Een uitgestorven huis. Kerk- en Scliooliiieuwj». Officieel® Berichten. Verantwoording van Liefdegaven. BOEKAANKONDIGING. Uw Familieberichten behooren in de „ZEEUWSCHE KERKBOD E". Zij komen dan onder de oogen van duizenden lezers, die belang stellen in elkanders lief en leed. ldT«rt«ntlln. Mejuff. JANNETJE JACBBA GOETHEER, Mejuff. JACOBA HENBRIKA POT, de Heer ANTHONIE POT, de Heer A. POT, Maar die opponenten houden weer vast aan hun gedachte, dat de Ned. Herv. Kerk aan wier reformatie moet gearbeid worden is en blijft de openbaring van Christus' gemeente. Prof. V. spreekt van „gereformeerde begin selen", doch moest dan in de onderhavige kwestie beginnen met eerst eens te omschrijven, wat naar Geref. beginsel Christus' Kerk is en hoe z\j naar geref. beginsel zich moet openharen. Dan zou hij o. i. op een andere lijn terecht komen dan nu. De modus vivendi geeft alleen een mogelijke oplossing om in één organisatie te bljjven saam leven, mits men blijve vasthouden aan de al oude rechten en voorrechten, die de Herv. Kerk nu eenmaal in ons land geniet, 't Is de zilveren koorde, die o. i. ook dergelijke personen nog vasthoudt. Krachtens hun beginsel zonden zij Christus' Kerk tot zuivere openbaring moeten brengen en daarvoor alles loslaten. Zooals ds. Knap terecht opmerkt„dan moet ge eenvoudig aankloppen bij de Geref. Kerken, want daar leeft men kerkelijk naar de gereformeerde be ginselen." Wat al te optimistisch dunkt ons ten slotte de voorslag van den schrijver, tot uitvoering gedaan. Hij meent n.l. dat als de Synode met wijsheid de beginselen van den modus vivendi toepast, er slechts drie kerkengroepen behoeven te komen. „De gereformeerde, die gevormd wordt door gereformeerden en gereformeerde confessio- neelen de middengroep der ethischen, die gevormd wordt door de linker confessioneelen en de rechtsche etischen en de moderne, die zich samenstelt uit mo dernen en linker ethischen en al die menschen, die onder Woodbrook hooren en ons jaarlijks vergasten op den lof der quakersche stichtelijk heid, uit religieuse socialisten, anarchisten, etc. Voor dat alles kan de Synode zorgen, als zij wil. Zal dat complex dan kerk, genootschap of federatie heeten Dat is een vraag van een woord, waarover ik niet twist. Wij Gerefor meerden heeten en zjjn dan Gereformeerde gem eentekerken Wel erkent de schrijver dat er dan nog vele moeielijkheden overblijven, maar die zijn er om ze te overwinnen en dat zal zich in de praktijk vanzelf wel vinden. Er staat in deze brochure nog veel meer te lezen, maar we meenden best te doen, door alleen de hoofdzaak weer te geven en toe te lichten. De tijd rijpt volgens prof. V. om in de zaak een gewenschte beslissing te nemen. Kerkhof. Wat een opschrift! een huis van zijn be woners beroofd, een woning des doods Zulk een huis is er blijkens een tweetal ad vertenties in dit blad in de gemeente van Wolpliaartsdijk. Het gansche huisgezin van onzen geliefden br. Pot is ons ontnomen door den onverbidde- lijken dood, zoo in eens, op het alleronverwacht. Vrijdag 13 October werd ons een boodschap gebracht, dat het niet goed was. Aanstonds gingen wü heen om te zien, wat er was. Wat ontstelden wij bij het zien van die drie menschen op het krankenlegerAan verschil lende omstandigheden merkten wij wel, dat de toestand ernstig was, maar wij wisten, waar heen w\j moesten vluchten in dezen nood wij zochten met elkander het aangezicht des Heeren, wij liepen den troon des Heeren aan als een waterstroom, of het Hem behagen mocht ons te willen verblijden door Zjjne verrassende daden. De toestand werd echter steeds ernstiger, de hoop werd steeds flauwer, niets kon baten en zoo is de een na de ander ons ontvallen. En wat de oorzaak is? Daaromtrent tasten wjj tot op dit oogenblik, waarop wij schrijven' nog in 't duister, en wie weet, of het wel ooit geheel opgehelderd zal kunnen worden. Maar hoe dan ook, de menschen zijn weg, een gansch huis is uitgestorven. O, wat is het leven vol raadselen, 't Waren flinke gezonde menschenzij zagen er allen zoo frisch en wel uitzij waren nog in de kracht van het leven. Bovendien hadden zij nog zoovele jaren tot rijken zegen kunnen zijn met de gaven, die God hun rijkelijk had verleend inzonderheid br. Pot wijdde zijn krachten aan allerlei nuttigen arbeid. Wat had hij nog veel kunnen doen! Maar hier geldt het woord„Mijne wegen zijn niet uwe wegen, en mijne gedachten uwe gedachten." Nu zijn Gods gedachten niet alleen anders dan de onze, maar ook hooger. Ook al is het voor ons ondoorgrondelijk, de Heere vergist zich nooit in al zijn doen. Ook al is de weg nog zoo donker voor ons, nochtans is God de majesteit en heerlijkheid, 't is wijs en goed al wat God doet. De Heere geve ons genade om Zijn doen te billijken en eenswillend met Zijnen heiligen wil te zijn, ook al gaat deze tegen vleesch en bloed in. God heeft krachtig gesproken. Alle vleesch is als gras en alle heerlijkheid des mensehen als een bloem van het grashet gras verdort en de bloem valt af. Worde die krachtige roepstem des Heeren door ons verstaan en dat wij er winste mee mogen doen voor onze onsterfelijke ziele, die op reis naar de eeuwigheid zijn. G. de Jager. Wolpliaartsdijk, 18 Oct. 1916. TWEETAL te Borger: J. M. de Jong te Wons; dr. O. N. Oosterhof te Hijlaard. te Sliedrecht: J. D. Heersink te Nieuweroord J. Tholen te Nunspeet. te EdeJ. C. Brussaard te Meppel S. Doornbos te Doetinchem. BEROEPEN te O. en N. BildtzijlC. J. Hakman te Har- lingen te 's GravenlandP. A. Zeilstra te Mildam te Waarder C. J. Wielenga te Hazerswoude te Genderen C. A. v. Nood te Lopik te Hollum Am.A. Dekkers te Zevenhuizen (Gr.); te AmerongenA. Voogel te Puttershoek. AANGENOMEN naar Wateringen L. M. Wynia, cand. te Nije- mirdum naar RouveenB. J. Lambers te Loppersum naar ArnhemJ. G. Kunst te Barendrecht naar Bunschoten c. a.Joh. Rietberg te Kou dekerk a.d. Rijn. BEDANKT voor MarkenL. M. Wynia, cand. te Nije- mirduui voor Hendrik-Ido-AmbachtG. D. Scheepsma te Roodeschool voor OenkerkS. W. Bos te Koudum. Kras! In de „Utr. Kerkb." schrijft ds. Klaarhamer o. a. deze woorden „Tot de taak van elk Christen behoort óók de bestrijding van het gebruik van alcoholische dranken bij zijn naasten. Het gebruik van dit genotmiddel is zondig, omdat het niet alleen niet dienstig is en niet opbouwt, maar omdat het voor lichaam en ziel ondienstig en verbrekend is en werkt." Ook in St. Anna-Parochie is men bezig A en B te doen verdwijnen. Althans in de vergadering der Classe Hallum werd medege deeld, dat de zaak der ineensmelting is besproken op de kerkeraden en voorstellen aan de gemeen ten zullen worden gedaan. Afscheid van Axel ds. J. H. Lammertsma, met Hebr. 13 20 en 21. Intree te Heerde ds. P. H. de Jonge, over gekomen van Bunschoten, met Col. 1 28, na bevestigd te zijn door zijn vader, ds. H. G. de Jonge van Dordrecht, met Jes. 52 78a. Ds. J. D. v. d. Munnik te Leeuwarden herdacht zjjn 35-jarig ambtsjubileum met een leerrede over Ps. 71 17 en 18a. Bij de door de afdeeling Walcheren van Chr. Onderwijs gehouden stemming over het voorstel van het Hoofdbestuur, om zich aan de gemeenschappelijke salarisactie te onttrekken, door den tot dusver bestaanden band met het salaris-comité door te snijden, werden uitge bracht 38 stemmen, waarvan 6 voor het voor stel, 29 tegen en 1 blanco. De Christ, onderwijzers op Walcheren willen dus in groote meerderheid, tegen den wensch van het hoofdbestuur in, met de „neutrale" onderwijzers saamwerken tot verkrijging van meer salariswat te betreuren valt. In een warmgesteld hoofdartikel herinnert ds. J. Kok van Bedum in de Wachter eraan, dat prof. L. Lindeboom vóór 50 jaren te's Her togenbosch in het predikambt bevestigd werd. Ook wij brengen prof. Lindeboom onze eer biedige hulde. Op een predikanten-conferentie verdedigde dr. Heering van Arnhem de volgende stellingen De predikant kan van den psychiater leeren lo. Dat die leden zijner gemeente, die ziel zorg 't meest noodig hebben, meer aandacht en tijd vragen van hun leidsman, dan de voor ganger eener beduidende gemeente hem schen ken kan, in welk geval deze voorganger goed doet hen naar een anderen leidsman c.q. den psychiater te verwijzen. 2o. Dat de predidant wijl hij als niet- medicus met de lichamelijke afwijkingen van de hulpbehoevende niet in kennis komt de sleutel tot zielsgeheimen veelal niet weet te vinden, die de psychiater als medicus vermag te grijpen. 3o. Dat voor vele menschen een rustkuur even noodig, ja soms noodiger is dan een gees telijke opwekking. 4o. Dat zedelijke afwijkingen van een zenuw patiënt niet altijd naar dezelfden maatstaf mo gen beoordeeld worden, als die van pbysiek- normalen. 5o. Dat het onderbewuste veel grooter rol speelt in het zieleleven, dan men geneigd is te denken, en dat de kennis van dit onderbe wuste en van zijn rol niet gemakkelijk is le bekomen. 6o. Dat de oorzaak der voorkomende vruch teloosheid van prediking, toespraak en verma ning menigmaal in laatstgenoemde feiten moet gezocht worden. 7o. Dat de biecht eene onmisbare voor waarde is voor goede zielszorg, doch dat het biecht-afnemen, vooral door oorzaak van het onderbewuste, uiterst moeilijk is. Na peremptoir examen is de heer C. M. Huizenga, ber. pred. van Hoogersmilde, door de classe Assen toegelaten tot de bediening des Woords en der Sacramenten. Op de Provinc. Diac. Conf. van Zuid- Holland werd o. a. besproken de vraag van Dordrecht: „welke maatregelen kunnen door de diaconieën genomen worden, dat de door haar en andere instellingen van barmhartigheid benoodigde brandstoffen door de regeering tot normalen prijs worden beschikbaar gesteld." Het verslag over de bespreking van deze vraag is onduidelijk; nadruk werd er op gelegd, dat persoonlijke aanraking tusschen overheid en on dersteunden moest vermeden worden en men zorgen moest geen dubbele bedeeling te krijgen. Ook werd door twee sprekers gerefereerd over de vraag„hoe moet een diaken zich bekwa men voor een vruchtbare uitoefening van het ambt?" Betoogd werd o. a. »Voor de practjjk der diaconale armverzor ging is noodig een breeden blik op het leven een warm voelend harteen open huiseen waakzaam en nauwlettend toeziend oog op de arme broeders en zusters". En ook: „Voor de theoretische kennis tot het ambt is noodig dat besprekingen gehouden worden over algemeene belangen, gelezen wor den diac. corresp. bladen en bezocht worden conferenties". „Aandeel in de meerdere, d. w. z. de classicale en provinciale vergaderingen zou in sommige gevallen gewenscht zijn". Voor onze diakenen om over na te denken CLASSIS THOLEN. De Classis Tholen zal D.V. vergaderen op Woensdag 8 November a. s. in het Milit Tehuis te Bergen op Zoom. Aanvang 11 uur. Punten voor het Agendum te zenden aan den laatst-ondergeteekende vóór of op 31 Oct. Namens de roepende kerk van Oud-Vossemeer Z. B. Goedhart, Praeses. C. A. Gunst, Scriba. P. E. v. Sciiaik, Consulent. Oud-Vossemeer, 16 Oct. 1916. N.B. Te storten: Coll. Theol. Fac. V. Un. en Coll. Beh. Idioten, etc. Axel, 17 Oct. 1916. Op Zondag 15 Oct. nam ds. Lammertsma afscheid van zijn gemeente, gekozen tekst voor die ure was Hebr. 1320, 21. Op gebruikelijke wijze werden door den schei dende Leeraar woorden van dank gesproken tot den kerkeraad, vervolgens tot ds. Thielen als mede-Dienaar des Woords, tot ds. de Walle als deputaat der Classis, tot den burgemeester der gemeente en tot verschillende vereenigingen en corporaties. Ds. Thielen sprak een woord van dank namens kerkeraad en gemeente voor al zijn arbeid en ijver ruim 7 jaar verricht, op verzoek zingt de gemeente staande hem toe Ps. 121 4. Ds. de Walle dankt hem namens de Classis voor al zfln arbeid die hij daarin had verricht, verzoekt de gemeente te zingen uit den Avondzang 1. Br. ten Kaate en de Burgemeester spreken hem ook een woord van dank toe, waarna de gemeente staande hem toezingt Ps. 134 3. Ds. Lammertsma dankte voor al de gesproken woorden en eindigt met dankzegging. Namens den kerkeraad, F. van Langevelde, Scriba. Kerkbouw Magelang. Aan huis bezorgd een bankbiljet van f 10, van een onbekende en gevonden in de kerk- eollecte van Vrouwepolder f 1, Ds. L. Bouma. Tocli terecht gekomen door Effavé. Uitgave van J. M. Bredée's Boekhan del en Uitgeversmaatschappij. Dit boek zal wel lezers vinden. Het is een vlot geschreven verhaal en houdt de aandacht van 't begin tot het einde gespannen. Reeds het eerste hoofdstuk moet de belang stelling wekken voor een kind, dat niet ver van Enschedé, geheel verlaten en onbekend, in een boerenwoning achterblijft. Wij kunnen haar levensgeschiedenis dan van stap tot stap volgen en hoewel zij veel moeite en verdriet in de eerste jaren moet doormaken, toch eindelijk goed terecht komt. Ja, zij komt terecht niet alleen voor het tijdelijk, maar ook voor het eeuwige leven. We hebben dit werk met genoegen gelezen. Goed geteekend zijn de verschillende personen, die er in voorkomen en wij blijven met de hoofd figuur medeleven ten einde toe. We herademen, wanneer we merken, dat het met haar zoo goed gaat. Het komt ons bovendien voor, dat de tijd, waarin dit verhaal ons verplaatst, juist beschre ven is. Destijds waren de menschen en de toestanden zoo. Wjj kunnen het dan ook aanbevelen aan allen, die gaarne dergelijke verhalen lezen. Bizondere inspanning vraagt het niet, het geeft louter een aangename ontspanning. Bouma. Ds. J. Kok. De Toekomst van den Zoon des menschen. Kampen. J. H. Kok. 1916. Prijs f 0,35. Deze rede naar aanleiding van Matth. 21 en 25 werd uitgesproken op den Theol. Schooldag 5 Juli j.l. Zooals de schrijver zelf 't uitdrukt „moge de lezing bij velen dienen naarstig de profetiën te onderzoeken om de toekomst van den Zoon des menschen te verwachten, wijl zij in 't nauwste verband staat met de zeer ernstige tijden waarin wij leven, den toestand der gan sche menschenwereld tot een voor eeuwig be slissend einde brengt en het dus dringend noo dig is er voor bereid te zijn." 't Is geen breede exegese, maar een frisch, toepasselijk woord. Hier en daar laat de spreker een eigenaardig lichtstraallje vallen. De lezers kunnen er winst mee doen. Stemmen des Tijds. Vijfde Jaargang. No. 12. October 1916. Utrecht. G. J. A. Ruys. De laatste aflevering is waarlijk de minste niet. Een reeks degelijke artikelen. Voorop de verhandeling van jhr. mr. O. Q. van Swin- deren over „Zedelijkheid, Recht, Strafrecht", waarin de christ. beginselen tegenover moderne theoriën worden verdedigd. Pakkend geschre ven is het opstel van mr. P. A. Diepenhorst over„Talma als Minister". Dr. J. C. de Moor leidt ons in in de poëtische gedachtenwereld van mevr. H. Roland Holst in zjjn opstel„De Schoone Droom". Dr. F. M. Th. Bühl levert eene studie over: „Paradijs en Zondvloed in Sumer en Akkad", hetwelk zich aansluit aan reeds vroeger in dit tijdschrift geleverde bij drage over oud-Babylonië. Ds. Thomson brengt in het literair Keur-Overziclit ons in kennis met Felix Timmermans Pallieter en geeft in korten slotzin zijn critiek. Leestafel brengt slechts een viertal recensies. Met November begint de nieuwe jaargang. Een aantal belangrijke bijdragen werden reeds toegezegd. Het volgend jaar wacht ons een speciaal Hervormingsnummer. Wegens de stijgende productiekosten wordt de abonnementsprijs verhoogd tot f 14,— per jaar. Doch dergelijke tijdschriften leest men meestal in portefeuilles. Kerkhof. CORRESPONDENTIE. Beleefd verzoek om op de briefkaarten, die dienen om de predikopgaven te melden en thans nog voorzien zijn van een 2Vs cent post zegel, een postzegel van V2 cent bij te plakken. Deze week heb ik al eenige malen 3 cent strafport moeten betalen. De Administratie. Een drievoudige slag heeft ons getroffen. 15 October overleden na een in- droevige ongesteldheid van enkele dagen onze geliefde Moeder,Behuwd- en Grootmoeder in den ouderdom van bijna 55 jaren en onze geliefde Zuster, Behuwdzuster en Tante in den ouderdom van 32 jaren en 6 maanden. 16 October trof ons de derde slag door het overlijden van onzen ge liefden Vader, Behuwd- en Groot vader in den ouderdom van 56 jaren en 10 maanden. Onze droefheid is groot, maar de hope, dat z\j in Jezus ontslapen zijn, in ons tot troost en smart. De Heere ondersteune ons met da vertroostingen des Heiligen Geestes in deze dubbelzware beproeving. D. P. SMALLEGANGE-Pot. M. L. SMALLEGANGE en Kinderen. Wolphaartsdijk, 18 October 1916. Heden werd ons ontnomen, na een in-droeve ongesteldheid van enkele dagen, onze geliefde Broeder in den ouderdom van ruim 56 jaren. Eerst ging zijn Vrouw heen, daar na ontviel hem zijn Dochter Jacoba en ten laatste stierf hij. Zoo is dat gansche huis in een korte spanne tijds geheel uitge storven. Geen wonder, dat de gansche ge meente diep ontroerd is. Wij ver liezen een meelevend huisgezin der gemeente en in br. Pot, een Broeder, die jarenlang de gemeente met voorbeeldige trouw en toewijding als Diaken gediend heeft. Op hun ziekbed hebben allen nog getuigenis afgelegd van de hope, die in hen was. Dat is onze en der achtergebleven betrekkingen vertroosting in de verscheurende smart. Trooste en sterke de Heere in zonderheid de eenig-overgebleven Dochter en haar huis. Namens den Kerkeraad van Wolphaartsdijk, G. DE JAGER, Praeses. W. A. VAN WIJK, Scriba. Wolphaartsdijk, 18 Oct. 1916.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1916 | | pagina 3