Kerk* en Schoolnleaw». Oftlciëelo Berichten. Diaconaal Hulpbetoon. Verantwoording van Liefdegaven. Daar al de Adresbanden opnieuw gedrukt moeten worden, wordt beleefd verzocht ver andering in het adres ten spoedigste nanw. kenrig op te geven. DE ADMINISTRATIE. Nagekomen Advertentie. nen moeilijk door anderen worden gezongen, zonder een opvallende tegenspraak tusschen den inhoud van het lied en de zangers. Studenten hebben een eigenaardig gemoeds bestaan. Ze zijn hoogst prikkelbaar op het eene punt, en zeer ongevoelig op het andere. Menige professor is er, die dat tot zijne te leurstelling ondervindt. De eene hooggeleerde leermeester kan alles, de andere niets van hen gedaan krijgen. Ze willen niet uit de hoogte en ook niet te familiaar behandeld worden.^ Een ongeschreven traditie heeft een geheimzinnige macht over hun leven. Onder elkander lossen ze de moeilijkste vraagstukken van wijsbegeerte en religie op, en hebben gemeenlijk een scherp uitgesproken meening over verschillende din gen, eene meening die echter wel eens gewijzigd wordt. Het contra wordt dan later even vurig verdedigd als vroeger het pro. De zucht om te weten drijft sommigen de noodzakelijkheid om examens te doen en op tijd klaar te komen ve len, om de vrijheid, waarin ze leven, niet al te zeer tot een nietsdoen te gebruiken. En zoo „werken" ze, werken op eene andere manier, dan hun tijdgenooten, die niet student zijn, wer ken ze gewoon, hard, of zeer hard. Nu is op het Congres voor Gereformeerde Evangelisatie ook gehandeld over de Evangelisatie onder de studenten. Ge gevoelt terstond, dat is een ge heel ander werk, dan wanneer ge bij een oud moedertje, of een werkman met socialistische neigingen, of bij zieken in een ziekenhuis, of bij een afgedwaalde jongedochter komt, om ze te wijzen op het ééne ding dat noodig is. De taak om over dit belangwekkende onder werp te spreken was toevertrouwd aan dr. W. G. Harrenstein, den kleinzoon van den nog niet ver geten ds. Klinkert. En moeilijk kon de keuze beter zijn geweest. Een jonge, stoere man met groote liefde voor het koninkrijk Gods, die nog steeds in aanraking is met de studenten-wereld. En toch heeft mij zijn referaat een weinig te leurgesteld. Het kan zijn, dat de korte tijd van 15 minuten niet toeliet om wat meer van het onderwerp te zeggen. Het kan ook zijn dat ik een anderen blik op de dingen heb, als de be kwame referent. Dr. Harrenstein heeft 't meest gesproken over de Gereformeerde studenten, die dreigen „af te zakken". Hij heeft openlijk verklaard, dat er bij studenten van Geref. huize verschijselen van scepticisme zijn waar te nemen. „De arbeid „der kerk en van de Dienaren des Woords „wordt hoogst onbevredigend geacht, critiek op „de preekwijze en op menig ander feit wordt „luide geuit; de kerk bevredigt niet, hierop „komt het vrijwel neer En nu weet ik wel, „zij die zoo spreken, zjjn nog geen voorwerp „van Evangelisatie, die immers het verlorene „zoektmaar dergelijke uitingen zijn teekenend. „Ik wil het hier open en rond zeggen, opdat het „gehoord worde: het is hoog tijd dat men zijn „aandacht wijde aan het verontrustende ver schijnsel, dat vele van onze Gereformeerde stu denten gevaar loopen, straks voorwerpen van „Evangelisatie-arbeid te worden. En voorko- „men is beter dan genezen." Vele Gereformeerde studenten zijn in af- „zakkenden toestand, meer dan menigeen ver- „moedt; het scepticisme wint veld en anderen „zijn hongerig en dorstig naar het Evangelie, „maar voor de Gereformeerde kerk zijn zij „verloren, omdat deze niet zocht en vond. DP, „wat de noodzakelijkheid betreft." En nu beveelt dr. Harrenstein weder een nieuwen specialiteit-Dominé aan. „De vijf ge doemde kerken (dat zijn de kerken in Amster dam, Leiden, Delft, Utrecht, Groningen) zou- „den dus over de Evangelisatie onder de studen ten moeten samenspreken en zoo mogelijk ko- „men tot een besluit, waarbij één dier kerken „wordt aangewezen om iemand voor dit werk „aan te stellen of te beroepen, want een Die- „naar des Woords zal de voorkeur verdienen. „Kwam men zoover, dan zou de zekerheid be- staan dat er althans iets gedaan werd. Want „voor één man is de taak nog veel en veel te zwaar." Ziedaar dus het denkbeeld van een studenten-dominee geopperd. Of dit denkbeeld ingang zal vinden Bij het debat werd die gedachte alleen, naar 't schijnt, gedeeld door den heer van Oversteeg, die „een man wenschte, die weet wat een student is, die studenticoos evangeliseeren kan". Dat is dus weder een nieuwe wijze van evangeliseeren „Je zult je moeder wel gehoorzaam zijn, niet waar?" vroeg deze ongemerkt op zachten toon. Gerrit knikte toestemmend en vervolgde zijn rondgangdaarna nam hij plaats op een der weinige nog onbezette stoelen. Toen hij daar een poosje gezeten had, naderde hem een buurvrouw, die ongemerkt een glaasje rood voor hem ingeschonken had, en dit nu stilletjes op den hoek van 't kleine kastje, dus vlak bij hem, neerzette. „Toe maar, hoor, drink het maar gerust op, 't is erg verdund met water, en je hebt het eerlijk verdiend; je moeder ziet het nu toch niet." Gerrit keek eens naar't glaasje maar schudde van neen. „Toe, gauw maar, 'k zal het immers niet zeggen tegen je moeder en zij merkt er in zoo'n volle kamer toch niets van." Er zijn altijd van die onverstandige menschen, die in gezelschap zich niet schamen, die kin deren andere bevelen te geven dan de ouders. Zij beseffen blijkbaar niet, hoezeer zij daardoor de taak der opvoeding voor de ouders be moeilijken. Indien vader of moeder „neen" zegt, en de een of andere buurvrouw haar „ja" daar tegenover durft plaatsen, dan brengt men het kind in verzoeking, de bevelen zijner ouders niet op te volgen. En God wil toch dat een kind in de eerste plaats doet wat vader of moeder hem gebiedt. „Neem eerst met het lepeltje maar eens een hapje van de suiker, die er onder in ligt, dan zult ge eens proeven hoe lekker het is." Dat was een lichtpuntDe suiker had moeder hem toch niet verboden „studenticoos". Een eventueele studenten dominee moet daarvan dan eerst eene proeve afleggen, dunkt me, eer hij door de vijf kerken, waarvan dan eene „de zendende" of de „roepen de" zijn zal, wordt aangesteld. Gaarne zou ik bij zulk een proeve eens willen tegenwoordig zijn. Om een studenten-dominee aan te bevelen, werd gewezen op den bekenden Amsterdam- schen Hoogleeraar pater de Groot, een man, die een bijzonderen leerstoel bezet, dus niet door de stad is benoemd, maar van Roomsehe zijde is aangewezen en wiens college's in de wijsbegeerte door tal van niet-roomsche studenten worden bijgewoond. Men vergeet echter dat deze buiten gewone man niet is een bijzondere studenten pater, maar een hoogleeraar en dan nog van buitengemeens bekwaamheid. Nu zult ge misschien vragen, of er dan niets voor de studenten, al of niet in afzakkenden toestand verkeerende, moet gedaan worden Zeker wel. Maar laten we niet met een spe- cialen studenten-dominee beginnen, door een vijftal kerken aangewezen. Laten we bjj het begin beginnen. De kerken in de Universiteitssteden moeten beginnen met de studenten ook te laten bezoeken geljjk de andere leden der gemeente en dan 't liefst door een predikant in gezelschap van een ouderling. Dr. Harrenstein verklaarde in de zeven jaar van zjjn studie nimmer huisbezoek te hebben gehad. Nu hoor ik al de gewone tegenwerping dat onze groote stadspredikanten het veel te druk hebben om dezen arbeid te doen. Ook Dr. Harrenstein meende dat. „Onze groote stads predikanten zjjn met werk overladen en zjj „moeten hier aanpakken, omdat de Universi teiten in de groote steden gelegen zijn." Het klinkt u wellicht wat vrijpostig en boud ge sproken, als ik u zeg, dat naar mijne meening, onze groote stadspredikanten er al den t\jd toe hebben. Ze worden niet beroepen op de voor waarde om huisbezoek te doen. Het getal catechisatie's is niet buitengewoon groot. Zie kenbezoek vergt minder tijd dan men denken zou, omdat de zieken in de stad alleen in zeer ernstige gevallen een predikant laten roepen. Op begrafenissen worden ze niet altijd uitge- noodigd; en zoo dit geschiedt, bepaalt zich hun arbeid daarbij in den regel tot een toe spraak en een gebed, éér de familie van het sterfhuis vertrekt. Als ge spreekt van met „werk overladen" te zijn, geldt dit de predi kanten, die eene gemeente ten plattenlande van een veertien of vijftien honderd zielen hebben te verzorgen. Zij moeten alle predik beurten zelf vervullenhebben geregeld huis bezoek te doen worden zelfs bij zieken ge roepen, door wie de dokter nog niet ontboden wordt, omdat het niet zoo ernstig is. Zomoe ten bij alle begrafenissen tegenwoordig zijn, die hun soms meer dan een halven dag aan tijd kosten Spreek me dus niet van het „met werk overladen zijn van de groote-stads- predikanten". Ze hebben tijd om lezingen te houdeD, om dikke handboeken te schrijven en men zegt, dat toen een doctorandus naar een zeer groote stad beroepen was, hem tot aansporing om het beroep aan te nemen gezegd werd, dat hij daar zoo uitnemend zijn proef schrift kon schrijven. Nu schrijf ik u dit niet om de groote stads predikanten te laken. Het is niet hun schuld, dat de toestanden der groote stadskerken aldus zijn. Het contact tusschen de leeraars en de gemeente is verbroken door het massale der duizenden leden, die ééne gemeente moeten vormen. De leeraars zien de onmogelijkheid om den arbeid onder zooveel zielen te begin nen het is een onbegonnen werk, gelijk men wel eens zegt. En de gemeenteleden zijn totaal ontwend aan de herderlijke zorgen en den pastoralen arbeid Maar men zegge niet, dat de groote stadspredikanten zóó met werk over laden zyn, dat ze de hoogstens honderd stu denten, die tot hun kerk behooren, niet eens zouden kunnen bezoeken en aanraking met hen zouden kunnen verkrijgen. Aan de andere zijde zou ik aan de heeren studenten, die sceptisch redeneeren over de kerk en de spreekwijze, willen zeggen„Maats een toontje min". Al zijn het heeren studenten, ze zijn toch als alle menschen zondaren, en moeten leeren zondaren te zjjn, die slechts door Christus behouden worden. Als Gods Woord wordt verklaard en toegepast naar de behoeften Behoedzaam bracht Gerrit de hand aan 't glaasje, toen Volders, die vlak voor hem zat, onverwachts omkeek. Deze schijnbaar toevallige beweging van den metselaar deed Gerrit zóó ontstellen, dat hij het glaasje schielijk weer neêrzette en beproefde zoo onverschillig moge lijk rond te kijken, hoewel hij voelde dat hjj tot achter zijn ooren kleurde. Volders tikte hem even op de knie en wenkte hem naderbij te komen. „Waarom schrok je zoo, toen ik omkeek, Gerrit?" Geen antwoord. „Weet je het niet Gerrit bleef zwijgen. „Dan zal ik het je eens vertellen: omdat je geweten je beschuldigde, dat je verkeerd ging doen. Is 't zoo niet?" De knaap knikte toestemmend. „Je moeder had het je verboden en zjj ver trouwde dat je haar gehoorzamen zoudt. Je was dus niet alleen ongehoorzaam maar je wilde haar bovendien nog bedriegen. Dit valt me van je tegen, Gerrit." ,'k Heb er spijt van, maar de buurvrouw drong er zoo op aan, en moeder had mij toch niet verboden de suiker te proeven „Ik merk, mijn jongen, dat de Adamsnatuur er bij jou ook nog in zit," sprak Volders met een flauwen glimlach. „De letter van de wet wilde je niet overtreden, maar toch was je overtuigd dat je moeder's bedoeling was, dat ge het glaasje in 't geheel niet zoudt aanraken. Kom, ga nu maar gauw stilletjes naar school dan ben je uit de verleiding." van den tijd en van het menschelijk hart, moet het hun genoeg zijn. Christus moet het Brood des levens zjjn ook voor hen. En zoo ze meer begeeren, ben ik bevreesd, dat ze het ware Brood voor hun hart niet zoeken en is het toch waarlijk de schuld van de kerk niet, als hun niet gegeven wordt wat ze zoeken. Trouwens Dr. Harrenstein heeft in de be spreking van zijn referaat de „eischen" van de heeren studenten wat gematigder uitgedrukt. „Wat ze willen is dit, dat ze helder merken „kunnen, hoe de boodschap, die de prediker „brengt, voor hem leeft, heel zjjn wezen en „zijn hart vervult. Ze willen het bewijs zien, „dat die blijde Evangelie-boodschap den prediker „gelukkig maakt, hem vreugde schenkt. Warme, „bezielde, tintelende prediking ziedaar wat „ze verlangen." Zoo dat waar is, veroorloof ik mjj de op merking of dat nu het verlangen alleen van studenten is, en tevens of onder al die zoo rijk begaafde predikanten in de groote stadskerken er niet één zou zjjn, die aan dit, hun ideaal van een dominee zou beantwoorden Me dunkt, er is geen behoefte aan een spe- cialen studenten-dominee, En men zou ten Congresse voor de Gereformeerde Evangelisatie practischer hebben gehandeld, zoo men een conclusie had aangenomen, en aan de kerke raden in de universiteitssteden had toegezonden, waarin men de dringende noodzakelijkheid uitsprak, om toch stelselmatig te arbeiden on der d8 studenten, die dreigen verloren te gaan. En bij dat alles is er groote behoefte aan gebed van de ouders voor hun studeerende kinderen, dat ze bij de Waarheid en de God zaligheid mogen bewaard blijven. Ook thans wordt wel eens iemand, al wordt hij geen Augustinus, behouden op het gebed van eene waarlijk vrome moeder Wees Gode bevolen. Zwolle, 12 Juli '16. W. H. GISPEN Jr. TWEETAL te N. DordrechtR. J. Aalders te Baambrugge J. Voerman te Warns, te Vlaardingen AA. Doom te Apeldoorn K. Schilder te Ambt-Vol- lenhove. te Grijpskerke W. M. Bouwman te Nederhorst den Berg P.C. deBrujjn, cand. teArnhem. BEROEPEN te WaarderJ. Waterink te Appelscha te GenderenG. D. Scheepsma te Roodeschool te Anjum Tj. Petersen te Purmerend te Jutrijp-HommertsW. Goedhuis te Weesp. AANGENOMEN naar AlmeloB. A. Knoppers te Kapelle- Biezelinge. BEDANKT voor Westmaas: H. Brouwer te Haamstede; voor Bodegraven D. Hoogenbirk te Charlois voor Stellendam K. Schilder te Ambt- Vollenhove. Na praeparatoir examen is de heer J. Post, cand. te Sexbierum, door de classe Franeker beroepbaar verklaard. Intree te Axel ds. A. Thielen met 1 Petr. 22, na bevestigd te zjjn door ds. J. H. Lammertsma met Luc. 12 42—44; te Spijk ds. H. L Both, overgekomen van Eindhoven, met Ps. 122 9, na bevestigd te zijn door ds. G. D. Scheepsma, van Roodeschool met 2 Cor. 5 19b. Afscheid van Niezijl ds. J. Sybrandy met Hebr. 13 20 en 21van Oldebroek ds. F. W. Geerds met 1 Joh. 2 21. Intree te Ter Apel ds. W. Oosterheert, over gekomen van Midwolda, met Ef. 6 19. Agendum van de algemeene verga dering van de Vereeniging van Predikanten van de Gereformeerde Kerken in Nederland, te houden Dinsdag 19 en Woensdag 20 September 1916, te Utrecht. Dinsdag 19 September. 1. Opening door den Voorzitter 's namiddags één ure. 2. Toespraak van den Voorzitter. 3. Verslag van den Secretaris. 4. Verslag van den Penningmeester. 5. Aanwijzing van eene Commissie tot het nazien der rekening van ontvangst en uitgaaf des Penningmeesters. 6. Bestuursverkiezing. 7. Verkiezing van Redactie-leden voor het Geref. Theologisch Tijdschrift. Gerrit volgde dezen raad op en bevond zich weldra op straat. Hij was diep beschaamd wel was hij verre van wat men noemt „een brave Hendrik", daarvoor was hjj veel te gui tig en vol grappen, maar to jh, hjj had er altijd zijn eer ingesteld, dat zijn moeder op hem aan kon. En nu was hij oogenblikkelijk voor de verleiding bezweken. Terwijl hij zóó, langzaam en met gebogen hoofd, naar school liep, viel zjjn oog onwille keurig op zjjn nieuwe pak. Die aanblik ver teederde hem geheel. Een moeder die zoo goed voor hem zorgde, die alles voor hem over had, zou hij die willen bedroeven en bedriegen Hij nam zich ernstig voor, zich niet meer zoo spoedig over te laten halen om iets te doen wat z\jn moeder hem verboden had, of wat hij wist dat zij liever niet zou hebben dat hij deed. Zoodra de stoel van Gerrit onbezet was, kwam Mina en veroverde niet zonder moeite die hooge zitplaats voor zich en haar pop. Zij had al zoo lang met Trijntje buiten gespeeld, ze wilde nu ook wel eens binnen zjjn bij de groote menschen. In het eerst beproefde zij haar aandacht bij het gesprek te bepalen, maar dit verveelde haar spoedigneen, dan onderhield zij zich liever met haar pop. (Wordt vervolgd.) 8. Referaat van Prof. dr. A. G. Honig van Kampen. OnderwerpDe eenheid der kerk. 9. Pauze van half vijf tot half zeven ure. 10. Referaat van dr. V. Hepp van Klundert. OnderwerpDe beteekenis der analogia fidei voor de exegese. 11. Sluiting des avonds te tien ure. Woensdag 20 September. 12. Opening 's morgens negen ure. 13. Inleiding van ds. J. G. Kunst van Ba- rendrecht. OnderwerpFusie-verschijnselen. 14. Inleiding van ds. C. Lindeboom van Amsterdam. OnderwerpWat kunnen onze Kerkeraden, inzonderheid onze Dienaren des Woord, doen om de begeerte naar het predik ambt op te wekken 15. Pauze van twaalf tot één ure. 16. Referaat van ds. S. Huismans van Ze venhoven. Onderwerp: Het Gereformeerde Kerklied. 17. Sluiting te vier ure. Door de Uitgeversfirma's E. J. Bosch Jbz. te N(jverdal en Oosterbaan Le Cointre te Goes, is besloten de uitgave van het Jaarboekje voor en het Handboek ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland te beëin digen en deze beide uitgaven te vervangen door één gids voor het Gereformeerd Kerkelijk leven onder den titel Jaarboek ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Deze gecombineerde uitgave zal bezorgd worden door de firma Oosterbaan Le Cointre te Goes, terwijl als Redacteuren zullen optre den de predikanten G. Doekes en J. C. Rullman. Axel22 Augustus 1916. Op Zondag 20 Au gustus werd onze nieuwe Herder en Leeraar, ds. A. Thielen, tot zijn dienstwerk ingeleid door onzen Herder en Leeraar ds. J. H. Lammertsma, die tot tekst had Lucas 12 4244. Des avonds verbond zich onze Leeraar aan de gemeente, met 1 Petr. 2 2. Op gebruikelijke wijze werden door hem toe spraken gericht, tot den Dienaar des Woords en Bevestiger, tot den Kerkeraad, de Afgevaardig den van de zusterkerken en tot den Burgemeester der gemeente. Ds. J. H. Lammertsma sprak hem een woord van hartelijk welkom toe namens kerkeraad en gemeente, alsmede namens hemzelf en de classe Axel, en verzocht, als tolk van kerkeraad en gemeente, staande te zingen Ps. 132 6. Ds. A. Thielen dankte voor het woord tot hem gericht en eindigde met dankzegging. Namens den kerkeraad, F, v. Langenvelde, Scriba. Haamstede21 Augustus 1916. Gisteren wer den we als kerkeraad en gemeente wederom zeer verblijd door uit den mond van onzen ge liefden Leeraar ds. R. Brouwer te vernemen dat Z.Eerw. voor de roeping naar de Geref kerk te Westmaas met vrijmoedigheid bedankt had, meenende, dat zijn arbeid onder ons nog niet voleindigd was. De Heere zegene dit besluit en zende spoedig aan de teleurgestelde gemeente den manZ^'n raads Namens den kerkeraad, H. S. van Waveren, Scriba. De zusters worden D.V. Dinsdag a.s. ver wacht ten huize van ondergeteekende. J. G. NetelenbosVogelsang. Grvjpskerke. Tweetal de Weleerw. heer ds. H. H. Bouwman, Nederhorst den Berg, en dhr. P. C. de Bruijn, candidaat te Arnhem, waarvan de stemming zal plaats hebben a.s. Zondag na den dienst des Woords. Namens den Kerkeraad, J. H. Geschiere, Scriba. Met dank ontvangen in de collecte Geref. Kerk te Middelburg A, de som van vijftig gul den, als f 25,voor de armen f 10,voor de kerk f 10,voor de Theologische School f5,— voor kerkbouw te Magelang; en f0,50 gevonden in de collecte Geref. Kerk te Mid delburg B, voor kerkbouw te Magelang. De Penningmeester, C. J. Hondius. Voor den kerkbouw te Magelang gevonden f 2,50 in de collecte der Geref. kerk te Oost- kapelle. Hartelijken dank Ds. J. D. wlelenga. CORRESPONDENTIE. Voor de vele bewijzen van deelneming, gedurende de ziekte en het overlijden van onzen zoon en broeder JOHAN IZAK, betuigen wij onzen hartelijken dank. Onzen dank ook met deze aan zijne vrienden, leerlingen 4e klasse Normaal lessen en de tien jongelui, die hem de laatste eer bewezen. Uit aller naam, A. HOLLEBRANDS. Middelburg, 24 Augustus 1916.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1916 | | pagina 3