor kerk en armen.
Diakenen zeggen hiervoor vriendelijk dank.
Middelburg C. In hartelijken dank ontvan
gen van mejA. en M. 1 gulden, van de fa
milie P. 1 gulden en van B. 60 cent.
Zusterkring.
In mijn brievenbus vond ik een envelop met
f 1,— „voor het tekort van Effatha" en f 2,
„voor het studiefonds te Kampen". Vriendelijk
dank aan den onbekenden gever (of geefster).
Voor het verzenden heb ik zorg gedragen.
J. D. WlELENGA.
ZENDING.
Middelburg C. Met vriendelijken dank ont
vangen een partijtje Capsules van Cornelia
Cevaal.
Namens gecommitteerden,
B. Lahr, penningm.
Middelburg G. Ontvangen van een broeder
der gemeente een gift van f 6,aan rente
zijner obl. ten laste der kerk, waarvoor het
Bestuur der Vereeniging „De kerkelijke kas"
hartelijk dank zegt.
jaargang. Afl. 7. November 1916.
Bosch, Nijverdal.
Inhoud
I. Dr. S. Greydanus. In Eden's hof.
II. Verslag van de Alg. Vergad. der Geref.
pred. vereenig. te Utrecht in Sept. jl.
III. Een drietal zeer korte recensiën.
Het verslag van de predikanten-conferentie,
door ds. Kunst gesteld, is 't belangrijkste, en
geeft een duidelijk overzicht.
Bouwman en Venema, Groningen.
InhoudEen lezing door Docent Bakker te
3andoeng gehouden over „bearbeiding van het
geheele terrein".
Voortzetting van de handleiding voor Studie
kringen door ds. Wielenga, over „Soemba's
listorie, 18681872, controleur Roos".
11 Beelden uit Dijkstra's Camera.
Kerkhof.