FEUILLETON.
Openbaring XII.
Terechtgebracht.
Een verhaal nit het volksleven onzer dagen
DOOE
12)
Trouw aan de beginselen.
ZENDING.
De Evangelisatie-arbeid in N.-Brabant
en Limburg.
die klachten grond hadden. Zp heeft duidelijk
uit laten komen het vele goede, dat er in ons
kerkelijk Juda gevonden wordt en dit behoort
zoo, want het zou snood ondankbaar zijn, wan
neer we het oog sloten voor de vele weldaden,
welke God in Zpn goedheid ons schenkt, maar
z\j erkende tevens, dat ons van die zijde ge
varen bedreigen, waarvoor we niet blind mogen
zijn.
We gaan met die gedachte geheel accoord.
Het is jaren geleden, dat ik professor Bavinck
eens hoorde zeggenwij winnen in breedte,
maar we verliezen in diepte, en dit was in den
grond der zaak dezelfde klacht. Het is duidelijk,
welke verkeerdheid onder ons er mede aange
wezen wordt. De jaren 1834 en 1886 hebben
ons op kerkelijk gebied gebracht tot een breuke
met al wat in strijd was met onze belijdenis en we
kregen daardoor een erve, waarop de Kerken
zich naar eigen aard konden ontwikkelen. Wan
neer we nu niets overgehouden hadden van het
kwade, dat onze vaderen verlokt had om op
verboden paden te wandelen, dan zou er ge
komen z\jn een voortgaan op den ingeslagen
weg zonder ons door iets te laten ophouden.
We mogen ook, Gode zij donk, zonder ons aan
grootspraak schuldig te maken zeggen, dat we
niet alleen het ideaal zagen, waarnaar we grij
pen moesten, maar dat we onze krachten daar
aan ook gegeven hebben, doch we vorderden
niet genoeg, naar de gedachte van den een,
het kwam tot stilstand bijna en sommigen
durfden te zeggen, dat we meer rondom ons
dan vooruit zagen. Nu ligt dit deels aan onze
historie. In 1892 werden twee groepen van
Kerken vereenigd, welke in de laatste jaren op
verschillende wegen gewandeld hadden. Er
waren in beide groepen eenigen, die zich niet
over dat samengaan verheugen konden, niet
omdat zij den groei en den bloei van de kerken
niet wilden, maar omdat zij meenden, dat zulk
een vereeniging een belemmering zou zijn om
voort te trekken. We kunnen dit verstaan.
Tot op zekere hoogte was dit ook zoo. De
oudste groep van deze Kerken had het oog
gericht op zoovele Geref. belijders, welke nog
in 't Herv. Kerkgenootschap waren en kon niet
nalaten hen toe te roepen, dat zij getrouw aan
hun belijdenis zouden zijn in de stille hoop,
dat zij op de een of andere wijze breken zouden
met de synodale organisatie. De andere groep
was begonnen met de vrijmaking van de Geref.
Kerken in 't genootschap en bedoelde alle die
Kerken te doen deelen in de vrijheid, waartoe
zij na de verbreking van de valsche banden
gekomen waren. Die actie was reeds destijds
tot stilstand gekomen, maar velen verwachtten
toch, dat zij opnieuw haar kracht zou laten
gelden. Die actie ging gepaard met het geroep,
dat z\j van geen afscheiding wilde weten en
dit geroep verloor veel van zijn krachten, toen
zij de Kerken der Afscheiding erkenden. Re
formatie van de heele Kerk van Christus was
het, waarnaar zij dongen en dit werd niet
bereikt. Vandaar de klachthet is uitgeloopen
op Separatie. We willen op het oogenblik
niet onderzoeken, of deze klacht geheel juist
is, maar we zeggen alleen, dat de vereeniging
der Kerken drong om zich ernstig rekenschap
te geven van den nieuwen toestand.
(Wordt vervolgd.) Boüma.
VIII. (Slot.)
Het door Johannes beluisterde loflied luidde
„Nu is de zaligheid en de kracht en het ko
ninkrijk geworden onzes Gods en de macht
van Zijnen Christuswant de verklager onzer
broederen, die hen verklaagde voor onzen God
dag en nacht, is nedergeworpen. En zp hebben
hem overwonnen door het bloed des Lams en
door het woord van hun getuigenisen zij
hebben hun leven niet liefgehad tot den dood
toe.''
Omdat Satan hier genoemd wordt: „de ver
klager onzer broederenkan dit lied niet aan
engelen worden toegeschreven, maar alleen aan
de reeds gezaligden. Trouwens nergens elders
in de Heilige Schrift noemen engelen de ge-
loovigen hunne broederen. Wat Johannes
hoorde, was de triumfzang der gemeente in de
hemelen, die reeds de overwinning behaald had
over den duivel en zijn rijk.
ANTHONIA MARGARETHA.
„Je schijnt er nog al gemakkelijk over te
denkenmaar iedere dienst is voor Lena niet
geschikt."
„Dat stem ik je toe, maar daar gaat het nu
niet over. Ik heb je alleen maar willen zeggen,
dat het je niet verwonderen moet, als Lena met
een week of wat onze woning voor onbepaalden
tijd gaat verlaten. Buigen of bersten, er zit
niet anders op."
„'k Wil 'tnog veertien dagen aanzien, in de
hoop dat Lena haar leven beteren zal, maar
dan is mijn geduld ook op wie niet hooren
wil, moet voelen."
Vrouw Volders antwoordde ditmaal niet; zij
zag dat haar man wat geprikkeld was en geen
tegenwerpingen zou kunnen verdragen.
Zy trachtte hem wat tot bedaren te brengen
door, toen Lena thuis kwam, vriendelijk en lief
tegen haar te zijn, haar onopgemerkt haar
eigen gang te laten gaan en zoo kleine botsin
gen, althans voor dien avond, te voorkomen.
Z(j zou het zoo innig jammer vinden, dat,
waar Volders nu met haar vereenigd leefde,
hij gescheiden zou worden van zpn eenig kind.
•j Dit is voorwerp van hun blijdschap, dat de
ii strijdende kerk op aarde volhardt ten einde toe.
Hoezeer Satan ook woedt tegen die gemeente
met bloedig geweld en verdrukking, nochtans
houden de geloovigen aan in denstrijd, ook al
kost het hun leven en zoo overwinnen zij door
hun geloof in Christus als hun volkomen Ver
losser, en door standvastig te blijven in hunne
belijdenis van de waarheid. Voor hun geloof
willen zij lijden, strijden, desnoods sterven.
Zulk een leger is onoverwinlijk. Degenen die
overgaan uit de strijdende in de triumfeerende
kerk, deelen in de overwinning door Michaël
en de heilige engelen behaald op den grooten
rooden draak en zijn heir.
De voorstelling die het Boek der Openbaring
van Johannes geeft van de martelaren, die om
hun geloof stierven, is, dat zij toeven in de
onmiddellijke nabijheid van Gods troon en in
't bizonder nog meeleven met de op aarde ach
tergebleven strijders.
De overwinning over Satan geeft aan alle
hemelingen, aan gezaligden zoowel als aan
engelen, stof tot juichen^ „Hierom, bedrijft
vreugde, gij hemelen, en gij die daarin woont."
Aan 's duivels tirannie komt een eind. Uit
de hoogere sferen is hp reeds voor goed ver
bannen. Straks zal hp ook van de aarde worden
weggeworpen. Maar eerst zal hp er nog een
tijdlang verwoestingen aanrichten. Daarom
volgt er in dien lofzang der gezaligden„Wee
dengenen, die de aarde en de zee bewonen;
want de duivel is tot u afgekomen, en heeft
grooten toornwetende, dat hp een kleinen
tpd heeft."
De verlosten in den hemel beklagen degenen
die op de wereld ten prooi worden aan het
woeden van den draak. Nu Satan ziet dat hp
terrein verloren heeft, doordien hp uit den hemel
werd geworpen, zal hp met verdubbelde woede
onder de menschen te keer gaan. 'tls maar
een korte spanne tpds, die hem toegemeten is.
Want spoedig nadert de voleindig der eeuwen.
Daarom beproeft de duivel met inspanning van
alle krachten nog te vernietigen van Christus'
Kerk, wat hp maar kan.
Doch vrees niet, gp klein kuddeke, want het
is des Vaders welbehagen, ulieden het Konink
rijk te geven.
In vs. 1317 wordt het derde of laatste
tooneel van dit visioen beschreven.
De schouwplaats, waarop wp nu met Johannes
in gedachten verplaatst worden, is de aarde.
„Toen de draak zag, dat hp op de aarde
geworpen was, zoo heeft hp de vrouw vervolgd,
die het manneke gebaard had."
Hp geeft den krpg nog niet op. Met list
en geweld tracht Satan aan Gods Sion af breuk
te doen. Hp is blind voor het feit, dat hp
nooit met al zpn woeden ook maar één enkelen
verkorene des Vaders aan de zaligheid zal
kunnen ontrukken. Door Gods allerbizonderste
bescherming vermag de Vrouw gedurig weer
aan den greep van den belager te ontkomen.
't Zal den booze nooit gelukken aan Christus'
Kerk baar levensbestaan te benemen.
„En aan de vrouw zpn gegeven (zoo aan
schouwde Johannes in zpn visioen) tvree vleu
gelen eens grooten arends, opdat zp zoude
vliegen naar de woestijn, naar hare plaats, alwaar
zp gevoed wordt een tpd en tpden en een
halven tpd, buiten het gezicht der slang."
Deze beeldspraak doet sommige verklaarders
weer denken aan Israels toeven in de woestpn,
waar het gedragen werd door de vleugelen van
Gods almacht en liefde, gelpk arendsjongen
door den moederarend worden gedragen 't was
wel een tpd van kommer en ellende, maar toch
zorgde God voor Israël, gaf 't kemelsch manna
als voedsel, en vormde het door Zpne leiding
voor het verkeeren straks in Kanaan. Toch
meenen we dat deze beeldspraak anders moet
worden opgevat. De vrouw ontving vleugelen.
Dat beduidt o. i.Twee middelen heeft God
aan Zpn volk gegeven, waardoor het buiten
Satans bereik kan blpven. Die arendsvleugelen
zpn symbolen van de middelen om aan Satans
woede te ontkomen. Geestelijk overgebracht,
zouden we die willen verstaan van de goede
werken en de gebeden der heiligen op aarde.
Door hun geloofsarbeid en door hun geloofs-
gebed blpven zp immuun tegen de aanvech
tingen en bestrpdingen des boozen. En dat
zal duren al den tpd, waarin de kerk van Chris-
HOOFDSTUK VI.
,In de hoop dat Lena haar leven beteren
zal had Volders gezegd, doch helaas, die
hoop bleek pdel.
Lena scheen niet van zins haar leven te be
teren, zoodat haar vader op zekeren avond,
ruim veertien dagen na zpn onderhoud met
haar, op 't onverwachts zeide
jLena, de maat is vol, je zult je zin hebben
ik zal naar een dienst voor je uit zien, aange
zien je niet van plan schijnt mp te gehoor
zamen."
Inwendig ontstelde Lena van 't besluit van
haar vader, daar er nu, dat wist zp, geen wikken
of bewegen meer aan zou zpn.
'tWas als had zp gevoeld dat er iets broeide,
maar dezen feilen donderslag had zp niet, althans
nog niet zoo spoedig, verwacht.
Uitwendig liet zp echter volstrekt niet blijken
dat de straf, die zp over zich zelve ingeroepen
had, haar nu wel wat overviel.
„Ik heb je vooruit gewaarschuwd, maar je
blpft volharden. Ik zal niet gedoogen, dat mpn
kind misschien nog te eeniger tpd de scheids
muur zal worden tusschen mp en mpn vrouw.
Ik beloof je, dat ik naar een dienst voor je zal
uitzien, en ik zal er spoed achter zetten ook."
Dit gezegd hebbende nam Volders achteloos
een courant in de hand, alsof hp hier mede te
kennen wilde geven dat hp dit onderwerp als
afgehandeld beschouwde.
Vrouw Volders dribbelde wat heen en weer,
zorgend voor de koffie, terwpl Lena aan tafel
tus nog verkeert in het worstelperk hier be
neden.
De tijdsbepaling „een tpd, en tpden, en een
halve tpd" is weer 3V2 tpd of 3Vs jaar of 42
maanden of 1260 dagen, dus m. a. w. de periode
tusschen Christus' hemelvaart en wederkomst.
Die tijd wordt nu in korte somma aangeduid
om een overzicht over het geheel te geven, en
niet in dagen aangegeven, omdat nu niet op den
langen duur ervan nadruk gelegd wordt.
De gemeente blpft „buiten het gezicht der
slang" d. w. z. buiten diens machtsbereik. En
de Heere bewaart niet alleen Zpne gemeente
tegen het woeden der hel, maar Hp zorgt er
ook voor dat het haar niet ontbreekt aan eenigen
nooddruft. Zp wordt intusschen gevoedSion
groeit, komt tot wasdom, breekt uit in menigte.
Houdt Christus Zpne Kerk in stand,
Dan mag de hel vrij woeden
Gezeten aan Gods Rechterhand
Kan Hp haar wel behoeden.
Satans gewelddadige middelen hebben dus
niet de beoogde uitwerking. Dan zal hp 't met
andere middelen beproeven, met een listige
taktiek. Valsch als hp is tracht hp door een
stroom van leugens het fundament onder Chris
tus' Kerk weggespoeld te krijgen.
Aldus lezen we in vs. 15: „En de slang
wierp uit haren mond achter de vrouw water
als eene rivier, opdat zp haar door de rivier
zou doen wegvoeren."
Die rivier is zinnebeeldige voorstelling van
geestelijke stroomingen in de menschenwereld
ingebracht. Door valsche religies worden breede
massa's afgevoerd van de zalige kennisse Gods
Door ketterijen en dwalingen worden andere
menigten vervoerd van de waarheid. Door leu
gengeesten verleidt de booze zpn duizenden en
tienduizenden. Valsche philosophie en ver
basterde mystiek bieden een schpnreligie, waar
mee talloozen verloren gaan. Twijfel en critiek
zpn de inblazingen, waarmee Satan millioenen
aan Christus' Kerk ontneemt. Zpn niet in onze
dagen occultisme en theosofie, spiritisme en
christianscience, evolutieleer en allerlei secten
de listige pogingen van den grooten Draak om
Christus' Kerk zooveel mogelijk te bedreigen
en gedurige breede scharen tot zpn slachtoffer
te maken. We leven midden in den tpd dat
deze dingen metterdaad gebeuren. Hoevele
gekerstend en worden heden ten dage door de
bedriegelpke en misleidendegeestesstroomingen,
die uit Satans mond voortvloeien, afgevoerd
van het ware zaligmakende geloof in Christus,
den Heiland der wereld, en meegesleurd naar
hun eeuwig verderf
Hoe is 't mogelijk, dat die gemeente op aarde,
die gelpk is aan een zwakke en weerlooze
vrouw, nochtans weerstand blpft bieden tegen
zoo'n machtigen en listigen vijand als de groote
Draak is?
Schpnt 'tniet alsof die vrouw geheel en al
in dien vloed bedolven zal worden?
Christus waakt, dat de poorten der hel Zpne
gemeente niet zullen overweldigen. Johannes
zag het duidelijk. Vers 16 „En de aarde kwam
de vrouw te hulp, en de aarde opende haren
mond, en verzwolg de rivier, welke de draak
uit zpnen mond had geworpen."
De aarde is hier symbolische uitdrukking
voor den „gewonen loop der wereldhistorie onder
de leiding Gods". Het wereldgebeuren wordt
door God Almachtig zóó bestierd, dat het ten
leste aan Zpne gemeente ten goede komt.
Brengt Satan door listen het levensbestaan van
Christus' Kerk op aarde telkens in benarde
positie, op ongedachte wpze komt de Heere
God met Zijn voorzienig wereldbestuur tus-
schenbeide tot verlossing Zpns volks.
Kerkgeschiedenis en wereldgeschiedenis liggen
soms wonderbaar dooreengestrengeld. Bloedige
oorlogen moeten in Gods hand meewerken om
Christus' Kerk weer te verwakkeren, datzpop
't rechte fundament worde opgebouwd.
Hoe vaak de groote Draak ook wordt teleur
gesteld, toch geeft hp den kamp niet op, maar
ontvlamt in steeds heftiger woedevs. 17 „en
de draak vergrimde op de vrouw en ging henen
om krijg te voeren tegen de overigen van haar
zaad."
De barende vrouw blijft steeds voortgaan met
baren. Gods Sion, dat uit haar geboren wordt,
breidt zich uit onder alle volkeren tot aan het
einde der eeuwenj
De Kerk als eenheid heeft de booze niet
zat, het hoofd over eenig verstelwerk gebogen.
Eensklaps schuift Volders haar de courant
onder den neus, en wijzend met den vinger op
een advertentie, duwt hp haar toe
„Hé, wat zou je daarvan zeggen
Lena leest
TERSTOND GEVRAAGD:
wegens ziekte der tegenwoordige, een
flinke dienstbode, niet boven de
20 jaar, P. G.goed kunnende koken en
werken voor tpdelpk of voor vast. Gezin
klein. Wasch buitenshuis. Hcog loon,
veel verval. Zich aan te melden Maurits-
weg 245.
„Nu, wat zegje er van vraagt Volders on
geduldig, daar Lena, na de advertentie gelezen
te hebben, zonder een woord te spreken weer
aan haar werk is gegaan.
„Ik zeg er niets van."
„Ik zeg, dat het een mooie advertentie is
hoog loon, veel verval, gezin klein, wasch bui
tenshuis, wat wilt ge meer
„Niets meer
„Laat het mp ook eens lezen," vroeg vrouw
Volders naderbij komend.
„Als zp er ook haar neus niet in stak, zou
't wel een wonder wezen," was de minder vrien
delijke gedachte van Lena, toen haar moeder,
achter haar staande, een blik in de courant
wierp.
In haar hart beschuldigde zp vrouw Volders
dat deze ongetwijfeld haar vader opgezet had,
haar 't huis uit te doen.
Zp had eens moeten weten, dat deze juist
haar voorspraak was, en 's avonds voor het ter
kunnen vernielen.
Dan werpt hp zich ten slotte maar op de
enkelingenop de individuen, om die te treffen.
Hp tracht de verschillende ervaren belijders van
den Christus tot afval te verleiden. Ze worden
genoemd„zp, die bewaren de geboden Gods
en_ hebben de getuigenis van Jezus Christus",
d. i. die zich in belijdenis en wandel als op
rechte Christenen openbaren.
Wie in oprechtheid voor den Naam van Chris
tus uitkomen, die kan de duivel niet onbestreden
laten.
Hoe menigwerf ook al Satan in den loop
der eeuwen de nederlaag geleden heeft, hp geeft
't niet op. Tot op den jongsten dag zal hp al
zpn duivelsche listen en krachten en energiën
inspannen om het voortbestaan van Christus'
Kerk te dwarsboomen en de wederkomst van
Christus in heerlijkheid te verijdelen.
Het slot der wereld- en kerkhistorie zal 't ons
doen zien, hoe de duivel alle machten der ver
leiding gebruiken zal om zoo vel en lip maar
eenigszins kan, in de gekerstende natiën ten
verderve te brengen. Daarin vindt de groote
verderver een duivelsche wellust.
Toch faalt zpn pogen.
Christus roept ons ten troost toe „Ziet, Ik
ben met ulieden alle de dagen tot aan de vol
einding der wereld". Kebkhof.
Donker en toch licht
Dit is de titel van het jaarverslag van den
Evangelisatie-arbeid van de Geref. kerken in
N. Brab en Limb. Het is aantrekkelijk ge
schreven en geeft een tamelijk goed overzicht
van het prachtige werk, door onze broeders in
die twee „donkere" provincie's verricht.
Wp hebben reeds meermalen op dezen arbeid
de aandacht gevestigddoch is dit nu over
bodig geworden Wp meenen van nieten
gedachtig aan het spreekwoord: „de aanhouder
wint", waag ik een bescheiden poging om de
Zeeuwsche kerken op hun roeping te wijzen.
Roeping Zeker of meent ge, dat wp onze
broeders (en zusters, voeg ik erbij), Jaar alleen
kunnen en mogen laten arbeiden Zoo er één
Evangelisatie op onzen steun rechtmatigen aan
spraak kan maken,dan voorzeker bovengenoemde.
Wp zpn buren, en gp kent het spreekwoord
van het hemd en den rok. Bovendien, wp heb
ben van de kerken in N. Br. en L. medewerkiug
ontvangen in onzen Zendingsarbeid op Magelang,
en zullen wp dan niet de zwakke zusterkerken
in hun bijzonder werk steunen
De eerste indruk, dien het jaarverslag wekt
ishet gaat heerlijk vooruiter is groei. De
tweede indruk is: wat is het toch jammer, dat
onze broeders niet over ruimer geldmiddelen
hebben te beschikken wat zou bp name het
schoolwezen hiervan profiteeren. De derde in
druk isde kerken in N. Br. en L. doen veel,
sommigen zelfs boven vermogen, om de Evan
gelisatie wel te doen gelukken er is hart, liefde,
gebed, opoffering voor de zaak, hun zaak, neen
's Heeren zaak.
De vierde indruk is beschamendach, wat
doet Zeeland toch weinig voor dezen arbeid.
In het boekjaar 1915/16 werden er alleen col
lecten gehouden te Wemeldinge, Arnemuiden,
Kruiningen en Axelgiften van Geref. kerken
kwamen er alleen in van Schoondpke en Melis-
kerke; onder de rubriek „Vereenigingen en
Commissiën" staat uit Zeeland alleen vermeld
leerl. Geref. Bew. School Goes f9,35"; trou
wens, Goes maakt ook in ander opzicht een
gunstige uitzondering er zpn toch niet minder
dan 5 busjes geplaatst; in lerseke is er één;
giften van particulieren kwamen uit Axel,
Schoondpke en Middelburgde classe Middel
burg geeft aan bpdragen f 28,75, terwpl er ook
nog kerken in die classe zpn, die afzonderlijk
contribueeren wp zouden het wenschelpk ach
ten dat er in deze één lpn werd getrokken, en
al de bpdragen door bemiddeling van den clas
sicalen correspondent werden afgedragennu
heeft het den schpn, dat b.v. Middelburg A niets
doet, terwpl deze kerk toch jaarlijks f5geeft;
buiten de classe Middelburg vonden wp nog
ruste gaan er nog eens op aandrong toch vooral
niet te overhaasten doch kalm naar een ge-
schikten dienst uit te zien, misschien zou Lena
zich intusschen nog onderwerpen.
„'k Zou niet weten waarom dit niet een ge
schikte dienst voor Lena zou zpn. In ieder
geval kon ik er zelf eens naar toe gaan en
poolshoogte nemen. De stad is hier dicht ge
noeg bp."
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Volders zou er een hal ven dag werk voor
verzuimen.
In zpn beste pak gestoken begaf hp zich den
volgenden dag 's morgens al vroegtijdig naar
de stad.
j's Morgens tref je de groote lui 't beste
thuis" had hp tot zpn vrouw gezegd. Hp hoopte
's middags weer vroeg terug te kunnen zpn,
daar 'tmaar een goed uur met den tram was.
„Mauritsweg 245" herhaalde Volders gedurig
bp zich zelf, terwijl hp nauwlettend naar de
naambordjes der straten keek.
Hier in de buurt moest het ergens zpn, naar
het zeggen van een politieagent.
Ja juist, hier had je den Heerensingel, nu
rechts om, en dan maar op het nummer gelet.
Ha, no. 210, zie zoo, nu was hij er gauw;
kijk daar dat groote, mooie huis met die breede
spiegelruiten, dat was no. 245.
Er stond juist een handkar met vruchten voor
de deur, terwijl de joden-koopman ongeduldig
heen en weer liep.
De voordeur stond aan.
Niet zonder aarzelen ging Volders den stoep
op en trok aan de zware koperen bel.
(Wordt vervolgd).