Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
30e Jaargang.
Vrijdag 27 October 1916.
No. 44,
UIT HET WOORD.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Vaste Medewerkers0.0. R. J. v. d. VEEN, J. D. WIELENGA, F. J. v. d. ENDE, J. H. LAMMERTSMA, L. v. LOON, D. POL en F. W. J. WOLF.
Abonnementsprijsfranco aan huis per half jaar 80 cent.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREEN1GING ZEEUWSCHB KERKBODE.
Adres van de AdministratieA. D. LITTOOIJ Az.
Middelburg.
EN GIJ, KAPERNAÜM I
Een tijdwoord bij uitnemendheid is dit
woord, door Jezus gesproken. Wij ver
bazen er ons over, zulk een sprake te
hooren uit den mond van den liefdevollen
Heiland't vlammend zwaard der wrake
in Z ij n hand moet ons met siddering
vervullen.
Kapernaüm was v e r h o o g d door de
welvaart, die het genoot, 't Was de groote
zeehaven van het gansche land van Gen-
nésareth, waartoe het door zijn wonder-
schoone ligging als vanzelf was aangewezen.
De vischvangst was mee het hoofdbedrijf
en wierp een belangrijke bate af. En
zulk een gewichtig strategisch middelpunt
was de stad op den grooten heirweg, die
van Egypte naar Syrië en Assyrië liep,
dat het Romeinsch bewind hetnoodighad
geoordeeld er een bezetting te leggen van
100 man.
Verhoogd was Kapernaüm vooral echter
door de geestelijke voorrechten, die het
waren geschonken boven alle andere ste
den was 't gezegend en wel zóó, dat Jezus
spreken kon van een verhoogd zijn tot
den hemel. Zeker, Bethlehem was ook
verhoogd en wel door kribbe en staldaar
werd het Woord vleesch en de Zone Gods
uit Maria geboren. Ook Nazareth was
verhoogd, want 't was de woonplaats van
Jezus in Zijn jeugd en jongelingsjaren.
Jerusalem was eveneens verhoogd als het
schouwtooneel van meer schokkende ge
beurtenissen, want daar werd de tragedie
van het lijden der liefde afgespeeld, gelijk
Gethsémané, Gabbatha en Golgotha kun
nen getuigen.
Maar toch gaat Kapernaüm deze allen
in heerlijkheid te boven. Het belangrijkste
hoofdstuk van Zijn leven heeft Jezus hier
doorgemaakt. Hij heeft in de straten en
op de heuvelen en in de omgeving van
Kapernaüm, en vooral aan den oever der
zee, Zijn innerlijkst leven blootgelegd en
zich geopenbaard in de alles overtreffende
heerlijkheid van Zijn koninklijke ontfer
ming.
Met nadruk wordt Kapernaüm genoemd
»Zijn eigene stad", d. i. de plaats, waar
Hij woonde. En Hij koos het tot woon
plaats niet, omdat het door bijzondere
vroomheid uitmunttewant 't tegendeel
is wel geblekenmaar omdat het na het
heidensche Tiberias het meest beduidende
stedeke daar was. Bovendien, in den heu-
velachtigen omtrek van Nazareth vond Hij
geen geschikt terrein voor Zijn optreden
de bevolking was er te dun gezaaid. En
vergeet ook niet den tegenstand, ja de
felle haat, welke Hem te Nazareth ver
hinderde krachten te doen.
Begonnen was de verhooging dezer stad
door zijn eerste optreden in de synagoge,
toen Hij een duivel uitwierp. Voortgezet
werd ze door de genezing van Petrus'
schoonmoeder, 's Avonds stroomde het
volk voor Petrus' huis samen en zij droe
gen de kranken uit, en genezing volgde
op genezing, en duivel na duivel ruimde
het veld. Zoo openbaarde Hij zich hier
als de Christus Gods. Zijn uitnemendste
wonderen zijn hier gedaan Zijn heerlijkste
redenen hier gesprokenZijn treffendste
gelijkenissen hier gehoord. Ook heeft hij
hier de keur van Zijn apostelen geroepen.
O, bevoorrecht Kapernaüm, drie jaren
lang de woonplaats te zijn van God geo
penbaard in het vleesch Welke stad ter
wereld is met haar te vergelijken 1 Wat
is Berlijn met haar school van weten
schappen, wat Parijs met alle weelde,
Londen met zijn wereldhandel, New-York
met den »almachtigen" dollar Want in
Kapernaüm werd een wetenschap gepre
dikt, die wijs maakt tot zaligheid, en een
zaligheid voorspeld, waarbij alle schatten
der aarde in het niet verzinken. En daar
om luidt de aandoenlijke klachtïEn gij,
Kapernaüm, tot den hemel toe zijt gij
verhoogd 1"
Heeft dit woord ook ons niet veel te
zeggen Verhoogd, in den zin van be-
weldadigd en bevoorrecht, is ons land,
niet alleen wegens zijn glorierijk verleden
maar ook uit oorzaak van het grootsche
heden. Vooral denken wij aan de gees
telijke privilege's, waarin wij mogen deelen
tot op dezen dag. Ons christelijk school
wezen bloeit als nergens elders ter wereld.
God heeft ons ook vergund het werk der
Zending aan te vatten met energie en
groote kracht, en ook de Evangelisatie
bloeit allerwegen op. En wat een rijkdom
aan stichtingen van barmhartigheid be
zitten wij voor allerlei ellendigen. Te
midden van den algemeenen afval staan
hier onze Gereformeerde kerken, als een
bolwerk, als een dam, als een licht, als
de zuivere openbaring van het lichaam
van onzen Ileere Jezus Christus. Geen
plaats ter wereld, waar de ware religie,
ons door onze Gereformeerde vaderen over
geleverd, zoo is bewaard en wordt omhelsd
als in Nederland. En met het oog op dit
alles roepen wij het ons land toe»gij,
gij zijt tot den hemel verhoogd!"
Wat voor ons land en volk in 't alge
meen geldt, is ook toepasselijk op ons
persoonlijk. Gij zijt verhoogd, tot den
hemel verhoogd, door uw geboorte uit
godvruchtige ouders, uw christelijke op
voeding, uw onderricht op scholen met den
Bijbel en op de catechisatie en door de pre
diking in de kerk. Gij hebt Gods Woord,
en bovendien vele boeken en bladen die u
voorhouden, wat stof geeft tot roem in
God. En iederen morgen zijn Zijn goe
dertierenheden nieuw over ons.
En zeg nu niet, dat gij mist wat Kaper
naüm had, n.l. het inwonen van Jezus zelf,
want in het wezen der zaak hebt gij het
zelfde voorrecht ontvangen, dat Kapernaüm
tot den hemel toe verhoogd heeft. De
Heiland werkt ook onder ons zijn
wonderen van genade in treffende bekee
ringen, waarachtig christelijk leven en
zalige sterfbedden. Ja, wij hebben nog
grooter voorrecht; want Hij heeft ons Zijn
Heiligen Geest geschonken, die Hem ver
heerlijkt; en wat Kapernaüm niet wist
weten wij, n.l. dat deze Jezus ter rechter
hand Gods zit, bekleed met alle macht
in hemel en op aarde, en dat Hij nu reeds
vele eeuwen Zijn kerk heeft in stand ge
houden, en duizenden en millioenen heeft
doen gelooven in Zijn naam. En daarom,
niet minder dan Kapernaüm geldt u het
woord»gij, g ij zijt tot den hemel toe
verhoogd".
Wat was Kapernaüms overtreden, dat
de Heere het het vreeselijk oordeel der hel
aanzegt? Opmerkelijk is zeker, dat Jezus
de gruwelstukken niet opsomtHij zegt
alleen, dat Sodom gebleven zou zijn, in
dien daarin dezelfde krachten waren ge
schied. Doch overigens zwijgt Hij ervan.
Is het misschien, omdat Kapernaüm in
zonden leefde, die niet met name mogen
worden genoemd? De vergelijking met
Sodom zou het ons doen denken en ge
wis, het Sodomietisch kwaad is een gruwel,
die ten hemel schreitdoch daar Paulus
in Rom. 1 het bij name noemt zou Jezus
dat ook hebben gedaan, indien Kapernaüm
in dit opzicht aan de stad des vlakken
velds gelijk was.
Maar neen, het was geen roepende zonde,
welke Kapernaüm kon worden verweten.
Er werd niet meer gevloekt, overspel be
dreven, sabbathschennis gepleegd enz. dan
in andere plaatsen van Palestina. Zelfs
schijnt het boven Nazareth en Jerusalem
te staan, want deze hebben Hem uitge
worpen en gedood. Te Kapernaüm echter
bewees men Hem alle eer, en men hield
Hem voor een groot profeet. Hij heeft
er dan ook vele krachten gedaan, en al
het volk hoorde Hem gaarne.
In het hart waren echter de Kaperna-
ïeten onverschilligzij waren niet warm
gelijk de discipelenen ook niet koud,
gelijk Nazareth en Jeruzalem, maar lauw,
gelijk Laodicea, en daarom spuwde de
Heere hen uit Zijn mond.
Zij konden Jezus volgen tot de hoogten
van Hattim, en luisteren naar Zijn zalig
sprekingen zij konden uren achtereen
staan in het heete zand van den oever,
als Hij van af de visscherspink de woorden
des levens sprakmaar wanneer Hij eischte
zelfverloochening, kruisdragen, bekeering,
dan kwamen ze in verzet, en zeiden
»deze rede is hard, wie kan ze dragen
Onverschilligheid, onbekeerlijkheid, on
aandoenlijkheid, dat was de overtreding
van Kapernaüm.
En deze zonde leeft nog. Zoekt ze echter
niet alleen in het midden der wereld
maar ook in de christelijke kringen. De
oorlog van ruim 2 jaren bracht nog geen
verandering ten goede te weeg; ons land
is nog niet vernederd en verteederd. Het
schijnt eerder, dat de gemoederen verhard
wordenvooral de oorlogswinsten doen
veel kwaad en wekken bij duizenden een
nog nooit gekende zelfzucht en hebzucht
op. Van een buigen onder de slaande
hand Gods, van een beven voor Gods oor-
deelen wordt echter weinig of niets ge
merkt. Men is er onverschillig, onaan
doenlijk onder en bekeert zich niet.
Deze zonde bloeit ook in de kerk des
Heeren. Zie, gij gaat geregeld op naar
het bedehuis, en luistert zelfs met stich
ting den prediker onthoudt gij uw lof
nietvooral als er met hel en verdoeme
nis gedreigd wordt zijt ge één en al oor.
Maar toch gij blijft dezelfde, onaandoen
lijk, onbekeerlijk, en leeftin|uw zondenvoortj
Dit nu is verschrikkelijkhet licht des
Evangelies te zien, te bewonderen, en toch
in de duisternis te wandelenvan genade
en verlossing te hooren, en toch de zonde
en zondedienst getrouw te blijven; wel
Jezus te huldigen en toch niet in Hem te
gelooven.
Voor dezulken zal het oordeel ontzettend
zijn »gij zult tot de hel toe nedergestooten
worden het zal den lande van Sodom
verdragelijker zijn in den dag des oordeels
dan u." Jezus wijst met dit woord heen
naar het laatste gericht en stelt het ons
aanschouwelijk voor oogen, wat dan zal
geschieden.
De vierschaar is gespannen, en de Heiland
is als Rechter gezeten op Zijn troon.
Kapernaüm, uit haar ruïnes verrezen, is
in staat van beschuldiging gesteld. De
getuigen worden opgeroepen. Eerst komen
de drie jaren, gedurende welke de Heere
er Zijn residentie had. Daarna treden de
bewoners naar voren, om dit getuigenis
te bevestigen de een zegtik was krank,
maar Hij heelde mijen een anderde
duivel was in mij gevaren, maar Hij wierp
hem uit; en een derde: mijn dochtertje
was gestorven, maar Hij heeft het in het
leven teruggeroepen. Zelfs de natuur, de
wind en golven, ook de visschen in de zee
leggen getuigenis van Jezus' heerlijkheid,
in Kapernaiïm geopenbaard, af.
Maar eindelijk komt een vreemdeling,
uit de diepte van een ontzettend graf ver
rezen. 't Is Sodom, de verdoemde stad
des vlakken velds. En zij spreekthadden
wij in de voorrechten van Kapernaüm ge
deeld, wij zouden ons reeds lang bekeerd
hebben in zak en asch en wij zouden tot
op den huidigen dag zijn gebleven Heere,
Gij rechtvaardige Rechter, aan ons was
niet veel gegevendat dan van ons ook
niet veel worde geëischt
En het antwoord zal zijnSodomde
gerechtigheid eischt wraak over uw zonden;
bovendien de Heere liet zich ook onder u
niet onbetuigdleefde niet de rechtvaar
dige Lot in uw midden? zoo is dus uw
oordeel gewismaar gij, Kapernaüm, die
tot den hemel toe verhoogd zijt, gij zult
tot de hel toe nedergestooten worden
want geen Lot woonde in uw stad, doch
de Heilige Israëls zelf, de Zone Godstoch
hebt gij u niet bekeerdvoorwaar, lk zeg
u, het is den lande van Sodom in dezen
dag des gerichts verdragelij ker dan u I
Het is een ernstig vermanend en ont
dekkend woord, dat Jezus hier spreekt;
onderzoekt u zeiven dan nauw, zeer nauw.
De troostrijke sprake die ervan uitgaat
is echter, dat de zonden zeiven u niet
verloren doen gaan, doch de onbekeer
lijkheid Jezus wil dus met de zondaren
te doen hebben en wie tot Hem komt
zal Hij geenszins uitwerpen. Doch laat
ook een heilige beving bij u zijn, die u
dringt tot het gebed
En doe mij toch met vaste schreden
Den weg der zaligheid betreden.
J. D. Wielenga.
Afzonderlijke nummers 4 cent.
Advertentieprijs 15 regels 30 centiedere regel meer 5 cent
Familieberichten 10 cent per regel.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan den Drukker A. D.
LITTOOIJ Az., Middelburg.
„En gij, Kapernaüm, die tot den
hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot
de hel toe nedergestooten worden.
Want zoo in Sodom die krachten
waren geschied, die in u geschied
zijn, zij zonden tot op den huidigen
dag gebleven zijn. Doch ik zeg u,
dat het den lande van Sodom ver-
dragelijker zal zijn in den dag des
oordeels, dan u."
Mattheüs 11 23 en 24.